Belangrijk is:
Wat wil ze zelf?
Waar is ze goed in?
Wat vind ze leuk?
Welk werk heeft ze voorheen verricht?
Welke opleiding heeft ze de afgelopen jaren gevolgd?
Maar voor je dit gaat vaststellen is het handig op een rijtje te zetten wat ze:
- Wel kan, haar mogelijkheden dus.
- Niet kan.
- Een beetje kan.
En dit dan heel basic opstellen, bijvoorbeeld:
Ze kan (op lichamelijk vlak):
- Zitten op een bureaustoel.
- Werken met een pc.
- Af en toe een stukje lopen.
Ze kan (op werkgebied):
- Met mensen omgaan.
- Administratief werk doen.
- De telefoon aannemen.
En als je dat allemaal gedaan hebt, komt er vast wel iets uit
![]()
Zo niet, laat er dan eens een arbeidsdeskundige naar kijken (van het UWV), dan komt ze er echt wel uit
Kip, het meest veelzijjjjjjjjjjjjjjjjjjjjjjjjjjjjjjjjjjjjjjjjjjjjjjjjjjjjjjjjjjjjjjjjjjjjdige stukje kaas, panda!