Hallo, ik ben nu aan het leren voor scheikunde alleen ik heb nu een vraag en daar kom ik echt ff niet meer uit.
Dit is de vraag.
Een huishoudelijk reinigingsmiddel wordt kwantitatief onderzocht op ammoniak. Daartoe wordt 2,50 ml getitreerd met 14.89 ml Zoutzuur c(HCL) = 0.1009mol/l.
Bereken het gehalte ammoniak, uitgedrukt in g/l n het huishoudelijk reinigingsmiddel. Ammoniak, NH3 heeft een molmassa van 17.03 g/mol
Antwoorden:
a 10.2
b 17.5
c 26.2
d 37.5
Ik weet dat het A moet zijn alleen ik weet niet meer hoe ik er ben opgekomen.
HELPP
All I do, is sit down at the typewriter, and start hittin' the keys. Getting them in the right order, that's the trick. That's the trick.