quote:
Madame is terug.
Afgelopen vrijdag belde ze me; of ik langs wilde komen om te praten over mijn oppaswerkzaamheden. Ze klonk afgemeten. Ik ben meteen op mijn fiets gesprongen, met het zweet in mijn handplamen, want ik zag de bui al hangen. Het laatste waar ik zin in had was tekst & uitleg geven over het Sevilla-tripje.
Ik nam me voor om glashard te liegen. Soms is glashard liegen het beste. Het enige probleem was Els, de geblondeerde skischanskampioene met de overontwikkelde schouderpartij die bevriend schijnt te zijn met Madame, en die mij in Sevilla al fijntjes had laten weten hoe ze over me dacht. Ik moest rekening houden met het ergste. Vrouwen als Els zijn gevaarlijk, dat ruik je, dat zie je, dat voel je aan de ijskoude blikken die ze je toewerpen, blikken die zeggen: 'Als ik de kans krijg, nagel ik je aan de muur.' Aan de andere kant, bedacht ik op de fiets, had Els geen harde bewijzen. Ze had ons niet in actie gezien, Daniël en mij - en zonder harde bewijzen viel er weinig aan de muur nagelen, hoe graag ze dat ook wilde.
Madame was druk in de weer met het in elkaar knutselen van lampionnetjes, want - verrassing - het was Sint Maarten.
"Ga je ook mee?" riep Tibbe, die zijn jas al aan had.
Madame vond het een goed idee. Ze had voor de 'Sint Maarten'-tocht afgesproken met een groepje moeders van school en ik vermoed dat ze haar kans schoon zag om óók eens met haar 'au pair' te pronken. Het valt me elke keer weer op hoe schaamteloos die moeders tegen elkaar opbieden: au pairs, schoenen, kinderkleren, auto's, hockeyclubs, merktassen, kappers, bloemisten, Thaise schoonmaaksters, cateraars, feestjes... ze houden elkaar scherp in de gaten, laat ik het daar maar op houden.
Een au pair wordt door hen gezien als een statussymbool, en waarom zou je dat statussymbool, samen met je nieuwe Dior-tas, niet meeslepen tijdens de Sint Maarten-tocht?
Ik was in goed gezelschap; er liepen drie andere au pairs mee.
De kinderen, ze waren met z'n twaalven, droegen oranje lampionnetjes. Uitgelaten renden ze voor ons uit. Ze zongen liedjes. Tenminste aan het begin van de tocht, want toen het later werd, en kouder, lieten ze het zingen achterwege en stortten ze zich als wolven op de bejaarden met hun snoeptrommeltjes.
"Les enfants!" riep Madame wanhopig naar de kluwen lampionnetjes.
Geen reactie. De kinderen renden alweer door naar de volgende deur, waar een nieuwe bejaarde stond te wachten. Ook die werd vakkundig gemolesteerd.
Te oordelen aan de overstelpende hoeveelheid lollies, mandarijnen, marsen, spekkies en ander snoep dat ze ophaalden langs de deuren, ben ik de enige die nog nooit van het Sint Maarten-feest had gehoord.
"La honte!" riep Madame steeds. "Ah, la honte! Het is toch niet te geloven hoe die kinderen zich gedragen? Alsof ze thuis niets krijgen!"
"Ze jutten elkaar op," zei ik. "Zo zijn kinderen."
"Niet in Frankrijk," beweerde ze. "Daar worden kinderen nog opgevoed, daar weten ze nog wat discipline is."
"Ja, in Frankrijk..," mompelde ik.
"Ik denk er wel eens over om terug te gaan," zei Madame. "Wat heb ik nog in Nederland te zoeken, nu Daniël... wat moet ik hier nog?"
Voordat ik erop in kon gaan, vroeg ze: "Hoe was Sevilla?"
"Oh, dat eh..."
"Voel je vooral niet bezwaard, Nadine." Ze kneep in mijn arm. "Ik was blij dat jij de jongens kon opvangen. Beter jij dan die
starlette. Je hebt me dus een dienst bewezen, zo eenvoudig is het. En zelf zat ik in Parijs; jammer dat ik niet mee kon, maar ik begreep van mijn vriendin Els dat het erg gezellig was."
"Erg gezellig," beaamde ik.
"Heeft Daniël wel goed voor je gezorgd?"
Ik verschoot van kleur, maar gelukkig was het donker. "Jawel," zei ik. "Prima."
"Is hij trouwens nog met die
starlette?" vroeg ze toen. "Volgens de jongens niet. Zie jij haar nog wel eens in dat huis?"
"Laatst was ze er nog," antwoordde ik.
"Vreemd," zei Madame. "Ik had begrepen... enfin. Waarom ik je wilde spreken - we zullen de komende tijd wat vaker een beroep op je doen, Daniël en ik. Hij is erg druk met zijn zaken, en ik heb een aantal afspraken in het buitenland. Ben je weer beschikbaar?"
"Ja," zei ik. "Geen probleem."
"Ook door de week?" wilde ze weten.
Ik aarzelde.
"Je gaat meer verdienen," kondigde ze aan. "Maar dan zul je soms ook 's nachts moeten blijven, ik heb een zeer druk programma. Over twee weken moet ik een paar dagen naar Finland. Maar je krijgt er goed voor betaald. Ik wil het eerst doorspreken met Daniël, maar als je in principe akkoord gaat, bel ik je deze week nog."
"Okay," zei ik.
Om kort te gaan:
I'm back in business!