8000 man, las ik op VoZ.
Verslagje van ze:
quote:
IJsselmeervogels vertoont haarscheurtjes
2 april
Bij derby's willen verwachtingen en de uiteindelijke uitvoering nog wel eens behoorlijk uit elkaar komen te liggen. Dat was deze reis bij de confrontatie tussen IJsselmeervogels en Spakenburg niet anders. Veel interessante bespiegelingen vooraf, waar na afloop een korte conclusie volstond: mager voetbal met een logische uitslag (0-0).
Boeiend en grappig waren vooral de randverschijnselen. Lopend over de zaterdagse markt was te zien dat er iets te gebeuren stond die middag in het dorp. De jeugdige bevolking had het haar geverfd in de clubkleuren rood of blauw. Op het hoofdveld van IJsselmeervogels was een voorafje gaande in de vorm van een pupillenwedstrijd en ook hier waren de in doorsnee blonde haren van de voetballertjes gespoten in de kleuren van de thuisclub: rood. Ver voor aanvang van de klassieker waren de tribunes al volgelopen. Aan de ene kant stak het blauwe kamp de draak met de tegenstander met verwijzingen naar de oprukkende vogelgriep.
Op vak Midden Noord trof het rode legioen voorbereidingen om vanaf het dak van de tribune over een grote lengte een spandoek op te hangen. Dat ging een hele tijd naar wens, totdat vlak voor het begin van de wedstrijd de hele hijsconstructie met touwen toch niet bestand bleek tegen de straffe lentewind. Maar niet getreurd, de harde kern van de supporters zong nog iets fanatieker dan gewoonlijk de favorieten toe. En dan was er natuurlijk nog altijd die hele grote vlag aan een stok om je club te steunen, maar wie had die wind ook al weer besteld?
De KNVB had alle soorten vuurwerk verboden, maar als alternatief waren twee ouderwetse kanonnen uit de kast gehaald. Zes keer werden de trommelvliezen van de toeschouwers op de proef gesteld, afwisselend met rode en blauwe rook uit de vuurmonden. Twee extra rookmachines hulden de lange staantribune in witte nevelflarden. Na het wegwaaien van rode en blauwe confettislierten en snippers kon de wedstrijd onder het oog van zo 'n 8000 mensen beginnen en werd al snel duidelijk dat Spakenburg wel iets wilde forceren. Na vijf minuten al had Henk van Steeg bijna succes met een poeier van afstand waarop keeper Sander Duindam gestrekt naar de hoek moest. Toen was ook het eerste opstootje tussen Stanley Tailor en Chima Onyeike al achter de rug, in de aanloop naar nog meer momenten waarop de emoties de overhand kregen. Halverwege de eerste helft leek het duel volledig te ontsporen toen Lambert Zijl van Spakenburg een rush van Kwong Wah Steinraht grof onderbrak. Scheidsrechter Terwijn greep al naar de borstzak om een gele kaart te trekken, maar kwam een fractie van een seconde later ogen te kort in de oploop van twee teams die duwend en trekkend verhaal bij elkaar kwamen halen. De arbiter slikte van de weeromstuit de gele kaart weer in, wat de onderlinge verhoudingen in het vervolg nog meer onder druk leek te zetten.
Niet dat de wedstrijd ontaardde in een heuse schoppartij. Er was ook wel degelijk wederzijds respect, maar de onderhuidse spanning bleef en die barstte zo nu en dan naar buiten. En beide verzorgers moesten toch ook wel vaak te hulp schieten om aangeslagen spelers weer op de been te helpen. Aantrekkelijk voetbal viel er nauwelijks te genieten. Het middenveld was met vier tegen vier of meer druk bezet. Opvallend was de rol van Roderik de Harder. Normaliter hangende rechterspits had De Harder nu een veel meer controlerende taak om regisseur Dogan Corneille in de gaten te houden. Dat lukte aardig, maar aanvallend kwam De Harder als gevolg daarvan veel minder uit de verf. Onyeike en Yves Heskamp moesten het voorin maar met zijn tweeën zien te rooien. Heskamp had voor rust te maken met Henri de Graaf, switchte na de pauze vaak over naar links waar hij dan Jan Pieter Hartog tegen kwam, maar de snelle spits kwam nooit echt lekker los van zijn bewakers. Bijna in het eindsignaal was dat wel het geval maar schoot Heskamp op de lat. Had die actie een treffer opgeleverd, dan zou Spakenburg laat, maar ook te rijk beloond zijn geweest.
De 'blauwen' speelden veel te flets om aanspraak te maken op de volle winst. Tot meer dan een beetje dreigen vanuit spelhervattingen - meestal uitgevoerd door Van Steeg - was Spakenburg niet in staat geweest in de tweede helft. Onyeike mikte bij een van die gelegenheden te hoog en De Harder schoot nog een keer voorlangs, maar daarmee was het verhaal van de aanval van Spakenburg wel verteld. Ook Maurice van der Wilt, die tien minuten voor tijd inviel voor de leeg gespeelde Onyeike, bracht geen kentering in de blauwe machteloosheid.
IJsselmeervogels liet zich in de eerste helft wel erg makkelijk wegdrukken. De enige grote mogelijkheid voor de thuisclub ontstond uit een dood spelmoment, waaruit Tailor doeltreffend de bal op het hoofd nam, maar het feest vanwege buitenspel niet doorging. Dennis Knüppe kwam nog het dichtste bij de opening van de score. Zijn inzet, die het midden hield tussen een voorzet en een schot, vloog echter via de deklat over. "Drie kwartier heb ik me zitten ergeren, want we lieten ons aftroeven op fysieke kracht", gaf trainer Willem Leushuis als verklaring voor de ogenschijnlijk afwachtende houding van IJsselmeervogels. De Brabander greep tijdens de rust in door de anoniem spelende Christian Opschoor maar helemaal onzichtbaar te maken. IJsselmeervogels kreeg aanvallend daardoor meer smoelwerk met André Kemper en Steinraht centraal voorin, invaller Dennis van der Steen op rechts en Gijs van Manen, overgekomen van de andere kant, op links. Nu was het Spakenburg dat in perioden niet meer van de eigen helft afkwam en niet beter wist te verzinnen dan de bal maar een lel te geven in de hoop dat hij in de buurt van Heskamp en Oyeike terecht zou komen. Dat lukte zoals al eerder gememoreerd soms, maar dat was in feite meer geluk dan wijsheid.
Met combinatievoetbal probeerde IJsselmeervogels na rust de aartsrivaal te verschalken zonder echt naar het niveau te klimmen dat van een kampioen verwacht zou mogen worden. Corneille en Knüppe konden in de as van het veld niet die stempel drukken die ze ongetwijfeld toch in gedachten moeten hebben gehad. En voorin deed zich net als bij VVOG (2-1 nederlaag) het probleem voor van de afwerking. De machine vertoont in die zin haarscheurtjes. Steinraht was degene die voor het meeste gevaar zorgde, maar of zijn voorzetten gemist zag of bij zich zelf te rade moest gaan waarom hij niet de ban had gebroken. Het mooiste voorbeeld voltrok zich halverwege de tweede helft, toen Steinraht op eigen helft de bal oppikte, vervolgens half Spakenburg zijn hielen liet zien, maar aan het slot van zijn rush de kracht en precisie miste ook keeper Khalid Benlahsen te passeren. Het was een spaarzaam hoogtepunt in een verder vlakke vertoning met veel strijd.
Scheidsrechter Terwijn schreef uiteindelijk toch nog vier man in zijn boekje, keurig verdeeld over beide partijen. Een daadkrachtige indruk liet de arbiter daarmee niet meer achter. Daarvoor had de leidsman veel te veel door de beugel gelaten, wat de aanhangers van de thuisclub bij het ingaan van de rust al had verleid massaal het klassieke spreekkoor (hi ha hondenlichaamsdeel) aan te heffen. De eindstand kwam uit op de beginstand en daar moest iedereen maar mee leven. "Het dorp is blij. Rood heeft niet verloren en blauw heeft een punt", deed Leushuis laconiek. Zijn collega Henk Prinsen had wel een uitleg waarom het allemaal zo gelopen was. "We hebben de sterke punten van IJsselmeervogels geprobeerd te elimineren. Voorin zijn de Vogels goed, achterin wat minder", sprak de interim-trainer van Spakenburg.
Tekst: Aad van der Graaf
En enkele foto's:
Vogels-fans
Spakenburg-fans
Opstootje!
"Alex" van Spakenburg
"King Kwong" tussen drie man
Kanonnen, omdat vuurwerk is verboden