quote:SAMBA IN BREDA
Ooit zag ik een mooie documentaire over Braziliaanse jongetjes in de zogenaamde favela’s, de sloppenwijken. Zij voetbalden daar onbekommerd tussen de ellende door en ondertussen maakte de Nederlandse scout Piet de Visser kennis met ze. Hij volgde de jongetjes, zag hun grote talent en maakte ze warm voor een overgang naar Nederland. Anselmo en Leonardo heetten de twee vriendjes en laatstgenoemde ging met ome Piet mee. Ver weg van huis kwam hij op jonge leeftijd terecht in Rotterdam, waar Feyenoord hoopte hem te kunnen opleiden tot een toekomstige wereldster.
Jarenlang liet hij in de jeugd de mooiste dingen zien en het was niet moeilijk voor de kenners om het behendige ventje een grote toekomst te voorspellen. Zoals iedereen wegliep met het begenadigde voetballertje met de guitige ogen. Alles liep dan ook voorspoedig en Leonardo debuteerde reeds op jonge leeftijd in het eerste van Feyenoord. Zijn voorzet achter het standbeen langs tegen RBC werd het bewijs van zijn bijzondere kwaliteiten.
Zoals echter zo vaak gebeurd in sprookjes, ging het ook nu mis. Een paspoortaffaire zette Leonardo eerst een tijdje buitenspel, daarna volgden de blessures. Met de blessures kwamen ook de verhalen. We zijn in Nederland dan ook niet zo goed in het omgaan met bijzondere talenten en zeker niet als die jongens zelf ook overtuigd zijn van hun unieke status. Dat is ook niet vreemd. Het is ook niet normaal dat een jochie als Leonardo lachend aanwijzingen van geroutineerde medespelers in de wind sloeg en zichzelf als de grote ster zag. Wat wel weer te verklaren is, want hij heeft nooit anders gehoord. Hij was de man die Feyenoord aan titels moest helpen, die na Feyenoord voor veel geld naar een Europese topclub zou gaan. Door en door verwend dus. Als hij dan ook nog eens niet de meest fanatieke speler blijkt op trainingen, zijn de verhalen klaar. Dan liggen de blessures aan hemzelf, omdat hij geen conditie wil kweken. Als dan vervolgens ook de prestaties minder worden, ben je zo goed als afgeschoten.
Het logische gevolg van dit alles was dan ook dat Leonardo niet meer aan spelen toekwam in de Kuip. De trainers vielen wel voor zijn guitige ogen en zijn in aanleg grote klasse, maar konden het niet maken om hem een uitzonderingspositie te gunnen. Zeker niet omdat hij daarvoor simpelweg te weinig had terug betaald. De wegen van Leonardo en Feyenoord moesten dan ook wel gaan scheiden. Het was uiteindelijk Erwin Koeman die de definitieve beslissing nam. Leo mocht weg. Voor zover het meespelen met de jeugd van Feyenoord al geen duidelijk signaal was, maakte Feyenoord het zonneklaar na de transfer van Ron Vlaar. Die kreeg namelijk nummer twintig, het nummer dat Leonardo toe behoorde. In het voetbal is zoiets hoogst ongebruikelijk.
Nummerloos bleef Leonardo achter, waarna de verlossing uit Breda kwam. Daar kon men na het vertrek van Pierre van Hooijdonk nog wel een aanvaller gebruiken. Cees Lok heeft ongetwijfeld dezelfde documentaire gezien en herinnerde zich mogelijk de flitsende acties van Leonardo in diens eerste seizoen. Leonardo werd in de armen van NAC gedreven en moet daar weer opbloeien. Vorige week zagen we al weer wat kleine glimpjes van zijn klasse. Hij viel in, met nummer dertig op de rug, en had aardige acties. Scoorde zelfs.
Zou het een startsein zijn voor een glorieuze rentree? Want voor voetballers als Leonardo loopt de liefhebber nog altijd warm. Als hij het ronde leer toucheert, schallen de trompetjes als tijdens het carnaval in Rio. Bloemen beginnen spontaan te bloeien en de zon heeft zin om door de wolken heen te breken. Leonardo voetbalt op die momenten niet meer, nee, hij danst. Eén, twee, drie, cha, cha, cha. Hij glijdt langs de wanhopige benen van de lompe verdedigers, de bal meevoerend als een bevallige vrouw in dansjapon. De mandekkers worden gedegradeerd tot de lompe boeren die geen samba uit hun benen kunnen persen, maar slechts wat kunnen huppen op de zware bas van een deejay. Hakken, dat wil nog wel eens lukken. Ondertussen is Leo dan al ver uit het zicht, nagestaard door zijn bewonderaars. Op zijn beste dagen gooit hij er een lambada uit en is het veld een strand geworden. Of mooier nog, een favela, waar zijn vriendjes lachen en joelen na een mooie actie. Voetbal op zijn puurst.
Wat zou het toch mooi zijn als Leonardo dat in Breda zou kunnen bereiken. Want hoe verwend hij ook mag zijn, denkend aan zijn uitspraak dat hij zich slechts bij Barcelona of Real Madrid nog moet bewijzen, voetballen kan hij wel. Dat hij daar maar op mag worden beoordeeld en even alle ellende vergeet en achter zich laat. Voor Anselmo en die andere jongetjes, die nooit de kans kregen de favela te ontvluchten. Maar vooral voor zichzelf. En hopelijk ook een beetje voor ons, de liefhebbers.
Aardig zijn, en een verkeerde houding hebben op de training, staan los van elkaar imho!quote:Op dinsdag 31 januari 2006 19:31 schreef Da_Sandman het volgende:
Mooi.. Merlijn heeft lang met hem getrained en geleefd, hij vertelde wel eens over Leonardo. Dat het gewoon een stikaardige knul was.
Tuurlijk. Maar goed, heel Nederland schildert die jongen af als een luie egoist, misschien klopt lui wel, maar egoist niet...quote:Op dinsdag 31 januari 2006 19:42 schreef FrankyMcG het volgende:
[..]
Aardig zijn, en een verkeerde houding hebben op de training, staan los van elkaar imho!
Overigens goeie column MM!
quote:Bikkel
Jaap Stam uit Kampen is een bikkelharde. In zijn lange voetballoopbaan, die hem onder meer voerde langs PSV, Manchester United en AC Milan, stond hij altijd letterlijk zijn mannetje. Met zijn vervaarlijke kale kop, zijn dodelijke blik en zijn machtig lichaam boezemde hij al op voorhand bij tegenstanders ontzag in en die vrees buitte hij uit door in elke situatie genadeloos op te treden. Ja, voor Jaap Stam heeft menige spits in zijn broek gescheten.
Jaap koestert zijn onverschrokken imago met zorg. Iemand die hem als buurman krijgt, zou door zijn uiterlijk meteen willen verhuizen. Er zijn niet veel mensen, die bij Stam de gevoelige snaar weten te raken. Dat geldt zeker niet voor lieden van DOSK, de Kampense amateurclub waar Jaap als kleine Japie voor het eerst tegen een bal aantrapte. Toen zijn oude amateurclub bij hem aanklopte voor een donatie, weigerde hij bot. Het hele dorp sprak er schande van, maar Jaap haalde zijn schouders er over op. Als hij al gekrenkt was door deze kleinburgerlijke reactie van zijn oud-dorpsgenoten, liet hij dat niet merken. Hij zat in Manchester, op honderden kilometers afstand en wat had hij nog te schaften met zijn oude cluppie?
De enige die Stam in die dagen aan het lachen kreeg, was Harry Vermeegen, de malloot van het programma De Regenjas. In dat voetbalprogramma was er wekelijks tijd ingeruimd voor een bezoekje aan Stam, die telkens een nieuw een oranje pak voor de vaderlandse voetbalsupporters ontworpen had; een outfit die Vermeegen moest passen. De revue passeerden een oranje molen, een koe, een tulp en enorme oranje wortel. Jaap, die toen al een angstaanjagend imago had, stond er steevast glimlachend bij. Ik keek altijd verlangend uit naar het moment dat Stam een oranje blok beton gegoten had, waarin Harry plaats moest nemen en daarna pardoes in de sloot gekieperd zou worden. Het is er nooit van gekomen. Zo meedogenloos was Stam net niet.
In het weekend glimlachte Jaap nooit. Zodra hij de kleedkamer verliet, ging het gezicht op slot, werd het gevoel uitgeschakeld en was er maar één ding dat telde: die bal is voor mij. Toen hij in zijn biografie uit de Manchesterschool klapte, werd hij door een boze Alex Ferguson getransfereerd naar het Italiaanse Lazio Roma. Afgezien het feit dat hij een ander shirt ging dragen, veranderde er niet veel. Jaap bleef verbeten spitsen uitschakelen en werd even later zelfs door het grote AC Milan aangetrokken.
In Italië verdween Jaap voor ons Nederlanders beetje bij beetje uit beeld, zeker nadat hij besloten had niet meer voor Oranje uit te willen komen. Akkoord, we zagen hem nog wel eens bij samenvattingen uit de serie A, maar van die flitsen bij Studio Sport werden we niet veel wijzer. Ja, zijn gezicht stond nog steeds op onweer en ja, hij zag er nog steeds indrukwekkend uit. Maar toen hij in het najaar met Milan in Eindhoven speelde, tegen PSV voor de Champions League, werd hij aan alle kanten voorbijgelopen door DaMarcus Beasley, niet bepaald de beste voetballer van de Eindhovenaren. In zijn goede jaren had Jaap met een machtige ademstoot uit de neusgaten Beasley van het veld geblazen, zonder daarbij één spier te vertrekken; nu hing hij hulpeloos aan het shirtje van de lichtgewicht Amerikaan. Met twee keer geel kon Jaap inrukken. Op die avond wist ik het zeker: aan het tijdperk van de grote Jaap Stam was definitief een einde gekomen.
Enkele dagen geleden maakte Ajax bekend Jaap Stam te hebben aangetrokken. Het gerucht circuleerde al langer; Martin van Geel had immers een keer koffie gedronken met Jaap. Koffie!? In zijn hoogtijdagen had Jaap een fles jenever leeggezopen en misschien wel twee.
Van Geel en Ajax rekenen zich rijk. Jaap moet het voorbeeld worden voor de jonkies in de Amsterdamse selectie. Ik zie het al voor me. Volgend jaar lopen alle verdedigers bij Ajax boos kijkend met een kale kop rond en worden ondertussen door voetballers als Beasley aan alle kanten voorbijgelopen.
Ik ook, vind die passage daarom wat jammer. Maar goed, je geeft je mening. Verder worden je stukken steeds beter.quote:Op woensdag 1 februari 2006 12:38 schreef Bjoro het volgende:
Leuk stukje...jammer dat je geen Harry Vermeegen fan bent...ik namelijk wel
Forum Opties | |
---|---|
Forumhop: | |
Hop naar: |