De enige reden dat jij dit kunt bewijzen is door de vraag te veranderen. Maar dat moet je natuurlijk niet doen. Als je de vraag gebruikt van sk888ter dan komt je nooit uit als je de formule voor cos (2@) en sin (2@) omdraait.quote:Op dinsdag 8 november 2005 15:42 schreef Pie.er het volgende:
[..]
Ik snap heel goed wat jij doet. Misschien wel beter dan jij![]()
Zonder stap 5 kom je niet van stap 4 naar stap 6. Dat klopt. Maar daarmee geef je niet aan dat de regels van stap 5 kloppen. Je geeft alleen aan dat de conclusie 6 geldig is als 5 klopt.
[..]
Klein detail: je gebruikt wel andere formules dan die hij geeft. Je gebruikt namelijk die 2 gonioregeltjes extra. Die zijn bij jou geen resultaat, ze zijn invoer. Je neemt eerst aan dat ze gelden, en daaruit concludeer je dat ze gelden. Dat is geen correcte conclusie. Je kunt ook aannemen dat cos(2@)=2 sin @ cos @ en sin(2@)=(cos @)^2-(sin @)^2. Ik zal het voor de grap even doen.
De vraag wordt dan:
Bewijs dat (cos @ + i sin @)^2=sin 2@ + i cos 2@
(cos @ + i sin @)^2
(haakjes uitwerken)
=(cos @)^2 + 2 i sin @ cos @ + i^2 (sin @)^2
(i^2=-1)
=(cos @)^2 - (sin @)^2 + 2 i sin @ cos @
(gebruik de aannames: cos(2@)=2 sin @ cos @ en sin(2@)=(cos @)^2-(sin @)^2)
=sin 2@ + i cos 2@
Deze methode is inderdaad beter. Alleen ik was in de veronderstelling dat je deze regel: cos X + i sin X = e^(iX) juist niet moest gebruiken. En ik kan je vertellen dat ik deze regel niet op het VWO heb gehad. Ik kreeg hem pas op de universiteit.quote:Mijn methode:
Vraag:
laat zien dat cos (2@)+i sin(2@) = (cos @+i sin @)^2.
Gebruik cos X + i sin X = e^(iX)
Dit is geen extra formule, maar dit volgt direct uit de definitie van cosinus en sinus. Elke behandeling van complexe getallen moet dit bevatten, zelfs al op VWO-niveau.
Dus
cos (2@)+i sin(2@)
(gebruik definitie)
=e^(2i@)
(gebruik eigenschap e-macht)
=(e^(i@))^2
(gebruik definitie)
=(cos @ + i sin @)^2
Zie je, zonder gebruik van die gonioregeltjes.
Nou de formule bewezen is, zijn deze gonioregeltjes eenvoudig af te lezen. Werk de haakjes maar uit:
cos (2@)+i sin(2@)=(cos @)^2 + 2 i sin @ cos @ - (sin @)^2
Pak nu het reele deel:
cos (2@)=(cos @)^2 - (sin @)^2
En het imaginaire deel:
sin(2@)=2 sin @ cos @
Ja dat weet ik, dat snap ik ook wel.quote:Op dinsdag 8 november 2005 17:03 schreef Mazzel42 het volgende:
Appelsap,
De reden dat je 7,5 keer kop niet kan uitrekenen zoals je het geleerd hebt is dat je
niet 7,5 keer kop kan gooien. Je kan alleen een geheel aantal keer kop gooien, bv 7 of 8.
Daarom is de kans op precies 7,5 keer kop ook 0.
Het idee van deze vraag is waarschijnlijk te laten zien dat de verwachtingswaarde niet
altijd een waarde op levert die ook werkelijk als uitkomst kan optreden. Het is een gemiddelde waarde als je het experiment heel vaak zou herhalen.
Kettingregel:quote:Op dinsdag 8 november 2005 18:52 schreef Faratjuh het volgende:
Een simepele onderjullie
Wat is de gediffernetierde formule van (3x^2+x)^3 ??
O, trouwens een gedifferentierde formule heet gewoon de afgeleide.
Dus ik wil graag de afgeleide van (3x^2+x)^3![]()
Wow tof je stelt een vraag en geeft meteen zelf het antwoord, je zou een interview met jezelf kunnen houden.quote:Op dinsdag 8 november 2005 19:01 schreef Faratjuh het volgende:
Nog 1:
Waarom is g(x )= (2x)^3 het zelfde als g(x )= 8x^3
2^3 = 8
en x^3 = x^3?
dus 8x^3 ...
quote:Op dinsdag 8 november 2005 18:52 schreef Faratjuh het volgende:
Een simepele onderjullie
Wat is de gediffernetierde formule van (3x^2+x)^3 ??
O, trouwens een gedifferentierde formule heet gewoon de afgeleide.
Dus ik wil graag de afgeleide van (3x^2+x)^3![]()
quote:Op dinsdag 8 november 2005 19:07 schreef Jordy-B het volgende:
je moet hiervoor gebruikmaken van de kettingregel.
zie eerst het deel tussen haakjes als een andere formule.
Dan heb je dus iets als f(x) = (3x^2 + x) ^3
Dit neem je als f(x) = ( g (x) )^3
Dit los je op door éérst de afgeleide van f(x) te nemen en dit vervolgens met de afgeleide van g(x) te vermenigvuldigen.
De afgeleide van f(x) = 3(3x^2 + x)^2
maal de afgeleide van g(x) = 6x + 1
geeft (3x^2 + x)^2*(6x + 1)
En dat dan 'n beetje geinig uitschrijven.
De verwachtingswaarde van een bionmiaal experiment is ook niet direct met die formule te berekenen. De verwachtingswaarde X wordt weergegeven door E(X)= n*pquote:Op dinsdag 8 november 2005 17:59 schreef appelsap het volgende:
[..]
Ja dat weet ik, dat snap ik ook wel.
Maar wat ik me afvroeg is of die berekening dan wel zo klopte.
Ik snap het nu, dankje
Heb je er zelf wel 1 minuut naar gekeken? Of ben je nu letterlijk alle vragen van je wiskunde-boek naar FOK! aan het kopieren?quote:Op dinsdag 8 november 2005 19:31 schreef Faratjuh het volgende:
Ik snap niet hoe ze van 3(3x^2 + x)^2*(6x + 1) naar (18x+3)(3x^2+2)^2 gaan
quote:Op dinsdag 8 november 2005 21:54 schreef Faratjuh het volgende:
En de extreme waarden is het zelfde als de buigpunten?
quote:Op dinsdag 8 november 2005 15:42 schreef Pie.er het volgende:
[..]
Ik snap heel goed wat jij doet. Misschien wel beter dan jij![]()
Zonder stap 5 kom je niet van stap 4 naar stap 6. Dat klopt. Maar daarmee geef je niet aan dat de regels van stap 5 kloppen. Je geeft alleen aan dat de conclusie 6 geldig is als 5 klopt.
[..]
Klein detail: je gebruikt wel andere formules dan die hij geeft. Je gebruikt namelijk die 2 gonioregeltjes extra. Die zijn bij jou geen resultaat, ze zijn invoer. Je neemt eerst aan dat ze gelden, en daaruit concludeer je dat ze gelden. Dat is geen correcte conclusie. Je kunt ook aannemen dat cos(2@)=2 sin @ cos @ en sin(2@)=(cos @)^2-(sin @)^2. Ik zal het voor de grap even doen.
De vraag wordt dan:
Bewijs dat (cos @ + i sin @)^2=sin 2@ + i cos 2@
(cos @ + i sin @)^2
(haakjes uitwerken)
=(cos @)^2 + 2 i sin @ cos @ + i^2 (sin @)^2
(i^2=-1)
=(cos @)^2 - (sin @)^2 + 2 i sin @ cos @
(gebruik de aannames: cos(2@)=2 sin @ cos @ en sin(2@)=(cos @)^2-(sin @)^2)
=sin 2@ + i cos 2@
Jouw redenering: ik bewijs de gelijkheid, gebruik enkel de formule die er staat, en tegelijkertijd laat ik zien dat de twee (foute) gonioregeltjes gelden.
Helaas, dit gaat zo niet. Je mag niet formules aannemen die je wil bewijzen.
De methode die ik voorstel, is eleganter, wel correct, en nog korter ook. Bovendoen gebruik ik geen extra formule: ik gebruik alleen de definitie van cosinus en sinus.
Mijn methode:
Vraag:
laat zien dat cos (2@)+i sin(2@) = (cos @+i sin @)^2.
Gebruik cos X + i sin X = e^(iX)
Dit is geen extra formule, maar dit volgt direct uit de definitie van cosinus en sinus. Elke behandeling van complexe getallen moet dit bevatten, zelfs al op VWO-niveau.
Dus
cos (2@)+i sin(2@)
(gebruik definitie)
=e^(2i@)
(gebruik eigenschap e-macht)
=(e^(i@))^2
(gebruik definitie)
=(cos @ + i sin @)^2
Zie je, zonder gebruik van die gonioregeltjes.
Nou de formule bewezen is, zijn deze gonioregeltjes eenvoudig af te lezen. Werk de haakjes maar uit:
cos (2@)+i sin(2@)=(cos @)^2 + 2 i sin @ cos @ - (sin @)^2
Pak nu het reele deel:
cos (2@)=(cos @)^2 - (sin @)^2
En het imaginaire deel:
sin(2@)=2 sin @ cos @
Kort, correct, krachtig, elegant... En je hoeft die irritante gonioregeltjes niet uit je hoofd te leren.
Als sk888ter een goede beoordeling voor zijn opdracht wil, raad ik hem aan het op deze manier te doen.
Forum Opties | |
---|---|
Forumhop: | |
Hop naar: |