2.53 Linda over het roken door Tanja : Ik vind het moeilijk te verkroppen dat het met opzet is gedaan en niet terug te draaien is. Er klinkt lawaai vanuit de mannenslaapkamer. Linda gaat kijken.
Stream 1
2.56 Tanja tegen Menno aan de keukentafel : Haal mij er dan bij als jullie het graag willen weten. Ik had het ze al veel eerder kunnen uitleggen als ze mij er bij betrokken hadden. Rob gaf ook toe dat hij dingen had gezegd over het eten. Waarom moet het zo ver komen dat je me dat nu pas verteld en niet eerder ? Ze kunnen wel zeggen dat het niet de groep tegen mij is maar het is wel zo. Van een vlieg wordt een olifant gemaakt. Als ik op dat moment niet wil praten ben ik degene die fout is. Bepaalde dingen wil ik helemaal niet meer over praten. Voor hun is het uitgesproken. Er is niet echt niets veranderd. Behalve dat ik met Dido opnieuw wil beginnen. Er zijn vanavond dingen gezegd die ik echt niet vergeet. Op de achtergrond klinkt veel lawaai van de andere bewoners. Tanja : Misschien was het ook wel egoïstisch maar op dat moment boeide me het niet. En nu eigenlijk nog steeds niet. Ze kunnen wel denken dat ik mijn ogen en oren op de verkeerde plek hebt maar dat heb ik echt niet. Je voelt je al dubbel bezwaard omdat je andere dingen krijgt. Je moet hier alles zeggen anders begrijpen mensen het niet. Ik zei tegen Rob, ik kan meer respect opbrengen voor Lieske met haar negentien jaar dan voor mensen van in de twintig. Ik ga echt niet veranderen. Menno : Soms moet je je aanpassen aan de groep en toch jezelf blijven. Blijkbaar botst dat af en toe met elkaar. Jammer dan. Als je dit van tevoren had geweten, had je het dan gedaan ? Tanja : Nee, echt niet. De reden hier in het huis te gaan was nog een paar leuke weken te hebben. Ik had meer wijsheid van de mensen verwacht. Als er weer alcohol is is iedereen het weer vergeten.
3.03 Menno : Je ziet nu al veel veranderingen. Tanja : Ik ben ook niet gekomen om vrienden op te bouwen. Of om in een goed licht te staan bij. Menno : Dan maak je het ook wel moeilijk voor jezelf. Tanja : Ik wil gewoon mezelf blijven. Menno : Komende drie weken blijf jij in het huis. Laten we daar van uit gaan. Hoe zou je het willen ? Tanja : Ik wil het liefste naar huis. Ik ga het uitzitten. Menno : Hoe kan dat het beste ingevuld worden ? Tanja : Niet. Na vanvond wordt het nog minder. Ik weet nog meer dingetjes, die ik niet leuk vindt om te weten. Menno : Zoals ? Tanja : Dat ik mee moet doen aan spelletjes en dat ik enthousiast moet doen. Menno : Dat worden dan drie zware weken. Tanja : Ik heb er al vijf achter de rug, drie. Na de echo is alles verpest. Heel af en toe heb ik het naar mijn zin. Menno : Hoop je stiekem dat het kind eerder komt ? Tanja : Ja. Menno : Ik kan het me voorstellen. Tanja : Soms vraag ik me echt af wat ik hier doe. Soms niet. Het is maar net welke mensen er om me heen zitten. Als er rantsoen is probeer ik er zoveel mogelijk aan mee te doen. Ook dat had ik verwacht, dat mensen dat wel zagen. Ik zet dat krat niet voor niet op de slaapkamer neer. Ze denken dat ik het op zit te kanen. Ze zijn gefrustreerd (over de voorkeursbehandeling van Tanja) en ze zeggen wel dat ik het op moet eten. Voorrangspositie bla bla bla. En dan vinden ze wel dat ik mijn chips op mijn eten. Wat willen jullie nou ? Het is van twee kanten. Ik ben opgevoed, eerlijk zullen we alles delen. Op het moment dat ik een magnetronmenuutje er in doe, dan heb ik iets van wat willen jullie nou. Tanja gaat een sigaret zoeken.
3.11 Tanja en Menno steken een sigaret op. Tanja : Het feestje komt er wel. Menno : Dat denk ik ook. Hoe groot is afhankelijk van het aantal vragen. Tanja : Ik hoop echt voor de groep dat ik niet uitgekozen wordt. Menno : Er zijn er meer die dat niet willen. Tanja : Ik zal er ongetwijfeld bij zitten. Omdat het een opdracht is waar ik wel aan mee kan doen. Als het nou iets interessants was om te leren. Die biografieën interesseren me geen hol. Ik heb de Havo niet afgemaakt. Een beetje examenvrees. Ik had een te rumoerig leven om te lezen. De situatie waarin ik leefde en de problemen. Ze zegt dat ze een haatgevoel heeft t.o.v. Duitsers en dat ze boeken in het Duits over de oorlog moest lezen. Tanja : Dat is gewoon zo. Ik heb gewoon een hekel aan een Duitser. Terwijl de Duitsers die nu leven daar niks mee te maken hebben. Toen dacht ik al, ik haal het examenjaar niet, ik ga niet weer een jaar over doen. Ze is eerder in de brugklas blijven zitten. Toen ging Tanja naar de MEAO. Dat ging niet. Toen ging ze naar de volwassenen MEAO. Ze zegt dat je daar drie jaar in één jaar kon doen. Dat vond ze wel leuk en dat heeft ze wel gehaald. Menno : Heb je gedacht over de HEAO ? Tanja : Ik had in mijn achterhoofd, als ik een baan heb ga ik 's avonds de HEAO doen. Het werk was echter te veel voor haar. Tanja : Ik dacht, ik wil opklimmen (in een bedrijf), maar dat is dus mislukt. Ik zou naar het westen moeten gaan maar dat doe ik niet. Dat heb ik één keer gedaan maar nooit meer. Ik zou wel dolgraag weer in de transport terecht willen komen, maar dat bedrijf, daar kan ik niet terug komen. Ik heb altijd die rechtenstudie in mijn hoofd gehouden. Ik dacht, misschien luistert die directeur naar me als ik als ik een papiertje heb. Ik wil advocaat worden. Mijn oom heeft een advocatenbureau. Diens kinderen nemen het niet over. Ik ben trots op mijn naam en wil het in stand houden. Tanja : Er kan nog van alles tussen komen door die stomme sollicitatieplicht van de WW. Ik kan niet een kind opvoeden, werken en studeren.
3.20 Stream naar de damesslaapkamer waar een kussengevecht plaatsvindt tussen de mannen en de vrouwen.
3.23 Terug naar de keukentafel. Menno : Je kan ook bij je oom komen werken ? Tanja : Dat weet ik niet. Menno : Is het een groot kantoor ? Tanja : Nee, klein. Ik weet dat ik daar niet hele dagen hoef te werken. Ik hoef niet rijk te worden. Als ik maar een beetje geld heb voor mij en mijn kind. Mijn oom weet helemaal niet dat ik geïnteresseerd ben in een rechtenstudie. Menno : Heb je wel een goede band met je oom ? Tanja : Ik heb niet veel contact met familie. Ik weet niet hoe die er over denkt als ik er uit kom. Als ik die rechtenstudie doe hoop ik dat ik mijn stage bij mijn oom kan doen. Ze zegt diverse malen dat ze de naam van het kantoor, haar mooie achternaam, in stand wil houden. Tanja krijgt WW en een percentage van de Sociale Dienst. Haar vader wil meebetalen aan haar studie. Menno : Hier krijg je ook nog een leuk zakcentje. Tanja : Ik hou er niks van over. Ik heb nog een PL-letje dat niet mis is. Het is begonnen met mijn ex-vriend. Alleen op mijn naam konden dingen gekocht worden. Hij moest de helft betalen. Dat deed hij niet. De telefoonrekening was niet opgezegd. Hij viste de rekening uit de brievenbuis. Toen het een jaar uit was kreeg ik een brief van de rechtbank dat ik voor moest komen. Ik wist me god niet waarvoor. Na het uitzoeken bleek dat hij sekslijnen e.d. had gebeld. Toen ik de specificatie van de rekening kreeg wist ik het. Ik heb de rechtszaak afgezegd. Ik had gezegd, ik heb geen schuld ben de KPN. Op een gegeven moment had ik mijn eigen huisje, dat heb ik ingericht, dat kostte ook weer geld. Hij heeft vriendschappelijk bij mij ingewoond. Hij kond het niet vriendschappelijk houden. Toen hij weg ging moest ik weer nieuwe spullen kopen. Ik heb geld geleend om een betere auto te kopen. Zo is dat maar door gegaan en hoger geworden. Het is mijn eigen fout hoor. Elke keer als je werk heb denk je, ik heb een hele tijd niks leuks voor mezelf kunnen doen. Dat van mijn ex-vriendje is ietsje meer dan een derde, de rest heb ik aan mezelf te danken. Ik maak me niet zo druk om die lening. Ik kan niet werken met een kindje. Ik kan tot mijn 65ste afbetalen, al is het maar ¤ 100 in de maand. Ik maak me er niet zo erg druk over maar het is wel klote. Ik weet ook dat ik over een paar jaar wel weer werk heb. Ik wil er niet elke dag aan denken. Het is niet zo veel dat je er een huis van kan kopen.
3.37 Tanja : Ik heb mijn financiën wel goed geregeld. Het is niet dat ik uit het huis kom en mijn huis staat leeg. Ik zie het (BB) als een mooie meevaller dat het bedrag wat minder wordt. Ik blijf niet weken zitten van dan heb ik weer zo en zo veel. Ik ga er niet voor blijven zitten. Toen ik naar Endemol belde dat ik mee wilde doen als zwangere vrouw was ik al vergeten dat ik er geld mee kon winnen. Daarom zeg ik snel ik kap er mee, omdat mijn reden om mee te doen gewoon weg is. Die echodag, het mooiste is voor mij gewoon weg. Dat maakt het moeilijker, dat ik minder tegen andere dingen kan. Waarom doe ik het eigenlijk ? Ik begin steeds meer aan mijn eigen lichaam te denken en aan mijn kindje. Menno : Laten we hopen dat ze snel komt. Tanja heeft de dag van bevruchting in een telefoon en in een agenda staan. Op grond daarvan komt ze op 10 of 14 oktober. Haar verhaal is niet helemaal duidelijk. Tanja : Ik weet vanaf het moment dat ik een babytje in mijn armen heb dat alles gaat veranderen. Ik zal nooit meer hetzelfde zijn. Ik denk echt dat ik die dag heel anders ben. Ik kan er niet naar toe leven omdat het nog steeds niet tot me doordringt. Ik weet gewoon dat alles dan anders is. Echt anders. Ook naar anderen mensen toe. Ik weet zeker dat dat gaat gebeuren. Ik zal die kleine bijvoorbeeld nooit één seconde uit het oog verliezen. Ik zal het zeker in de eerste anderhalve week vervelend vinden als iemand anders mijn kindje oppakt. Ik denk dat ik superoverbeschermd ga worden, overdreven, de eerste tijd. Ik denk dat ik daar heel erg aan moet wennen.
3.45 Tanja : Ik denk niet dat er elke week ééntje weg gaat. Ik denk dat het om en om is. Als ik een beetje reken. Maar goed, dat mag niet. Ik rook er nog ééntje.
3.46 Chantal komt er bij zitten. Chantal : Ik kan niet slapen. Ingrid komt er ook bij zitten. Chantal : Zit jij ook al die gesprekken in je hoofd na te gaan ? Ingrid : Ja. Chantal : Ik denk, wat heb ik allemaal gezegd. Menno : Het valt allemaal wel mee. Chantal : Ja ja, het mondje staat niet stil (daar is blijkbaar een opmerking over gemaakt de afgelopen avond). Ingrid : Ja, soms lul je wel heel erg veel. Het blijft maar door gaan. Tanja vertrekt. Chantal en Ingrid steken een sigaret op. Ingrid : Ik heb honger. Hebben we nog wel genoeg pindakaas ? Chantal : Nog acht potten. Menno : Morgen weer leren. Chantal : Dat lukt wel. Menno : We hadden vorige week gezegd, we begrijpen het wel dat iemand gaat roken. Chantal : Iedereen schrikt gewoon, dat is logisch. Er is niks meer aan te doen. Menno : Er zijn toch behoorlijk wat ziektes doorheen geknald, kan ik zeggen. Tanja verschijnt weer. Ingrid vertelt Menno dat Dido bij Roel is gaan slapen. Menno : Ben benieuwd, of hun de eersten zijn in het huis die gaan zoenen. Chantal : Ik geloof niet dat het al zo ver is.
4.00 Tanja zegt dat ze naar huis wil maar dat als datgene wat haar irriteert minder wordt gemaakt ze het wel weer probeert. Ze bedoelt dat ze ander eten wil en beter slapen wil. Tanja : Als BB probeert mijn irritatiepunten te veranderen zou ik het laf van mezelf vinden te zeggen, ik ga toch. Anders zou het overkomen dat ik maar wat uit mijn nek lul. Verse groenten. Dingen waarvan ik overtuigd ben dat het wel goed is voor de baby, ondanks dat ik rook. Voor mijn gevoel streept dat tegen elkaar weg. Ik ben gewoon kapot. BB zegt dat ik genoeg oerkracht heb. Tanja denkt dat dat niet het geval is. Ingrid : Hebben ze ook beloofd. Tanja : Ja, ik mag in de andere kamer slapen en ik krijg mijn eigen budget. De groep wordt niet ¤ 50 gekort. Dat is niet makkelijk. Dan heb je toch weer een streepje voor. Chantal : Dat is niet wat iedereen dwars zit. Tanja : In tijden van frustratie hoor ik dat wel. Menno : Ik denk dat iedereen blij is dat BB meewerkt aan dat streepje voor. Chantal : En ik geloof wel in die oerkracht. Tanja : Persen zie ik niet zitten als ik me futloos voel en emotioneel niet lekker. Ik heb geen zin als een hysterisch keukenwijf over te komen. Het komt ook nog eens op de televisie. Straks poep ik dat kind half uit en komt de rest niet. Chantal : Je had ook al lang in bed moeten liggen doos. Tanja : Ik heb hetzelfde als jij (gedachten over de afgelopen avond). Chantal : Hier heb je niet je eigen nestje. Ik kan me voorstellen dat je denkt, dit is mijn eigen huis niet. Dat natuurlijke proces mis je een beetje. Dat je een beetje emotioneel wordt.
4.08 Menno : Morgen live show, vrijdag kwisje, zaterdag feestje, zondag nomineren. Ingrid gaat naar bed. Menno : Hoe laat zou het zijn ? Een uur of drie, half vier ? Chantal : Ik praat te veel. Tanja : Ik moet spelletjes doen en enthousiast doen. Menno : Ik spreek voor de groep en spuug in iemands gezicht. Menno : We genieten nog steeds elke dag. Chantal : Niet elke dag.
4.22 Tanja en met name Chantal hebben verteld over werk dat ze gedaan hebben. Tanja, Chantal en Menno gaan naar bed. Alle bewoners liggen dan in bed.
Dit is het voorlopig van mij.