In seks komen wij samen.
Het mag een objectieve constatering genoemd worden dat de mensen in deze huidige soms wat onderkoelde NEDERLANDSE maatschappij verder uit elkaar lijken te groeien. Het is de keerzijde van onze individuele ontplooing. We streven niet altijd meer naar algemeen nut, maar naar individuele bevrediging. Tegelijkertijd buigen we veel van onze gemeenschappelijke kenmerken om naar egocentrische manieren van onderscheiding, in plaats van die naar verbroedering. We praten over in welke exclusieve restaurants WIJ gegETEN hebben, zodat het in psyche meer van ons wordt, in plaats van onze positieve ervaringen oprecht te delen.
We spreken met PASSIE over onze MUZIKale smaak, maar enkel om onszelf specialer te voelen dan een ander. Ook hier is delen meestal een verloren goed.
Onze LIEFDE voor de WERELD en de mensen daarin is veelal enkel een gezicht, dat wij onszelf aanmeten. Des te meer we met elkaar praten, des te meer we enkel een zelfbedacht beeld proberen over te brengen aan anderen, dat niet meer geboren lijkt uit eerlijkheid en behoefte aan contact, maar uit zelfbehoudzaamheid in een maatschappij die ons dit dagelijks dicteert.
Onze laatste hoop is misschien ons meest primitieve instinct, de SEKSuele relaties die wij met elkaar aangaan. Alleen hier laten ons masker varen, durven we ons nog steeds (letterlijk) bloot te geven. Hier blijven de grenzen verlegbaar en de intenties puur.
Men zou het existentialistisch kunnen uitleggen als behoefte tot voortplanting, voortgang van het eigen bestaan, maar laten dit laatste stukje eiland van samenzijn niet in oeverloze theorieen verdrinken, laten we het omarmen en waarderen als wat het is. Een hoop in bange dagen.
Ow, en mijn opa was HARPOENVISSER trouwens...