Weer 'n rijmpje bedacht.
Zuchtend en steunend.
Eventueel zelfs kruipend.
Rond in de witte gestrekte gangen.
Waar elke ziekte wel eens is gevangen.
Kanker breekt je af.
Het is een bovennatuurlijke straf.
Voor de mensen die niet in God geloven.
Want die krijgen toch help van boven?
Ironisch genoeg kreeg pastoor het ook.
Hij dacht dat God nog wel opdook.
Zijn vertoon zou kanker genezen.
Dat geloofde hij tot in z'n onderste pezen.
Helaas is onze lieve heer nooit herrezen.
Er wordt alleen over voorgelezen.
Uiteindelijk gaat ook pastoor de pijp uit.
Hij vond het God zijn besluit.
Maar wij weten wel beter.