quote:
Op woensdag 24 augustus 2005 19:51 schreef kLowJow het volgende:Ik bedoel in absolute zin, als volwaardig alternatief dat in alle gevallen toegepast kan worden zonder een groter risico voor de toekomstige gebruikers. Liefst ook wat bronnen waar dit uit blijkt,
In vitro is de beste methode. Dus in reageerbuis. Veel onderzoek vind daarin al plaats. En veel producten word daar in ontwikkeld. Maar men test altijd in een bepaalde fase daarna op dieren.
Dus met celculturen, gisten/schimmels, menselijke cellen, chemische stoffen, etc. Genoeg materiaal om testen op dieren te vervangen. De effectiviteit van medicatie kan je dan testen.
Toxicologische testen om te kijken of medicatie gevaarlijk is voor mensen kan men ook met celculturen doen. Eigenlijk dezelfde soort testen die men gebruikt om cosmeticatesten te vervangen.
www.pcrm.org daar vind je veel over wat dierproeven kan vervangen. Dat is een artsenorganisatie (6000 aangesloten artsen) die kritisch zijn op dierproeven.
www.mediciinternazionali.org : andere artsenorganisatie (meer europees)
quote:
compleet met conspiracytheory waarom men dan toch volhardt in het testen op dieren
![]()
.
Hiervoor moet je wat weten over de geschiedenis om af te vragen waarom diertesten.
Mijn eerste pre-versie voor in mijn dossier:
------
Geschiedenis van Dierproeven
Om de geschiedenis van dierproeven te bekijken moeten we een lange tijd teruggaan in de geschiedenis. Voor het eerst geregistreerde dierexperiment moeten we naar de tijd van 131-201 A.D.
In die tijd leefde de Grieks-Romeinse arts Claudius Galenus[1] (ook bekend als Galen). Galen zorgde met zijn ontdekkingen en met zijn theorieën dat zo een duizend jaar lang zijn visie centraal stond binnen de medische wetenschap. Bij Galen stond centraal de theorie van Hippocrates, dat het lichaam uit vier lichaamssappen bestond (slijm, bloed, gele gal en zwarte gal) en dat die de balans vormt tussen de verschillende temperamenten van een mens. Onbalans moest daardoor verholpen worden door een dieet anders zou men ziekten krijgen en stoornissen. Galen voegde aan deze theorie toe dat deze gekoppeld waren aan de vier elementen. Na een lange studie, reizen, boeken schrijven en arts zijn begon hij dierproeven te doen. Hiermee wilde hij meer weten over de functies van nieren en ruggenmerg. Hiervoor gebruikte deze levende dieren (zoals zijn favoriete proefdier de Berberaap). Voor een van zijn experimenten gebruikte deze een levend varken. Met publiek erbij ontleed deze het dier en sneed steeds zenuwbanen door en toonde zo de werking van de zenuw. Op het laatst sneed deze een zenuw door in de keel (ook bekend als de zenuw van Galenus) waardoor het dier ophield met schreeuwen.
Zo een 1000 tot 1500 jaar lang domineerde zijn bevindingen de medische wetenschap. Hij had theorieën over de anatomie en bloedsomloop in het menselijke lichaam. Andreas Vesalius en William Harvey ontkrachtte de theorieën. Andreas Vesalius ontleedde de lichamen van geëxecuteerde gevangen en kreeg inzicht over hoe de mens in elkaar zat. William Harvey deed een experiment met een mens om te bewijzen dat er een circulatie van het bloed was door het lichaam. Hij deed dit door de arm van een proefpersoon vast te binden zodat er niks door kon stromen. Hierna deed die het steeds losser maken totdat de slagader wel kon stromen. De aders waren hierdoor opgezwollen terwijl dat niet was toen de slagader ook niet doorstroomde. Hieruit was de conclusie dat het bloed door de slagader naar beneden stroomde en terug via de aders. Op deze manier toonde hij ook nog aan dat er kleppen zijn in de aders. Theoretische kennis vergaart uit dierproeven van Galen zijn zo ontkracht door 2 personen die (dode) mensen hebben gebruikt voor hun kennis over het menselijke lichaam.
In 1740 verblijft naturalist Trembley[2] in huize sorgvliet in Den Haag (het latere Catshuis). In zijn vrije tijd verricht die daar onderzoek in de vijvers en sloten op het landgoed. Daar ontdekt die een wezen wat die nog nooit heeft gezien. Hij wist niet of het een plant is of een dier. Een vriend van Trembley, de naturalist Réaumur doopt het diertje om tot Poliep. Trembley deed in die tijd de tijd in luiden van een nieuwe manier van doen. Hij ging niet alleen over tot observatie, maar hij handelde ook anders. Hij sneed de poliep door. En tot verbazing leefde de poliep door en waren er eigenlijk 2. Hierdoor gingen andere naturalisten dit ook doen bij andere dieren. 100 jaar laten deed Marshall Hall dit namelijk ook. Echter met kikkers en salamanders. Hierdoor toonde die aan dat de afgesneden gedeelten nog op prikkels reageerden.
Dezelfde Marschall Hall[3] kwam in 1831 met een vijftal richtlijnen voor dierproeven:
Een experiment moet niet uitgevoerd worden als de benodigde informatie ook uit observaties gehaald kan worden.
Experimenten moeten niet uitgevoerd worden al er geen duidelijk en realistisch doel is gedefinieerd.
Wetenschappers moeten eerst goed geïnformeerd zijn over het werk van voorgangers en wat andere wetenschappers aan het doen zijn om daarmee onnodige proeven mee te voorkomen.
Gerechtvaardigde experimenten moeten uitgevoerd worden met het minst mogelijke lijden (vooral door dieren te gebruiken met minder bewustzijn/gevoel)
Elk experiment moet uitgevoerd worden in de perfecte omstandigheden (voor beste resultaten) om te vermijden dat de proef opnieuw uitgevoerd dient te worden.
In de 19e eeuw kwam Claude Bernard[4] (1813-1878) in het plaatje van een periode waarin dierproeven enorm sterk toenam. Bernard geloofde dat dierproeven voor vooruitgang zorgde. Echter zijn vrouw en dochter verafschuwden zijn proeven op dieren en in 1869 scheidde zijn vrouw zich van hem en begon een actieve campagne tegen dierproeven. Door Bernard kwam de vivisectie-industrie[5] opzetten. De wetenschappers deden voor geld onderzoeken en fokkers van laboratoriumdieren maakten een gouden tijd mee. Ook leveranciers van laboratoriumartikelen deelden mee in de winst.
In de 19e eeuw ontstonden ook de eerste groeperingen voor de welzijn/rechten van de proefdieren. Zo was er een feministe Frances Power-Cobbe[6]-[7] die vanaf 1870 met de organisatie ‘Victoria Street Society for the Protection of Animals from Vivisection’ tegen het leed door dierproeven streed. Rond die tijd (in die tijd waren er 300 dierproeven per jaar in Engeland[8]) kwam er de ‘First Royal Commission on Vivisection’ (1875) en later de Cruelty to Animals Act (1876). Echter dat zorgde juist dat men legaal dierproeven konden doen en volledig anoniem konden werken. De groep van mensen tegen dierproeven werd groter en de organisatie werd omgedoopt tot National Anti-Vivisection Society (1897). Frances stopte vanwege een gematigde koers die deze organisatie wilde voeren. Ze startte daarom een andere groep. Deze kreeg de naam ‘British Union for Abolition of Vivisection’[9] (1898).
Ook in Nederland kwam rond deze tijd een opstand tegen dierproeven. Redactieleden van het maandblad Androcles, dat zich richt op de 'belangen van dieren' vormen in 1890 (1897 kreeg men officiële status) De Nederlandse Bond tot Bestrijding der Vivisectie[10].
Toch waren er in de 19e eeuw veel successen juist door menselijke studies[11]. Zo is de stethoscoop ontwikkeld en ook de bloeddruk manometer. Dit zou volgens de pro-vivisectie wetenschappers niet mogelijk zijn geweest.
De 20e eeuw was niet veel leuker voor de dieren. Door de bloei van de vivisectie in het eind van de 19e zette dat ook door in de 20e eeuw. De tijd werd ingeluid voor de proeven met dieren voor transplantatie van weefsel en organen tussen dieren. Met als doel om dat ook te kunnen op mensen. Ook werd er in de 20e eeuw gezocht naar de medicijnen voor verschillende ziekten en ook kwamen er in deze tijd nieuwe ziekten bij of nieuwe varianten. Het aantal dieren wat werd gebruikt voor dierproeven steeg hierdoor enorm.
De rest uit de afgelopen eeuw is duidelijk. Er kwamen meer dierproeven en de farmaceutische industrie is uitgegroeid tot een machtige industrie. De fouten die ze afgelopen eeuw hebben gemaakt zijn snel uit de media gedrukt, maar sommige ook niet. In het dossier zal daarom nog regelmatig voorbeelden aangehaald worden van de fouten die ze hebben gemaakt. De bekende fouten en de minder bekende fouten.
[1] Wikipedia (
http://en.wikipedia.org/wiki/Galen )
[2] Een Vijver – Hub Zwart (http://www.filosofie.science.ru.nl/research/vijver.html) – 7 aug. 2002
[3] Marshall Hall – Wikipedia -
http://en.wikipedia.org/wiki/Marshall_Hall_(physiologist)[4] Claude Bernard - The History of Medical Progress (by Dr. Ray Greek, Director of the
Medical Research Modernization Committee) -
http://freespace.virgin.n(...)Y_of_VIVISECTION.htm[5] History of Vivisection -
http://www.saav.org.za/history.php[6] Frances Power-Cobbe - Wikipedia -
http://en.wikipedia.org/wiki/Frances_Power_Cobbe[7] Frances Power-Cobbe -
http://www.pinn.net/~sunshine/whm2001/cobbe.html[8] NAVS -
http://navs.org.uk/about/125/[9] BUAV -
http://www.buav.org/aboutus/history.html[10] Historie in beeld - Proefdiervrij - [url=http://www.proefdiervrij.nl/[..]le=Historie_in_beeld]http://www.proefdiervrij.nl/[..]le=Historie_in_beeld[/url]
[11] Zie 4 -
http://freespace.virgin.n(...)Y_of_VIVISECTION.htm