quote:
Op zaterdag 20 augustus 2005 17:23 schreef thaleia het volgende:de destructieve varianten van eetstoornissen, dus anorexia en boulimia, die ontwikkel je denk ik alleen als je ergens in je achterhoofd erop rekent dat iemand je wel zal gaan redden mocht het te erg misgaan. En de ellende die je in de tussentijd meemaakt neem je dan maar voor lief, ofzo.
Een eetstoornis sluipt heel ongemerkt in je ritme. Zoals hierboven ook al werd opgemerkt biedt het lijnen en sporten in eerste instantie een gevoel van controle. De drang naar deze controle ontstaat vaak door omstandigheden, door of iets wat in het verleden gebeurd is. Zo kan het overleiden van een familielid een trigger zijn, of een stressvolle periode, of ondzekerheid. Ook is seksueel misbruik een veelvoorkomende trigger.
Pas in een later stadium krijg je door dat er echt iets mis is. Dit kan komen(door bijvoorbeeld reacties van je omgeving, of door lichamelijke reacties, zoals duizeligheid, gebrekkige concentratie, of het wegblijven van menstruatie. Het erkennen dat je een eetstoornis hebt is echter moeilijk en vaak begint de persoon ontwijkend gedrag te vertonen, soms met een sociaal isolement als gevolg.
Op dat moment is het lichaam al dermate verzwakt dat het niet meer goed functioneert: bij ondergewicht past het lichaam zich aan aan de omstandigheden. Zo is er bij sommige anorexiapatienten groei van donsbeharing te zien: het lichaam maakt zich gereed voor overwintering. Ook het hongergevoel verdwijnt op den duur, waardoor je lichaam niet meer aangeeft hoe zeer het om voedsel vraagt.
Het zelfbeeld verandert, zoals hierboven ook al werd aangegeven. Veel anorexia- en bolumiapatiënten zijn obsessief met hun lichaam bezig. Ze zien echter niet meer dat het lichaam uitgemergeld raakt. Ledematen voelen dikker aan dan dat ze zijn en elk beetje vet dat er is wordt met afgrijzen aanschouwd. Het lichaam heeft voor vrouwen ten minste 15% vet nodig, bij deze meiden ligt het percentage soms onder de 5%.
Een 'voordeel' van de hele situatie is dat de neurotransmitters hun werk niet meer helemaal goed kunnen uitvoeren, waardoor er een soort gevoelsarmoede ontstaat. Dit betekent dat vervelende gevoelens, reacties, en ervaringen niet meer zo heftig doorkomen als ze in het verleden deden. Dat geeft een zekere rust. Ook positieve gevoelens komen niet goed meer door, waardoor de patient soms niet genoeg vreugde kan halen uit de leuke dingen. Je begrijpt dat de hele situatie hiermee steeds moeilijker wordt: de patient raakt in weze in een impasse, nauwelijks in staat zichzelf bij de haren te pakken en de goede weg terug in te slaan.
Mijn vriendin heeft anorexia en verandert van een vrolijke, levenslustige meid naar iemand die bang is voor alles wat gaat komen: bang voor de situatie, bang voor reacties, bang om de mensen om haar heen te verliezen. De eetstoornis neemt haar hele leven op dit moment in beslag, en daarmee ook onze relatie. Het gevoel van machteloosheid is groot voor de omgeving, want het is erg lastig te helpen. Het enige wat je kunt doen is steun bieden: aanzetten tot eten heeft geen zin, daar komt alleen maar ruzie van. Ze wil zelf de controle houden, maar beseft niet dat ze die al lang is kwijtgeraakt.
Ik hoop dat het bovenstaande een beetje duidelijk maakt hoe complex een eetstoornis is: het kan vanuit het niets ontstaan, en hoe verder het proces is ingezet, hoe moeilijker het wordt om er weer uit te komen.
Aan degenen die een ES hebben gehad: hoe zijn jullie eruit gekomen? Wat was het keerpunt?