quote:
Jep.
![]()
quote:
Ernst Ludwig Kirchner (Aschaffenburg 6 mei 1880 - Davos 15 juni 1938) is de belangrijkste vertegenwoordiger van het Duits expressionisme en wordt door velen gezien als voorman van die Brücke (de Brug), een kunstenaarscollectief dat van 1905 tot 1913 actief was en later uiteenviel.
Jeugd
Kirchner, zoon van een ingenieur bij de papierfabriek, later professor , verhuisde van zijn toemalige woonplaats Chemnitz naar Dresden, om daar bouwkunde te gaan studeren. Dit op aandringen van zijn vader, die hem afraadde een kunstenaarsopleiding te volgen. In het eerst semester ontmoette hij hier Fritz Bleyl, later ook onder andere Erich Heckel. Hoewel hij in 1905 zijn diploma haalde, besteedde hij vooral tijd aan het tekenen. Hoewel hij bij verschillende particuliere tekenscholen korststondig lessen volgde, is hij grotendeels autodidact. Na het oprichten van die Brücke blijft hij enkele jaren in Dresden, waarna hij naar Berlijn verhuist.
Stijl
Stilistisch kenmerkt het echte autonome werk van Kirchner, in zijn Die Brücke-tijd zich, zoals al het werk van Die Brücke, door een zeer primair kleurgebruik. Tevens is er veel aandacht besteed aan autonome expressie. Door de collectiviteit van de stijl is het soms echter lastig de verschillende kunstenaars te onderscheiden. Binnen Die Brücke geldt Kirchner echter als voorloper, iets wat hij graag beaamde, onder meer door zijn werk te antedateren. Onder andere deze eerzucht leidde tot het uiteenvallen van Die Brücke. Kirchner werd vooral beïnvloed door Vincent van Gogh en Edvard Munch, wiens werken in 1905 en 1906 tentoongesteld werden. Vanaf 1909 is de kunst van Oceanië en in mindere mate Afrika een belangrijke inspiratiebron voor Kirchner, hoewel deze zelf beweerde dat het 1903 was. Tijdens zijn ontwikkeling heeft Kirchner ook het impressionisme en het pointillisme bestudeerd, maar dit kan hem niet bekoren. Hij entte zich liever op het post-impressionisme. Kirchner's geliefde, Doris Grosse, was zijn belangrijkste model. Haar zien we dan ook veelvuldig terug op zijn van kleur vervulde schilderijen.
Latere leven
Na het uiteenvallen van die Brücke werkt hij door, maar slaagt hij er helaas niet in zijn stijl verder te ontwikkelen. Als hij in 1914 in dienst gaat (naar eigen zeggen als 'onvrijwillig vrijwilliger'), kan hij dit niet doorstaan. In 1915 stort hij in, waarna hij van krijgsdienst ontzet wordt. Hij werd naar meerdere sanatoria gestuurd, om daar van zijn achtervolgingswaan en verlammingsverschijnselen af te komen. Pas nadat verzekerd is dat hij te gestoord is om ooit nog in dienst te hoeven, werkt hij mee aan de behandelingen, bijvoorbeeld door weer te eten. De toch al labiele en overwerkte Kirchner zal dit nooit helemaal kunnen verwerken.
Hunkerend naar waardering bij het grote publiek neemt hij het pseudoniem 'de Marsalle' aan, in de hoop ook in Frankrijk geaccepteerd te worden. Zijn stijl wordt brozer en kwetsbaarder, geschilderd in dunnere, transparante verflagen. Dit wordt zijn 'abstracte' periode genoemd, hoewel het werk nog overduidelijk figuratief van aard is.
De toenemende 'cultuurpolitiek' van de nazi's, heeft er, samen met zijn labiele geest toe geleid dat Kirchner in 1938 geen andere oplossing zag dan zelfmoord te plegen. De schande tot ontaarde kunst bestempeld te worden en de daarmee gepaard gaande ontkenning van zijn genie zijn hem te veel geworden. Tegenwoordig wordt hij gezien als een van de belangrijkste kunstenaars van de 20e eeuw.
quote:
Ernst Ludwig Kirchner (May 6, 1880 – June 15, 1938) was a German expressionist painter and one of the founders of the artists group Die Brücke or "The Bridge."
Born in Aschaffenberg, Germany, Kirchner studied architecture in Dresden beginning in 1901. While in Dresden, he befriended three other young architecture students, Erich Heckel, Karl-Schmidt Rottluff, and Fritz Bleyl. This young group was drawn together by their desire to become painters as well as their dislike of modern painting. They began calling themselves Die Brücke which described their liking of "all revolutionary and surging elements". The group sought inspiration in such painters as Vincent Van Gogh, Paul Gauguin, and Edvard Munch as well as the primitive arts of Africa and the Pacific Islands.
Kirchner's own artistic development began with woodcuts he created in the years before 1900. After studying architecture, he studied painting in Munich and was influenced there by Art Nouveau styles as well as the woodcuts of Albrecht Dürer. In Munich, Kirchner's style of painting developed as he began using bold colors, remniscent of Gauguin, and wild brushstrokes reminsiscent of Van Gogh. The portrayal of subjects conveys the emotional intensity found in the woodcuts of Dürer and Munch.
With the onset of World War I, Kirchner entered service and in 1915, he suffered a nervous breakdown and physical collapse. He moved to a sanitarium near Frankfurt, where he completed five wall frescoes in 1916, but was struck by a car and severely injured. In 1918 he moved near Davos, Switzerland to convelesce, but continued to suffer from depression despite solo shows held in Munich, Hamburg, and New York.
His inclusion in Entartete Kunst, the Nazis’ 1937 exhibition of so-called “degenerate art,” along with the destruction of approximately 600 of his completed works, caused him further distress. Kirchner committed suicide in 1938 in Davos.