quote:
Op maandag 27 juni 2005 22:33 schreef BaraCuda het volgende:[..]
Als ik net lees dat hij al 200 a 300 keer eerder met drank op heeft gereden mag hij zich van mij ook om een boom vouwen. Jammer voor die boom dan...
Hoho, dat was TS niet, dat was ik.
@TR08
http://www.swov.nl/rapport/r-2001-19.pdfquote:
4. Relatie tussen alcoholgebruik en alcoholgehalte van het
bloed
Voorafgaand aan de presentatie van de resultaten van deze studie naar de
opname en afbraak van alcohol in het menselijk lichaam, lijkt het nuttig om
nog enkele woorden te wijden aan de relatie tussen alcoholgebruik en het
alcoholgehalte van het bloed.
4.1. Invloedsfactoren
“Drie is te veel”. Dat hebben we jarenlang gehoord en gelezen in de voorlichting
rond alcohol en verkeer. Daarmee wordt bedoeld dat het drinken
van drie glazen alcoholhoudende drank leidt tot een bloedalcoholgehalte
(BAG) van meer dan een half promille, de wettelijke limiet. Daarnaast
suggereert deze vuistregel dat het BAG van iemand die twee glazen drinkt,
niet boven de wettelijke limiet uitkomt. Maar onder diverse omstandigheden
is het één noch het ander waar.
Hoe hoog iemands BAG is, hangt immers niet alleen af van de hoeveelheid
geconsumeerde alcohol, maar ook van een aantal andere factoren. De
belangrijkste daarvan zijn:
1. de snelheid waarmee de geconsumeerde alcohol in het bloed wordt
opgenomen. Deze kan sterk variëren en is onder andere afhankelijk van
het drinktempo, de maagvulling en de mate van activiteit van het maagdarmkanaal.
2. de snelheid waarmee het bloed de alcohol over de verschillende delen
van het lichaam distribueert. Die snelheid is vooral afhankelijk van de
mate van doorbloeding.
3. de hoeveelheid lichaamsvocht waarover de alcohol in het lichaam wordt
verdeeld. De hoeveelheid lichaamsvocht is afhankelijk van iemands
postuur, botstructuur en vetgehalte. Zo hebben mannen, gegeven een
bepaald gewicht, gemiddeld ruim 20% meer lichaamsvocht dan
vrouwen.
4. de snelheid waarmee met name enzymen in de lever de alcohol in het
lichaam weer afbreken. Deze afbraak geschiedt in twee stappen: ethanol
(alcohol) wordt eerst omgezet in het giftige acetaldehyde en vervolgens
in azijnzuur, dat niet giftig is en door het lichaam kan worden verbrand.
De afbraaksnelheid varieert van ongeveer 0,1 tot ca. 0,25‰ per uur,
onafhankelijk van geslacht of gewicht. Bij gewoontedrinkers en alcoholisten
is de afbraaksnelheid meestal hoger dan bij incidentele drinkers.
Een andere factor die een rol kan spelen bij de afbraak van alcohol is
etniciteit. Ongeveer de helft van de Mongoolse Aziaten (onder anderen
Chinezen en Japanners) blijkt een erfelijke afwijking hebben waardoor
de afbraak van alcohol wordt verstoord (Harada et al., 1983; Mizoi et al.,
1987; Kalat, 1992). De afwijking betreft een verlaagd niveau van het
actieve ALDH-enzym (ALDH = acetaldehyde dehydrogenase), dat het
giftige acetaldehyde omzet in azijnzuur. Hierdoor wordt acetaldehyde
vertraagd afgebroken, wat kan leiden tot een gevoel van misselijkheid
en sterk blozen. Deze afwijking wordt nauwelijks aangetroffen bij
Kaukasische (blanke) en Afrikaanse bevolkingsgroepen (Goedde et al.,
1985; Yamashita et al., 1990). Bij personen met de afwijking wordt
nauwelijks alcoholisme aangetroffen (Harada et al., 1983). Het opnemen
van Mongoolse Aziaten in een demonstratie waarbij relatief grote
hoeveelheden alcohol worden geconsumeerd, is gezien de gevolgen
voor hun welbevinden praktisch onmogelijk.
quote:
2.2. Verschillen in ongevalskans tussen subgroepen bestuurders
Van de zojuist geschetste algemene relatie tussen BAG en ongevalskans
zijn overigens grote afwijkingen mogelijk. Zo heeft Borkenstein vastgesteld
dat bestuurders die zeer incidenteel alcohol gebruiken (één keer per maand
of minder) de relatieve ongevalskans bij een gelijk BAG veel groter is dan
voor bestuurders die dagelijks alcohol gebruiken. Hieruit mag overigens niet
worden geconcludeerd, dat gewoontedrinkers een kleinere kans hebben om
met alcohol in hun bloed bij een verkeersongeval betrokken te raken dan
incidentele drinkers. Integendeel: gewoontedrinkers zitten immers niet
alleen vaker met drank op achter het stuur, ze hebben gemiddeld ook een
veel hoger BAG dan incidentele drinkers.
En bij het vetgedrukte gedeelte is heel goed te lezen hoe de uitslag van een onderzoek gemanipuleerd wordt. En vooral bij de volgende zinsnede: "Hieruit mag overigens niet worden geconcludeerd, dat", gaan mijn haren rechtovereind staan. Zijn zij een god ofzo om te bepalen dat wij nutteloze kutburgers geen eigen conclusie's mogen trekken? En ze spreken zichzelf enorm tegen. Er staat letterlijk in het onderzoek dat een gewoonte drinker veel minder kans heeft op ongelukken. Dus ik heb al die tijd helemaal niet gevaarlijk gereden. Dus wat zou het uitmaken als ik 200 à 300 keer ongevaarlijk heb gereden? Niets, maar zij concluderen dat het wél gevaarlijk is. Waarom? Omdat ik vaker en met meer alcohol aan het verkeer zou deelnemen. Ja hallo, het is mijn geval niet gevaarlijk, dat staat in het onderzoek!
Het probleem met onderzoeken is. Dit is mijn mening en d.m.v. een onderzoek ga ik concluderen dat mijn mening klopt. Bij elke alcohol onderzoek maken ze keer op keer dezelfde fout. Zoveel promille = Zoveel procent kans op ongelukken, dus gaan ze testpersonen met wodkajus voeren....... Hebben die mongolen van onderzoekers dan ook helemaal geen ervaring met alcohol drinken? Als je met je nuchtere kop meteen aan de sterke drank begint dan krijgt je lichaam een behoorlijke klap te verwerken. Je lichaam heeft de tijd nodig om op de plotselinge alcohol te reageren, de proefpersoon kan dan dermate van slag raken dat hij meer tijd heeft om te herstellen. Bouw je het langzaam op, dan heb je veel minder last van de alcohol, terwijl de promillage toch hoger is. En zo kun je enorme afwijkingen hebben. Onderzoeksmethode is fout is mijn conclusie.
Bovendien ben ik het ook niet eens dat gewoontedrinkers altijd minder kans hebben op ongelukken. Neem het voorbeeld van de 50 jarige man. Ongetwijfeld een gewoonte drinker, maar of hij er ook tegen kan..... Mijn inziens is het heel persoonlijk bepaald en ligt de oorzaak in de hersenen. Denk maar aan neurotransmitters die getriggerd worden. Van alcohol is bekend dat het invloed heeft op de neurotrnasmitter serotonine wat vergelijkbaar is met een rempedaal en dopamine (denk maar aan doping) de gaspedaal. Alcohol zorgt ervoor dat serotonine toeneemt en dopamine afneemt. Als het serotonine gehalte te hoog is in verhouding met dopamine wordt dan wordt je helemaal passief. De hoeveelheid van natuurlijke serotonine en dopamine is genetisch bepaald. Dat verklaart waarom de één zo hyperactief is en de ander een luie donder. En gezien de enorme verschillen in mensen, heeft alcohol ook verschillende invloeden op het type persoon.
En voor de rest quote ik datgene wat ik op een ander forum heb geschreven:
quote:
Nou ACT-F, hoewel ik het niet met je eens ben, vind ik je discussieonderwerp op zijn minst "gewaagd" en ik ben altijd nieuwschierig naar hoe iemand zoiets wil onderbouwen.
...
Het argument van diversiteit in hoeverre alcohol invloed heeft op iemand en daarmee dus ook zijn rijgedrag, dat kan op zich wel waar zijn.
Het gegeven dat er verschil is tussen personen onderling is allang bekend, maar dit is de manier hoe dit verschil 'verkleind' wordt en waar de rechter waarschijnlijk ook op doelde:
quote:
Van de zojuist geschetste algemene relatie tussen BAG en ongevalskans
zijn overigens grote afwijkingen mogelijk. Zo heeft Borkenstein vastgesteld
dat bestuurders die zeer incidenteel alcohol gebruiken (één keer per maand
of minder) de relatieve ongevalskans bij een gelijk BAG veel groter is dan
voor bestuurders die dagelijks alcohol gebruiken. Hieruit mag overigens niet
worden geconcludeerd, dat gewoontedrinkers een kleinere kans hebben om
met alcohol in hun bloed bij een verkeersongeval betrokken te raken dan
incidentele drinkers. Integendeel: gewoontedrinkers zitten immers niet
alleen vaker met drank op achter het stuur, ze hebben gemiddeld ook een
veel hoger BAG dan incidentele drinkers.
http://www.swov.nl/rapport/r-2001-19.pdfPardon?? Dit is dus een generalisatie wat niets zegt over de huidige situatie. De huidige sitatie is (of was in mijn geval):
Ik heb 0,86 promille alcohol in mijn bloed en ik ben een gewoonte drinker. In mijn geval is het invloed aanzienlijk kleiner dan die van een incidentele drinker. Waarom dezelfde strafmaat, en waarom überhaupt een straf?
Er wordt gezegd dat je concentratie verminderd wordt, dat klopt. Maar dit is niet enige wat nadelig is voor je concentratie. Er is meer:
Vermoeidheid
Medicijnen
Telefoneren
Praten met je medepasagier
Ziek zijn (branderige ogen, niezen)
Maar dat schijnt weer geen enkel probleem te zijn? En nu hoor ik de mensen al zeggen "Ja, maar het invloed daarvan is kleiner dan alcohol". Kul! Dat verschilt per persoon. Bovendien wordt er geroepen dat ze totaal niet met alcohol op rijden vanwege het invloed. Wees dan consequent en ban alle invloeden uit. Het is natuurlijk niet reëel om alle invloeden uit te bannen, alles kan invloed hebben. Bij mij is één ding belangrijk als ik achter het stuur stap.
Ben ik capabel om te rijden?. Die bewuste avond was dat ja, want andere concentratie verminderende factoren waren afwezig (de combinatie ziekte, vermoeidheid, drugs en/of medicijnen zijn het gevaarlijkst).
quote:
Mocht jij willen argumenteren dat artikel 8, rijden onder invloed, wetgeving is die aangepast moet worden, dan moet je natuurlijk wel met een alternatief voorstel indienen, dat de bedoeling heeft om te voorkomen dat verkeersonveiligheid uit de hand loopt.
Uiteraard, en die heb ik ook wel. Het kromme van de huidige situatie is dat men met een alcoholtest de rijvaardigheid probeert te bepalen. Als je de rijvaardigheid wilt meten, doe dan metingen die van belang zijn om auto te rijden. Dus geen alcoholmeting, maar een rijvaardigheidsmeting. Dus testen als reactievermogen en oog-handcoördinatie. Stel dat iemand geen druppel alcohol op heeft, maar niet slaagt voor de reactie- en coördinatietest, wil je dan zo'n iemand in het verkeer hebben? Vandaag de dag gebeurt dat massaal. Met alle respect voor de ouderen, ik zal ook een keer een dagje ouder worden, maar sommige ouderen zijn totaal niet meer capabel om te rijden. Ik heb veel liever dat de alcoholtest eruit gaat en dat er een eenvoudige rijvaardigheidstest voor in de plaats komt. Als iemand te sterk beïnvloed is door alcohol, dan valt deze vanzelf door de mand. Maar dat niet alleen, ook de mensen met medicijnen, drugs, vermoeidheid, ziekte, ouderdom en mensen die domweg niet de motoriek hebben om auto te rijden.
quote:
Bij pakweg 30% van alle verkeersongevallen is er sprake van rijden onder invloed.
En 0% vermoeidheid, het is immers niet te meten. Geloof je het zelf? Er is alcohol gevonden, dus trekt men klakkeloos te conclusie dat het door de alcohol komt, terwijl het de medepasagier zou kunnen zijn die de bestuur afgeleid heeft. Deze kollosale fout wordt ook bij snelheid gemaakt. Max. snelheid is overschreden, dus het ligt aan de snelheid....kom op, we weten beter.
quote:
In de helft van de gevallen gaat het om een combinatie van alcohol en drugs. Zeker vandaag, maar nog meer in de nabije toekomst door grijze babyboomers, zal de invloed van medicijnen een grotere rol gaan spelen. Blaastesten zijn in het laatste geval absoluut niet toerijkend.
Da's de primaire reden waarom ik af wil van artikel 8. Je bereikt er alleen maar een subjectieve veiligheid mee. Het boeit niet of je alcohol in je lichaam hebt, als je maar capabel bent om te rijden, en dat meet je met een rijvaardigheidstest.
quote:
Ook geef je aan, dat vermoeidheid een rol speelt. Dit is absoluut waar, een Zweeds onderzoek van anderhalf jaar geleden toonde aan dat vermoeidheid gevaarlijker was dan alcohol in het verkeer. Maar helaas pindakaas gaat dat niet op voor Nederland, vanwege de simpele reden dat de afstanden hier te kort zijn (hoewel ik denk dat met de introductie van trajectcontroles dit meer een factor gaat spelen). Grote invloeden van vermoeidheid mag je verwachten aan het eind van vakantieperioden. Ik vraag me af of de hele avond dansen in een disco vermoeidheidsrisico's met zich meebrengt die in de statistieken opvallen. Maar dan nog, als vermoeidheid al een rol speelt, dat ben ik met Martijn eens, dan vraag ik me af of je die factor moet versterken met alcoholgebruik.
Alcohol is zeker een versterkende factor voor vermoeidheid. Als je al een beetje vermoeid bent, dan kan het als een bom inslaan. Dat is ook het slaapmutsje wat Martijn bedoelde. Maar als je de man met de moker voelt, dan weet je dat je niet capabel bent om te rijden. Dus niet rijden!
En hoezo geldt vermoeidheid niet voor Nederland vanwege de korte afstanden? Autorijden is niet de enige manier om vermoeid te worden hoor. Sterker nog, je hoeft er niets voor te doen om moe te worden :lol: Over vermoeidheid in het verkeer kwam ik een interessante artikel tegen op een Belgische SWOV'achtige site:
http://www.steunpuntverke(...)files/RA-2003-26.pdfIk was op zoek naar een onderzoek die aantoonde dat een te langzame snelheid ook gevaarlijk is. Want de aandacht verslapt als de informatiestroom naar onze hersenen te klein is. Iedereen weet dat de verveling toeslaat als men te weinig te doen heeft. Dat is een waarheid als een (geinge) koe
![]()
En jawel, het antwoord staat in het zojuist genoemde Belgische onderzoek:
quote:
Persoonlijkheidskenmerken
Er blijken grote individuele verschillen te bestaan in de gevoeligheid aan vermoeidheid
achter het stuur. In alle experimentele studies over vermoeidheid zijn er bestuurders
wiens prestaties sterk beïnvloed worden door de condities van de studie en andere die
relatief weinig beïnvloed worden (Verwey & Zaidel, 2000). Bepaalde
persoonlijkheidskenmerken werden onderzocht om die individuele verschillen te
verklaren.
Extraversie (Eysenck, 1967 - geciteerd in Thiffault & Bergeron, 2003a) blijkt gerelateerd
te zijn aan de ontwikkeling van subjectieve vermoeidheid (Matthews & Desmond, 1998 -
geciteerd in Thiffault & Bergeron, 2003a) en aan het voorkomen van
vermoeidheidsgerelateerde rijfouten gedurende het uitvoeren van een rijtaak in een
simulator (Verwey & Zaidel, 2000).
“Sensation seeking” als persoonlijkheidstrek (Zuckerman, 1979 - geciteerd in Thiffault &
Bergeron, 2003a) oefent invloed uit op het rijgedrag door middel van zijn dimensie
“disinhibition” - het zich afzetten tegen strikte codes of acceptabel sociaal gedrag -
(Verwey & Zaidel, 2000) en door middel van de dimensie “experience seeking” - het
zoeken van opwindende ervaringen in een nonconformistische levensstijl (Thiffault &
Bergeron, 2003a). In hoeverre vermoeidheid hier een rol speelt is echter niet altijd
duidelijk. Personen die hoog scoren op “sensation seeking” zouden relatief meer verveeld
dan echt slaperig zijn en daardoor gedragingen vertonen die overeenkomen met die bij
vermoeidheid (Verwey & Zaidel, 2000). Door andere onderzoekers werd echter een
verband vastgesteld tussen het rapporteren van in slaap vallen achter het stuur in het
verleden en het behoren tot de groep van “experience seekers” (Thiffault & Bergeron,
2003a), wat dus een dimensie is van “sensation seeking”. Bovendien kan verveling
beschouwd worden als een symptoom van vermoeidheid (Nelson, 1997; Oron-Gilad &
Shinar, 2000), omdat we vermoeidheid breder definiëren dan alleen de neiging om in
slaap te vallen.
Het samengaan van extraversie en “sensation seeking” in één persoon oefent een nog
grotere invloed uit op de gevoeligheid aan vermoeidheid of verveling bij het uitvoeren
van de rijtaak (Thiffault & Bergeron, 2003a).
Herkenbaar, heel herkenbaar. Dat verklaart waarom ik al snel 120 rijd op de provinciale weg (met of zonder alcohol
![]()
)