Gisteren verscheen een vertaling van zijn belangrijkste bundel, gemaakt door 22 Nederlandse dichters.
Het is geen hint (but who cares?), hierbij een fragment uit het openingsgedicht 'Lied over mezelf' in de vertaling van Anneke Brassinga:
quote:
(1)
Ik bejubel mijzelf,
En waar ik me mee tooi, wees jij ermee getooid,
Want elk atoom dat mij behoort is evengoed van jou.
Ik lanterfant, mijn ziel op sleeptouw,
Ik hang rond en slenter wat, op mijn dooie gemak, een struise zomerse grasspriet bestuderend.
(2)
Huizen, kamers ze zijn vol parfums... de schappen staan beladen met reukwerk,
Ik adem zelf het welriekende in, het is me niet vreemd en staat me aan,
Het alcoholisch vocht zou me liefst ook nog bedwelmen, maar ik kijk wel link uit.
De lucht is geen parfum... heeft niet de smaak van alcoholisch vocht... ze is reukloos,
Mijn mond zal er altijd naar dorsten... ik ben haar aanbidder,
Ik zal op de oever bij de bosrand gaan staan, onverhuld geworden, naakt,
Ik brand van verlangen dat ze me aanraakt.