Globaal gaat het over musea, educatie en marketing.
Ik heb net besloten dat ik ga schrijven over de parallellen die er (in mijn ogen) zijn tussen de ontwikkelingen op educatief gebied en de ontwikkelingen op marketing gebied.
Ik krijg het alleen niet netjes in een vraag
![]()
Misschien weet iemand van jullie er een?
Het is namelijk zo dat musea al een eeuw (ongeveer) bezig zijn met bezoekersstudies, hoe gebruiken mensen een museum en hoe leren ze in een museum. Dat ze iets leren staat inmiddels wel vast, en wat ze precies leren dat hebben ze maar opgegeven, dat is te moeilijk en te kostbaar om te onderzoeken. Ze weten wel welke educatieve theorie het geschiktste is voor het museum (constructivisme).
Uiteraard is er in die jaren heel veel strijd geweest tussen educatieve medewerkers en de curatoren/museumdirecteuren. Leren is leuk, maar blijf met je poten van mijn collectie af, kijken, niet aankomen en niet meer dan vier bordjes per zaal. Terwijl de educatoren in principe overal wel verklarende teksten willen hebben en de mensen dingen willen laten aanraken.
Inmiddels loopt het allemaal niet meer zo lekker met de musea, ze krijgen steeds minder subsidies en worden geacht om zelf de broek op te kunnen houden. Ze zullen dus op de 1 of andere manier veel meer bezoekers moeten gaan trekken. De marketingmensen verschijnen op het toneel. Een museumbezoek moet een belevenis worden, musea moeten aan hun imago denken etc. Om een goed marketingplan te kunnen maken moet je allereerst weten waarom de mensen naar je museum komen (of niet willen komen). Dus je moet weer bezoekersstudies gaan doen, zij het met een iets andere focus dan bij de educatieve onderzoeken (maar ook daar zijn veel onderzoeken gedaan over welke mensen musea bezoeken en waarom).
Wederom strijd tussen de marketingmensen en de curatoren/msueumdirecteuren. Poten af van mijn collectie, je bent in een museum en niet in de Efteling.
Volgens mij moet ik gewoon concluderen dat ze die directeure allemaal de keien opsturen.
En mij aannemen
Maar bovenstaande moet dan toch iets wetenschappelijker verantwoord in 40 pagina's worden neergezet.