Raad voor de Journalistiek
mevrouw mr. I.H.J. Konings
p/a Joh. Vermeerstraat 22
1071 DR Amsterdam
Amsterdam, 10 juli 2000
Betreft: klacht tegen Pamela Hemelrijk, artikel "Fanfare", Algemeen Dagblad, 7 juni 2000.
Weledelgestrenge mevrouw Konings,
Uw reactie d.d. 6 juli 2000 op ons klaagschrift van 30 juni 2000 hebben wij in goede orde ontvangen, waarvoor onze dank.
Wij beschouwen uw reactie wel degelijk als een bewijs van ontvangst van onze klacht, door uw secretariaat bedoeld in de zin van uw eigen reglement inzake de klachtenprocedure, voor zover dat ons bekend is. Wij constateren derhalve dat hiermee de periode van drie weken, die de aangeklaagde heeft om te reageren, ten laatste op 6 juli j.l. is ingegaan.
Het lijkt ons overbodig om hierbij nogmaals te vermelden dat met name de ondertekenaar Mark H. als rechtstreeks belanghebbende hoogst persoonlijk in zijn belangen is geschaad. Maar op uw verzoek doen wij deze herhaling, met alle plezier.
Wij zouden het genant vinden indien u Mark H. hoedanigheid als soldaat der eerste klasse gewonden verzorger in kamp Srebrenica niet als persoonlijke betrokkenheid kunt zien. Wij herinneren u aan een van de vele gewraakte passages uit het artikel van Pamela Hemelrijk: "Want de medicijnen, de artsen en de bedden moesten zo nodig vrijgehouden worden voor de eigen mensen (van wie er uiteraard niet eentje een haar is gekrenkt)." Het lijkt overbodig deze passage als onwaar en dus leugenachtig - aan te merken, voor zowel het eerste deel als voor het tussen haakjes geplaatste deel. Maar gezien uw twijfel aan Mark H. persoonlijke betrokkenheid noemen wij het toch maar hierbij. Omdat wij aangetoond achten dat Mark H. als eerste ondertekenaar van ons klaagschrift ontegenzeglijk direct betrokken en persoonlijk in zijn belang geschaad is, stellen wij vast dat hiermede aan de door uzelf gestelde eis van persoonlijke betrokkenheid is voldaan.
Ook kunnen wij niet inzien dat iemand, die weliswaar niet zelf als Nederlands militair bij Dutchbat in Srebrenica heeft gediend maar die wel via bijvoorbeeld onze informele club van blauwhelm-veteranen is betrokken, zich niet persoonlijk in de belangen geschaad zou kunnen achten. Ook indien men geen VN-blauwhelm of zelfs helemaal geen (jonge) veteraan zou zijn, dan nog kan iedere Nederlander in zijn of haar belang zijn geschaad door Pamela Hemelrijk's artikel, waar zij schrijft: "Nederland heeft gecollaboreerd met de grootste genocide sinds de Tweede Wereldoorlog, maar het enige waar ons parlement zich over opwindt, dat is de vraag of wij op internationale topconferenties wel voor vol worden aangezien. Het is om te kotsen, met permissie." Met dien verstande dat deze gedupeerden nog waarde hechten aan het Nederlanderschap. Dat u dit blijkbaar wel in twijfel trekt komt wreed over.
Als u zich verder afvraagt of onze klacht ook namens Dutchbat, of de jonge generatie blauwhelm-veteranen, is ingediend zullen wij u met deze vraag in alle vrijheid verder laten worstelen. Wij constateren echter wel dat wij in ons klaagschrift onze posities voldoende duidelijk hebben gemaakt en wij stellen eveneens vast dat in uw zelf-opgestelde regels voor het indienen van een klacht, voor zover die ons zijn medegedeeld, geen minimumaantal van persoonlijk betrokken ondertekenaars is gesteld.
Wij benadrukken dat wij in ons klaagschrift met de bij de ondertekening toegevoegde aanduiding "informeel" hebben aangegeven dat het verband, waarin wij samen met anderen van de jonge generaties blauwhelm-veteranen van o.a. Dutchbat functioneren, geen officiele rechtspersoonlijke basis heeft en dat er derhalve geen sprake kan zijn van machtigingen of statuten.
Voor wat betreft uw vraag of wij ook officieel namens Dutchbat spreken, verzoeken wij u in ons klaagschrift nogmaals te constateren dat onze betrokkenheid voortvloeit uit de positie van de ondergeschikte militairen ter plaatse in Srebrenica. Voor wat betreft de positie van ondergeschikte militairen in een militaire eenheid verwijzen wij u naar de desbetreffende artikelen in o.a. het militaire straf- en tuchtrecht.
Het is ons bovendien een raadsel waarom u deze overbodig geachte machtigingen en statuten alleen in verband met de ondertekening door de heer Van Delft, en niet van de heer Oosterbeek, vraagt. Dat wij de heer Oosterbeek bereid hebben gevonden als correspondentie-adres beschikbaar te zijn, betekent geenszins dat hij geen deel zou uitmaken van ons informeel verband van jonge blauwhelm-veteranen van o.a. Dutchbat. Integendeel, zijn wij geneigd te zeggen.
Wij nemen aan dat deze reactie volstaat en verzoeken u derhalve niet te talmen met de afhandeling van onze klacht. Mocht u desondanks van mening zijn dat een en ander niet geheel duidelijk is, dan kunt u desgewenst met ieder van de ondergetekenden van het klaagschrift telefonisch of anderszins contact opnemen. Omdat de persoonlijke omstandigheden van de heer Oosterbeek het optimaal toelaten dat hij in een dergelijk geval snel reageert, blijven wij hem aanbevelen als ons correspondentie-adres.
Ter voorkoming van verdere misverstanden zouden wij het zeer op prijs stellen een exemplaar van de statuten van uw Raad en/of Stichting(en) te ontvangen.
Hoogachtend,
mede namens Mark H. en Bert van Delft,
Loebas H.M.C. Oosterbeek
Terug naar inhoud
Dit even ter illustratie dat de RvdJ zeer zelf-ingenomen is.
Vulneratus nec Victus The Spirit Will Never Leave Us.