quote:
vriend (de ~ (m.), ~en)
1 iem. aan wie men door genegenheid en persoonlijke voorkeur verbonden is => compagnon, gabber, gezel, kameraad, kompaan, kornuit, maat, makker, vrind
Hoeveel vrienden, compagnons, gabbers, gezellen, kameraden, kompanen, kornuiten, maten, makkers of vrinden heb jij?
En dan bedoelen we natuurlijk niet je gehele vriendengroep waarvan je bijv. 5 personen maar 1x in het jaar ziet.
We bedoelen dus meer je beste vrienden!
TS begint!
* heeft 3 goede vrienden. 1 Meneer en 2 dames.Het meneertje zie ik bijna dagelijks.
De dames zag ik dagelijks, maar vanwege andere studiekeuzes is dit een beetje verwaterd en is het nu wekelijks.
Nu jullie!