quote:
Op dinsdag 30 mei 2006 19:15 schreef mithrandirrr het volgende:Aargh constructies haha
ik moet op stage een simpel balklaagje uitekenen, maar ik kom er niet uit met de belastingcombinaties enzo... constructie is nooit mijn sterkste vak geweest.... heeft iemand maybe een simpel voorbeeld van hoe je een houten balklaag uitrekent voor een tuinhuis?
![]()
veiligheidsklasse 1....
Er zijn 2 methodes.
Bij de eerste bepaal je de h.o.h. afstand en bereken je de benodigde balkafmetingen.
Bij de tweede bepaal je de balkafmetingen, en bereken je de maximale h.o.h. afstand
Voorbeeld methode 1:
Stap 1: Geometrie
Bepaal je h.o.h. afstand van je balken, zodat je weet hoeveel oppervlak een balk "vangt"
Bepaal hoe het statische schema eruit ziet, bij een cheapass thuinhuisje, zou ik gewoon beide opleggingen als scharnierend beschouwen.
Bepaal je theoretische overspanning, dit is dus de lengte van je balk, en tel daar voor de veiligheid maar gewoon 0,1 of 0,2 meter bij op.
Kies voor de voorlopige balkhoogte: overspanning/20
En voor de breedte: overspanning/60
Stap 2 Belastingen
Bepaal eerst de permanente belastingen, die altijd aanwezig zijn dus. Die op een strook die per strekkende meter van de balk op de balk optreden.
Dat is natuurlijk als eerste het eigen gewicht van de balk. Doe een aanname voor de afmetingen voor deze balk, omdat je de definitieve afmetingen nog niet weet. Doe wel een veilige aanname, beter te groot dan te klein.
Dan tel je daar het gewicht van de platen die erop liggen met afwerking etc bij op.
Dan veranderlijke belastingen, dit ois zowiezo sneeuw (0,56 kN per m2) maar aangezien het een klein dak is, zijn personen en materieel waarschijnlijk maatgevend, deze mag je niet over meer dan 10 m2 verspreiden, neem maar aan dat personen en materieel (1,75 kN per m2) maatgevend is.
Je weet nu de representatieve belastingen per balk
Dan ga je deze belastingen combineren.
Je rekent met veiligheidsklasse 1, dus je doet:
Permanent x 1,35
en (Permanent + Veranderlijk) x 1,2
De hoogste waarde hiervan is de maatgevende belasting (q) per m en die gebruik je als (veilige) rekenwaarde voor je spanningsberekening.
Stap 3: Maximum moment
Je balk is aan beide zijden scharnierend bevestigd.
Maximale moment = (1/8) x q x (theor. overspanning)
2Stap 4 Sterkte hout:
Kies je type hout:
Een paar posts hierboven postte ik:
quote:
K17 is standaard en kan 10 N/mm2 aan
K24 en LH24 is speciaal constructiehout en kan 15 N/mm2 aan.
Dat weet ik niet meer precies uit mn hoofd, maar reken maar met f = 10
Hoogtefactor brengen we niet in rekening en houden we op 1
Klimaatklasse en belastingduurklasse, bij een tuinhuisje... 0,75
Voor de sterkte zou ik kiezen (10/1,2) x 0,75 x 1 = 6,25 N/mm2
Stap 5: Spanningscontrole:
Kies op basis van de vuistregels in stap 1 een balkbreedte en reken het weerstandsmoment uit:
W = (1/6) x breedte x (hoogte)
2Reken nu de buigspanning uit:
Spanning = Maximum Moment / W
Is deze spanning groter dan de sterkte uit Stap 4, dan moet je grotere balkafmetingen kiezen.
Is deze veel kleiner, dan mag je de balk kleiner kiezen.
Reken de spanning opnieuw uit, en kijk of hij nu wel voldoet.
Stap 6: Vervormingscontrole
De toegestane doorbuiging van een balk, is de theoretische overspanning, gedeeld door 250.
De optredende doorbuiging is (5 x q x (theor. overspanning)
4) / (384 x E x I)
I = traagheid = (1/12) x breedte x (hoogte)
3E = voor hout ong. 7500 N/mm
De optredende doorbuiging moet nu kleiner zijn dan de toegestande doorbuiging.
Is dit niet zo? Pas dan de afmetingen aan. Totdat hij voldoet.
Beetje een wazige omschrijving, is ook moeilijk uit te leggen zo, maar als je dit al eens gehad hebt, komt het je wel bekend voor. Het is niet exact volgens de NEN, maar als ik dat zou moeten doen wordt het een te lang verhaal, en ik heb die norm niet bij de hand.