abonnement Unibet Coolblue Bitvavo
pi_25402801
quote:
Op zondag 6 maart 2005 19:59 schreef Haushofer het volgende:

[..]

Goed dat je het zegt. Ik spreek voor mezelf als ik zoiets moeilijk in kan schatten, en ik denk dat Maethor dat ook een beetje heeft
Jazeker. Het is natuurlijk niet mijn bedoeling een FAQ door jullie strot te stampen die geschreven is zoals het mij het beste is; vandaar ook dit feedbacktopic.
Als ik weer eens wat tijd over heb zal ik proberen een en ander nog wat beter toe te lichten, en het is misschien ook niet verkeerd de extra stukjes die voornamelijk door Haushofer in dit topic gepost zijn, er ook in te integreren.
De formules blijven echter gewoon staan, want ik ben het met Haushofer eens wat betreft de rol van wiskunde in de kwantummechanica: veel dingen worden juist puur wiskundig beschreven, en zijn moeilijk in woorden uit te leggen (zie ook mijn kwootjes aan het begin van de FAQ).
The vastness of the heavens stretches my imagination — stuck on this carousel my little eye can catch one-million-year-old light. A vast pattern — of which I am a part...
pi_25402907
quote:
Op zondag 6 maart 2005 20:23 schreef Haushofer het volgende:
Overigens zijn voorbeelden van de Schrodingervergelijking altijd wiskundig. Het beschrijft niets meer dan de vergelijking waaraan een deeltje moet voldoen om te bestaan. En daar kun je legio voorbeelden van geven, maar die zijn allemaal erg technisch.
Inderdaad. Dus het is de vraag of het niet te ver gaat om een expliciet voorbeeld te geven van een berekening met de Schrödingervergelijking. Het wordt onvermijdelijk wiskundig, en in de huidige FAQ wordt al kort ingegaan op de algemene werkwijze.

Dit is m.i. het grote 'probleem' met het uitleggen van QM aan leken: je hebt snel wiskunde nodig. Het is de kunst een evenwicht te vinden: te veel formules schrikken af en verduidelijken niets, maar aan de andere kant zijn een paar formules wel nodig om een en ander duidelijker te maken.

Het is daarom denk ik ook niet te voorkomen dat zo'n inleiding in de QM een iets minder groot publiek kan bereiken dan iets over relativiteit of klassieke mechanica oid.
The vastness of the heavens stretches my imagination — stuck on this carousel my little eye can catch one-million-year-old light. A vast pattern — of which I am a part...
  maandag 7 maart 2005 @ 06:38:00 #53
9535 brammus
Carpe Diem
pi_25407223
Als het gaat om formules kan ik maar 1 ding zeggen: Legenda!

Wisundig gezien ben ik zwak onderlegd, dus een formule als die van schrödinger, daar kan ik niks mee, zo op de manier als deze geschreven is...
Een legenda kan vaak al de helft verduidelijken.

V kan zijn Volt/Volume/Velocity...
De betekenis van V kan dus verschillen bij verschillende vergelijkingen.

Als je zelf regelmatig met dat soort formules werkt, weet je op den duur intuitief hoe je bepaalde eenheden moet interpreteren. Echter, wanneer je bijv. (k)MLO'er bent (en dus beperkt opgeleid qua Wk), wordt het best verwarrend...

Dit zie ik altijd bij dit soort topics (ook bij andere fora zoals W&L op GoT) en het zou denk ik al heel erg helpen om een mooie legenda onder elke vergelijking bij te voegen.

Kheb zo al heel wat geleerd zonder formules te kunnen interpreteren, maar echt doorgronden is ontzettend moeilijk, voor zover dat al mogelijk is wanneer je überhaupt niet in dat vakgebied zit.

Over spin...: Wil ik toch wel weten wat dat nu is, of anders gezegd: Wat is de functie van spin in een deeltje? Als een electron van spin wisselt, heeft dit weerslag op chemische of fysische eigenschappen, of is het slechts een energietoestand welke alleen betrekking heeft op dat ene electron?
"If flesh could crawl, my skin would roll off from my bones and run away from here, as far from God as heaven is wide, as far from God as angels can fly"
  maandag 7 maart 2005 @ 09:20:28 #54
55946 livEliveD
Cogito ergo doleo
pi_25408006
Dit is de eerste keer dat ik iets van het Heisenberg principe begrijp (en als ik het begrijp dan kan elke klokhuis kijker het begrijpen). Hulde!
Op zaterdag 7 oktober 2006 14:56 schreef Friek_ het volgende:
Nu kon ik het niet laten om even snel op je Fotoboek te kijken en ik zag wat ik al dacht: een onzeker beta-studentje.
  maandag 7 maart 2005 @ 09:27:11 #55
70076 Alicey
Miss Speedy
pi_25408076
quote:
Op maandag 7 maart 2005 06:38 schreef brammus het volgende:
Als het gaat om formules kan ik maar 1 ding zeggen: Legenda!

Wisundig gezien ben ik zwak onderlegd, dus een formule als die van schrödinger, daar kan ik niks mee, zo op de manier als deze geschreven is...
Een legenda kan vaak al de helft verduidelijken.
Ik ben het hier toch echt mee eens. Ik vind mezelf niet echt een wiskunde-n00b, maar ik vind het wel altijd prettig om te weten waarom iets volgens een bepaalde formule werkt, in woorden zeg maar.

Maethor, denk je dat het je lukt om de jip-en-janneke-uitleg van Haushofer op een mooie manier in de FAQ te verwerken?
  maandag 7 maart 2005 @ 10:38:35 #56
27698 Doffy
Eigenlijk allang vertrokken
pi_25409007
*quantum tvp* (waarvan dus niet 100% duidelijk kan zijn dat hier een tvp staat... )

Wil ook even zeggen dat ik nog altijd de spelling 'quantum' prefereer boven 'kwantum'. Dat laatste doet me zoveel denken aan zo'n 3e-rangs meubel-dump-bedrijf
'Nuff said
  maandag 7 maart 2005 @ 10:41:51 #57
70076 Alicey
Miss Speedy
pi_25409059
quote:
Op maandag 7 maart 2005 10:38 schreef Doffy het volgende:
*quantum tvp* (waarvan dus niet 100% duidelijk kan zijn dat hier een tvp staat... )
Het is tegelijkertijd wel een tvp en niet een tvp.
quote:
Wil ook even zeggen dat ik nog altijd de spelling 'quantum' prefereer boven 'kwantum'. Dat laatste doet me zoveel denken aan zo'n 3e-rangs meubel-dump-bedrijf
Ik moet eerlijk zeggen dat ik dat ook wel heb.. Maar kw in plaats van qu is tegenwoordig modern, net zoals woorden die je met een c hoort te schrijven tegenwoordig met een k te schrijven.
pi_25410347
quote:
Op maandag 7 maart 2005 06:38 schreef brammus het volgende:
Als het gaat om formules kan ik maar 1 ding zeggen: Legenda!

Wisundig gezien ben ik zwak onderlegd, dus een formule als die van schrödinger, daar kan ik niks mee, zo op de manier als deze geschreven is...
Een legenda kan vaak al de helft verduidelijken.

V kan zijn Volt/Volume/Velocity...
De betekenis van V kan dus verschillen bij verschillende vergelijkingen.

Als je zelf regelmatig met dat soort formules werkt, weet je op den duur intuitief hoe je bepaalde eenheden moet interpreteren. Echter, wanneer je bijv. (k)MLO'er bent (en dus beperkt opgeleid qua Wk), wordt het best verwarrend...
Tru. Nog es voor de duidelijkheid: De V is de potentiele energie. De m is de massa van het deeltje. De i is Sqrt(-1), dus een imaginair getal. De h is de constante van planck, maar dan wel gedeeld door 2*pi. De d/dx is een plaats afgeleide, de d/dt de tijdsafgeleide. De vergelijking zegt dus niets anders als: Totale energie ve toestand = (kinetische energie + potentiele energie) ve toestand = een constante keer die toestand.
quote:
Over spin...: Wil ik toch wel weten wat dat nu is, of anders gezegd: Wat is de functie van spin in een deeltje? Als een electron van spin wisselt, heeft dit weerslag op chemische of fysische eigenschappen, of is het slechts een energietoestand welke alleen betrekking heeft op dat ene electron?
Het bleek uit experimenten dat alleen het hoekmoment L niet genoeg was voor een volledige beschrijving van een deeltje. Klassiek is die L=mvr, of p*r, waarbij r een straal is. Hierbij wordt altijd een analogie gemaakt met de kunstschaatser: als deze draait, heeft ze een bepaalde L. Als ze nou haar armen uitzwaait, draait ze langzamer dan als ze haar armen inhoudt. Dat komt omdat L behouden blijft. En een kleinere r moet dus zorgen voor een grotere v, want m blijft gelijk.

Nou kun je ook een klassieke analogie trekken met spin, maar dit is verraderlijk: het wordt strax omgezet naar QM, en daar kun je je geen beeld van maken ! Maar voor de duidelijkheid.
De aarde draait om de zon. De L is dan dus m*v*r, met m de massa, v de snelheid, en r de afstand aarde-zon. Maar ze draait ook om haar eigen as. Dit kun je zien als een soort "spin", vaak aangeduid met de letter S. Deze term is nodig om het totale moment uit te rekenen. Het totale hoekmoment wordt dan gegeven door J, waarbij J=L+S.

Uit experimenten met deeltjes bleek, dat je de uitkomsten alleen kon verklaren als je aannam dat elk deeltje ook zo'n spin heeft. Maar deze is voor een deeltje altijd gelijk ! Het bleek ook dat deze S waarden kan aannemen van 0,1/2,1,3/2,2.......*h. Zo heeft een elektron S=1/2, een foton S=1 etc.
Wat ook erg belangrijk is, is dat deeltjes met halftallige spin zich erg anders gedragen dan deeltjes met heeltallige spin. Die eersten noemen ze fermionen, die tweede bosonen. Het blijkt dat fermionen nooit dezelfde quantumgetallen kunnen hebben, wat zoveel wil zeggen als dat ze nooit dezelfde toestand kunnen krijgen. In een atoom zal elk elektron dus een andere toestand hebben, oftewel een ander setje quantumgetallen. Dit resulteert in de bekende schillen, die je misschien met scheikunde hebt gehad.
Bosonen hebben hier geen last van, die kunnen prima allemaal in dezelfde toestand zitten. Een voorbeeld is een laserstraal: allemaal fotonen met dezelfde frequentie en energie. En fotonen hebben S=1, dus dat zijn bosonen.

Een ander voorbeeld is supergeleiding. Normaal zijn elektronen fermionen, met S=1/2. Maar bij lage temperaturen vormen 2 elektronen 1 paar, een zogenaamd Cooper-paar. En worden ze als het ware 1 deeltje, met een heeltallige spin. Nu kunnen ze allemaal wel in dezelfde energietoestand zitten, en bij een lage temperatuur zal deze energietoestand erg laag zijn. Er kan dus geen energie aan deze elektronen worden onttrokken, en je hebt supergeleiding.

Het gedrag van deeltjes, en hun spin hangen dus erg nauw samen !
pi_25410551
quote:
Op maandag 7 maart 2005 06:38 schreef brammus het volgende:
Als het gaat om formules kan ik maar 1 ding zeggen: Legenda!
"Legenda's" zijn inderdaad heel belangrijk, al ben ik daar volgens mij niet helemaal aan voorbij gegaan:
quote:
Uit de FAQ::
waar i het complexe getal is, gedefinieerd als de vierkantswortel uit (-1), h gelezen moet worden als ‘h-streep', de constante van Planck gedeeld door tweemaal Pi, en Psi de eerdergenoemde golffunctie is. Verder is d/dt een tijdsafgeleide en is d2/dx2 de tweede afgeleide naar de plaatscoördinaat x.
Wat is hier dan precies mis mee? Te beknopt? Misschien is het inderdaad beter om het meer in woorden uit te leggen. De uitleg wordt dan minder exact, maar wel beter begrijpbaar.
quote:
Op maandag 7 maart 2005 09:27 schreef Alicey het volgende:
Maethor, denk je dat het je lukt om de jip-en-janneke-uitleg van Haushofer op een mooie manier in de FAQ te verwerken?
Dat leek me zelf ook wel een goed idee idd. Zo gauw ik wat tijd heb zal ik een poging doen.
quote:
Op maandag 7 maart 2005 10:38 schreef Doffy het volgende:
Wil ook even zeggen dat ik nog altijd de spelling 'quantum' prefereer boven 'kwantum'. Dat laatste doet me zoveel denken aan zo'n 3e-rangs meubel-dump-bedrijf
Ik eigenlijk ook. Maar mijn bedoeling was zoveel mogelijk Nederlands te gebruiken, en ik denk dat de officiele Nederlandse spelling 'kwantum' is.
The vastness of the heavens stretches my imagination — stuck on this carousel my little eye can catch one-million-year-old light. A vast pattern — of which I am a part...
pi_25410640
En waarom kun je dan die spin niet klassiek begrijpen?
Dat is een beetje technisch verhaal, maar het komt op het volgende neer: klassiek zou je die S kunnen interpreteren als hoe ze om haar eigen as draait. Maar als je nou een rotatieoperator invoert, en je gaat kijken hoe vaak zo'n elektron moet draaien om 360 graden te draaien, dan kom je op tweemaal uit.....dus klassiek gezien moet een elektron 720 graden draaien om 1 rondje te draaien. En dat is raar. Het verhaal wordt nog vreemder als je bedenkt dat in de QM een deeltje zonder afmetingen wordt genomen. Dus zo'n deeltje kan al bij voorbaat niet "om haar eigen as draaien" of iets dergelijks. Je kunt spin dan nog wel wat vergelijken met de massa: het is een intrinsieke eigenschap, die voor alle deeltjes hetzelfde is. Ik hoop dat zo ook wat duidelijk wordt waarom de QM erg tegen je intuitie indruist.

Je kunt overigens met een andere vergelijking aantonen, dat S zich ook daadwerkelijk als een hoekoment gedraagt. De Schrodingervergelijking beschrijft eigenlijk alleen spinloze deeltjes, en je moet dus je vergelijking uitbreiden naar iets wat dat wel doet (voor geinteresseerden: de Klein-Gordon vergelijking) En in die vergelijking kun je dan weer aantonen dat J=S+L behouden blijft, en dus zijn S en L dezelfde grootheid: een hoekmoment.
  maandag 7 maart 2005 @ 18:12:58 #61
9535 brammus
Carpe Diem
pi_25414512
quote:
Op maandag 7 maart 2005 12:12 schreef Maethor het volgende:

"Legenda's" zijn inderdaad heel belangrijk, al ben ik daar volgens mij niet helemaal aan voorbij gegaan:

Wat is hier dan precies mis mee? Te beknopt? Misschien is het inderdaad beter om het meer in woorden uit te leggen. De uitleg wordt dan minder exact, maar wel beter begrijpbaar.
Is niets mis mee, maar als je zoals ik niet een academische inslag hebt, dan leest een formule vaak als een brij, omdat je niet altijd weet te interpreteren wat een element in een vergelijking betekent.

Voor jou is dit min of meer gesneden koek, maar ik lees wat je schrijft, en zie ineens Pi in je uitleg voorbij komen, die nergens in de vergelijking te vinden is... Dan weet ik niet meer hoe ik de formule moet toepassen...

Even een voorbeeldje van hoe ik een vergelijing voor het verkrijgen van oppervlakte zou op- en beschrijven:

A=LB

Kan je wel zeggen: dat A m(kwadraat) voorstelt en L lengte en B = breedte.
Dit klopt, maar echt duidelijk is het niet...

Dit is al volgens mij veel meer te begrijpen:

A = L * B

A= Oppervlakte in meterkwadraat
L= Lengte in meters
B= Breedte in meters

Zo kan je in een oogopslag zien wat er bedoeld wordt.

Natuurlijk besef ik ook wel dat vergelijkingen als die in de quantummechanica niet effe makkelijk te beschrijven zijn, zodat nono's als ik het probleemloos zullen begrijpen, maar het levert wel veel meer inzicht op; en naar mijn idee is dat het halve werk in deze materie

Desalniettemin, vind ik dit soort discussies altijd dik smullen
Thnx voor de moeite om deze dikke brij vam QM enigszins inzichtelijk te maken; Knowledge = Power!
quote:
Op maandag 7 maart 2005 11:59 schreef Haushofer een mooi verhaal...
Idd, zo kan ik het min of meer beredeneren en aanvoelen en lijkt het net of ik het ga begrijpen

Over die spin: Is dat dan ook de reden waarom electronen meestal in paren in schillen voorkomen?
+1/2 en -1/2 levert een "neutrale" toestand op?

[ Bericht 1% gewijzigd door brammus op 07-03-2005 18:21:32 (Domme fout hersteld :P) ]
"If flesh could crawl, my skin would roll off from my bones and run away from here, as far from God as heaven is wide, as far from God as angels can fly"
pi_25417140
quote:
Op maandag 7 maart 2005 18:12 schreef brammus het volgende:
Even een voorbeeldje van hoe ik een vergelijing voor het verkrijgen van oppervlakte zou op- en beschrijven:
Ik zal nog even bekijken hoe ik het legendaprobleem ga aanpakken.
quote:
Over die spin: Is dat dan ook de reden waarom electronen meestal in paren in schillen voorkomen?
+1/2 en -1/2 levert een "neutrale" toestand op?
Nou, het cruciale hier is dus het Pauli uitsluitingsprincipe. Twee deeltjes met exact dezelfde eigenschappen kunnen niet in dezelfde toestand zitten. Elektronen hebben spin plus of minus 1/2 en de enige mogelijkheid om er twee in een toestand te krijgen is dus als ze verschillende spin hebben.
The vastness of the heavens stretches my imagination — stuck on this carousel my little eye can catch one-million-year-old light. A vast pattern — of which I am a part...
pi_25417217
Goed, ik heb net een paar (nog kleine) aanpassingen gemaakt: het verhaaltje over de Schrödingervergelijking is aangepast, en bij 'Voorbeelden en Toepassingen' wordt het concept spin nog wat verder uitgewerkt. Ik heb bij bovenstaande grotendeels de lijn van Haushofers posts in dit topic gevolgd. Dus Haus, bedankt .
Edit: en natuurlijk jullie, WFL'ers, voor de feedback!


Komtie:

KWANTUMMECHANICA

Inleiding

Naast de Relativiteitstheorie is de Kwantummechanica één van de pijlers van de moderne fysica. In dit artikel zal geprobeerd worden een algemeen beeld te schetsen van de theorie, zonder al te veel in detail te treden.

Het is misschien goed om direct aan het begin Richard Feynman aan te halen met zijn uitspraak "Ik denk dat ik veilig kan zeggen dat niemand de Kwantummechanica begrijpt". Of, zoals David Griffiths in de inleiding van zijn boek schrijft: "Het doel van de boek is u te leren hoe u Kwantummechanica doet". Het is namelijk zo dat voorspellingen van de theorie heel goed met experimentele metingen overeenkomen, echter met betrekking tot de vraag waarom dit zo is, tast men nog steeds in het duister.

Een beetje geschiedenis

In tegenstelling tot bijvoorbeeld de al eerder genoemde Relativiteitstheorieën, waar Einstein in zijn eentje verantwoordelijk voor is, is voor de Kwantummechanica niet één enkele persoon te noemen die alle lof verdient. Het begon allemaal rond 1925, met Schrödinger, Heisenberg, Born, Dirac en anderen. Op dat moment kon men met de theorie van Bohr enkel voorspellingen doen over atomen en ionen met één elektron. En hoewel het model van Bohr al een hele stap vooruit was ten opzichte van klassieke theorieën over het atoom, wist men dat er een meer algemene aanpak nodig was om ook voorspellingen te kunnen doen over meer complexe atomen. De oplossing kwam dus in de vorm van de Kwantummechanica en deze kwam in het begin op veel mensen nogal wonderlijk over. Maar al snel bleek dat de theorie goede voorspellingen kon doen, en tot op de dag van vandaag zijn zelfs de opmerkelijkste conclusies van de theorie juist gebleken.


Basisbegrippen

De Golffunctie

Hoewel al in 1905 bekend was dat golven soms deeltjeskenmerken vertonen, duurde het tot 1924 voordat men het golfkarakter van deeltjes ontdekte. De man hierachter was De Broglie, en hoewel Einstein en Planck in 1905 op veel weerstand stuitten toen ze opperden dat golven zich als deeltjes kunnen gedragen, werd De Broglie's theorie al snel aanvaard. Dit idee van golf-deeltjedualiteit werd het startpunt van de ontwikkeling van de Kwantummechanica.

Het golfkarakter van een deeltje of lichaam wordt doorgaans uitgedrukt in de golffunctie Psi, die an sich geen fysische betekenis heeft. Zijn waarde absoluut gekwadrateerd is echter rechtevenredig met de kans om het deeltje op een bepaalde tijd en plaats aan te treffen, en dat is een van de manieren waarop de functie gebruikt wordt, zoals zal blijken in het volgende paragraafje.

De Schrödingervergelijking

Een belangrijke vergelijking uit de Kwantummechanica is de Schrödingervergelijking:



De meest linkse term zegt in woorden: neem de tijdsafgeleide van de golffunctie Psi en vermenigvuldig met i en h. Het getal i is hier het complexe getal, gedefinieerd door de vierkantswortel uit -1. h moet gelezen worden als h-streep, de constante van Planck gedeeld door tweemaal pi. Eigenlijk is dit niet zomaar een vermenigvuldiging: het gaat hier om een zogenaamde operator die op de golffunctie werkt. Deze specifieke operator blijkt, als hij wordt losgelaten op de golffunctie, de totale energie op te leveren.

Zo zijn er meer operatoren in de kwantummechanica: de impuls bijvoorbeeld werkt door middel van de operator -i h d/dx. Klassiek weten we dat de impuls gegeven wordt door p = m v, en kinetische energie als 1/2 m v2 = p2/2m. Stoppen we hier de kwantummechanische impulsoperator in, dan krijgen we (-h2/2m) d2/dx2. En deze operator zien we in de eerste term rechts van het is-gelijkteken werken op Psi.

De tweede term rechts is simpel een potentiaalfunctie vermenigvuldigd met Psi. Dit is een externe functie en dus niet afhankelijk van Psi (in de zin dat er afgeleiden naar Psi in voorkomen). De precieze functie hangt af van het probleem waar je naar kijkt.

Na het tweede is-gelijkteken staat een hoofdletter H met een dakje erop, vermenigvuldigd met Psi. Deze H is een zogenaamde eigenwaarde en wordt in dit speciale geval de Hamiltoniaan genoemd. Een eigenwaarde is eigenlijk niets anders dan een constante: als je de eerder genoemde operatoren op Psi loslaat, krijg je diezelfde Psi terug, maal een constante.

Conclusie: de Schrödingervergelijking zegt niets anders: de totale energie van een deeltjestoestand is gelijk aan de kinetische- plus de potentiële energie ervan en is ook gelijk aan een constante maal die toestand.

De algemene werkwijze met de Schrödingervergelijking is dat als de potentiële-energiefunctie V van het deeltje eenmaal bekend is, men de vergelijking oplost naar Psi, en zo uitspraken kan doen over de kansdichtheid |Psi|2 van het deeltje op een bepaalde plaats x, y, z en een tijdstip t.

Het onzekerheidsprincipe

Een bekend idee uit de Kwantummechanica is het door Heisenberg geformuleerde Onzekerheidsprincipe. In zijn simpelste vorm zegt het dat het onmogelijk is om van een deeltje tegelijk zijn positie en zijn impuls (dwz massa maal snelheid) te bepalen. Met andere woorden, hoe preciezer je de impuls van een deeltje weet te bepalen, des te onzekerder wordt zijn positie, en vice versa. In formulevorm komt het er dan op neer dat het product van de onzekerheid in de positie, delta x, en die in de impuls, delta p altijd groter of gelijk is aan een constante (voor de liefhebbers: de constante van Planck gedeeld door 4 maal Pi).

Dit Principe kan geīllustreerd worden door middel van het volgende voorbeeld. Stel, we hebben een elektron die we willen ‘bekijken'. We gebruiken hiervoor licht van een bepaalde golflengte labda, en uit het gereflecteerde licht kunnen we dan onze informatie halen. Dit licht bestaat uit fotonen die een bepaalde impuls hebben (namelijk h/labda). Om het elektron te ‘zien' zal een foton tegen het elektron moeten botsen, en reflecteren. Het probleem is echter dat hierdoor de impuls van het elektron zal veranderen, en wel met een hoeveelheid evenredig aan de impuls van het foton. Willen we de impuls van het foton zo klein mogelijk maken, en zodoende de elektronimpuls zo min mogelijk verstoren, dan zullen we de golflengte labda van het foton zo groot mogelijk moeten maken. Echter, deze labda is ook een maat voor de onzekerheid in de bepaling van de positie van het elektron. Immers, hoe groter de golflengte van het licht wordt, hoe moeilijker het wordt een heel klein deeltje waar te nemen. De conclusie is dus dat je slecht één van de twee grootheden zo exact mogelijk kunt bepalen.

Einstein, uit wiens intuītie de Relativiteitstheorie was ontsproten, was nogal sceptisch over dit alles. Het kon er bij hem niet in dat je niets meer met absolute zekerheid kon meten (Onzekerheidsprincipe), maar dat in plaats daarvan alles om waarschijnlijkheden leek te draaien (golffuncties). Hij vatte dit samen in de inmiddels gevleugelde uitdrukking "God dobbelt niet". Ook schijnt hij tijdens een lezing van Heisenberg over zijn Principe opgemerkt te hebben: "Wonderlijk, wat voor ideeën de jonge mensen hebben tegenwoordig. Maar ik geloof er geen woord van".

Kwantumgetallen: Spin

Veel eigenschappen van elementaire deeltjes worden in de kwantummechanica beschreven door de zogeheten kwantumgetallen. Deze zijn altijd heel- of halftallig, dus nemen altijd de waarden 0, +/- 1/2, +/- 1, etc aan. Door deze kwantumgetallen zijn veel kwantummechanische grootheden dus niet continu (als in: ze kunnen elke willekeurige waarde aannemen) maar gekwantiseerd oftewel discreet.

Een voorbeeld van zo'n gekwantiseerde eigenschap is ‘spin' (overigens is deze eigenschap ontdekt door de Nederlanders Goudsmit en Uhlenbeck, wat hen een Nobelprijs opleverde). Spin is een wat vaag begrip, aangezien het om een fundamentele eigenschap gaat, die verder moeilijk voor te stellen is. Het is te vergelijken met de omwenteling van een planeet om zijn as, naast de omwenteling om zijn ster. Zo ook heeft een elektron een extrinsiek hoekmoment L, wat overigens ook gekwantiseerd is en wat te maken heeft met de beweging van het elektron rond de atoomkern; en daarnaast een intrinsiek hoekmoment S (de spin) wat een beetje analoog is aan de omwenteling van een planeet om zijn as. Deze laatste vergelijking is echter niet helemaal juist aangezien men het elektron als een structuurloos puntdeeltje beschouwd, en het dus zinloos is om te spreken van een omwenteling om zijn eigen as.

De grootte S van het intrinsieke hoekmoment is gegeven door

S = h wortel[s(s + 1)]

waar h wederom gelezen moet worden als de eerdergenoemde ‘h-streep', en s het spin-kwantumgetal is. Deze s heeft voor elektronen altijd de waarde 1/2.
Voor de z-component van het spin-hoekmoment van een elektron dat zich in een in de z-richting georiënteerd magneetveld bevindt, geldt

Sz = ms h.

Het zogenaamde magnetische kwantumgetal ms kan (2s + 1) waarden aannemen: van –s tot +s met stapjes van 1. In het geval van elektron resulteert dit in de waarden ms = +1/2 en ms = -1/2. Er zijn dus twee mogelijke oriëntaties van de spin: Sz = + h/2 ("spin up") en Sz = - h/2 ("spin down").


Voorbeelden en Toepassingen

Fermionen, uitsluiting en schillen

Misschien denk je nu: allemaal leuk en aardig, die spin, maar zien we daar ook nog wat van terug in de gewone wereld? Nou, jazeker.
Het is hier misschien gepast om even in te gaan op twee categorieën deeltjes: de fermionen en de bosonen, vernoemd naar de beroemde natuurkundigen Enrico Fermi en Satyendra Bose. Het onderscheid tussen beide deeltjesklassen is dat fermionen halftallige spin hebben (1/2, 3/2, ...) en bosonen heeltallige (1, 2, ..). Daarnaast is er met fermionen nog iets specifieks aan de hand: ze voldoen aan het zogenaamde Uitsluitingsprincipe, voor het eerst geformuleerd door Wolfgang Pauli. Dit principe stelt dat er geen twee fermionen met dezelfde kwantumgetallen in dezelfde toestand kunnen zitten. Oftewel, twee ononderscheidbare deeltjes kunnen niet in één toestand zitten. Dit resulteert in de welbekende schillenstructuur van elektronen in atomen. Want elektronen zijn fermionen, en wel met een spin van 1/2.
Bosonen hebben dit probleem niet. Dit is zichtbaar in bijvoorbeeld een laserstraal, die bestaat uit fotonen die allemaal dezelfde frequentie en energie hebben. Dit is toegestaan omdat fotonen een spin van 1 hebben en dus bosonen zijn.

Schrödingers Kat

Een bekende ‘paradox' uit de Kwantummechanica staat bekend onder de naam ‘Schrödingers Kat'. Hierin wordt een kat in een kamer geplaatst, samen met een hels mechanisme: in een Geigerteller zit een kleine hoeveelheid radioactief materiaal, zo klein dat er binnen een uur misschien een atoom vervalt, maar met een even grote waarschijnlijkheid gebeurt dit niet. Wanneer er een atoom vervalt, wordt dit gedetecteerd door de teller, die een kleine hamer activeert, welke op zijn beurt een potje cyanide kapotslaat.
Als je een uur wacht, is er dus een kans van 50 procent dat er een verval heeft plaatsgevonden, en de kat vergiftigd is. Er is echter een even grote kans dat de kat nog leeft. De golfvergelijking van de kat zou schematisch de volgende vorm hebben:

Psi = A (Psilevend + Psidood)

waar A een hier niet zo belangrijke normalisatieconstante is. Oftewel: de kat is levend noch dood, maar verkeert in een superpositie van beide. Pas als een waarnemer door het raampje kijkt, wordt de kat gedwongen één van de twee toestanden aan te nemen: dood of levend. Blijkt de kat dood te zijn, dan was het de waarnemer die dat veroorzaakte, slechts door te kijken!
Schrödinger en de meeste andere natuurkundigen beschouwen het als onzin dat een macroscopisch object zoals een kat zich in een superpositie van twee toestanden kan bevinden, en dat de observatie van de waarnemer er voor zorgt dat hij één van beiden aanneemt.
De verklaring ligt in het feit dat een macroscopisch systeem zich statistisch gezien nooit in een lineaire combinatie van toestanden kan bevinden. Een elementair deeltje, een microscopisch systeem, kan dit wel. Een macroscopisch object echter is opgebouwd uit ongeveer 1023 van die elementaire deeltjes, en zijn golffunctie zal dan ook een gigantisch complexe combinatie zijn van de individuele golffuncties. Hierdoor is het erg onwaarschijnlijk dat al die deeltjes samen zo'n simpele lineaire combinatie van toestanden aannemen.

Het Stern-Gerlach Experiment

Het nu volgende stukje tekst beschrijft een experiment dat de al eerder beschreven kwantisatie van eigenschappen van deeltjes nog eens mooi illustreert.

De heren Stern en Gerlach stuurden een geconcentreerde bundel zilveratomen, afkomstig uit een oven, door een inhomogeen magneetveld en lieten het daarna op een scherm vallen. Deze zilveratomen hebben een zogenaamd magnetisch moment en zijn daarom te beschouwen als kleine kompasnaaldjes, die de neiging hebben zich te oriënteren naar het magneetveld. Als een zilveratoom in zijn grondtoestand zit, hangt dit magnetische moment af van de spin van slechts één van zijn elektronen. Aangezien het magneetveld inhomogeen is, ondervinden beide ‘polen' van de kompasnaald niet een gelijke kracht, en hangt de resulterende kracht op de naald dus af van zijn oriëntatie ten opzichte van het veld.

Zonder het magneetveld zou er slecht een punt op het scherm te zien zijn, doordat alle atomen simpelweg in een rechte lijn naar het scherm schieten. Wordt het magneetveld echter ingeschakeld, dan ondervindt elk atoom een kracht, afhankelijk van de oriëntatie van zijn magnetisch moment. Afhankelijk van de grootte van die kracht zal het atoom dus verder van het midden van het scherm terechtkomen.

Klassiek gezien zou men verwachten dat elke willekeurige oriëntatie van magnetische momenten mogelijk is, en dat er dus een streep op het scherm zichtbaar zou zijn. Volgens de kwantummechanica is het magnetisch moment zoals gezegd echter afhankelijk van de elektronspin, en zal het slechts twee waarden kunnen aannemen, corresponderend met "spin-up" en "spin-down". Op het scherm zouden dus slechts twee punten zichtbaar moeten zijn. En dit is ook daadwerkelijk wat Stern en Gerlach waarnamen!

Met dank aan de WFL'ers voor waardevolle feedback, en in het speciaal Haushofer voor zijn verduidelijkingen die in dit artikel zijn opgenomen!

[ Bericht 0% gewijzigd door Maethor op 07-03-2005 22:09:16 (vergeet ik iets heel belangrijks) ]
The vastness of the heavens stretches my imagination — stuck on this carousel my little eye can catch one-million-year-old light. A vast pattern — of which I am a part...
  maandag 7 maart 2005 @ 22:10:30 #64
45206 Pietverdriet
Ik wou dat ik een ijsbeer was.
pi_25417273
Maar, euh wat is massa nu?
In Baden-Badener Badeseen kann man Baden-Badener baden sehen.
pi_25417381
quote:
Op maandag 7 maart 2005 22:10 schreef Pietverdriet het volgende:
Maar, euh wat is massa nu?
Massa wordt in de QM niet wezenlijk anders behandeld als in de klassieke zin. De grootheid m komt nu voor in operatoren maar dat is erg analoog aan bijvoorbeeld de klassieke uitdrukking voor impuls, waar ook de massa in voorkomt.
Of begrijp ik je vraag verkeerd?
The vastness of the heavens stretches my imagination — stuck on this carousel my little eye can catch one-million-year-old light. A vast pattern — of which I am a part...
  maandag 7 maart 2005 @ 22:26:39 #66
45206 Pietverdriet
Ik wou dat ik een ijsbeer was.
pi_25417510
Euh, ja, ik bedoel niet hoe massa zich gedraagt, maar wat het is, waarom deeltjes massa hebben.
In Baden-Badener Badeseen kann man Baden-Badener baden sehen.
pi_25420641
quote:
Op maandag 7 maart 2005 22:26 schreef Pietverdriet het volgende:
Euh, ja, ik bedoel niet hoe massa zich gedraagt, maar wat het is, waarom deeltjes massa hebben.
Tja, dan kom je op het hypothetische "higgs-boson"uit: een soort veld wat op elk deeltje koppelt, en wat daarop een bepaalde massa krijgt. Waarom deeltjes een bepaalde massa hebben ed is niet uit te rekenen; je kunt zoiets alleen maar meten. Als iemand bijvoorbeeld puur theoretisch de massa van een elektron zou kunnen uitrekenen, zou die gegarandeerd zijn voor een Nobelprijs
pi_25420655
Dat wordt trouwens een verdraaid mooi FAQ-je, Maethor
pi_25438390
Zakt de FAQ nou langzaam in de vergetelheid? Een schopje. Want hij liep net zo lekker

Misschien dat er es kan worden besproken waarom&waar de QM en de algemene relativiteit elkaar zo ontzettend tegenspreken.

Daarvoor eerst nog iets over het onzekerheidsprincipe. Dit geldt namelijk ook voor de energie en de tijd. De opvatting hiervan is wat subtiel, want wat is de "tijd"van een deeltje? De volgende opvatting blijkt gerechtvaardigt te zijn: Het blijkt, dat die tijd de duur van een proces aangeeft. Hoe korter een proces, des te meer onzekerheid is er over de energie. Dit kun je schrijven als

dE*dt>h

waarbij dE en dt de onzekerheden in E en t zijn, ( standaarddeviaties voor de statistici onder ons) Dit zegt eigenlijk het volgende: als je je tijd maar kort genoeg neemt, kun je de onzekerheid in de energie groot maken. Op die manier kun je eigenlijk "energie lenen" uit het vacuum. Hoe langer je dit doet, des te minder energie zul je kunnen lenen. Dit spreekt echter het behoud van energie niet tegen, want die gaat immers uit van een nauwkeurig bepaalde energie ! Dus in een vacuum zal er op grote schaal geen deeltjes zijn, en zal de energie 0 zijn. Maar hoe verder je 'inzoomt', des te meer zul je erachter komen dat er constant deeltjes worden gemaakt en weer worden geannihileerd, zodanig dat de gemiddelde energie 0 is, maar dat er om deze 0-waarde heen wordt geschommeld.

De algemene rel.theorie zegt, dat een leeg stuk ruimte-tijd, zonder energie, vlak is. Want de kromming is evenredig aan de hoeveelheid energie/massa. En dit verandert niet als je heel erg op dat stuk ruimte-tijd gaat inzoomen, want de ART zegt niets over quantummechanische processen. Maar het onzekerheidsprincipe stelt dat er weldegelijk deeltjes aanwezig zijn, en deze zullen ook daadwerkelijk de ruimte-tijd krommen ! Op erg kleine schaal zal deze kromming zo sterk zijn, dat je een theorie nodig hebt die quantummechanische processen op gekromde ruimte-tijd stukken beschrijft. En dat schijnt ontzettend moeilijk te zijn.

Overigens, voor wie twijfelt aan die "imaginaire deeltjes",die zomaar worden gecreeerd en weer worden geannihileerd: hun effect wordt gemeten, en de eerste die dat deed was de heer Casimir, een Nederlander. Google maar es "Casimir effect"

[ Bericht 0% gewijzigd door Haushofer op 09-03-2005 10:49:49 ]
  woensdag 9 maart 2005 @ 10:48:02 #70
70076 Alicey
Miss Speedy
pi_25438758
Die meneer heet toch Casimir?
  woensdag 9 maart 2005 @ 10:51:14 #72
70076 Alicey
Miss Speedy
pi_25438810
quote:
Op woensdag 9 maart 2005 10:50 schreef Haushofer het volgende:
Ja, hoezo?
Ik zou zweren dat er wat extra characters in die 0% stonden.
pi_25439522
quote:
Op woensdag 9 maart 2005 10:25 schreef Haushofer het volgende:
Zakt de FAQ nou langzaam in de vergetelheid?
Alles is voor iedereen 100% duidelijk
* Maethor klopt zichzelf op borst

Maar serieus: kom op met de kritiek!
The vastness of the heavens stretches my imagination — stuck on this carousel my little eye can catch one-million-year-old light. A vast pattern — of which I am a part...
pi_25453915
quote:
Op maandag 7 maart 2005 22:07 schreef Maethor het volgende:
Kwantumgetallen: Spin
.....
De grootte S van het intrinsieke hoekmoment is gegeven door

S = h wortel[s(s + 1)]

waar h wederom gelezen moet worden als de eerdergenoemde ‘h-streep', en s het spin-kwantumgetal is. Deze s heeft voor elektronen altijd de waarde 1/2.
Voor de z-component van het spin-hoekmoment van een elektron dat zich in een in de z-richting georiënteerd magneetveld bevindt, geldt

Sz = ms h.
Ik ben het er niet helemaal mee eens hoe je hier het woord grootte gebruikt. Wat jij hier bedoeld met grootte zijn eigenlijk de eigenwaarden van de S2 en de Sz operator. Dit is naar mijn mening dus echt wat anders dan de grootte van een operator, waaronder ik onder grootte de norm van de operator veronderstel.
Wat jij dus zegt dat Sz = ms h klopt dus eigenlijk niet. Het moet echt zijn dat Sz X = ms h X, want je operator is dus echt niet gelijk aan ms h, alleen als je de operator loslaat op een golffunctie krijg je dezelfde golfunctie terug vermenigvuldigd met de desbetreffende eigenwaarde.

Wat jij hier beschrijft kan ik mischien voor anderen nog wat duidelijker maken. De eigenwaarden van een fysische observabele, die in de QM gerepresenteerd wordt door een operator, zijn de mogelijke meetwaarden die je uit een experiment kan krijgen mocht je de desbetreffende observabele gaan meten. Als je de toestand waarin zich het desbetreffende deeltje zich bevind uitschrijft in termen van de basis van eigenvectoren van je operator, is de norm in het kwadraat van de coefficient van een eigenvector gelijk aan de kans om de eigenwaarde te meten die bij de desbetreffende eigenvector hoort.

Voorbeeld: Stel je hebt een algemene spin toestand X geschreven in de basis van eigenvectoren van je Sz operator. De eigenvectoren van de Sz operator zijn precies de spin up en spin down toestanden, met eigenwaarden respectievelijk h/2 en -h/2. Dus geldt dat:

X = a X+ + bX-.

Hieruit kan je zien dat de kans om h/2 te meten gelijk is aan |a|2 en de kans om -h/2 te meten gelijk is aan |b|2 met natuurlijk |a|2 + |b|2 = 1.

[ Bericht 5% gewijzigd door Pietjuh op 10-03-2005 10:34:22 ]
"If i think, it all seems absurd to me; if i feel, it all seems strange; if i desire, he who desires is something inside of me." Fernando Pessoa - The Book of Disquiet
Wandelen in Noorwegen
pi_25458329
Mja, dat was idd een beetje slordig Het gaat hier om eigenfunctie's en eigenwaarden.

Nog maar es een subtiel schopje. De schrodingervergelijking werkt met scalar-functies, dat wil zeggen: functies die onveranderlijk blijven na een "rotatie". Maar hoe kun je zoiets als spin daarmee beschrijven? Want die spin heeft een richting, en is weldegelijk rotatie-afhankelijk.
En als je goed naar de Schrodingervergelijking kijkt, zie je dat dat ding niet relativistisch kan zijn: je kunt er geen 4-vectoren mee beschrijven, want de ordes van de afgeleides zijn voor de plaats en tijd verschillend.

Conclusie: de Schrodingervergelijking geldt alleen voor spinloze, niet relativistische deeltjes. Meneer Klein en meneer Gordon hadden dit ook door, en hebben de zogenaamde relativistische vergelijking opgesteld, de Klein-Gordon vergelijking. Schrodinger had dit ook gedaan, maar aarzelde net te lang om dit te publiceren.
En dan die spin: daar heeft Dirac zich over gebogen, en kwam uiteindelijk met de befaamde Diracvergelijking, de vergelijking die antimaterie introduceerde. Want de Dirac-vergelijking kent ook negatieve oplossingen.
abonnement Unibet Coolblue Bitvavo
Forum Opties
Forumhop:
Hop naar:
(afkorting, bv 'KLB')