"Al smeer je me van top tot teen in met bosbessenjam, van mijn eigengekweekte asperges blijf je af!" zei mijn corpulente tante Alberta altijd, en pas vele jaren later kwam ik er achter dat ze daar gelijk in bleek te hebben want in tegenstelling tot mijn beste vriend Bram had ik op 3 mei 1997 wél zin in een lekkere boterham: volkorenbruin, rijk besmeerd met dikke goudgele vette boter, een verse plak boerenkaas en tuinkers zoals alleen mijn moeder zaliger ze kon maken wanneer ze tenminste geen last had van de maandelijkse migraine die ze soms drie keer per week had, vreemd genoeg nooit op vrijdagmiddag en wanneer The Bold And The Beautiful op televisie was; een serie waar ze dagelijks met veel plezier naar keek al was het alleen al vanwege de grote diepbruine donkere ogen van Rich, de man waarvan zij stiekem hoopte dat hij ooit in zijn privévliegtuigje zou stappen en linea recta naar Nederland zou vliegen om in het aspergetuintje van mijn tante Alberta te landen en haar zou omhelzen zoals zij nog nooit door iemand vastgehouden was; zelfs niet door haar man, mijn vader, een hard werkende man die helaas zijn hele leven niets anders gedaan had dan hard werken en nóg harder werken en daar op zijn sterfbed zijn spijt over betuigde: "Oh mijn zoon, wees niet zoals ik. Durf te leven, leef iedere dag alsof het je laatste is en geniet!", dat heb ik goed in mijn oren geknoopt en al denkend aan mijn tante Alberta hoop ik deze boodschap dan ook aan anderen door te geven als ware het het estafettestokje des levens: de sleutel tot geluk.