Voor hen die gerechten eten die niet van Nederlandse origine zijn (en dat zijn ze eigenlijk bijna allemaal) hier een verklarende woordenlijst. Dan weet je wat je in de gerechten doet of wat je nou eigenlijk precies bestelt in het restaurant
Woord (uitspraak) = betekenis en uitleg.
Ik trap af met Indische woordenlijst voor veel voorkomende gerechten, of ingredienten daarvan (mochten er nog andere woorden zijn of heb je aanvullingen.. graag!
![]()
:
Verklarende woordenlijst voor indische gerechtenCumi cumi (tjoemi tjoemi) = pijlstaartinktvis
Ajam = kip
Asem = tamarinde
Babi = varken
Bawang merah = chalotje (letterlijk: ui rood)
Bawang putih (bawang poetie) = knoflook (letterlijk: ui wit)
Djahé = gember; het poeder geeft een sterkere smaak aan gerechten dan verse gember; daarom gebruikt men voor de indonesische keuken bijna altijd het poeder en niet de verse wortel.
Djinten = komijn, word altijd gemalen toegevoegd.
Goreng = gebakken
Gula Jawa (goela Djawa) = Javaanse suiker; gemaakt van suikerriet. Kan eventueel vervangen worden door gewone suiker.
Kambing = geit
Katjang = pinda
Ketoembar = koriander
Koening = geel
Koenjit = geelwortel of kurkuma; familie van de gember.
Laos = wortelstok van de galanga. Kan in poedervorm gebruikt worden, maar de stronkjes verdienen de voorkeur.
Lombok = spaanse peper; de rode is heter dan de groene.
Nasi = gekookt rijst; in het bahasa indonesia bestaan er een aantal woorden voor rijst; ongekookte rijst is bv. 'bras'
Salam = gedroogd Laurierblad; de indische Laurier is donkerder van kleur en iets anders van smaak dan de Europesche versie, maar kan in een noodgeval daardoor vervangen worden.
Santen = geraspt en gemalen kokosvlees; klapper=kokosnoot
Sereh = citronellagras
Tolor = ei
Trassi = gemalen garnalen pasta
Udang = garnalen
Too many men / There's too many people / Making too many problems / And not much love to go round / Can't you see This is a land of confusion - Genesis