Is dat niet een beetje een 'ontoepasselijke' kleurencombinatie voor een Heerenveen-trainer?quote:Blauw met geel, die sjaal.
			
			
			
			
			
			
			
			Meniequote:Op dinsdag 7 december 2004 14:48 schreef Sloggi het volgende:
Mooie column, maar wat ik me nou al de hele week afvraag: what the heck is menie?
			
			
			
			Ahaquote:Op woensdag 8 december 2004 15:18 schreef SCH het volgende:
[..]
Menie
menie. Roestwerende oranje verfstof of grondverf voor ijzer en staal. ... Hierna moet
het ijzer Ter voorkoming van roestvorming 2 maal met menie geschilderd worden. ...
www.kunstbus.nl/verklaringen/menie.html - 7k - In cache - Gelijkwaardige pagina's
			
			
			
			
			
			
			
			quote:DE NIEUWE OOGST IS NOG MAGER
Bij de start van dit voetbalseizoen waren er liefst negen clubs in de eredivisie met een nieuwe trainer. Dit is dus de helft. Het is een opmerkelijk aantal. Nu het seizoen bijna halverwege is, kan je al concluderen dat de meeste teams met de trainerswissel nauwelijks succes hebben gehad. De nieuwe oogst is dan ook magertjes.
In Den Haag werd een nieuwe man aangesteld, nadat Rinus Israël vorig jaar naar het Verre Oosten toog en Lex Schoenmaker het seizoen afmaakte. Schoenmaker kende een prima tweede seizoenshelft met ADO, waarin men toch vrij eenvoudig veilig bleef. Schoenmaker mocht echter niet aanblijven en Frans Adelaar nam het over. Adelaar was ooit vrij succesvol bij FC Utrecht, werd daarna het slachtoffer van politieke spelletjes in Griekenland en promoveerde verrassend via de nacompetitie met De Graafschap. Hij trof echter een kwantitatief kleine selectie aan, die kwalitatief ook aangevuld moest worden. ADO draait dan ook nog niet zo goed, terwijl het voetbal onder Schoenmaker vaak beter was. Als de club dit jaar de nacompetitie ontloopt, doet Adelaar het goed, maar heeft men nog geen verdere stap richting een stabiele eredivisieclub kunnen zetten.
De promovendi FC Den Bosch en De Graafschap ruilden hun trainers ook in. Respectievelijk Gert Kruys en Frans Adelaar vertrokken, Henk Wisman en Gert Kruys kwamen. Kruys verruilde dus de ene promovendus voor de andere. Beiden hebben te maken met een magere selectie. Den Bosch heeft nog enkele jonge spelers met perspectief, De Graafschap heeft zelfs die niet. Lijfsbehoud, al dan niet via de nacompetitie, is de doelstelling van beide clubs en daar moeten de coaches straks op afgerekend worden. Het ontlopen van de nacompetitie zou zelfs een wereldprestatie zijn. In deze regionen mag je geen wonderen verwachten en de vorige trainers zullen het vermoedelijk niet beter gedaan hebben.
Feyenoord verruilde de nuchtere Bert van Marwijk na jaren van wisselend succes voor Ruud Gullit, die vooral teert op zijn grote naam als voetballer. De prijs die Gullit met Chelsea pakte, hadden u en ik met dergelijk materiaal ook nog wel binnen kunnen halen. De trainer Gullit is een onbeschreven blad en nog lang geen topper. Men jubelde bij zijn komst en de competitiestart deed even denken dat Gullit Feyenoord inderdaad sterker liet spelen. Inmiddels zakte men af naar de plaats die men onder Van Marwijk ook innam en rijzen de eerste twijfels over Gullits tactisch inzicht. Bovendien legt hij de verantwoordelijkheid in de media wel erg snel bij de spelers, die dan weer “irritant veel” ballen verliezen en dan weer verkeerde schoenen dragen.
De kroonprins van het trainersgilde, Robert Maaskant, besteeg dit jaar de troon in Tilburg. Met Willem II moet hij weer eens langdurig meestrijden om Europees voetbal, maar de Tilburgers zijn nog net zo wisselvallig als de afgelopen jaren en presenteren zich met name tegen de topclubs nog veel te lief. Daar veranderde zelfs de komst van Amsterdamse binkies Kreek en Reuser nog niet veel aan. Toch is de hand van Maaskant af en toe wel zichtbaar. Het is ook weer rustig binnen de club, wat scheelt.
De stoel van Maaskant in Roosendaal werd ingenomen door Jan van Dijk, die bij zijn komst aanvallender voetbal tegen een vergelijkbaar resultaat predikte, maar inmiddels één na laatste staat. Hij kan zich verschuilen achter een blessuregolf, maar de vraag is gerechtvaardigd of hij niet had moeten voortborduren op het realistischer en behoudender strijdplan dat Maaskant had ingeslepen.
In Waalwijk en Enschede stelde men een “rookie” aan. Zowel Erwin Koeman als Rini Coolen begon na een periode als assistent voor het eerst als hoofdtrainer. Beiden zagen hun selectie flink veranderen, waarbij in beide gevallen vooral veel beloftevolle jongeren overbleven. RKC en Twente presteren dan ook minder dan vorig seizoen. Erwin Koeman moest de uiterst succesvolle Martin Jol opvolgen en toont zich een nuchtere praktijkjongen zonder poespas. Rini Coolen komt in de media niet zo sterk over en lijkt bij de meeste fans zijn krediet al verspeeld te hebben. Ook hier kan je stellen dat de nieuwe coaches nog weinig succes brachten.
De enige club die zich echt verbeterd lijkt te hebben is Heerenveen. Jarenlang stond Foppe de Haan aan het roer bij de Friezen. Foppe had succes, maar zijn manier van werken was op het laatst wat al te vastgeroest, bekend en misschien wel beklemmend. Onder Verbeek oogt de ploeg bij tijd en wijle frivoler, terwijl er toch veel jongere en onervaren krachten in spelen. Verbeek schroomt niet om zich langs de lijn te vertonen en dan een arbiter de waarheid te zeggen. Hij herhaalt het indien nodig ook nog voor de camera. Heerenveen lijkt bovendien ook veel zekerder in uitduels, iets wat onmiskenbaar de invloed van Verbeek moet zijn. De conclusie mag dan ook luiden dat Gert-Jan Verbeek niet alleen een aanwinst voor de eredivisie is, maar dat hij ook de enige trainer is die zijn ploeg echt vooruit lijkt te helpen. Dat heeft die dekselse Riemer van der Velde dan toch maar weer mooi voor elkaar!
			
			
			
			
			
			
			
			
			
			
			
			
			
			
			
			quote:Rafael Ferdinand van der Vaart, fenomeen?
Wie pakweg drie jaar geleden een wedstrijd van Ajax mocht aanschouwen, was al snel onder de indruk van een kleine, gedrongen linkspoot op het middenveld. Subtiele passes, fraaie technische staaltjes, een goed inzicht en scorend vermogen waren de kenmerken van de lieveling van het Amsterdamse publiek. Het ging snel met de voormalige kampbewoner. Zijn status werd die van een filmster en kenners verdrongen zich om hem te roemen. Waar iemand als Danny Blind ooit als cultuurdrager gezien werd, daar werd Rafael hoopdrager. Van het complete vaderlandse voetbal, zo leek het.
Na zijn stormachtige entree hield Van der Vaart zijn niveau lang vast. Het leek een kwestie van tijd voor hij zou tekenen bij een Spaans instituut voor hogere voetbalkunst, zoals Barcelona of Real Madrid. Wellicht zou hij zelfs, in navolging van iemand als Cantona, Engeland gaan veroveren. Hoe anders is het nu met Rafael Ferdinand van der Vaart.
De problemen begonnen eigenlijk vanaf de start van het seizoen 2003/2004, toen Rafael zijn “Midas touch” kwijt leek te zijn. Het meest ongrijpbare fenomeen van het weledele voetbalspel kreeg vat op Rafael: vorm. Het was geen positieve vat, nee, Rafael raakte uit vorm. Zijn hakjes werden ineens als storend ervaren, zijn pogingen troffen steeds vaker geen doel en randzaken begonnen zijn voetbalprestaties te overschaduwen. Zijn relatie met “presentatrice / actrice” Sylvie Meis werd breed uitgemeten en de eerste openlijke kritiek kwam. Rafael zou niet als pure prof leven, weinig scherp trainen en daardoor sneller geveld worden door allerlei blessures.
Voor het eerst werd ook zijn gebrekkige loopvermogen als een probleem ervaren, in een wereld waarin middenvelders haast wel dynamisch moeten zijn. Rafael was minder dwingend dan in zijn beginperiode en ontwikkelde zich, misschien wel ongewild, tot een momentenvoetballer. Zo iemand waarvan de brille slechts spaarzaam te zien is. Een klein fonkelend sterretje. In de nationale voetbalcompetitie bleef Rafael op basis van zijn geniale momenten nog wel van waarde. Wie herinnert zich niet de manier waarop hij Feyenoord velde?
Europees verzoop hij echter. De lopers van subtoppers als Club Brugge en Celta de Vigo waren in de Champions League te zware opponenten voor Rafael, om maar te zwijgen van de pure toppers van Juventus, AC Milan en Bayern München. In Ajax’ succesvolste Champions League-campagne, die van 2002/2003, speelde Rafael ook nauwelijks een onderscheidende rol. Slechts uit in Lyon scoorde hij en was hij van belang. Hij moest toezien hoe teammaats als Trabelsi, Ibrahimovic, Van der Meyde, Pienaar, Chivu en Maxwell wel regelmatig boven zichzelf uitstegen en zelfs constateren dat een jonkie als Nigel de Jong meer indruk raakte. Sterker nog, matige werkpaarden als Yakubu en Pasanen waren belangrijker dan sierpaard Rafael. Ook dit seizoen kon hij zijn stempel in Europese duels nimmer drukken.
Tijdens dit seizoen regen de dieptepunten zich aaneen. Rafael toonde zich een beetje een jankerd, toen Zlatan Ibrahimovic hem bij Zweden – Nederland onopzettelijk blesseerde. Zlatan, iemand die koste wat kost wel wilde winnen en overleven. Iemand waar Rafael een voorbeeld aan kan nemen. Tijdens het uitduel bij ADO Den Haag liet Rafael de spreekkoren richting zijn vriendin de overhand nemen boven de zwakke prestatie van Ajax zelf en vorige week woensdag kwam er een nieuw dieptepunt bij: Van der Vaart zat op de bank bij Ajax – Bayern München, omdat hij zich niet kon vinden in een rol hangend op links.
Van der Vaart had daar moeten spelen. Een aanvoerder doet wat hem gevraagd wordt. Wereldtoppers als Zidane en Ronaldinho spelen in het belang van hun club ook regelmatig vanaf links. De geniale spelmaker Deco speelt bij Barcelona controlerend als het moet. Het zijn die spelers waarmee Van der Vaart nog niet lang geleden werd vergeleken, maar die inmiddels ver uit zijn zicht zijn verdwenen. Rafael had zijn verantwoordelijkheid moeten nemen en een goede pot moeten spelen. Eindelijk eens beslissend zijn. Hij kreeg de vrijheid naar binnen te komen, want het was een hangende rol. Hij weigerde echter en is nu aanvoerder af.
Zo is de man die het seizoen nog hoopvol begon en harder werkte dan ooit om meer in het spel betrokken te worden, inmiddels in een benarde situatie beland. Rafael wordt al lang niet meer gezien als beste speler van Ajax, laat staan als beste speler in de vaderlandse competitie. Nuchtere werkers als Kuijt en Van Bommel zijn hem al lang gepasseerd. Als Rafael niet snel beseft dat het vijf voor twaalf is, loopt zijn loopbaan spaak en strandt hij als momentenvoetballer in de Nederlandse eredivisie. Of nog erger: in de anonimiteit van de Engelse of Spaanse middenmoot.
Nog niet lang geleden verscheen Rafaels biografie, getiteld “Rafael Ferdinand van der Vaart, fenomeen.” Het leek toen al een opportunistische titel voor iemand die feitelijk nog aan het begin van zijn loopbaan stond. Het is nu aan Rafael zelf om te voorkomen dat zijn biografie nu al min of meer compleet is en meer wordt dan een boek met een paar fraaie openingshoofdstukken, maar een bedroevend einde. Het zal een zware klus worden, waarvan ik me afvraag of Rafael van der Vaart die kan klaren.
			
			
			
			
			
			
			
			
			
			
			
			
			
			
			
			| Forum Opties | |
|---|---|
| Forumhop: | |
| Hop naar: | |