Intervieuw Rintje Ritsma in de Sportweek:
'Ik denk heel vaak: dat kan ik zelf beter'
Een jaar geleden brak hij zijn been. Foutje bij het kitesurfen. Nu aast hij
op een geweldige comeback, want néé, van een Rintje Ritsma (34) zijn we niet
zomaar af. Is wel de vraag: waarom moet hij nog zo nodig?
Door Manon Colson en Robert Heukels (Sportweek)
'Ik ben iemand die áls hij ten onder gaat, dat strijdend doet. En niet door
zo'n blessure'
'Ervaring is ook een handicap. Je neemt ballast mee. Onbevangen zijn is soms
beter, je hebt dan geen idee, gaat gewoon lekker schaatsen'
Heb je het nog gedaan?
"Absoluut. Gisteren nog. Het waait lekker deze zomer."
Je breekt je been in de zomer van 2003 bij het kitesurfen, verpest daarmee
een schaatsseizoen, maar denkt een jaar later: hoppakee, daar gaan we weer.
"Ja. En zonder zorgen. Toevallig zag ik net in mijn agenda dat het 15
augustus een jaar geleden was dat het gebeurde. Voor de rest ben ik er niet
zo mee bezig. Vlak nadat ik mijn been brak, had ik al zoiets van: pech
gehad. Meer is het niet. Als je alles moet laten wat je leuk vindt, waar
trek je dan de grens? Fietsen neemt ook risico's met zich mee, autoracen is
ook gevaarlijk. Ik moet wel toegeven dat er met kitesurfen vrij veel
ongelukken gebeuren. Maar meestal doordat er beginnersfouten worden gemaakt.
Ik ben vrij ervaren."
Dat merkten we vorig jaar.
"Ha! Ik was al in de fase van de trucjes, kun je nagaan. Het is wél een
veelvoorkomende blessure bij het surfen. Je draait veel, er staat door de
wind een enorme kracht op. Dit jaar was het voor mij, toen ik weer op het
water stond, ook wel een beetje onwennig, moet ik zeggen. Dat was in mei,
toen hing ik al weer aan de vlieger."
Je vertelt het wel zo stoer, maar wat vindt TVM, jouw sponsor, daar nou van?
"Arjen Bos? Die zei: 'Als je weer wilt kiten, ga gerust.' Hij weet dat ik er
heel gelukkig van kan worden."
Gelukkig?
"Ja, echt heel gelukkig. Man, dat gevoel als je het water afkomt, dat is
puur geluk. Al wat je om je heen hebt gezien is water. Je hebt alleen daar
aan hoeven denken. Onbeschrijflijk. Arjen weet dat ik dat nodig heb. Om me
op te laden, weer fris te worden. Van alleen schaatsen word ik doodmoe, dat
is me veel te eentonig."
Het jaar dat achter je ligt, hoe was dat voor je?
"Het is me tegengevallen. Ik had nog nooit een blessure gehad. Ik dacht:
ach, beenbreuk, zes á zeven weken en dan sta ik er weer. Of nou ja, eerst
een beetje belasten en dan verder. Ik ging onmiddellijk rekenen: eerst dit,
dan dat, komt goed. Maar dan lig je daar, op je bed, en je ziet dat been
meteen al slinken. Er blijft niks van over. Ik heb gelezen dat als je 24 uur
een spier niet belast hij al slinkt, nou, dat klopt dus. Ik dacht destijds:
als die poot maar zo snel mogelijk heelt. Maar daar gaat dus een jaartje
overheen."
We hebben verbaasd naar je gekeken. Je stond al zo snel weer op het ijs,
probeerde van alles nog te halen, waarom?
"Schaatsen was goed voor mijn revalidatie. Het versterkt je balans. Ik had
in mijn hoofd: ik kijk wat ik nog kan doen en als het niet lukt, heeft dat
een oorzaak. Ik had er vrede mee."
De buitenwereld wachtte op een Ritsma-wonder. Was een mooi verhaal geweest:
kijk die oude held weer eens opstaan.
"Ach, daar trek ik me nooit zoveel van aan. Wat anderen van me willen, zal
me worst zijn. Daar kun je alleen maar last van hebben."
Je bent 34, je had kunnen zeggen: mooi moment om te stoppen.
"O nee. Na die breuk miste ik het schaatsen al heel snel. Ik wilde de baan
op. Ik moet wel zeggen dat het me verraste hoe moeilijk het is alles terug
te krijgen. Als ik zie hoeveel uren ik erin moest stoppen om fysiek maar een
heel klein beetje verder te komen.
"Maar ik had er absoluut geen goed gevoel bij om te zeggen: het was mooi, ik
stop. Ik ben iemand die áls hij ten onder gaat, dat strijdend doet. En niet
door zo'n blessure. Bovendien, ik ben met deze ploeg een weg ingeslagen en
die weg heb ik nog niet afgelegd. Ik ben niet klaar. Pas als dat zo is, kan
ik aan stoppen denken."
Toon Gerbrands zocht een half jaar geleden een routinier voor DSB. Waarom
ging je niet?
"Ik ben nooit benaderd. Ik heb geen aanbiedingen gehad. Van niemand."
Dat is ook triest.
"Welnee. Voor mij was TVM een zekerheid. We verlengen weliswaar iedere keer
het contract met slechts een jaar, maar dat is omdat ik dat zo wil. Heb ik
altijd zo gedaan, de laatste jaren. Als ze me zat zijn, kunnen ze van me af
en als ik hen zat ben, kan ik weg. Ik ben niet echt een man van zekerheden."
Je bent wel trouw.
"Ja, ik ga niet zomaar weg bij TVM. Het is toch de opvolger van Sanex
geweest, mijn hart ligt er. Ik heb het naar mijn zin, ze zijn goed voor me,
ze zeggen: 'Joh, blijf lekker kiten.' Iedere keer heb ik dus ook de intentie
door te gaan bij die ploeg. Ik wil sowieso nooit stoppen in de zomer, ik heb
dan altijd wel zin om door te gaan. Als ik beslis om te kappen, zal het in
de winter zijn. Dan baal ik er zo van als het niet wil, dan stop ik er
meteen mee. Daar ben ik echt het type voor: 'Zo jongens, het is mooi
geweest, ik heb geen zin om zomaar mijn rondjes te rijden, bladvulling te
zijn. Dag allemaal.'"
Wat wil je nog? In april, toen je bijtekende, zei je 'hartstikke ambitieus'
te zijn. Niet een beetje, nee, hartstikke.
"Ja. Het niveau ligt momenteel zo hoog, voor mij is het een uitdaging daar
nog bij te komen. Als ik de pr's ga rijden zoals ik ooit deed in Heerenveen,
kan ik dat."
Dat zijn wel oude pr's.
"Die zijn belegen, dat weet ik. Maar dat komt puur omdat ik op hooglandbanen
niet goed presteer. En op laaglandbanen pr's rijden is het moeilijkst. De
grote toernooien zijn meestal toch op hooglandbanen en ik bén een
toernooirijder. Met het mes tussen de tanden, dat is het mooist. Maar goed,
ik wéét dat mijn pr's niet scherp staan. Zeker die van de vijf kilometer kan
ik nog flink aanscherpen."
Maar jij denkt dus: bij de echte top sluit ik aan. Is zelfs winnen voor jou
nog een optie?
"Absoluut. Ik ga van start om te winnen. Moet ik gewoon goed zijn, beter dan
de rest. Het moet kloppen met schaatsen, het is puur een technisch verhaal.
Fysiek zit iedereen dicht bij elkaar. In de subtop lopen zelfs gasten met
een betere conditie dan van de winnaars. Alles draait om effectiviteit. Ik
heb mezelf ook wel eens ingegraven in het ijs als het ware, was ik té sterk.
Had ik teveel naar de kracht gekeken."
Jij met jouw ervaring moet nu toch wel als beste weten hoe je de
effectiviteit op een maximale manier bereikt?
"Ervaring is ook een handicap. Je neemt ballast mee. Onbevangen zijn is soms
beter, je hebt dan geen idee, gaat gewoon lekker schaatsen. Ik weet nu veel
meer over mijn hartslag, techniek, training. Ga je op alles zitten letten.
Ik weet alles van mijn materiaal, maar wat heeft het me gebracht? Ik heb
negen paar schaatsen gehad in de laatste jaren, daar ontzettend mee zitten
klooien. Dat was niet bevorderlijk. Mensen die jarenlang op dezelfde
schaatsen rijden, worden beter. Ik ben niet beter geworden."
Wat een raar verhaal. Hoe kan dat nou?
"Het materiaal waar ik op stond, hield het niet lang vol. Kun je vragen:
waarom stond je er dan op? Ik heb keuze genoeg gehad, om voor ander
materiaal te kiezen. Wilde ik niet. Ik houd van een schoen waar leven in
zit, niet zo'n keihard ding. Nadeel van een levendige schoen: hij vervormt.
Dus daarom zat ik altijd maar te sleutelen en te zoeken. Een halve
millimeter zus of zo kan het verschil maken."
Je bent van een vrolijke, onbezorgde, blozende jongeman een ernstige prof
geworden in de loop der jaren.
"Ik ben veel meer een perfectionist geworden. En daar voel ik me happy bij.
Het remt soms af, al die kennis, maar het heeft me óók een hoop prijzen
bezorgd. Het is toch niet tegen te houden, dat proces. Wie jong is moet het
ook als vanzelf laten gaan, je hebt dat talent, daar drijf je op. Maar
daarna moet je uitbouwen en ontwikkelen."
Heb je de Zomerspelen gevolgd?
"Behoorlijk veel van gezien, ja."
Herken je jezelf in Pieter van den Hoogenband? Ook zo'n jong blij talent die
niets te gek was en nu met horten en stoten groot wordt in een wereld vol
aandacht. Het is een proces van afsluiten en je dan weer langzaam
openstellen?
"Nou, toen ik destijds commercieel ging, gebeurde er wel wat met me. Er werd
zo veel tegen mij aan geschopt, door de bond met name, er was zoveel gedoe,
dat ik dacht: even schijt aan iedereen.
"Je wordt ouder, je wordt gevormd door je sport. Je gaat nadenken, het
onbevangene verdwijnt. Ik heb me daar altijd goed onder gevoeld,
uiteindelijk schaats ik voor mezelf. Niet voor de buitenwereld. Dat veel
mensen ervan genieten, is mooi meegenomen, maar niet het hoofddoel. Ik
schaats ook niet om de persoon Rintje zo goed mogelijk naar buiten te laten
komen."
Je vroeg op een gegeven moment 5.000 gulden voor interviews, dat ging wel
ver.
"Nee, dat is onzin. Als een interview over sport ging, zei ik gewoon ja. Als
mensen urenlang fotoshoots wilden doen voor een niet-sportblad, werd het
anders. Het ging me niet om het geld, het was pure zelfbescherming. In die
tijd moest ik zoveel commerciële dingen doen, ik bleef maar opdraven. Het
werd zelfs zwaar om trainingen in te plannen. Soms was ik dolblij dat ik in
het buitenland zat. Even geen verplichtingen. Kreeg ik het benauwd als ik
naar Nederland kwam voor twee weken, daar zag ik dan gewoon tegenop. Dan
werd alles in die veertien dagen gepropt. Nergens anders tijd voor. Wilde ik
wat leuks doen? Kon niet. Ik rende achter mezelf aan. Mijn natuur is: ach
ja, doe maar, is goed, oké. Maar als Patrick, mijn manager, belde met: dit
en dat en zus en zo, Rint, je moet daar en daar heen, mijn God, dat vond ik
best erg af en toe. Ik heb het nu vooral over mijn Sanex-periode. In die
tijd had ik ook meerdere kleine sponsorcontracten en in al die contracten
stonden dagdelen. Dat houdt in: iemand wil je sponsoren, maar vraagt er
halve dagen van jou voor terug. Moet je ergens opdraven. Er was eens een
bedrijf dat 15 dagdelen per jaar wilde. Toen heb ik gezegd: 'Sorry, doe maar
de helft.' Soms moet je dan ook je minder leuke kanten naar voren laten
komen. Dat is niet tegen te houden."
Dat is het proces van Van den Hoogenband nu. Hoe kwam jij er uit?
"Ik ben nu rustiger. Achteraf moet ik eerlijk zeggen dat het meer 'het idee'
was. Het was de gedachte van 'o jee, het is zo veel' waar ik last van had,
terwijl het achteraf vaak mee viel. Ik zou er nu ook anders mee omgaan. Meer
nee zeggen als het me niet bevalt en me er minder druk over maken. Toen kon
ik zo moeilijk nee zeggen, maar voelde veel als een verplichting. Daar word
je niet prettiger van."
Dus met Pieter komt het wel goed.
"Voorlopig niet, hahaha! Die wordt de komende periode wel gek, denk ik. Hij
heeft natuurlijk ook zo'n karakteristieke kop, daar kun je veel mee doen.
Nee, Pieter krijgt het juist nu druk. Maar hij moet ook denken: je plukt er
wel de vruchten van. Dat heb ik me altijd beseft. Ik voelde altijd: ik moet
wél wat doen voor Sanex, het moet van twee kanten komen."
Heb je nu zelf nog een olympische droom? Of vind je het nog steeds zo'n
overschat fenomeen?
"O nee, nee, ik vind het als sportevenement zeker niet overschat, het is
juist mooi. Maar ik vind de dingen eromheen zo'n flauwekul. Dat gezever over
wie de vlag draagt. Een beetje overdreven, niet?"
Er komt een olympische ploegenachtervolging, zie daar: jouw laatste ultieme
kans op goud.
"O? Wist ik niet eens. Heb ik dus nog niet over nagedacht. Ik ben ook niet
zo gefocust op goud. Je moet realistisch zijn, ik ben niet genoeg een
specialist, ik ben te veel een allrounder. Vaak genoeg geprobeerd, dat
specialiseren, nooit gelukt."
Je hebt er nu even twintig seconden over na kunnen denken. Die
ploegenachtervolging, is dat wat voor jou?
"Leuk om te doen, maar dé droom op olympisch goud? Nee. Als ik goud haal,
wil ik dat voor mij alleen. Als ik goud haal in een ploeg is dat 'leuk voor
erbij'. Ik ben wat dat betreft een individuele sporter in hart en nieren. Ik
baal er altijd van afhankelijk van anderen te zijn. Had ik op school al, bij
volleybalpotjes. Als ik fouten maakte, baalde ik extra voor de anderen.
Liever baal ik alleen voor mezelf."
Ja, en als dan die Uytdehaage jouw tempo niet bij kan benen.
"Haha, precies! Nee, even serieus, ik kan goed samenwerken, maar afhankelijk
zijn van prestaties van anderen staat me tegen. Ik denk heel vaak: dat kan
ik zelf beter."
Over beter worden. Je zult toch nogal wat moeten doen om de absolute top
weer te bereiken. Kan dat nog, als 34-jarige? Ze rijden zó hard
tegenwoordig.
"Het lichaam wordt pas minder als je 36, 37 bent. Ik voel me lichamelijk
fit, er is niks meer aan de hand. De concurrentie is moordend, dat wel,
kwalificeren is op alle fronten lastig en dan heb je ook nog die twee
Amerikanen er nu bij. Maar ik denk dat de top haalbaar blijft, dat moet
gewoon. Als thuisblijver heb ik flink zitten te balen toen ze allemaal zo
hard gingen op die prachtige banen. Maar ik weet: een seizoen op het klote
ijs van buitenbanen en de tijden worden al een stuk minder indrukwekkend.
Dan lijkt het niveau al snel wat minder hard te stijgen. Ik focus me niet op
anderen, ik volg het wél. Maar ik schrik niet van hun tijden. Ik lig er
absoluut niet wakker van."
Dus we mogen kritisch op je zijn in het volgende seizoen?
"Dat mag altijd. Zeker als het om prestaties gaat. Ik heb in de zomer echt
mijn best gedaan, hoor. Hard gewerkt."
En daarna?
"Stel dat het goed gaat, wie weet plak ik er dan nog wel een jaar aan vast.
Gaan we een poging wagen voor nog een Olympische Spelen. Als ik ook maar
ergens denk: hé, dit kan beter, dan zal ik er voor gaan. Grenzen verleggen,
dat is wat ik wil, dat is waarom ik nog steeds schaats. In 1996, 1997
begonnen ze al: wanneer stop je nou? Maakte ik me wel eens druk over. Hoezo,
wat was dat nou voor een vraag, waarom moest ik stoppen? Nu kan ik het me
voorstellen dat jullie me de vraag stellen. Het antwoord is: het zal geen
jaren meer duren. Je kunt niet altijd als topsporter blijven leven, dat weet
ik ook wel. Hoeft ook niet. De aandacht zal ik niet missen, daar ben ik niet
echt het type voor."
Zullen we nog wat drinken, op een mooi seizoen?
"Nee. Ik moet snel het water op. Surfen, jongens. Het waait."
Kader
Ritsma over.
De rol van Kemkers
"Gerard heeft een controlerende rol voor mij. Hij heeft een heel andere
technische insteek dan ik gewend was. Hij staat dus voor verandering en dat
is de weg waar we beide vertrouwen in hebben. Ik bleef een paar jaar een
beetje hangen, dat merkte ik, en ik weet dat kleine veranderingen tot vele
seconden winst kunnen leiden. Er zitten nu veel dingen van Gerard in mijn
aanpak. Hij wil dat ik top ga rijden. Lukt dat, dan is het een geslaagd
traject geweest."
De rol van Team TVM
"We werken extreem als team. Voorheen was ik helemaal op mezelf aangewezen.
Ik kijk veel naar de anderen: hoe bewegen ze, waarom schaatsen ze zo snel.
Erg boeiend."