Met uitzondering van 1912 stond baanwielrennen altijd op het Olympisch programma. Pas in 1988 werd de sprint als eerste baanonderdeel voor vrouwen toegevoegd. Nederland was met zes gouden, dertien zilveren en zes bronzen medailles zeer succesvol in deze wielrendiscipline. Een groot deel van die medailles werd van 1920 tot en met 1936 behaald, maar ook in latere jaren bleven Nederlandse baanwielrenners succesvol. De laatste was Leontien Zijlaard-Van Moorsel, die in Sydney 2000 goud en zilver veroverde. Op de weg wist zij daar nog twee gouden medailles aan toe te voegen.
Nederlandse baanrenners konden zich alleen in 2004 voor Athene kwalificeren, via een aantal wereldbekerwedstrijden of het WK in mei.
programmaHet Olympic Velodrome is zes dagen lang de thuisbasis van de baanwielrenners. Zij beginnen op vrijdag 20 augustus. Dan zijn ook al direct de eerste medailles te verdienen. Uiteindelijk worden woensdag 25 augustus de laatste onderdelen afgerond.
Nederlandse deelnemers:
Jan Bos - teamsprint
Theo Bos - teamsprint, sprint, keirin en 1-km
Levi Heimans - ploeg- en individuele achtervolging
Yvonne Hijgenaar - 500 meter en sprint
Jens Mouris - ploeg- en individuele achtervolging
Teun Mulder - teamsprint, sprint, keirin en 1-km
Peter Schep - ploegachtervolging
Robbert Slippens - koppelkoers
Danny Stam - koppelkoers
Jeroen Straathof - ploegachtervolging
Adrie Visser - puntenkoers
Leontien Zijlaard-v. Moorsel - individuele achtervolging