quote:
Op vrijdag 16 juli 2004 08:53 schreef Ceriel het volgende:
Maar goed. Bløf heeft ook wel degelijk op een concretere manier mooie teksten gemaakt.
Ik zou het bijvoorbeeld knap vinden als je een Liefs Uit Londen op dezelfde manier treffend 'onderuit' weet te halen.
"Liefs uit Londen" is inderdaad een betere tekst, althans het eerste gedeelte, want het onderwerp is kleiner - al vind ik het bepaald geen mooie tekst, laat staan een diepe of bewonderenswaardige.
Ook dit nummer ontleent een deel van zijn aantrekkelijkheid aan het feit dat er een aantal plaatsnamen in voorkomt die iedereen wel kent. Barcelona (in het nummer met CC), Londen, Lissabon, Moskou, het zijn de allerverschrikkelijkste cliche-steden die je je maar kunt voorstellen. Geen onbekende plaatsnamen natuurlijk, want dat klinkt een stuk minder interessant en herkenbaar, en dan snapt 'het grote publiek' het niet meer.
Het suggereert wereldburgerschap, in dit geval niet van de 'ik', maar van degene die in dit nummer bezongen wordt, maar het is niet meer dan interessantdoenerij. Ik moet ook denken aan dat nummer van Klein Orkest, "Over de Muur", waarin de Kuerfuerstendamm en Unter den Linden zonder enige reden genoemd worden, alleen om een illusie van 'sfeer' te creeeren.
Bij mij wekt het alleen ergernis op omdat het zo oppervlakkig is om alleen de allerbekendste steden/locaties te noemen.
Maar goed, het nummer dus.
Overbodigheid kenmerkt de eerste twee strofes. In feite zegt de ik alleen: "ik ken alleen mijn eigen stad", de rest illustreert dit maar voegt niets nieuws toe. Hier gelukkig geen alliteraties, geen binnenrijm of wat dan ook. Dat scheelt al een stuk. Blijft dat de tekst volkomen leeg is en geen associaties of gedachtes bij mij oproept.
Het is een beetje als "rozen verwelken, schepen vergaan, maar mijn liefde voor jou blijft altijd bestaan" - zij het dat die schepen en die rozen interessanter zijn en in elk geval meer beelden oproepen dan wat de ik in dit nummer te melden heeft.
Het refrein is feitelijk volstrekt oninteressant: het is een verdere illustratie van het feit dat 'zij' kaarten stuurt. En wat daar dan opstaat. Tsja, de bekende cliches, het is jammer dat daar niets mee gedaan wordt.
Als een mooi en groot geloof
Aan de muur van mijn gedachten
Hangt een wereldkaart te wachten
Tot ze terugkomt
Met haar reizen in m'n hoofd
Steek ik vlaggen in de aarde
Dezelfde kleur dezelfde waarde
Maar
De eigenlijke clou zit hem dus in de laatste twee strofes. Deze zinnen zijn weer bijzonder ergerniswekkend, omdat ze zo pretentieus zijn.
"Aan de muur van mijn gedachten" - waarom zegt de ik niet gewoon "in mijn hoofd" ? Want dat bedoelt hij gewoon. Poetisch schrijven is geen kruiswoordraadseltje bedenken, en als je de oplossing gevonden hebt dan heb je het 'gedicht' begrepen.
"Als een mooi een groot geloof (...) hangt een wereldkaart te wachten." Dit suggereert dat religies kunnen liggen te wachten. Hoezo? Waarop?
Het idee wordt niet uitgewerkt, maar je krijgt er ook geen interessante gedachten bij omdat de vergelijking gewoon nergens op slaat. Mensen, of dieren, of dingen, die kunnen liggen te wachten, maar een religie? En waarom is die religie 'mooi en groot'? Waarom kan daar niet 'lelijk en klein' staan? Poezie is noodzakelijkheid, urgentie, geen enkel woord moet vervangbaar kunnen zijn. Maar waarom het geloof groot moet zijn, wordt niet duidelijk.
Sterker nog, een
kleine religie heeft meer reden tot wachten, namelijk totdat hij groot wordt. Maar dit terzijde.
"Met haar reizen in mijn hoofd, steek ik vlaggen in de aarde." De aarde? Een wereldkaart is iets van papier, niet van aarde. Dit is gewoon slordig taalgebruik, niet goed lezen wat je zelf schrijft. Of bedoelt de ik nu opeens de
echte aarde? Maar waar komt die dan vandaan? Als de ik de aarde letterlijk neemt, dan ook het vlaggensteken.
"Dezelfde kleur dezelfde waarde". Vreemder en vreemder. Wat hebben die kleuren en waardes met het voorafgaande te maken? Bij kleuren en landkaarten kunnen we ons nog wel wat voorstellen, maar waar slaan die 'waardes' op? Moeten we denken aan hoogteverschillen, isotopen of meridianen? We weten het niet. Dit is Blof op zijn slechtst en het haalt de rest van de tekst volledig onderuit.
Het nummer eindigt met het quasi-diepzinnige 'Maar' (althans in mijn uitvoering). Dat suggereert een tegenstelling. Welke tegenstelling? Tussen het hoofd van de ik en de reizen van de zij? Tussen het niet-kennen van de wereld van de ik, en het wel-kennen van de zij? We weten het niet.
En wat erger is: Blof weet het ook niet.
In plaats van gewoon een leuk liefdesliedje te schrijven, waar het in de eerste regels naar uitziet, moeten ze zo nodig toch weer diepzinnig doen.
Maar dat doen ze niet. Ze doen maar wat.
[ Bericht 0% gewijzigd door tokkie op 20-07-2004 00:06:02 ]