quote:
Op vrijdag 25 juni 2004 19:24 schreef VelvetAcidChrist het volgende:
Nu jullie.
Lees en huiver:
Het was een regenachtige zondagmiddag, de plaats was een niet nader te definieren plaatsje aan de Hollandse kust, ergens in een vakantiebungalow. Ik was in het gezelschap van zo'n 15 kameraden.
We hadden honger... Erge honger... De supermarkten waren dicht en er was geen snackbar op loopafstand (we waren te zat om de auto te pakken). Er was al zeker een uur niks meer uit de frituur gekomen, dit soort ontberingen kunnen een man tot waanzin drijven...
Niet gelovend dat we de hele karrevracht aan snacks die we voor het weekend hadden gekocht al compleet verorberd hadden ging ik op een wanhopige tocht door het vriesvak, de koude was haast niet te harden, toch ging ik door, wat moest ik anders...
Mijn kameraden hingen lusteloos met een half lege pul bier in de bank en op stoelen honende opmerkingen te maken. "Lukt het een beetje Grrrrrrrr? Al nieuwe snacks in het vriesvak gegroeid? Hahaha!", "Laat toch zitten man, er is niks meer, het is op! Over! Accepteer het maar...".
"Het is pas over als je opgeeft!" schreeuwde ik ze kwaad toe.
Langzamerhand bekroop mij echter ook het gevoel dat ik op een hopeloze missie was... Zou dit echt het einde zijn? En toen... Net op het moment dat ik mijn tot dan toe vruchteloze tocht op wou geven en me bij de bierdrinkende zombies op de bank wou voegen om daar te wachten op het einde, viel mijn oog op vreemds...
Achter in het vriesvak zag ik een pak spinazie a la creme liggen (welke mongool in hemelsnaam een pak spinazie meeneemt op een zuip-en-vreet-weekend is tot op de dag van vandaag een mysterie). Het pak lag echter niet helemaal plat, het leek wel of er iets onder lag...
Langzaam reikte ik naar het pak spinazie... Ik pakte het vast en begon het behoedzaam van zijn plek te verwijderen, toen ik klaar was zag ik ze liggen. 2 fricadellen, waarschijnlijk uit een doosje gerold en verder niet meer opgemerkt door de zatlap die de friteuse tot dan had bediend.
Ik schreeuwde. Wat ik precies schreeuwde weet ik niet meer, maar de bierdrinkende zombies die mijn vrienden moesten voorstellen sprongen massaal op. "De vetpan in met die snacks Grrrrrrrr!"
Even later lagen er 2 fricadellen te bakken in het vet. Verdoofd van blijdschap stond ik boven de pan naar die 2 godsgeschenken te kijken. Toen drong het opeens tot me door, deel 2 fricadellen door 15, en je krijgt allemaal net genoeg om nog meer honger van te krijgen.
Op dat moment nam ik een besluit, ze zouden van mij zijn, van mij alleen!! Ik had ze immers ook gevonden, toch? Er was maar 1 probleem, de 15 zombies, als die lucht kregen van mijn plan... Nee, daar wou ik niet eens aan denken!
"Zijn die dingen onderhand klaar Grrrrrrrr? Of wacht je tot ze vanzelf de pan uit springen?". Kut! De zombies! Verschrikt kijk ik achter me, wat ik zie is genoeg om zelfs de meest doorgewinterde veteraan kippenvel te bezorgen. 10 ongewassen, ongeschoren zatte zombies in met bier doordrenkte kleren. En ze stonden precies om me heen...
Mijn hersens (die ik toch het hele weekend bestookt had met een spervuur van alcohol) werkten echter razendsnel. "Ik zal ze wel ff in stukjes snijden, pak jij die bak ff, dan pleur ik ze daar in." zei ik tegen de zombie die het dichtst bij de deur naar de trap stond, als hij maar even weg was kon ik ervandoor. Zodra hij van zijn plek wegliep kwam ik in actie. Met een vloeiende beweging wip ik de fricadellen uit het vet en grijp ik in het mandje naar de fricadellen. De alcoholspons die ooit mijn brein was had echter 1 klein ding over het hoofd gezien. Fricadellen die recht uit het vet komen moet je niet met de blote hand vastpakken... Bikkel als ik ben laat ik me door zoiets echter niet tegenhouden. Ik verstevig mijn grip en begin aan mijn spurt naar de deur.
Ondertussen begon het tot de zombies door te dringen wat ik van plan was en ze zetten de achtervolging in. Kansloos, dacht ik. Ik lag immers een meter of 5 voor. Helaas had ik buiten het losliggend tapijt gerekend. Dat was niet berekend op snelle spurts en abrupte wendingen. Ik schoof dus keihard op m'n muil. Met een uiterste inspanning wist ik echter te voorkomen dat mijn buit op de grond terecht kwam. Toen ik weer stond was ik echter wel mijn voorsprong op mijn achtervolgers kwijt. Zij lagen nog op volle snelheid en kwamen recht op me afgestormd, een schijnbeweging bracht echter uitkomst. Met een snelle beweging naar rechts wekte ik de indruk naar de tuindeur te willen vluchten, wat mijn belagers van richting deed veranderen. Ondertussen was ik weer richting de deur naar de trap gaan sprinten. Achter me hoorde ik nog een paar belagers struikelen over de stoel die ik in hun pad had gegooid.
Zo bereikte ik uitgeput de bovenverdieping van het huisje en liep richting de badkamer, deed de deur op slot en ging op mijn gemak de 2 fricadellen zitten veroberen terwijl een paar van de zombies aan de badkamerdeur stonden te vloeken en te tieren. "Volgende keer wel aan de curry en de mayo denken... " dacht ik toen ik tevreden het laatste stukje naar binnen werkte...
"It's hard to argue against cynics - they always sound smarter than optimists because they have so much evidence on their side."