DEEL 3: SAMENLEVINGEN IN HET OOSTEN VAN NOORD-AMERIKA-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Het oosten gold als een gebied met ontzettend veel stammen ( naar schattingen 150-200 stammen ) Bij velen zijn nog onderdelen van de
Mississippi cultuur te herkenen. De belangrijkste stammen waren de
Irokezen, Chikasaw, Cherokee, Tuscarora ( allen Irokees sprekend ),
Huron, Shawnee en Ottawa in het Noordoosten van, de
Creek , Natchez en
Choctaw in het Zuidoosten en de
Powhatan en
Chatawba in de kustgebieden.
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Stamnaam: IrokezenWoning: de zogenaamde “long houses”.
Voedselbronnen: landbouw en jacht ( afhankelijk van wat de seizoenen te bieden hadden ).
Ongeveer 1300 n. Chr. ontwikkelden zich de stammen der Irokees. Bestaande uit vele goede krijgers, ze voerden vele onderlinge oorlogen maar ook met de Noordelijke
Algonkin stammen. Rond 1560 verenigden 5 Irokees sprekende stammen (
Mohawk, Oneida, Onondaga, Cayuga en Seneca ) zich met het doel een groot Indianen rijk te stichten. Ze stonden bekend om hun dapperheid en wreedheden. Ze hadden een grote raad die de belangrijkste beslissingen nam, deze bestond uit 50 vertegenwoordigers van elke stam. De Irokezen woonden in “long houses” en hun dorpen waren omgeven door houten palissaden van soms wel 7 meter hoog.
* Voorbeeld van een Irokees dorp. Vrouwen hadden veel te zeggen, als een man en vrouw trouwden dan trok de man bij de vrouw en vrouwen waren ook de eigenaar van alle bezittingen. Als er krijgsgevangen waren genomen bij veldslagen dan mochten de vrouwen beslissen of ze werden doodgemarteld of opgenomen als slaaf. Vaak hing de beslissing af van de sterkte van de krijgsgevangene ( kon hij pijn verdragen ? ) of het aantal verliezen aan de eigen zijde ( de krijgsgevangene werd opgenomen in een gezin dat veel verliezen had ).
Bij de
Seneca’s waren op een gegeven moment meer slaven dan eigen stamleden. Toch werden er ook veel gevangenen gedood. Bronnen beschrijven gruwelijke martelingen: doodranselen, ledematen afhakken, stukken vlees afsnijden en roosteren om het vervolgens voor de ogen van de nog levende gevangene op te eten. Wij zien dat als zeer wreed, voor de Indianen was het eerder religieus getint.
Door de Europeaan verdween veel van de voedselbronnen van de
Irokees. Dit leidde tot oorlogen met naburige stammen met als reden vruchtbare grond en voedselbronnen. Omstreeks 1640 overvielen de
Irokezen de
Hurons, het ging hierom een veldslag van duizenden Indianen waarbij de
Huron uiteindelijk verslagen werd. In 1722 zou de
Tuscarora stam tot de
Irokezen zijn toegetreden. Een periode volgde waarin de cultuur van de Irokees sterk zou veranderen, geweren, paarden en andere Europese kunstjes zouden worden overgenomen. De Irokezen sloten een verbond met de Engelsen en versloegen Frankrijk in een oorlog om Canada.
De
Irokezen werden uitgeroeid door generaal John Sullivan ( generaal onder George Washington ). John Sullivian moest namelijk alle Indianen die bondgenoten waren van de Engelsen vernietigen. 40
Irokeze dorpen werden vernietigd en de
Irokees zou nooit meer volledig herstellen.
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Stamnaam: NatchezWoning: muren bestaande uit palen bepleisterd met leem en daken van stro.
Voedselbronnen: jacht op landdieren maar voornamelijk oogsten.
* Traditionele Natchez woning.Natchez was een van de meest trotse stammen in het oosten, hun dorpen lagen op enkele kilometers afstand van de Mississippi het aantal stamleden zou 5000-10000 zijn geweest. Ze hadden een interessante maar ook ingewikkelde maatschappelijke cultuur: aan de top stond “De Grote Zon” die rechtstreeks zou afstammen van de goddelijke zon. De eerste Grote Zon zou zijn neergedaald uit de “Bovenwereld” om leiding te geven aan de mensen. Hij had een tempel gebouwd en had daar een heilig vuur aangestoken. De latere Grote Zonnen ( kinderen van de eerste Grote Zon ) moesten ervoor zorgen dat dit vuur altijd aanbleef. De tempel diende ook als bewaarplaats voor de stoffelijke overschotten van overleden Grote Zonnen en hun dienaren.
Onder de Grote Zon bevonden zich de kleine Zonnen ( vaak familieleden ) belangrijke functionarissen benoemd door de Grote Zon zelf. Onder deze klasse bevonden zich de edelen en de eerbiedwaardigen. Helemaal onderaan stonden de “Stinkers”. De Stinkers konden eerbiedwaardigen worden door opvallende krijgsdaden of door een naaste verwant te offeren bij een begrafenis van een Grote Zon.
Als de Grote Zon stierf werd er een massale begrafenis gehouden. Zijn vrouw en al zijn Stinker dienaren werden gewurgd en vele mensen offers werden gemaakt tijdens een groot begrafenis ritueel. De Stinker lichamen werden in sleuven van de tempel gegooid en hun huizen werden in brand gestoken, na een paar maanden werden de lichamen opgegraven en gewassen. Hun beenderen werden in manden in de tempel gelegd. Het werd overigens echt als een eer gezien om de Grote Zon te vergezellen in de dood. Ter vergelijking als een normale Stinker stierf werd zijn lichaam op een hoog platform gelegd om dienst te doen als voer voorroofvogels.
De
Natchez tatoeëerden hun lichamen en maakten hun tanden zwart door as te kauwen. De mannen plukten hun baard met mosselschelpen die dienst deden als pincet. Hun kleding bestond uit stoffen en huiden in de zomer en dikkere huiden en mantels van kalkoenveren in de winter. Aan jagen werd wel gedaan ( vooral op beren en herten ) maar de grote oogsten van maïs, bonen en pompoenen maakten de
Natchez tot een volk van boeren. De dorpen hadden een heel groot plein waar tegenover elkaar het huis Grote Zon en de tempel stonden ( beiden op heuvels )
Ziekten, stamoorlogen en strijd tegen de Fransen zorgden voor gigantische verliezen. In 1731 werden alle
Natchez dorpen verwoest door de Fransen uit wraak over een aanval op een blanke nederzetting. De grote Zon en zijn familie werden als slaven verkocht. De overlevende Natchez gingen op in andere Indianen stammen.
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Stamnaam: PowhatanWoning: wigwams gemaakt van rondbogen en bedekt met bast of matten.
Voedselbronnen: akkerbouw , jacht en in de zomer vis en schaal en schelpdieren.
Het opperhoofd van deze stam heette Wahunsonacock maar werd door de Britten naar zijn rijk genoemd: Powhatan. Hij bezat 200 steden waarvan de inwoners hem allen grootte schattingen betaalden. De meeste steden had hij verkregen door oorlogvoering: toen hij begon als opperhoofd had hij maar 6 steden. De dorpelingen uit Powhatan’s rijk spraken verwante talen uit
Algonkin. De steden van Powhatan lagen aan de kust en ook verder landinwaarts. Powhatan probeerde verbonden te sluiten met de kolonisten, maar zijn dorpen en akkers bleven geplunderd worden door de kolonisten. Uiteindelijk besloot Powhatan tot een oorlog tegen de Britten, hij stierf in 1618 in de strijd. Zijn broer Opechancanough zette in 1622 de strijd voort hij doodde 347 Britten maar werd daarna snel teruggedrongen. Hij moest verder vechten op zijn eigen gebieden en daarbij leed hij hevige verliezen. In 1625 verloor hij in een veldslag 1000 krijgers. In 1644 probeerde hij het nog een keer een tevergeefs offensief. Vrijwel totale uitroeiing van zijn volk was het gevolg wat overbleef werd in steeds kleiner wordende reservaten gestopt.
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Stamnaam: CherokeeWoning: huizen van verticale palen in de grond die dichtgemaakt werden met geweven takken en bedekt met een mengeling van klei en gras.
Voedselbronnen: voornamelijk akkerbouw.
De grootste stam van het zuidoosten was de
Cherokee. Hun taal leek erg op de
Irokese ( geeft een lange afzondering van hun noordelijke bloedverwanten aan ). Zij vormden een stam van over de 60 steden in een gebied rond de Tennessee, Savannah en Coosa rivieren. De
Cherokee waren trouwens uitstekende pottenbakkers en mandenmakers. Gedurende de 18e eeuw veranderde hun cultuur sterk onder de invloed van de Europeanen, ze ontwikkelden zich tot goede metaalbewerkers en wapensmeden.
De
Cherokee geloofde dat het heelal verdeeld was in drie aparte delen: de bovenste wereld van perfecte orde, deze wereld waar mensen samen leefden met dieren en planten, en een lagere wereld van wanorde, kwaad en vervuiling, maar ook van vruchtbaarheid en vindingrijkheid. In het begin bestonden alleen de bovenste en de lagere wereld; deze wereld ontstond door de constante strijd tussen de bovenste en lagere werelden en mensen, dieren en planten zweefden ertussen. Viervoetige dieren en vogels wisselden soms tussen deze wereld en de bovenste. Slangen, hagedissen en vissen waren allen deel van de lagere wereld, ook de grote “Uktena” een
Cherokee mythologisch monster: een grote slang met een heldere kristal op haar hoofd, was een wezen uit de lagere wereld. Indianen hadden een sterk geloof in hun medicijnmannen, tovenaars en genezers want die konden gebruik maakten van goddelijke kristallen, waarvan verondersteld werd dat ze afkomstig waren van de schubben van “Uktena”.
Cherokee stonden in de vrijheidsoorlog aan de kant van de Engelsen. Dit kwam hen later duur te staan. In 1838 werden 16000
Cherokees naar het westen gedreven door Andrew Jackson. De blanken hadden namelijk land nodig, onderweg zouden meer dan 4000
Cherokees zijn gestorven.
* Cherokees die onderleiding van blanken naar het westen worden gedreven.