abonnement Unibet Coolblue Bitvavo
  Moderator maandag 25 augustus 2025 @ 00:51:35 #1
198822 crew  Rellende_Rotscholier
Robbertje matten met de wouten
pi_218584973
Etapa 3: San Maurizio Canavese - Ceres, 134,6 km

De tweede magere rit op Italiaanse bodem begon met weinig aanvalslust, direct vanuit het vertrek reden drie renners weg, waarna Nico Denz de oversteek nog maakte. Hij werd daarna alleen meteen teruggefloten door zijn ploeg en een paar minuten later liet hij zich weer uitzakken. Ondertussen had Burgos de boot gemist, zij probeerden met een paar mannetjes de oversteek te maken. Dat lukte aanvankelijk niet omdat Q36.5 meteen besloot te gaan controleren, maar Sinuhe Fernandez kreeg het voor elkaar om alsnog de oversteek te maken. Met een kopgroepje van vier reden we verder en die kopgroep kreeg dankzij Q36.5 nooit veel ruimte. De ploeg die geheel ten onrechte een wildcard heeft ontvangen wilde even aan heel de wereld laten zien dat het wél terecht is dat ze aanwezig zijn. Xabier Mikel Azparren mocht de hele dag aan de bak, hij controleerde de boel voor Pidcock. Vrij ambitieus, maar je snapt de achterliggende reden wel. Toon jezelf maar meteen, dan ben je gelijk van het gezeik af. Het helpt dan wel als de kopman daadwerkelijk benen heeft, dat bleek aan het eind van de rit niet zo te zijn. De kopgroep bestond naast Fernandez uit Otruba, Slock en stripfiguur Gal Glivar. Namen die je eigenlijk niet eens hoeft te noemen, de overwinning was nooit een reėle optie. In de finale van de rit, een enorm saaie rit, begon het ineens heel hard te regenen. Dat is altijd gevaarlijk op Italiaanse wegen, die worden dan vaak spekglad. Zo ook nu, vooral op de rotondes was het uitkijken geblazen. Je kunt jezelf beschermen door rustiger over de rotondes te rijden, maar het peloton besloot keihard over die rotondes heen te rijden en dus ging het logischerwijs mis. Na een eerste valpartijtje van George Bennett schoof even later zo ongeveer het halve peloton onderuit. Heel Visma lag erbij, waarbij vooral Axel Zingle flink getroffen werd. Schouder twee keer uit de kom, lekker man. Fiets ook nog eens gestolen, kan gebeuren. Ook Vingegaard viel, maar hij kwam er vanaf met wat blauwe plekken. Ook Pidcock lag erbij, meteen een valpartij met wat grote namen. Daarna had men wel begrepen dat men minder risico's moest nemen, beetje laat wel. De volgende rotondes werden stilstaand genomen, zoals bijna de hele rit stilstaand werd verreden. Pas helemaal aan het eind schoot men weer in gang, op de eindeloze strook vals plat omhoog richting de finish. Daar werd keurig tempo gemaakt, zonder dat er veel spannende koerssituaties ontstonden. Viel ook niet te verwachten, het was een rit van niets en dus kregen we een koersverloop van niets. Op tien kilometer van de finish begon de slotklim officieel, maar eigenlijk begon ie toen nog steeds niet. Pas in de laatste twee kilometer zou de klim lastiger worden, we begonnen aan de laatste twee kilometer met een peloton van een man of 100. Alleen de sprinters lieten lopen, verder zat zo'n beetje iedereen er nog bij. Viel te verwachten, desondanks toch een opmerkelijk beeld. Zelfs in de laatste twee kilometer gebeurde er nog niets, behalve dan dat er hard op kop werd gereden. Er vond enige uitdunning plaats, maar er bleef een grote groep bijeen. Eenmaal in de slotkilometer was het aan Marc Soler om aan te vallen, Marco is nu al van plan om er weer net zo'n goede Vuelta van te maken als vorig jaar. Hij kwam alleen totaal niet weg, het was een teleurstellende demarrage, maar ook dat is een specialiteit van Marco. Kuss maakte ook nog even een schijnbeweging, waarna we ineens in de mist reden. Op een meter of 400 van het eind werd de eindsprint zo'n beetje ingezet en in die eindsprint leek vooral Ciccone heel sterk te zijn, hij trok ten strijde en hij leek zelfs even op weg naar de zege. Vanuit de mist doemde verder alleen Vingegaard op, toen Ciccone op een meter of 50 van het eind omkeek zag hij de Deen hem nog passeren. Nooit omkijken, blijkt maar weer. Vingegaard gooide zijn fiets er op de meet nog net voorbij en na een grandioze hoeveelheid tweede plaatsen wint hij daardoor voor het eerst in lange tijd weer eens iets. Hij neemt ook meteen de rode trui over, al zit hij daar waarschijnlijk niet op te wachten.

Een net wat te mooie winnaar voor een vreselijk saaie rit, als je het mij vraagt. Al was een zege voor Ciccone ook te mooi geweest, deze Italiaanse start heeft geen recht op een Italiaanse winnaar. Dan nog liever een dode Deen, ook al is die Deen de grootste naam aan het vertrek. In feite hebben we naar een massasprint gekeken, alleen dan bergop. Als je alleen de laatste twee kilometer hebt gezien heb je niets gemist, alleen de valpartij onderweg dan. Achter Vingegaard, Ciccone, een verrassende Gaudu en Bernal viel er een klein gaatje, maar je zou kunnen stellen dat er 25 renners in dezelfde tijd zijn geėindigd. En dat bij een aankomst bergop, goed man. Nee, dit was niks. De Italiaanse start stelt ernstig teleur en het gaat niet beter worden. We zijn toe aan de derde en laatste dag op volledig Italiaans grondgebied. Misschien de ergste van de drie. Net iets meer dan 130 kilometer, overwegend vlak met een heel minimaal heuveltje aan het eind. Dat gaat me weer een partij spannend worden, niet te geloven. Bijna hetzelfde verhaal als gisteren, tot de laatste kilometer zit je gewoon naar groeiend gras en drogende verf te kijken. Het was al saai, het wordt nog saaier.




Bij de start van de laatste volledig Italiaanse rit van deze Vuelta zijn we praktisch terug op de plek waar de Vuelta op zaterdag begon. We bevinden ons in het nietige San Maurizio Canavese, een paar kilometer ten noorden van Reggia di Venaria en Turijn. De nabijheid van Turijn wordt onderstreept door het feit dat je vanuit San Maurizio Canavese uitzicht heb op de landingsbaan van het lokale vliegveld. San Maurizio Canavese is een plaats waar ongeveer 10.000 mensen wonen, opvallend genoeg is de Giro hier nog nooit geweest, een Italiaanse stad maakt vandaag dus mee dat er eerder een buitenlandse ronde van start gaat dan een binnenlandse ronde. Om nog maar eens duidelijk te maken dat dit een idiote start is, waarbij vooral deze rit nog wel het meest overbodig is. In San Maurizio valt weinig te doen, deitaliaanseschool.nl weet niet verder te komen dan de volgende omschrijving, terwijl Wikipedia überhaupt geen omschrijving heeft: San Maurizio Canavese is een kleine gemeente in de provincie Torino, gelegen in de regio PiĆ«mont in Noordwest-Italiė. Met zijn ligging op ongeveer 15 kilometer ten noorden van Turijn, biedt deze plaats een rustige, landelijke sfeer met gemakkelijke toegang tot stedelijke voorzieningen. De omgeving van San Maurizio Canavese wordt gekenmerkt door een glooiend landschap met landbouwgrond, bossen en wijngaarden. Dit maakt het een ideale uitvalsbasis voor wandelaars en fietsers die willen genieten van de natuurlijke schoonheid van de Piėmontese vlaktes. De nabijheid van de Alpen biedt tevens mogelijkheden voor bergwandelen en andere bergsporten. In het dorp zelf zijn er enkele historische gebouwen en kerken te bezichtigen, zoals de Parrocchia di San Maurizio en Villa Franchetti, een elegant 19e-eeuws herenhuis. Hoewel San Maurizio Canavese zelf klein is, biedt het een authentieke ervaring van het lokale Italiaanse dorpsleven. Voor degenen die geļnteresseerd zijn in culturele uitstapjes, is een bezoek aan Turijn een aanrader. Ja, als je San Maurizio bezoekt moet je dus meteen door naar Turijn, zo weinig is er hier te doen. In het roadbook zie ik wel dat ze in dit plaatsje een kicken fontein hebben, maar het heeft er verder alle schijn van dat we hier vooral zijn om een Italiaanse wielergrootheid te eren. In San Maurizio Canavese werd in 1895 Giovanni Brunero geboren, ondanks zijn minder bekende naam een van de grootste Italiaanse wielrenners ooit. Brunero was de eerste renner die het voor elkaar kreeg om de Giro d'Italia drie keer te winnen, hij was de beste in 1921, 1922 en 1926. Het is buitengewoon knap dat hij de Giro drie keer kon winnen, want de concurrentie was ijzersterk. Hij moest het opnemen tegen namen die veel meer in het collectieve geheugen bewaard zijn gebleven, zijn grootste concurrenten waren kleppers als Constante Girardengo en Alfredo Binda. Die namen zeggen mij meer dan Brunero, het is daarom wel positief dat we Brunero op deze manier onder de aandacht kunnen brengen. Naast zijn drie zeges eindigde hij in de Giro ook nog drie keer op het podium, zo eindigde hij in 1927 bijvoorbeeld als tweede op 27 minuten van Binda. In totaal reed hij slechts acht keer de Giro, drie keer won hij, twee keer werd hij tweede en hij werd ook nog een keer derde. Bij zijn eerste Giro in 1920 haalde hij de finish niet, terwijl hij bij zijn laatste Giro in 1928 dan weer negende werd. Van het podium gevallen, het signaal voor hem om er dan maar mee te stoppen. Een fenomeen, mogen we wel stellen. In 1924 reed hij ook een keer de Tour, hij won een etappe en hij stond derde in het klassement toen hij in het zicht van de haven moest opgeven. Brunero won ook een keer Milaan-San Remo en twee keer Lombardije, het is eigenlijk gek dat de beste man minder bekend is. In 1934 overleed Brunero in Cirič, het stadje dat naast San Maurizio Canavese ligt. In het begin van de rit gaan we door Cirič rijden, aangezien er verder niets over San Maurizio Canavese valt te vertellen gaan we maar snel beginnen met deze floprit.



Zoals op het profiel te zien valt gaan we vandaag een gek rondje afwerken, we zouden vanuit San Maurizio Canavese binnen een paar kilometer naar finishplaats Ceres kunnen rijden, in plaats daarvan nemen we een enorme omweg om nog wat meer ellende op de Povlakte mee te maken. Vanuit San Maurizio Canavese, waar 's avonds alleen de brievenbus nog open is, rijden we naar Cirič, waar wielerlegende Brunero dankzij een zwakke gezondheid veel te vroeg aan zijn einde kwam. In Cirič mag patjepeeėr Javier Guillén met zijn vlaggetje zwaaien en daar gaan we zien dat wederom amper iemand zin zal hebben om in de vlucht van de dag plaats te nemen. Na een vlak kilometertje in het begin worden de renners vervolgens geconfronteerd met een stuk of vijf vals platte kilometers, voorbij Cirič rijden ze buiten Ponte Masino een bos in en hier loopt een brede weg eindeloos op een sluipende manier omhoog. Mooie weg, maar natuurlijk niet lastig genoeg om de renners uit te nodigen om in de aanval te gaan. Op de top van deze strook vals plat komen we uit in het plaatsje Buretta, hier slaat men rechtsaf om vervolgens een aantal kilometer in licht dalende lijn naar Vauda Canavese te rijden. De minimale daling is zo subtiel dat we het hier ook gewoon vlak mogen noemen, in het bos gaat het vooral rechtdoor over een fraaie weg tot we Vauda Canavese bereiken. Dit is een gemeente die bestaat uit Vauda Canavese Superiore en Vauda Canavese Inferiore, we rijden eerst door Superiore en in dit dorpje komen de renners een smallere passage vol korte bochtjes tegen. Buiten Superiore rijden we ook nog even over iets smallere wegen verder, waarna we net wat later Inferiore bereiken. Het zijn dorpjes van niets, waar de ellende met bakken van de gevels valt. Als we Vauda Canavese Inferiore achter ons laten beginnen we zowaar aan een korte afdaling, de net iets minder brede weg loopt via een paar listige bochtjes een kilometer of twee omlaag in de richting van Front. Een snelle, best linke afdaling. Wellicht krijgen we hier een heus gevechtsfront, al komen we in Front meteen weer tot rust. Daar bereikt het peloton opnieuw een brede weg en deze brede weg zal weer wat meer rechtdoor lopen over de Povlakte in de richting van Rivarolo Canavese. Na wat bochtjes in Front volgen we een kilometer of negen dezelfde weg tot in Salassa, waarbij we alleen halverwege de weg in het dorpje Favria nog wat nieuwe bochten tegenkomen. Verder is het gewoon recht, breed en vlak, terwijl we vooral langs de akkers rijden. De Nederlandse renners zouden zich hier thuis kunnen voelen, want in de omgeving van Favria rijden we langs heuse tulpenvelden! Blijkbaar een lokale toeristische attractie, voor de volledigheid hebben ze er ook nog een nepmolen aan toegevoegd. Il Villaggio dei Tulipani, voor de liefhebber. Via een tweetal bochtjes in Favria rijden we via Oglianico naar Salassa, waar even verderop dan weer een bocht naar rechts volgt om vervolgens koers te zetten richting Rivarolo Canavese. Na 27 kilometer koers komen we na een tocht met weinig obstakels uit in deze plaats waar de Italiaanse fanclub van Egan Bernal te vinden is. Een leuke passage voor Jody dus, maar koerstechnisch gezien kopen we er weinig voor. In de Giro van 2022 ging er nog eens een rit van start in Rivarolo Canavese, we reden toen naar Cogne in de fantastische Valle d'Aosta en daar zou Giulio Ciccone zegevieren vanuit de vlucht. In 2014 kwam er dan weer een rit aan in Rivarolo Canavese, in die jaren kreeg Bardiani het steeds maar weer voor elkaar om ritten te winnen vanuit de vlucht en ditmaal was het de beurt aan Marco Canola om die eer hoog te houden. Hij klopte Jackson Rodriguez van Androni en Angelo Tulik van Europcar in de sprint, het peloton bleef steken op 11 seconden. De hoogtijdagen van Bardiani en Androni, we missen die tijden. Rivarolo Canavese is verder een plaatsje van niets, gelukkig hebben we de tulpen nog.



Na de doortocht in het centrum van Rivarolo Canavese, waar wel wat obstakels te vinden zijn, rijden de renners eventjes rechtdoor over een brede weg tot in Feletto, waar weer wat nieuw bochtenwerk volgt. Na de passage in het centrumpje rijden we buiten het dorp over de rivier de Orco, aan de andere kant van deze rivier rijden we kort rechtdoor over een iets smallere weg langs wat akkers tot in Cicinio, waar we rechtsaf slaan om vervolgens via nog wat meer akkers door te rijden naar San Giorgio Canavese. Het stelt allemaal geen reet voor, die dorpjes zijn ook amper boeiend. In San Giorgio wordt het wel weer even wat bochtiger en de passage hier is wat smal, verder hoeven we niets te noteren. Na 38,5 kilometer passeren we in San Giorgio, nog minder dan 100 kilometer te gaan tot de finish! Het enige voordeel aan deze matige rit is dat ie niet zo lang is, mijn hemel. Na wat draaien en keren in San Giorgio Canavese gaat het een tijd wat meer rechtdoor over een ietwat smallere baan in de richting van Cuceglio, buiten het dorp loopt deze weg een paar kilometer vals plat omhoog. Met veel fantasie kom je aan een kilometer of twee aan een procent of drie, we hebben tijdens deze rit dan ook veel fantasie nodig. Eenmaal in Cuceglio, na een tochtje langs wat wijngaarden, slaan we linksaf een bredere weg in om vervolgens een kilometer of vier redelijk rechtdoor over een redelijk vlakke weg naar Aglič te fietsen. Zonder veel bijzonderheden bereiken we na een kilometer of 47 dat Aglič, een plaatsje waar Marta Cavalli in 2018 Italiaans kampioen werd, jawel! In 2016 won Giacomo Nizzolo hier dan weer de altijd van start- en finishplaats wisselende koers Gran Piemonte in de sprint. De Baby Giro begon hier in 2023 dan weer met een tijdrit, gewonnen door Alec Segaert voor Loe van Belle. In Aglič passeert de koers dus nog wel eens, wellicht omdat ze hier een kicken kasteel hebben. Het Castello ducale di Aglič, een van de Residenties van het Koninklijk Huis van Savoye. Prima exemplaar, hoor. De renners gaan het kasteel ook in zijn volle glorie zien, we rijden een rondje om dit indrukwekkende bouwwerk heen. We rijden in het centrum van Aglič trouwens over steentjes, het is maar te hopen dat het nu wel droog zal blijven.



Na onze tocht door het mooie Aglič heen komen we op een brede weg terecht die de komende tien kilometer vooral vals plat omhoog zal lopen in de richting van Issiglio. In dit stuk van de rit komen we 200 meter hoger uit, het is dus echt vooral vals plat met weinig serieus klimwerk tussendoor. Buiten Aglič loopt de weg een keer een halve kilometer wat serieuzer omhoog en ook als we bijna in Issiglio zijn volgt er een keer een steiler strookje, maar heel veel indruk maakt het niet. De route blijft simpel en tamelijk saai, al rijden we momenteel wel vooral door de natuur, met soms zicht op de bergen. Onderweg passeren we uiteraard ook weer een aantal dorpjes, waar dan weer wat rotondes en wat bochtjes liggen. We komen door Bairo en Torre Canavese, het stikt hier vooral de moord van de dorpjes met Canavese in de naam. Buiten Torre Canavese rijden we dan weer een tijd rechtdoor verder, langs wat bomen af. Beetje vals plat omhoog, waardoor we weer met een vals trage rit te maken krijgen. Via Bettolino, waar we een paar keer stevig linksaf en rechtsaf slaan gaat het via Baldissero Canavese door een bos verder naar Issiglio, de omgeving is in ieder geval nog wel aardig. Vlak voor we Issiglio bereiken passeren we langs het Lago Gurzia, door alle vals platte kilometers kijken we vanuit de hoogte neer op dit stuwmeer. Voorbij het stuwmeer loopt de weg even een kilometer vals plat omlaag, zonder dat we gekke bochten tegenkomen. Daarna bereiken we Issiglio en hier begint na 60 kilometer koers de enige serieuze klim van de dag. Zonder dat we er veel erg in hebben volgen we de doorgaande weg en die weg begint na een bocht naar links ineens omhoog te lopen. Na een vals platte aanloop blijkt dat de klim die nu volgt een echte klim is, we gaan de komende 5,5 kilometer aan 6,5% klimmen, maar vooral de eerste drie kilometer zullen lastig zijn voor de sprinters. En dan met name de eerste, het gaat in het begin doodleuk een kilometer boven de 10% omhoog. Ver van de finish en we komen verder weinig klimwerk tegen, dus dit zal niet echt een probleem vormen voor de rappe mannen, maar toch, dit gaat wel even pijn doen. Een steil en bochtig weggetje omhoog in het bos, ze hebben er dan toch een weten te vinden. Een paar hilarisch steile haarspeldbochtjes in het donkere bos, jammer dat ze niet hun best hebben gedaan om meer van dit soort klimmetjes te vinden. Na de steile eerste kilometer gaat het nog twee kilometer aan een procent of acht omhoog, het blijft voorlopig dus vrij lastig. Daarna volgt er even wel een uitloper van bijna drie kilometer, het gaat vooral vals plat verder omhoog tot de top met tussendoor nog een kilometer aan 5,5%. Het zal even krasselen zijn voor de sprinters, maar uiteindelijk zal alles weer samentroepen. Het is een klim van de tweede categorie, dat is belangrijke informatie voor de vluchters. De klim heet Issiglio (Morris), blijkbaar had men geen idee hoe deze klim genoemd dient te worden. Dat geeft dan ook wel weer het belang van de klim aan, uiteindelijk wordt het verschil hier niet gemaakt. Na 66 kilometer zijn we boven, op 69 kilometer van de streep. Bijna halverwege, gaat snel zo. Mooi klimmetje, jammer dat het de enige is.




Na de klim volgt er een afdaling van bijna 10 kilometer, tijdens deze afdaling passeren we het dorpje Moris, vandaar de naam van de klim. We beginnen in Issiglio en komen in de afdaling uit in Moris, creatief. Vooral creatief dat ze de klim dan Morris hebben genoemd, terwijl het dorp Moris heet, maar goed. Moris bestaat uit een paar huizen die al honderd jaar niet meer bewoond worden, lijkt het. De renners komen er een aantal bochten tegen, terwijl ze afdalen over een weg die niet de allerbreedste of de allerbeste is. Buiten Moris dalen we af door een donker bos, waar de nodige bochten te vinden zijn, een aantal scherpe bochten zelfs. Best een listige afdaling, vooral als we even verderop uitkomen in Castelnuovo Nigra. In dit plaatsje wordt de weg nog wat smaller, terwijl er een paar blinde bochten zullen volgen tussen de huizen in. Het goede nieuws is dan weer dat de weg buiten dit plaatsje wat breder en beter wordt, maar het blijft zeer bochtig als we opnieuw een bos betreden. Veel snelle bochtjes, maar ook een aantal haarspeldbochten. Het is maar goed dat het nu wel droog lijkt te blijven, vooral als je bedenkt dat we na een paar kilometer dalen uitkomen in Colleretto Castelnuovo waar in het centrum in dalende lijn doodleuk wat Italiaanse steentjes te vinden zijn. Ook hier weer een wat smallere passage, met als bonus bij het verlaten van het dorp een aantal haarspeldbochten. Echt een afdaling waar de renners alert zullen moeten zijn, ook al is de finish nog ver en is er geen reden om hier veel risico te nemen. Even verderop bereiken we Borgiallo, waar een opvallende kerk langs de kant van de weg staat, voorbij deze kerk zijn we bijna beneden. Paar korte bochtjes in het centrumpje hier, nog eens twee haarspeldbochten bij het verlaten van het dorp en daarna volgen er buiten het dorp nog een aantal wat bredere bochten terwijl het wat meer rechtdoor gaat in de richting van Cuorgnč. Vlak voor we beneden zijn volgen er nog een paar bochtjes in het dorp Priacco en daarna botsen we helemaal beneden op een rotonde, waar we linksaf slaan om vervolgens over de Orco te rijden en Cuorgnč te betreden. Bij de rotonde waar we linksaf slaan bevinden we ons op twee kilometer van de tussensprint en bonussprint van de dag, die tussensprint volgt dus bijna direct na het einde van de afdaling. Opmerkelijke locatie, mogen we wel stellen. Best een pittige afdaling en zonder veel ruimte om nog op te schuiven moet er meteen om de punten gestreden worden. Na de bocht naar links bij de rotonde slaan we even verderop bij de volgende rotonde rechtsaf en na die bocht bevinden we ons in de laatste kilometer voor de tussensprint. Ik had de tussensprint liever nog net iets verderop gelegd, maar in de Vuelta houdt men altijd wel van wat spektakel. Na de bocht naar rechts komen we op een brede weg terecht en deze weg loopt overwegend rechtdoor naar de tussensprint in hartje Cuorgnč, vals plat omhoog. Vlak voor de sprint slaan we nog eens linksaf, waarna we rechtdoor over een brede weg vals plat omhoog mogen sprinten langs het opvallende gebouw waar het Museo Archeologico del Canavese is gevestigd. Een tussensprint zijn ze in Cuorgnč verder wel gewend, zowel in de Giro van 2014 als die van 2019 reden we door dit plaatsje en beide keren volgde er hier een tussensprint. In de Giro van 2019 reden we na de tussensprint in het dorp over de klim van Pian del Lupo, op weg naar Ceresole Reale, de eeuwigdurende klim van meer dan 30 kilometer waar Ilnur Zakarin zou winnen en waar Carapaz zou profiteren van Nibali en Roglic die elkaar het wit uit de ogen keken. In 2014 reden we vanuit Cuorgnč dan weer naar Rivarolo Canavese, waar we eerder vandaag al zijn gepasseerd, de plek waar Marco Canola vanuit de vlucht Bardiani maar weer eens een verrassende ritwinst zou bezorgen. In de laatste meters voor de sprint gaat het zelfs nog wat meer dan vals plat omhoog, dit is wel een goede locatie voor Mads Pedersen om wat punten te scoren. In het centrum van de stad bereiken we in de buurt van de tussensprint ook weer een weg met wat steentjes, lekker hoor. Na de sprint loopt de weg nog wat verder omhoog, we hebben op het moment van de tussensprint 78,5 kilometer afgewerkt en voorbij de tussensprint gaan we verder met een ongecategoriseerd klimmetje.





Voorbij de tussensprint in Cuorgnč loopt de weg buiten de stad drie kilometer aan 4% omhoog naar Prascorsano. Over een brede weg rijden we vooral veredeld vals plat omhoog door een mooi bos, al komen we wel een zone met een paar haarspeldbochten tegen waar het een tijdje aan 7% omhoog zal gaan. Eenmaal in Prascorsano bevinden we ons bijna op heilige grond, je zou vanuit dit dorpje nog een paar kilometer op een steile manier verder kunnen klimmen naar het heiligdom van Sacro Monte di Belmonte. Dat heiligdommetje ligt mooi op de top van een heuvel, de helikopter mag aan het werk om deze pracht in beeld te brengen. Ik breng het heiligdom ook maar even in beeld, om het schrale karakter van deze rit wat op te fleuren.



In Prascorsano gaan we niet verder omhoog, we komen eerder op een soort van plateau terecht. De komende drie kilometer rijden de renners over een enorm bochtige weg verder door de bossen in de richting van Forno Canavese. Deze bochtige weg in het bos kent een glooiend karakter, het gaat steeds een beetje op en af. Een stuk of honderd bochtjes verder verlaten we het bos even om door Forno te rijden, voorbij dit plaatsje dalen we dan weer een kilometer of vijf lichtjes af richting Rivara. Een afdaling zonder veel gevaar, de renners mogen over een brede en goede weg rijden, terwijl het aantal bochten te overzien is. Vlak voor Forno komen we een paar bochtjes tegen die wel wat aandacht vragen van de renners, voorbij het dorp eigenlijk niet. Na 95 kilometer komen we zonder veel problemen uit in Rivara, waar een kasteel te vinden is. In de historische regio Canavese hebben ze kastelen genoeg, in Rivara ligt een aardig exemplaar. De beelden van Streetview dateren van juni 2025, we zien in Rivara oneindig veel roze versieringen hangen. De Giro kwam hier dit jaar nog voorbij, wat leuk! Tijdens de 20e rit reden we van Verres naar Sestriere, je weet wel, die rit met de Finestre waar Simon Yates kon profiteren van nitwit Del Toro die alleen maar naar Carapaz aan het kijken was. Voor we de bergen bereikten reden we via Rivara naar Rocca Canavese en Corio, precies die route gaan we nu ook afwerken. In Rivara slaan we voorbij alle roze versieringen rechtsaf, waarna we op een nieuwe weg terechtkomen die na een kort knikje omhoog nog eens een dikke kilometer omlaag zal lopen, nu wat steiler. Een paar haarspeldbochten erbij ook, dit korte afdalinkje in het bos is nog link ook. Het duurt alleen niet lang, een stuk of vier bochten later beginnen we aan een lange tocht vals plat omhoog, via Rocca Canavese naar Corio toe. In de Giro van dit jaar lag de tussensprint in Rocca Canavese, terwijl we bezig waren aan een gecategoriseerde klim richting Corio. De klim wordt nu niet benoemd, maar dankzij de Giro weten we dat het hier 6,5 kilometer aan 3,7% omhoog zal gaan. Heel indrukwekkend is het niet, maar door dit soort klimwerk komen we tijdens deze korte rit alsnog aan bijna 2000 hoogtemeters. Dat is niet genoeg om de sprinters in verlegenheid te brengen, maar je kunt daardoor wel mooi beweren dat het geen volledig vlakke rit is. Een brede bosweg eindigt na 102 kilometer in Rocca Canavese, de plek waar in 2021 Gran Piemonte van start ging. Ook de plek waar een paar wielrenners uit een heel grijs verleden vandaan komen, ene Edoardo Molinar is van Rocco Canavese en hij won in 1935 een rit in de Vuelta, alsmede de bergtrui. Een huidig prof uit dit plaatsje is Alessandro Perracchione, maar hem kent u uiteraard niet. Hij is een renner van Team Novo Nordisk, noodzakelijkerwijs is hij dus iemand met diabetes. Dat zijn vaak niet zulke goede renners, op Matyas Kopecky na. Perracchione heeft weinig resultaten om op terug te vallen, alleen in de Ronde van Taiwan verzamelde hij in de sprints wat verre ereplaatsen. Na de doortocht in Rocca Canavese volgen we nog even de route van de 20e rit van de Giro van dit jaar, we rijden een kilometer of vier verder naar Corio en dat doen we lange tijd op een zeer makkelijke manier. Pas in de laatste anderhalve kilometer voor we Corio bereiken wordt het iets lastiger, het gaat aan het eind aan 6% omhoog naar dit plaatsje. Buiten Rocca Canavese komen we weer in de bossen terecht en als de klim wat lastiger begint te worden komen we hier zowaar een paar haarspeldbochten tegen. Op de weg staan nog steeds de nodige teksten gekalkt. Vamos, onder andere. Diegene had een vooruitziende blik. Na 106 kilometer, op dik 28 kilometer van de finish, komen we boven in Corio. We vinden in dit plaatsje een kicken kerk, we vinden er ook een tweetal bochten naar links, waarna we nog wat langer de route van de memorabele 20e etappe van de Giro van dit jaar gaan volgen. Al gaan we die route verlaten zodra ie echt leuk dreigde te worden, typisch.




Interessante route wel na de bochten op de top in Corio, we dalen een kilometer of zeven heel voorzichtig af in de richting van Villanova Canavese. In deze zeven kilometer rijden de renners vooral rechtdoor, waarbij ze onderweg een paar dorpjes passeren. Benne, bijvoorbeeld, en Grosso. Tussen de dorpjes in rijden ze vooral rechtdoor over een brede weg door een bos. Net buiten Corio is er nog een klein knikje omhoog, maar verder gaat het vooral onmerkbaar omlaag. Alleen in de buurt van Grosso, als we al bijna beneden zijn, komen de renners enkele merkbaar dalende bochten tegen. Het stelt allemaal niets voor, het is voorlopig heel eenvoudig fietsen. Net voorbij Grosso komen we uit in Villanova Canavese en hier slaan we linksaf, om beneden een kilometer of zeven de loop van de rivier de Stura te volgen richting Lanzo Torinese. We zijn op dit punt bijna uitgekomen bij het startpunt van de rit, een slimme renner kan makkelijk honderd kilometer afsnijden. Dan krijg je wel meteen vooroorlogse tijdsverschillen, dat zal wat teveel opvallen. Enfin, over een waanzinnig brede weg rijden we zeven kilometer heel minimaal vals plat omhoog in de vallei, we komen in dit stuk amper honderd meter hoger uit. Stelt niets voor, het is gewoon vlak. Onderweg komen we weer wat dorpjes en in die dorpjes wat rotondes tegen, maar het gaat dus vooral gewoon heel erg rechtdoor op een vlakke manier, over een enorm brede weg. Zonder veel punten van belang komen we na 121 kilometer uit in Lanzo Torinese, waar we zo ongeveer het parcours van de Giro van dit jaar gaan verlaten. Voorbij Lanzo trokken we toen de bergen in en nu zetten we ook wel een soort van stap richting de bergen, maar voor er echt geklommen moet worden stoppen we met deze rit. Dat punt is in Lanzo Torinese al vrij dichtbij, in het dorp hoeven we nog maar 14 kilometer af te werken tot aan de finish. In Lanzo Torinese vinden we enkele vluchtheuvels, daarnaast vinden we in de lokale rivier, Stura di Lanzo, een kicken brug, een duivelsbrug zelfs Ponte del Diavolo, onheilspellend klinkt dat altijd. Het hoogtepunt van deze plaats, al is er in het centrum ook nog wel een leuke poort te vinden. Die poort gaan we zien als we via een lusje even de doorgaande weg verlaten, er volgt een tocht met wat bochten in het centrum van Lanzo Torinese, de weg loopt hier ook even wat steviger omhoog. Via een iets smallere weg dalen we vervolgens weer snel af naar de doorgaande weg, om in het restant van de etappe over brede wegen verder te rijden naar de finish.




Terug op de doorgaande weg rijden we een dikke kilometer rechtdoor op een vlakke manier, met wat mooie bergen op de achtergrond. We passeren in Germagnano, waar geen obstakels te vinden zijn. Buiten dit plaatsje slaan we rechtsaf een andere weg in, een brede weg die direct langs de Stura di Lanzo zal lopen. De weg is enigszins kronkelig, met dank aan de rivier. De weg loopt ook steevast een beetje vals plat omhoog, omdat we hier richting de bergen fietsen. We betreden een bergketen, een bergketen waar we helemaal rechtdoor naar Pian della Mussa zouden kunnen fietsen, zoals we in de Baby Giro van 2024 deden. Maarja, daar won de onsympathieke Jarno Widar en dus stoppen we aan de voet van die klim, in Ceres. We laten weer een hoop potentie liggen, en de sprinters maar klagen dat ze geen kansen krijgen. De weg naar Ceres toe is bijzonder fraai, ik kan niet anders zeggen. We rijden langs een hoop rotswanden af, terwijl de Stura die Lanzo regelmatig in beeld verschijnt. Een tijd rijden we ook langs het spoor, de treintjes zullen inmiddels in stelling worden gebracht. In de buurt van het dorpje Funghera loopt de weg met wat bochtjes erbij kort omlaag, maar overwegend moet er licht geklommen worden. Na het korte stukje in dalende lijn komen we in de vier kilometer daarna een meter of 100 hoger uit, dan weet je het wel. Veredeld vals plat, bij lange na niet zwaar genoeg om renners in de problemen te brengen. Je zag gisteren al hoe groot de groep was die samen naar de steilere slotkilometers trok, nu is het nog een stuk makkelijker en dus gaat iedereen aanwezig zijn. Ik kan er verder weinig meer van maken, ik kan alleen benadrukken dat het hier echt mooi is. Genoeg rotswanden, en genoeg bergen in de omgeving. Genoeg groen ook, maar koerstechnisch gezien valt er weinig te melden. Op een kilometer of vijf van het eind komen we langs het dorp Pessinetto, waar we passeren onder een lawinegalerij. Voorbij deze lawinegalerij komen we uit in het centrumpje, waar wat bochtjes liggen en waar een opvallende toren te vinden is. De weg blijft breed en goed, maar het kronkelt her en der dus wel een beetje. De weg loopt in het dorpje duidelijk omhoog, maar de percentages blijven bescheiden. Het is steeds vals plat, tot het in de laatste 2,5 kilometer net iets meer dan vals plat wordt. Op een kilometer of drie van het eind rijden we een keer onder een spoorbrug door, daarna gaat het praktisch rechtdoor tot op twee kilometer van het eind. Ergens halverwege die strook zou de slotklim moeten beginnen. In de laatste 2,6 kilometer van deze etappe gaat het gemiddeld aan 3,6% omhoog naar de finish in Ceres. Het ging de hele tijd aan een procent of twee omhoog, nu gaat het een kilometer aan 3% omhoog! Zo, dat zal het verschil wel gaan maken zeg. Op twee kilometer van het eind volgt er een flauwe bocht naar links in de buurt van het dorpje Procaria, hier is de weg even een paar meter zo goed als vlak terwijl we langs een betonnen spoorbrug fietsen. Voorbij de spoorbrug komen we een paar bochtjes tegen tussen wat huizen in en daar loopt de weg opnieuw omhoog, er moet nu zelfs geklommen worden aan 3,5%! Na een kleine wegversmalling wordt de weg weer heerlijk breed, waarna we met een lollige slotkilometer geconfronteerd gaan worden. In de slotkilometer komen we voor de gezelligheid twee brede haarspeldbochten tegen, positionering gaat tijdens deze sprint dus essentieel zijn. De weg loopt nog steeds maar aan 3,5% omhoog, maar je moet in die haarspeldbochten absoluut vooraan zitten omdat het in de laatste 600 meter van de etappe een stuk lastiger gaat worden. Richting de tweede haarspeldbocht begint de weg al iets steviger omhoog te lopen, in de laatste 600 meter van de etappe gaat het namelijk aan 6% omhoog met een piekje tot zeven procent. Bij het uitkomen van de tweede haarspeldbocht loopt de weg echt eventjes steil omhoog, terwijl we ons hier al op 500 meter van de aankomst bevinden. Daarna rijden we het centrum van het dorpje Ceres binnen, waar we na een wat vlakkere hectometer opnieuw zullen moeten klimmen. Bij het betreden van het centrum buigt de weg eerst flauwtjes naar rechts af, daarna heeft men besloten om de laatste 150 meter van de etappe te voorzien van nog eens twee bochten naar rechts. Kort achter elkaar twee bochten van 90 graden naar rechts, bij het uitgaan van de tweede bocht loopt de weg nog eens een paar meter heel steil omhoog en daarna finishen we bijna direct op een parkeerplaats vlak voor de ingang van de lokale kerk. De organisatie houdt het op een doorlopende bocht aan 180 graden, zo kun je het ook zien, bijzonder is het hoe dan ook. Een fascinerende aankomst, wederom. Positionering is cruciaal, als je als eerste door de laatste bocht gaat is de kans nihil dat iemand je nog kan inhalen. We gaan sprinten, maar het wordt absoluut geen normale sprint. We gaan er heel lang op moeten wachten, maar in de laatste anderhalve kilometer gaat deze rit dan ineens toch heel spectaculair worden. Op de verkeerde manier, dat dan weer wel.





Ceres is de enige dwergplaneet in het zonnestelsel die zich in de planetoļdengordel bevindt. Ceres is op 1 januari 1801 ontdekt door Giuseppe Piazzi, en was een halve eeuw lang geclassificeerd als de achtste planeet. Ceres is vernoemd naar Ceres, de Romeinse godin van de akkerbouw en de moederliefde. Als je zoekt naar Ceres is dit de informatie die je vindt, over het gelijknamige dorp is amper informatie te vinden. We bevinden ons dan ook in een piepklein dorpje waar om precies te zijn 1.001 mensen wonen. Nog steeds zijn we in de regio Piėmont, waar we ons net als op de eerste dag in de provincie Turijn bevinden. In Ceres is nog nooit een mannenkoers geĆ«indigd, maar wel een vrouwenkoers! De Giro Donne kwam hier in 2023 op bezoek, de vijfde etappe ging van start in Salassa en zou eindigen in het piepkleine Ceres, waar Antonia Niedermaier de rit zou winnen. ONZE Annemiek van Vleuten werd op een paar tellen tweede, zij deed die dag wel zeer goede zaken met het oog op de zege in het eindklassement. Die rit kende meer beklimmingen onderweg, het was absoluut niet noodzakelijk geweest om er zo'n makkelijke rit van te maken als ze hebben gedaan. De Baby Giro kwam hier vorig jaar nog voorbij, toen reden we vanuit Ceres verder door de vallei heen, om uiteindelijk echt te gaan klimmen. Als je de doorgaande weg hier volgt kom je uit bij Pian della Mussa, waar Widar dus won. In plaats daarvan stoppen we in Ceres, na een maffe bocht aan het eind. De hele dag niets aan de hand en dan zo'n aankomst, schreeuwen om problemen. Een aankomst in een dorpje van duizend zielen vind ik zelf ook altijd lastig, er is dan vaak weinig informatie te kopiėren. Gelukkig is er deitaliaanseschool.nl, zij helpen mij uit de brand waar Wikipedia het laat afweten. Ceres is een klein dorp in de provincie Torino, gelegen in de regio PiĆ«mont in het noordwesten van ItaliĆ«. Het dorp ligt in de Valle di Lanzo, een gebied dat bekendstaat om zijn natuurlijke schoonheid en historische dorpjes. Ceres biedt bezoekers een authentieke ervaring van het landelijke leven in Italiė, met een rustige sfeer en een prachtig uitzicht op de omliggende bergen. Authentiek, zo zou ik die bochten aan het eind ook willen noemen. De omgeving van Ceres leent zich uitstekend voor outdooractiviteiten. Wandelaars en natuurliefhebbers kunnen genieten van de talrijke wandelpaden die door de valleien en bossen slingeren. De nabijgelegen Lanzo-vallei biedt routes variėrend in moeilijkheidsgraad, waardoor zowel beginners als ervaren wandelaars aan hun trekken komen. In de wintermaanden zijn er mogelijkheden om te langlaufen en te sneeuwschoenwandelen, wat een unieke manier biedt om van het besneeuwde landschap te genieten. De tips die daarna volgen hebben dan weer eerder betrekking op Turijn, jammer. Het roadbook heeft zowaar wel een leuk feitje in de aanbieding: in Ceres en omgeving komen we liefst 20 kapelletjes en kerkjes tegen. Een snelle rekensom leert dat er hier per 50 inwoners een kerk te vinden is, jawadde! De meeste van die kerken en kapelletjes liggen verscholen in de bergen rond het dorp, op de top van een opvallende rots komen we bijvoorbeeld het Santuario di Santa Cristina tegen. Aan de andere kant van Ceres komen we in de bossen ook nog een heuse menhir tegen, Obelix is derhalve de enige die vrolijk zal worden van deze rit. Ceres heeft daarnaast ook de beschikken over een oude brug over de Stura di Lanzo heen, al is de brug in Lanzo Torinese nog net wat mooier. De kerk waar we voor de deur finishen is ook nog wel aardig, waarbij het leuke feitje dan weer is dat ze van deze kerk een theater hebben gemaakt. Goede akoestiek, in ieder geval. Finishen doen we op de Piazza Europa, waar ook een Bar Europa te vinden is. Deze etappe is bar en boos, helaas. Ceres is zelf ook niet veel, al zal het ongetwijfeld een goede uitvalsbasis zijn om de mooie omgeving wat verder te verkennen. Hadden we vandaag ook gerust mogen doen.



Deze laatste integrale Italiaanse rit begint pas laat, want het is een enorm korte rit. Om 14:20 staan de renners aan het vertrek in het nietige San Maurizio Canavese, na een korte neutralisatie van slechts zeven minuten beginnen ze om 14:27 echt. Dit is volledig te zien bij Eurosport, ze zijn daar zo enthousiast dat ze zelfs om 14:00 al beginnen aan de uitzending. Sporza is er vanaf 15:10 bij, het kan geen kwaad als je er zelf pas omstreeks 17:00 bij bent. Tussen 17:22 en 17:39 verwacht men de aankomst, veel vroeger hoef je vermoedelijk niet in te schakelen. In San Maurizio Canavese wordt het overdag 26 graden. Het zou de hele dag bewolkt moeten zijn, maar in tegenstelling tot gisteren blijft het nu wel droog. Wind is er wederom totaal niet, we maken drie windstille dagen mee in ItaliĆ«. In Ceres gaat het waarschijnlijk een paar graden frisser zijn, misschien halen we zelfs maar 19 graden. In de vallei van Lanzo zou het bovendien wél kunnen regenen, de kans op regen is daar ongeveer net zo groot als de kans op regen gisteren. En toen ging het goed lus, we krijgen in het slot van de rit dus mogelijk wederom te maken met een nat pak. Minder gladde rotondes in de laatste kilometers, dat scheelt dan weer. Een piepklein beetje wind uit het zuidoosten in de finale, de wind staat in de laatste tien kilometer vooral in de rug als dat waar is. Minimaal windje wel, we merken er waarschijnlijk helemaal niets van. Hopen dat het nu wel droog blijft, zeker met dat bochtenwerk aan het eind ook nog eens.



Men klaagt dat er weinig kansen voor de sprinters zijn, dan gaat men deze kans natuurlijk niet laten liggen. We gaan sprinten, ook al wordt het dan een gekke sprint heuvelop. Tot de laatste kilometer heeft het alles weg van een ordinaire massasprint, daarna krijgen we toch met een gekke sprint te maken met dank aan de bochten en aan de wat hogere percentages. Alsnog is het lastige stuk te kort om de sprinters te lossen, maar heel veel sprinters gaan in die laatste kilometer alsnog uitgeschakeld worden wegens een slechte positionering. Een strijd op leven en dood naar die laatste kilometer toe, wie bij de eerste haarspeldbocht niet vooraan zit komt nooit meer in de buurt van de zege. Een heel korte rit zonder veel uitdagingen onderweg, ook al komen we wel wat klimmetjes tegen. Die klimmetjes zullen niet lastig genoeg blijken te zijn, we moeten bovendien ook niet doen alsof iedere klimmer bij iedere drempel afhaakt. Nee, dit is makkelijk te controleren en hier kan iedereen makkelijk overleven, we gaan daarom met een bijna voltallig peloton naar Ceres toe. In Ceres wordt het dan weer heel explosief, een typische heuvelsprint zoals we ze in de Vuelta ieder jaar wel zien. En dit soort heuvelsprints zijn in het verleden gewoon gewonnen door types als Jakobsen en Philipsen, niemand is hier bij voorbaat kansloos.
1. Pedersen. De torenhoge favoriet, met zo'n aankomst is hij het aan zijn stand verplicht om hier te winnen. We zagen tijdens de eerste rit wel dat zijn positionering heel slecht was, dat zal nu beter moeten. Je moet in die laatste bochten vooraan zitten, anders kom je er zelfs met de benen van Pedersen niet. Het voordeel voor hem is misschien dat de klassementsrenners nu ook vooraan willen zitten, door die lastige halve kilometer aan het eind kunnen er gaten ontstaan en dus kun je als klassementsrenner met een beetje pech nog tijd verliezen ook. Alle reden voor Ciccone om zich ook vooraan te melden en daardoor beschikt Pedersen vandaag misschien over wat meer knechten. Hij gaat ze nodig hebben om vooraan te beginnen. Zodra hij vooraan zit gaat niemand hem kloppen, de laatste kilometer lijkt haast speciaal voor hem neergelegd.
2. Philipsen. Kan dit soort aankomsten ook perfect aan, al denk ik niet dat hij na zijn val in de Tour nu al 100% is en dus gaat hij het op deze aankomst lastig krijgen. Een vlakke aankomst is met een goede lead-out perfect te doen, dit wordt al iets lastiger. Het is zelfs het overwegen waard om het fenomeen Edward Planckaert voor zichzelf te laten rijden, die had in een vergelijkbare rit in de Giro ook al ver kunnen komen als hij niet voor een lossende Groves had moeten knechten. Hetzelfde verhaal is nu met Philipsen mogelijk, al is het hellende stuk hier dusdanig kort dat hij er niet dwars doorheen zou mogen zakken.
3. Aular. Al derde in een vlakke sprint, dan kan hij ook derde worden in een heuvelsprint. Dat zou hem beter moeten liggen, vandaar.
4. Turner. Ben, van Ineos! Begonnen aan de Renewi Tour en daar snel afgestapt om in te vallen in de Vuelta. Nu hij er toch is kan hij meteen mee gaan sprinten op deze aankomst, zoals hij ook in Novara al mee probeerde te sprinten. Die aankomst was hem niet helemaal op het lijf geschreven, dit is meer een aankomst zoals we in de Ronde van Polen hebben gezien en daar reed hij een reeks mooie uitslagen bij elkaar. Dit lijkt me wel wat voor hem, waarbij het helpt dat er weinig concurrentie is.
5. Silva. Thomas, de Uruguayaans kampioen van Caja Rural! Als hij in een vlakke sprint al achtste weet te worden verwacht ik mooie dingen van hem op zo'n hellende aankomst. Al kan de positionering bij een mindere ploeg nog wel eens een dingetje zijn, maar als alles meezit kan hij hier zijn mooie trui meteen tonen.



[ Bericht 0% gewijzigd door Rellende_Rotscholier op 25-08-2025 06:33:49 ]
Het blijft toch een merkwaardige sport hč, dat wielrennen.
  Redactie Sport / Supervogel maandag 25 augustus 2025 @ 09:33:37 #2
270182 crew  Pino112
Pino van Luna O+
pi_218586105
twitter


VLAB heeft een groot probleem.
pi_218586161
quote:
7s.gif Op maandag 25 augustus 2025 09:33 schreef Pino112 het volgende:
[ x ]

VLAB heeft een groot probleem.
Heeft iemand ene Tadej P. nog gezien afgelopen nacht?
  Redactie Sport / Supervogel maandag 25 augustus 2025 @ 09:56:06 #4
270182 crew  Pino112
Pino van Luna O+
pi_218586223
twitter
pi_218586372
Wel echt een standaardprobleem. Je zou bijna moeten zeggen, parkeer al die trucks in een afgesloten omgeving met beveiligers erbij.
  maandag 25 augustus 2025 @ 10:20:27 #6
260796 DecoAoreste
aka Aleimon Thimble
pi_218586373
Zingle en Arcas starten niet meer vandaag na hun valpartijen van gisteren.
pi_218586406
quote:
7s.gif Op maandag 25 augustus 2025 09:33 schreef Pino112 het volgende:
[ x ]

VLAB heeft een groot probleem.
Absurd dat dit nog steeds kan en dat er geen beveiliging en camera's zijn blijkbaar. En eventueel trackers op de fiets 's nachts. Hoop dat ze dit soort walgelijke figuren direct Europa uitzetten.
Mja
  Redactie Sport / Supervogel maandag 25 augustus 2025 @ 10:28:39 #8
270182 crew  Pino112
Pino van Luna O+
pi_218586420
quote:
0s.gif Op maandag 25 augustus 2025 10:20 schreef DecoAoreste het volgende:
Zingle en Arcas starten niet meer vandaag na hun valpartijen van gisteren.
Scheelt weer een fiets in elkaar zetten van geleende/reserveronderdelen.

18 fietsen weg overigens, je zou voor minder.
pi_218586503
quote:
7s.gif Op maandag 25 augustus 2025 09:56 schreef Pino112 het volgende:
[ x ]
Hadden beter gisteren niet kunnen melden dat de fiets van Zingle toch niet gestolen was
Cancellara; "Tweede worden is gemakkelijker dan eerste worden"
FOK!sport *O* ✩ ✩ ✩ Ajax O+
pi_218587564
Drie fietsen gevonden! Verder leuren bij andere teams

quote:
Van de achttien fietsen die gestolen zijn, heeft Visma er volgens Belgische media inmiddels drie teruggevonden in de bosjes nabij het hotel.

Daardoor hebben alle zeven overgebleven renners (Axel Zingle gaat niet meer van start) in ieder geval een fiets om vandaag op te rijden. Wel hoopt de Nederlandse formatie wat reservemateriaal te kunnen lenen van andere ploegen.
pi_218587685
quote:
0s.gif Op maandag 25 augustus 2025 12:24 schreef Frozen-assassin het volgende:
Drie fietsen gevonden! Verder leuren bij andere teams
[..]

Visma Leased Bikes
Cancellara; "Tweede worden is gemakkelijker dan eerste worden"
FOK!sport *O* ✩ ✩ ✩ Ajax O+
  Moderator maandag 25 augustus 2025 @ 12:44:31 #12
198822 crew  Rellende_Rotscholier
Robbertje matten met de wouten
pi_218587719


Hilarisch.
Het blijft toch een merkwaardige sport hč, dat wielrennen.
  Redactie Sport maandag 25 augustus 2025 @ 12:52:37 #13
274204 crew  Mexicanobakker
pi_218587788
quote:
0s.gif Op maandag 25 augustus 2025 10:20 schreef Frozen-assassin het volgende:
Wel echt een standaardprobleem.
Die zitten er juist niet op.
[i]Put me on a pedestal and I'll only disappoint you
Tell me I'm exceptional and I promise to exploit you
Give me all your money and I'll make some origami honey
I think you're a joke but I don't find you very funny[/i]
pi_218587853
Was wel hilarisch geweest als Jonas om deze reden niet verder had gekund en dus niet de Vuelta had gewonnen ^O^

Maar nu gaat hij waarschijnlijk gewoon de rest van de Vuelta in het rood rijden en nog 10 etappes winnen. Hij wil zich ook wel eens voelen hoe Pogi zich voelt.
Mja
pi_218587858
Je zou maar in San Maurizio wonen de rest van het jaar ;(
pi_218587861
Volgens zijn Instagram was Pogi trouwens wel gevaarlijk dicht in de buurt van de Vuelta, dus wellicht dat hij er iets mee te maken had ...
Mja
pi_218587956
quote:
0s.gif Op maandag 25 augustus 2025 12:44 schreef Rellende_Rotscholier het volgende:
[ afbeelding ]

Hilarisch.
Reken bijna erop dat er nog een klassementrenner of twee in top-10 eindigen omdat ze zo nerveus zijn dat ze voorin beginnen aan de haarspeldbochten
  maandag 25 augustus 2025 @ 13:07:51 #18
260796 DecoAoreste
aka Aleimon Thimble
pi_218587958
quote:
0s.gif Op maandag 25 augustus 2025 12:59 schreef TAmaru het volgende:
Was wel hilarisch geweest als Jonas om deze reden niet verder had gekund en dus niet de Vuelta had gewonnen ^O^

Maar nu gaat hij waarschijnlijk gewoon de rest van de Vuelta in het rood rijden en nog 10 etappes winnen. Hij wil zich ook wel eens voelen hoe Pogi zich voelt.
Hij heeft Pogi gewoon 2 keer verslagen in de Tour hoor, waarvan 1 keer met overmacht, dus hij weet prima hoe die zich voelt.
  Redactie Sport maandag 25 augustus 2025 @ 13:12:42 #19
274204 crew  Mexicanobakker
pi_218588005
Die obsessie met de niet deelnemende Pogacar is wel wat vermoeiend. Ik ga het hier toch ook niet de hele tijd hebben over dat Tim Merlier zaterdag bij deelname ongetwijfeld de sprint zou hebben gewonnen?
[i]Put me on a pedestal and I'll only disappoint you
Tell me I'm exceptional and I promise to exploit you
Give me all your money and I'll make some origami honey
I think you're a joke but I don't find you very funny[/i]
pi_218588013
quote:
0s.gif Op maandag 25 augustus 2025 13:07 schreef DecoAoreste het volgende:

[..]
Hij heeft Pogi gewoon 2 keer verslagen in de Tour hoor, waarvan 1 keer met overmacht, dus hij weet prima hoe die zich voelt.
Pogi heeft in de Giro én Tour vorig jaar 6 ritten gewonnen en vrijwel de hele koers in de leiderstrui gereden; dus denk niet dat Jonas volledig weet hoe Pogi zich voelt, want dat heeft hij Pogi nog nooit nagedaan.
Mja
  maandag 25 augustus 2025 @ 13:14:47 #21
454292 Koffieplanter
Straight Cash Homie
pi_218588024
Reageer nou eens niet op die mafketel.
Put these foolish ambitions to rest.
pi_218588108
Zelfde finale als hier dus:
Bekijk deze YouTube-video
pi_218588124
Ploegbaas Plugge bedankt Movistar en Lidl-Trek. "We zitten in hetzelfde hotel. Ze hebben ons geholpen met het in elkaar zetten van de fietsen en om op tijd klaar te zijn."
pi_218588345
quote:
0s.gif Op maandag 25 augustus 2025 13:14 schreef Koffieplanter het volgende:
Reageer nou eens niet op die mafketel.
Ik neem aan dat je het tegen mij het. Je kunt beter inhoudelijk reageren, want ik heb gewoon een punt. Met schelden los je weinig op. Vingegaard heeft nog nooit een grote ronde totaal gedomineerd. Ik kan me voorstellen dat hij dat toch wel eens wil.
Mja
pi_218588348
Eurosport is live.
Op woensdag 9 november 2016 06:02 schreef Anonymousz het volgende:
#superniger2020
abonnement Unibet Coolblue Bitvavo
Forum Opties
Forumhop:
Hop naar:
(afkorting, bv 'KLB')