abonnement Unibet Coolblue Bitvavo
  zondag 6 juli 2025 @ 17:34:13 #1
187810 Szura
Kijk eens aan!
pi_218142180
Etappe 2: Lauwin-Planque - Boulogne-sur-Mer, 209,1 km

Nou, dat was me het openingsritje wel. Terwijl het nochtans zo saai begon, direct vanuit het vertrek reed er een kopgroepje van vijf werd, met daarin vooral veel Fransen en met Jonas Rutsch een renner van Intermarche. Onbegrijpelijk, blijf gewoon bij Bini, verdorie zeg, nu zat ie in de finale weer helemaal alleen. De kopgroep kreeg nooit veel voorsprong, want het werd al vrij snel nerveus in het peloton. Dat nerveuze gedoe had meerdere valpartijen tot gevolg, met ook meteen een paar serieuze slachtoffers. Ganna lag ineens op de grond, hij stapte weer op de fiets en begon aan een ziedende achtervolging, maar enige tijd later stapte hij alsnog af. Ook Stefan Bissegger inspecteerde het asfalt van net iets te dichtbij, een specialiteit van het huis. Ook zijn Tour is na de eerste dag al klaar. Thibau Nys lag ook op de grond, geen ideaal Tourdebuut. Met dik 100 kilometer te gaan was het al oorlog in het peloton, we zagen ook voor het eerst wat scheuren ontstaan. Enkele grote namen werden zonder pardon uit het peloton gebonjourd, onder meer Lenny Martinez had een zware dag. Ziek, naar het schijnt, maar dit waaiergeweld en dit nerveuze gedoe is überhaupt in zijn nadeel. Door al het nerveuze gedoe werd de kopgroep ingerekend, maar het viel daarna weer stil en dus gingen twee voormalige koplopers opnieuw in de aanval. Benjamin Thomas en Matteo Vercher reden gezellig samen voorop, en samen gingen ze ook gezellig om de bergpunten sprinten in Cassel. Thomas smeet zijn fiets net voor Vercher over de lijn in Cassel, maar dat ging met zoveel geweld dat hij zichzelf van zijn fiets gooide en in zijn val nam hij Vercher mee. Koddig, unieke beelden. Sprinten om een lullig bergpuntje en dan allebei op de grond eindigen, formidabel. Benjamin Thomas zal desondanks tevreden zijn, de bergtrui is voor hem. Door de valpartij werden ze meteen ingerekend door het peloton en zonder verdere uitvallen reden we door naar de finish in Lille. Het bleef nerveus, er werd soms een poging gewaagd om te versnellen, maar het peloton bleef lang redelijk bij elkaar. Goed, Lenny Martinez werd nog een keer of tien gelost, een Arensman beleefde een typische eerste dag in een grote ronde, maar verder viel het nog redelijk mee. Een paar scheurtjes zo her en der, maar dat werd allemaal snel gelijmd. Dé waaierstrook op 23 kilometer van het eind leverde helemaal niets op, maar op dik 10 kilometer van de finish ging het dan alsnog los. Buiten beeld, geniaal gedaan van de regie, reed er ineens een groep weg. In die groep verrassend weinig sprinters, geen Merlier en geen Milan. Heel knap, jezelf laten verrassen in zo'n rit. Ook geen Evenepoel, de Belg is geen erkende waaierrijder. Ook geen erkende veldrijder, hij zocht de graskant op en dat is niet zijn ding. Quick Step was ooit dé waaierploeg, nu misten ze met z'n allen de slag. Lefevere draait zich om in z'n graf. Vingegaard zat wel vooraan, net als de onvermijdelijke Pogacar. Die lul heeft ook nooit een keer pech, ofzo. Alles gaat altijd volledig goed, heel irritant. Pogacar had Tim Wellens in zijn gezelschap, Wellens is momenteel echt gruwelijk goed. Heerlijke beurten op kop gedaan, waardoor de groep uit de handen van het achtervolgende peloton bleef. Al was dat ook vooral te danken aan het werk van Alpecin, de ploeg die we eigenlijk het nieuwe Quick Step moeten noemen. Alpecin was bijna in z'n geheel mee, Groves, Philipsen, Van der Poel en Rickaert waren allemaal van de partij. Rickaert en Van der Poel probeerden nog even weg te rijden van dit groepje, maar die poging slaagde niet. Was mooi geweest, maar de Tour is vaak niet zo mooi.

De achterstand van de achtervolgende groep, met daarin ook Roglic, liep al snel op tot een halve minuut, niet veel later ging het naar de 40 seconden. Evenepoel kon eerst nog spreken van een goede dag, met het wegvallen van Ganna, maar uiteindelijk bleek het een dag vol doffe ellende te zijn. Alsof Vingegaard en Pogacar al niet zoveel beter zijn dan de rest, krijgen ze op de eerste dag ook nog eens een voorgift van 40 seconden cadeau. Om moedeloos van te worden, al is het natuurlijk altijd leuk om waaiers te zien. Biniam Girmay was ook mee, samen met Philipsen zo'n beetje de enige van de echte sprinters. Maar waar Philipsen over een hele trein beschikte zat Bini moederziel alleen, iets waar hij achteraf duidelijk niet over te spreken was. Zonder knechten moest hij alles zelf oplossen, dat kostte hem zoveel energie dat hij in de sprint geen partij was voor Philipsen. Ik zie het wel weer als mijn ultieme gelijk, Intermarche is een knakenploeg. De laatste 30 kilometer zat Bini in z'n eentje steeds bij de eerste 30 renners, waardoor hij dus ook de beslissende slag wist te halen, maar hij zat continu alleen. Steeds jezelf positioneren en je positie handhaven kost energie, normaal gesproken doen je knechten dat voor je, maar de knechten zijn óf egoïstisch of gewoon slecht. Wel jammer, we hadden bijna geschiedenis geschreven. Bini in het geel, dat was pas echt historisch geweest. Helaas, in de sprint deed Alpecin alles perfect, Rickaert bracht de boel op gang, daarna lanceerde Van der Poel zichzelf zich en daarna volgde er een formidabele lead-out van Groves, waarna Philipsen de bal alleen nog maar hoefde in te koppen. Wel leuk hoe dat wielrennen altijd werkt, we hebben de afgelopen maanden steeds kunnen constateren dat Merlier en Milan eigenlijk sneller zijn, maar Philipsen mag nu wel de gele trui aantrekken. Wielrennen is lastig te voorspellen, daarom blijven we kijken. Het is geen mooie gele trui, Bini was veel mooier geweest, maar dankzij de finale vol waaiers kunnen we toch terugkijken op een geslaagde eerste rit. En het aantal ongelukken viel uiteindelijk nog mee, al zal Ganna dit niet met mij eens zijn. Vooral veel nutteloze valpartijen in het vroege gedeelte van de rit, in de finale viel het wel mee. Al ging kamikazepiloot Marijn van den Berg wel nog onderuit, die gozer rijdt altijd alleen maar in de weg. Matige renner, als hij mag sprinten zal het bij een 6e plek blijven, daarom vind ik zijn gevaarlijke capriolen niet zo leuk. Hij wint er geen koersen mee, zijn verre ereplaats poets hij hooguit iets op. Van den Berg nam O'Connor mee in zijn val, dat vond ik wel sneu. Benno heeft geen topjaar, maar hij zat nu wel mooi in de eerste groep. Het perfecte begin van de Tour, en dan lig je dankzij brokkenpiloot Van den Berg ineens op het Rijselse asfalt. De afwezigheid van Van den Berg maakte de sprint daarna wel veiliger, het was überhaupt vrij veilig omdat er amper een sprinter te zien was. Philipsen, Girmay en Waerenskjold, dan was je er wel zo'n beetje. In die volgorde eindigden ze ook, daarna volgden er al namen als Turgis, Trentin en Russo, allemaal bepaald geen sprinters. Merlier was op voorhand de grote favoriet, maar het weer kan roet in het eten gooien. Na een wat minder seizoen is Philipsen nu ineens de man, zijn tiende ritzege in de Tour en zijn eerste gele trui. Vinden we nu allemaal nog steeds dat de Tour af en toe met een vlakke rit moet beginnen? Nee, hopelijk vinden we dat niet. Al had ik dat uiteraard wel gevonden als Bini had gewonnen, zo ben ik dan ook wel weer. Zo dichtbij wielergeschiedenis, jammer. Maar goed, hij zat erbij, met de vorm zit het goed. Jammer alleen dat hij alleen zat en Philipsen met zoveel man, zijn ploeg gaat hem evenwel nog vaker in deze Tour in de steek laten ben ik bang. Jorgenson, Vingegaard, Pogacar, Vauquelin, Tobias Johannessen en Enric Mas zaten allemaal vooraan, van de klassementsrenners. Evenepoel kwam binnen op 40 seconden, in het gezelschap van Van Aert, Merlier, Milan, Skjelmose, Almeida, Roglic en dan nog een hele sloot renners. Veel tegenvallende sprinters, veel klassementsrenners die het al meteen mogen opgeven. Beginnen met een vlakke rit kan slagveld opleveren, maar gelukkig was dat ditmaal vooral te danken aan het weer en niet aan een eindeloze hoeveelheid valpartijen. Waaierploeg Visma heeft weer geleverd, de ploeg mag tijdens de tweede rit opnieuw aan de slag. We gaan verder met een heuvelrit, een rit die lang saai zal zijn. Zodra we de finale bereiken gaat het wel spannend worden, door een combinatie van de wind en meerdere steile muurtjes verwachten we nu nog meer vuurwerk dan gisteren. Veel heuvelritten deze Tour, dit is de eerste en ook meteen de langste.




De langste rit van deze Tour gaat van start in Lauwin-Planque, een nietig dorpje met 1600 zielen waar de Tour nog nooit is geweest. Dit weet Wikipedia te melden over Lauwin-Planque: Lauwin-Planque is een gemeente in het Franse Noorderdepartement (Frans: département du Nord). De gemeente telde 1.593 inwoners op 1 januari 2022. In maart 2015 werden de kantons van Douai opgeheven en werd uit een deel van de gemeenten het kanton Douai gevormd, waar ook Lauwin-Planque deel van ging uitmaken. De gemeente is bekender geworden omdat Amazon er een distributiecentrum heeft, wat in traceerinformatie zichtbaar wordt. De kantons werden opgeheven en daar werd een kanton uit gevormd, goed verhaal. Een distributiecentrum van Amazon, een walgelijk verhaal. Jeff Bezos is een lul. Weet je wie ook een lul is? Christian Poiret. Van 1995 tot en met 2022 was Christian Poiret burgemeester van Lauwin-Planque. Sinds 2021 is hij dan weer voorzitter van het Noorderdepartement, het departement waar deze Tour start. De voorzitter van het departement krijgt een start cadeau in de plaats waar hij een eeuwigheid burgmeester was, dat kan toch niet? Sport is geen politiek, behalve dat sport dus wél politiek is. De heer Poiret hebben we de afgelopen dagen al kunnen bewonderen, de kale en dikke man met de snor is een ware volksmenner, tijdens de ploegenpresentatie stond hij het volk op de jutten in het centrum van Lille en ook tijdens de openingsrit toonde hij zich op een schaamteloze manier aan de wereld. Alles draait om Christian Poiret, en dat zou niet het geval moeten zijn. Ik steek mijn middelvingers omhoog naar Lauwin-Planque en Christian Poiret. Naar meer informatie over het dorp mogen jullie fluiten, voor zover er überhaupt meer over te vertellen valt. Alles in het roadbook gaat over Doaui, de grotere stad die hier in de buurt ligt en die we tijdens het begin van de rit gaan passeren. Ga dan gewoon in Douai van start, joh.




Wegens catastrofaal tijdmanagement kan ik weinig vertellen over het eerste deel van de rit. Het laatste deel van de rit heb ik wat uitgebreider bekeken, maar in het begin maak ik het mezelf makkelijk. Het voordeel is dan weer dat we überhaupt weinig hoeven te vertellen over dit deel van de etappe, het wordt toch pas in de finale spannend. Pas in de laatste 50 kilometer gaat de wind wat harder waaien en zal ie wat gunstiger staan, tegen die tijd komen we ook pas de lastige hellingen tegen. Deze rit begint in ieder geval in Lauwin-Planque, een cadeautje aan een gozer die daar geen recht op heeft, daarna rijden we tijdens de lange neutralisatie dwars door Douai heen, Dowaai in het Nederlands. De rit begint echt buiten Doaui, waarna we in de eerste kilometers van de rit vooral over brede, rechte en vlakke wegen rijden. We passeren weer een eindeloze hoeveelheid dorpjes, met tussen de dorpjes in een hoop lege ruimte, maar de wind staat in dit deel van de rit niet gunstig. In al die dorpjes gaan de passages weer technisch zijn, we hopen maar dat er weer snel een kopgroep vertrekt en dat het peloton het rustig aan zal doen. Na 29 kilometer bereiken we met Arras de eerste grote stad. Tussendoor zijn we nog door het dorpje Plouvain gereden, waar de familie van flapdrol François Hollande vandaan komt. Maar, na 29 kilometer zijn we dus in Arras, Atrecht in het Nederlands. Een historische stad, ooit heel belangrijk. De stad waar Maximilien Robespierre geboren werd, maar ook een stad waar weer eens een citadel van Vauban te bewonderen is. De gemeente telt meer dan 200 bouwwerken die werden ingeschreven of geklasseerd als monument historique, zo'n derde van alle monumenten in het departement Pas-de-Calais. Dat zegt wel wat, na Calais is Arras verder ook de grootste stad van het departement. Ook hier is weer een belfort te bewonderen, maar ik geef alleen om de citadel. Werelderfgoed, hoppa! Ook een soort van werelderfgoed: Adrien Petit. Afkomstig uit Arras, niet aanwezig in de Tour.



Na de passage in het fraaie Arras rijden de renners dik tien kilometer rechtdoor, waarna de route voorbij Camblain-l'Abbé iets bochtiger wordt. Een route dwars door allerlei kleine dorpjes, waar soms zelfs wat hoogtemeters te vinden zijn. Nog geen echte klimmetjes, maar helemaal vlak is het toch ook weer niet. Na bijna 70 kilometer komen we uit in Saint-Pol-sur-Ternoise, ik ga er een keer wat sneller doorheen. Weer een wat groter plaatsje na alle dorpjes die we zojuist hebben gehad, al passeren we in een van die kleine dorpjes wel het geboortehuis van Mathilde Gros, met haar romige dijen. In een ander plaatsje zien we dan weer een eerbetoon aan François Faber verschijnen, de winnaar van de Tour van 1909 kwam tijdens de Eerste Wereldoorlog om in dat plaatsje. In Villers-Châtel rijden we dan weer langs een kasteel, zo zal er ongetwijfeld genoeg te zien zijn tijdens dit deel van de rit, maar een spannende koers verwacht ik hier nog niet. Brede en goede wegen over het algemeen, soms wat straatmeubilair in de dorpjes, maar goh, het is te doen. Veel akkers en weilanden hier, veel open ruimte tussen de dorpjes in, maar we rekenen voorlopig af met tegenwind. Voorbij Saint-Pol-sur-Ternoise zoeken we zo'n beetje alle weggetjes achteraf op, we gaan echt door het grote niets rijden langs eindeloze velden vol landbouwactiviteiten, met af en toe een vervallen boerderij tussendoor. Her en der een keer een bocht, maar verder toch vooral keurig rijden over wegen die buiten het feit dat ze achteraf liggen niet al te verkeerd zijn. Ter afwisseling rijden we na dik 90 kilometer door Rollancourt, waar een kasteel te vinden is. Voorbij dit kasteel slaan we even later in Auchy-lès-Hesdin in het centrum rechtsaf, om dan toe te werken naar de eerste officiële klim van de dag. Voor die eerste officiële klim volgt eerst al een officieuze, voorbij Auchy-lès-Hesdin loopt de weg enkele kilometers vals plat omhoog, even verder volgt er een korte afdaling en dan gaat het opnieuw omhoog, ditmaal 1,1 kilometer aan 5,9%. We gaan naar de top van de Côte de Cavron-Saint-Martin, een klim die in het begin wat steilere stroken kent, maar het vlakt mooi af richting de top. Geen al te ingewikkeld verhaal, na 104 kilometer zijn we boven en dat is praktisch halverwege de rit. Hier gaat niets gebeuren, hooguit leuk voor de bolletjestrui.



Het heuvelachtige deel van de rit is nu wel begonnen, in de komende 60 kilometer komen we een stuk of acht klimmetjes tegen die allemaal geen naam hebben en waar geen punten te verdienen zijn, maar waar de renners zich toch overheen zullen moeten hijsen. Heel spannend is het niet, maar het is in ieder geval niet volledig vlak. Na de Cavron-Saint-Martin gaat het twee keer achter elkaar op en af, over een brede weg die wel bij de stukken in dalende lijn zelfs wat haarspeldbochten kent. Toch even opletten, gelukkig is het asfalt goed en staat er nu nog niet veel op het spel. Over een brede weg langs vele lege velden gaat het verder richting Hucqueliers, een dorpje met een geestige naam. Een stukje in dalende lijn naar dit dorp toe, maar als we linksaf zijn geslagen in het centrum volgt al snel het volgende knikje omhoog. Allemaal de moeite van het noemen niet waard, maar alles bij elkaar opgeteld aan het eind van de dag misschien toch wel. Veel bochten in aanloop naar Clenleu, waar we na 129 kilometer uitkomen. Een stuk in dalende lijn over een slingerweg, klein puntje van attentie. Buiten Clenceu volgen er nog wat bochten, maar dan in stijgende lijn. Weer zo'n soort klimmetje, de renners vliegen er zonder het te merken overheen. Via een flinke omweg bereiken we na 145 kilometer Montreuil-sur-Mer, wederom een plaats met een citadel. En ook hier is Vauban weer bij betrokken geweest, uiteraard. Twee dagen bezig en de naam Vauban is al heel vaak gevallen, ik ben blij dat Gouvenou toch een beetje rekening met me houdt. Voorbij Montreuil-sur-Mer wordt de rit leuk, we zijn nu in de buurt van de kust en we gaan een andere kant op. We reden tot nu toe vooral tegen de wind in, nu zoeken we de wind in de flank op. Als we de passage met veel bochten in Montreuil hebben gehad is het tijd om je waaieralarm af te stoffen. Al is het nadeel voorlopig dat we heel beschut rond gaan rijden, de brede weg van Montreuil naar de tussensprint is bijna continu voorzien van bomen langs de zijkant. De tussensprint van de dag volgt overigens na 158 kilometer in Énocq, tamelijk in het niets. Voor de tweede dag op rij een tussensprint in een plaats waar drie koeien wonen en verder niemand, opmerkelijk. Voorbij de tussensprint rijden we rechtdoor Étaples-sur-Mer binnen, een kicken vissersdorpje op de plek waar de Canche in zee uitmondt. Aan de overkant van de Canche ligt Le Touquet-Paris-Plage, daar ging in de Tour van 2014 een keer een ritje van start. Eenmaal in Étaples slaan de renners rechtsaf en daarna komen ze een stukje route tegen dat behoorlijk open is, vooral als ze even verderop het dorp Lefaux gepasseerd zijn. Eindelijk kan de wind aan de gang, een mooie strook van een paar kilometer. Ook nog eens een strook die grotendeels in stijgende lijn wordt verreden, waarna we met een wijds uitzicht gaan afdalen naar het volgende dorpje op de route, het open terrein verdwijnt helaas snel weer.




Na 165 kilometer komen we uit in Frencq, een bijzonder nietig dorpje. Dusdanig nietig dat men niet eens de moeite heeft genomen om een paar verkeersremmers neer te leggen, wat het voor de renners dan weer een makkelijkere passage maakt. Niet de allerbreedste wegen van heel Frankrijk, paar slingers in het dorp, maar eigenlijk een makkelijke passage. We laten Frencq snel achter ons en dan gaan we op weg naar Neufchâtel-Hardelot. Tien kilometer lang volgen we tussen beide dorpen in dezelfde weg, het is een redelijk brede en relatief goede weg die een beetje door het lege landschap slingert. Een heleboel flauwe bochten onderweg, maar geen enkele echte bocht. Een paar glooiende stroken ook al, maar nog geen terrein waar de renners van zullen schrikken. Ze zullen eerder schrik hebben van de lege omgeving, de wind heeft hier op een korte passage in een gehuchtje na continu vrij spel. De wind komt vanuit zee en zal hier strak staan. Op dit stuk zal er soms ook sprake zijn van wind schuin in de rug, ook nu gaat het waaieralarm weer op volle toeren loeien. Vlak voor we Neufchâtel-Hardelot bereiken loopt de weg wat langer omhoog, waarna er een korte afdaling volgt tot in het dorp, dat we na 175 kilometer bereiken. Een belangrijk punt in de rit, want hier gaat de finale beginnen. Voor zover de finale dankzij de wind al niet begonnen is, in ieder geval. Neufchâtel-Hardelot valt te splitsen in twee delen, we rijden nu door Neufchâtel. Hardelot ligt een stukje verderop, aan de kust. Hardelot-Plage schijnt een populaire bestemming te zijn onder Belgische, Britse en Franse toeristen. De mensen daar willen zich graag afscheiden van Neufchâtel, ze willen niets met die plebejers in het binnenland te maken hebben. Wij willen dan weer niets met Hardelot te maken hebben, in het centrum van Neufchâtel slaan we rechtsaf en daarna laat de volgende klim van de dag niet lang op zich wachten. Van Neufchâtel rijden we drie kilometer over een brede en licht glooiende zo goed als rechtdoor in de richting van Verlincthun, weer een tocht langs open velden en eindeloze weides. Vlak voor we Verlincthun zouden bereiken slaan we evenwel scherp rechtsaf een wat smallere weg in en deze weg loopt meteen steil omhoog. We beginnen aan de Côte du Haut Pichot, een muur van 1,1 kilometer aan 9,4%. Dit wordt een belangrijk punt, hier gaan alle klassementsrenners alvast vooraan willen zitten. Als je hier iet te ver zit en ze trekken vooraan al door zit je meteen op een gat, hier gaan we koers maken. Zeker als het in de aanloop naar dit klimmetje in waaiers uiteen is gevallen, dan gaan we hier een explosie van jewelste beleven. De Côte du Haut Pichot is echt lastig, we mogen een meter of 800 boven de 10% gaan klimmen. Stroken tot 14%, dit is afzien. De klim wordt nog net wat lastiger door enkele bochtjes in het begin, plus de wat smallere weg. Geef gas in de eerste stroken van dit klimmetje en je houdt weinig man in je wiel over. Richting de top vlakt het dan wel weer wat af, een uitloper van een meter of 300 waarna we na 179 kilometer de top van de Côte du Haut Pichon bereiken. Dit klimmetje van de vierde categorie wordt overigens door een bordje langs de kant van de weg aangeduid als Landaque, maar dat terzijde. We bevinden ons op 30 kilometer van de finish, het gaat hier koers zijn.





Na de top van deze muur, een echte, volgt er niet direct een afdaling. We rijden na de top het gehucht Le Haut Pichon binnen, daarna slingeren we over een acceptabele weg wat verder over een plateau richting Halinghen. De entree in Halinghen is wat smalletjes, maar na een bocht naar links in het centrumpje van dit dorpje wordt de weg weer iets breder. Na die bocht gaat het een paar meter omlaag, maar er volgt ook al snel een nieuw knikje omhoog. Dat plateau duurt nog wel een paar kilometer. Buiten Halinghen rijden we weer langs wat akkers af, hier is de wind opnieuw aan zet. Een mooie slingerweg tussen de velden door, het geeft de vibes van een eerste rit in Parijs-Nice. Wind staat hier weer tamelijk gunstig, en zo boven op het plateau zal het hier ongetwijfeld nog harder waaien. Direct na een zware klim kan dit een bijzonder leuke strook worden, het draait vandaag echt niet alleen om de klimmetjes. Doortrekken na de Côte du Haut Pichon, dat lijkt me het devies. Bijna alsof je bovenkomt op de Keutenberg, na een zware klim nog even op zo'n plateau in de leegte tegen de elementen en zure benen moeten worstelen. Na vijf kilometer op dit lege plateau gereden te hebben, met een heel klein stukje bos tussendoor, slaan we na 186 kilometer linksaf. We bereiken nu een veel bredere weg, een weg met veel beter asfalt ook. Deze weg gaat ons naar Samer brengen, twee kilometer verderop. Nu begint de afdaling pas, over die brede en goede weg dalen we op een eenvoudige manier af. Een brede bocht naar links in het begin, maar al snel wordt het recht. Heel snel is de afdaling ook al voorbij, we fietsen op een vlakke manier door Samer. Samer is bekend vanwege de aardbeien, daar verbouwen ze er hier naar het schijnt een hoop van, er is zelfs een heus aardbeienfestival in Samer. Het tweede punt van belang van Samer is het Jean-Charles Cazin Museum, een museum ter ere van de lokale kunstschilder. De renners rijden rechtdoor Samer binnen, waar ze even moeten opletten voor een passage over het spoor en daarna komen ze in het centrumpje meerdere vluchtheuvels tegen. Voorbij al die vluchtheuvels verlaten we Samer en dan rijden we eigenlijk rechtdoor over een waanzinnig brede weg richting finishplaats Boulogne-sur-Mer. We zouden in één rechte lijn naar de finish kunnen rijden, maar gelukkig voor ons gaan we vlak voor we Boulogne-sur-Mer bereiken nog over een paar muurtjes heen. De aanloop naar die muurtjes toe kan nerveus worden, al valt meteen op dat de weg voorbij Samer van meer beschutting is voorzien. Het is een rechte weg, een brede weg, een behoorlijk glooiende weg. We gaan in aanloop naar het muurtje in de finale alvast een paar keer kort op en af. Stelt relatief weinig voor, vooral omdat de snelheid hier waarschijnlijk waanzinnig hoog zal liggen. Ter hoogte van Hesdin-l'Abbé is er even een kort stukje waar de bomen uit beeld verdwijnen, maar dat duurt te kort om het peloton echt uit elkaar te laten vallen. Het duurt wel lang genoeg om het peloton nerveus te maken, maar dat zal op dit punt sowieso het geval zijn. De finale van deze rit is loodzwaar, we komen nog twee stevige muurtjes tegen plus een aankomst heuvelop. Zo meteen moeten alle toppers weer vooraan zitten, anders missen ze absoluut de slag. Dit wordt een denderende, knetterende, spetterende aanloop. Een ellenlange rechte weg, zo breed dat de paar flauwe bochten alsnog recht voelen. Een wasmachine, dat effect ga je in het peloton hier krijgen. Tenzij het peloton al grotendeels uit elkaar is gereden, absoluut een mogelijkheid. Voorbij Hesdin-l'Abbé komen de renners twee brede rotondes tegen, daarna volgt er in Isques nog een kleine rotonde en dan zijn we al bijna in Saint-Étienne-au-Mont, waar de voet van de Côte de Saint-Étienne-au-Mont te vinden is. De sprint naar die voet toe gaat er eentje zijn op leven en dood, ik heb een beetje bang voor de aanloop. Na de rotonde in Isques komen we nog wat vluchtheuvels tegen, een korte hellende strook later botsen we op de volgende rotonde in Saint-Étienne-au-Mont en hier slaan we linksaf. We rijden een paar meter rechtdoor na deze bocht, een brug op. Vervolgens dalen we de brug af om aan de andere kant van de brug direct een terugdraaiende bocht naar rechts te nemen bij de volgende rotonde. Hierna kunnen we de voet al ruiken, hier wil iedereen hoe dan ook vooraan zitten, dit wordt echt met samengeknepen billen kijken. We rijden enkele meters rechtdoor in Saint-Étienne-au-Mont, waarna al snel een terugdraaiende bocht naar links volgt, een bocht waar nu een brede vluchtheuvel in het midden ligt. Die mogen ze weghalen, van mij. Na die gevaarlijke bocht slaan we direct rechtsaf en dan begint de Côte de Saint-Étienne-au-Mont. Een rasechte muur, de komende kilometer gaat het aan liefst 10,6% omhoog over de Rue Pasteur. De aanloop is nog enigszins schappelijk, de eerste 200 meter valt deze muur wel mee, maar daarna gaan we lachen. Dik 600 meter ver boven de 10%, met stroken tot 16%, hier gaan we echt wat beleven. Hier kan Pogacar alvast laten zien dat hij deze Tour gaat winnen, dit zijn ideale stroken voor hem. De weg omhoog is tamelijk breed, al komen we zodra het echt steil begint te worden wel een wegversmalling tegen. Met zulke hoge percentages gaat hier hoe dan ook verschil ontstaan, je kunt hier niet rustig omhoog rijden. Het is zo lastig dat de renners wel vol zullen moeten gaan, wat voor ons als kijkers dan weer prettig is. De aanloop zal niet prettig zijn, heel nerveus, maar als we eenmaal de klim bereiken gaan we vuurwerk zien. Zodra we Saint-Étienne-au-Mont verlaten rijden we buiten het dorp rechtdoor, loodrecht omhoog. Een fascinerend klimmetje, ideaal terrein om te koersen. Zoals te doen gebruikelijk bij dit soort klimmetjes vlakt het richting de top af, een paar meter vals plat aan het eind, dat is dan weer ideaal terrein om nog even door te trekken als je na het steile gedeelte wat over hebt in de tank.



De gevreesde vluchtheuvel in aanloop naar de klim. Een foto uit een lokaal krantenartikel, een krantenartikel dat natuurlijk niet leesbaar is, buiten dan het gegeven dat er 'grote brouwprojecten zijn om aan de eisen van de organisatie te voldoen', kortom, de aanloop zal gelukkig wel op de schop zijn gegaan en deze vluchtheuvel zal verdwenen zijn. Alsnog een technische en nerveuze aanloop, vergis u niet.



Na 200,4 kilometer, op 8,7 kilometer van de finish, komen de renners boven op de Côte de Saint-Étienne-au-Mont. Een waanzinnige muur, de foto's doen geen recht aan de steilte van de klim. En dan hebben de renners eigenlijk nog geluk, dit klimmetje kent zelfs nog een steilere kant. We hadden ook 800 meter aan 13% kunnen klimmen, maar de organisatie wil het net iets beschaafder houden omdat anders Pogacar meteen met een minuut voorsprong wint. Wat nu als nog kan gebeuren, daar niet van. De finish is dichtbij, als je hier al vertrokken bent zien ze je niet snel meer terug. Weinig ruimte om nog een achtervolging te organiseren, zeker niet omdat er nu nog twee klimmetjes gaan volgen. De streek rond Boulogne-sur-Mer is er eentje vol heuvels, we pakken een paar mooie exemplaren mee, maar ze hadden het nog een tikje zwaarder kunnen maken. Had ik wellicht wel gedaan, om de nervositeit wat weg te nemen uit het peloton. De sprint naar de voet van dit muurtje gaat er echt eentje zijn op leven en dood, met een paar extra klimmetjes rond Boulogne was het wellicht wat minder nerveus geworden omdat iedereen dan wel had beseft dat je vanzelf op je plekje terecht komt. Nu kun je de rit op deze ene muur verliezen als je net iets te ver zit in het peloton. De drang zal hoog zijn, we hadden wellicht toch een parcours neer mogen leggen dat net wat zwaarder was, ook al stond de uitkomst dan nog net wat meer vast. De Côte de Saint-Étienne-au-Mont is er uiteraard eentje van de vierde categorie, gelegen in de Monts du Boulonnais. Boulonnais is een streek die het achterland van de kuststad Boulogne-sur-Mer vormt. De streek wordt gekenmerkt door een ondergrond die bestaat uit sedimenten uit het Jura. Door opheffing werden de bovenliggende krijt-lagen uit het Krijt geërodeerd waardoor een depressie (boutonnière) ontstond en de onderliggende Jura-zandsteen vrij kwam te liggen. Ten noordoosten, oosten en zuidoosten van de Boulonnais ligt hoger terrein: het meer krijtige Artesië. De Boulonnais vormt de oostelijke zijde van de Weald-Artoisanticline. Geen idee wat hier allemaal staat, maar het is een soort van uitleg waarom er in deze streek zoveel steile heuvels te vinden zijn. De Côte de Saint-Étienne-au-Mont lijkt een klim die in lokale amateurkoersjes wel eens vaker te vinden is, want op de top ligt een streep. Voor de Tour is het een primeur, een mooie primeur. Hoewel de zee niet in beeld is bevinden we ons hier ook aan de Opaalkust, en die kustlijn gaan we in de resterende kilometers nog wat verder verkennen. Na de klim volgt er een korte uitloper, om nog even wat extra verschil te maken, vooraleer we na een bocht naar rechts over een brede en goede weg gaan afdalen richting Outreau. Het gaat vrij stevig omlaag, anderhalve kilometer aan bijna 7%, met tussendoor een heel stuk in dalende lijn van 9%. Met wat bochten erbij was dat een lastige afdaling geweest, maar we komen alleen een paar flauwe bochtjes tegen. Voor we het weten zijn we alweer beneden, we komen uit in het gehucht Manihen waar het grootste obstakel te vinden is: een vluchtheuvel en een stevige bocht naar links. Na deze bocht loopt de brede weg nog een tijdje wat verder vals plat omlaag, in aanloop naar de volgende muur. Zodra de renners in de buurt van wat industrie bijna op een statig wit huis botsen, volgt er een flauwe bocht naar rechts. Na die bocht gaat het een paar meter rechtdoor, voor we op een pleintje in het centrum van Manihen resoluut linksaf slaan. Na die bocht draaien we nog een beetje verder naar links en dan loopt de weg gelijk omhoog. We beginnen aan de Côte d'Outreau en dit is een muur van 800 meter aan 8,8%. Amper een paar kilometer na de vorige muur, deze dubbelslag kan als een mokerslag aankomen. Amper tijd om te herstellen, meteen weer krasselen. Zonder een moment van respijt gaat het buitengewoon steil omhoog over de brede Rue Havet, een weg die wel voorzien is van wat vluchtheuvels en drempels. Dwars door een woonwijk heen gaat het de eerste 300 meter op een niet al te imponerende manier omhoog, maar in de resterende 500 meter van de klim komen we weer talloze stroken boven de 10% tegen, met een piekje richting de 13%. Minder zwaar dan de vorige muur, maar in combinatie met die vorige muur is het een ideale tweetrapsraket. Angst voor deze muur zal niemand hebben, waardoor de aanvalslust op de vorige muur groter zal zijn. Dit wordt een spectaculaire finale, dat kan niet anders. Richting de top vlakt het ook ditmaal weer af, terwijl we het dorp verlaten en een open vlakte bereiken. De wind kan hier wél z'n ding doen, eventueel waait een aanvaller hier terug, maar het lijkt er eerder op dat ze juist een extra zetje in de rug gaan krijgen. Aanvallen gaat lonen, tijdens deze rit.




Op 5,3 kilometer zijn we boven op de Côte d'Outreau, een muurtje van de vierde categorie. Er volgt nu een korte afdaling richting Boulogne-sur-Mer en dan een aankomst heuvelop, zelfs in de laatste vijf kilometer gaan we nog genoeg beleven. We beginnen met de afdaling richting Boulogne-sur-Mer, via Outreau. Merkwaardig genoeg duiken we na de top rechtdoor een smallere weg in, een weggetje over een plateau waar de wind zal blazen. We volgen deze wat smallere en licht slingerende weg tot op ongeveer vier kilometer van het eind. Toch weer een soort van uitlopertje, ideaal terrein voor de aanvallers. Richting het eind van deze weg gaan we alvast lichtjes naar beneden, waarna op vier kilometer van het eind een scherpe bocht naar rechts volgt. Na deze bocht volgt er een afdaling dwars door de bebouwde kom tot op drie kilometer van het eind. We dalen door Outreau af naar Boulogne-sur-Mer, het kan een nerveus afdalinkje worden aangezien we wat straatmeubilair tegenkomen. Paar vluchtheuvels en drempels, je kent het wel. Het voordeel is dan weer dat de weg na de bocht naar rechts heel breed is geworden, bovendien beschikkend over goed asfalt. We noteren een paar brede, lopende bochten, maar verder is het een makkelijke afdaling. Op drie kilometer van het eind botsen we in volle vaart op een rotonde, waar we rechtdoor gaan. Wellicht een gevaarlijk punt, met zoveel snelheid door die afdaling is een rotonde toch net wat lastiger te nemen. Een paar meter later komen we de volgende bocht tegen bij een nieuwe rotonde, we slaan daar rechtsaf en dan rijden we via de brede Viaduc Jean Jacques Rousseau over de rivier de Liane Boulogne-sur-Mer binnen. Op twee kilometer van het eind verlaten we de brug over de Liane, we slaan linksaf bij een rotonde waar we ook weer een hoop vluchtheuvels aantreffen. Na die rotonde rijden we een kilometer rechtdoor langs de Liane, op een vlakke manier. Het is een brede en vlakke weg, wel een weg die weer is voorzien van wat vluchtheuvels. Ook hier mogen de lokale autoriteiten aan de bak om de boel nog wat te fatsoeneren, al is het voordeel dan wel weer dat het peloton hier door de twee muurtjes van net niet heel groot meer gaat zijn. In aanloop naar de slotkilometer komen we ook nog een rotonde tegen die dan weer makkelijk te nemen lijkt, plus een drempeltje. Met net iets meer dan een kilometer te gaan slaan we rechtsaf en na die bocht betreden we al snel de laatste kilometer. Direct na de bocht loopt de weg omhoog, in de laatste 1,2 kilometer van de rit moet er nog eens aan 3,8% geklommen worden. Over de Rue de la Lampe, die overgaat in de Grande Rue, rijden we naar de aankomst op de Boulevard Auguste Mariette. De klim begint vrij lastig, met wat steilere strookjes in een brede winkelstraat. Het gaat vooral in de eerste halve kilometer van deze slotklim steil omhoog, we noteren zelfs stroken tot 9%. Even een wat makkelijkere aanloop, dan dik 300 zeer steile meters en dan vlakt het al snel weer wat af. Even verderop komen we uit bij de omwalling van Boulogne-sur-Mer, we rijden langs de muren heen en komen daar nog een brede chicane tegen. Bochtje naar links en dan weer naar rechts, terwijl de klim al serieus aan het afvlakken is. In de laatste meters van de rit volgt er een brede bocht naar rechts, een eindeloos naar rechts lopende bocht, een bocht waarin we hooguit wat vals plat klimmen, nog steeds langs de stadsmuren van Boulogne-sur-Mer af. Die bocht volgt pas op 150 meter van het eind, voor die bocht wil je het liefste al op kop zitten. Na de bocht piekt de klim nog even naar 5%, maar het venijn zit hier in het eerste deel. Even een korte explosie van steil geweld, daarna vals plat omhoog richting de streep. Met dus in de laatste meters nog even een klein uitsmijtertje, maar in vergelijking met de vorige klimmetjes stelt dit weinig voor. We finishen na de laatste bocht al snel langs de stadsmuren van Boulogne-sur-Mer, met uitzicht op de indrukwekkende koepel van de Basilique Notre-Dame-de-l'Immaculée-Conception. De langste rit van de Tour is nu voorbij, na 209,1 kilometer is deze rit met een spectaculair einde op een explosieve manier geëindigd.







Boulogne-sur-Mer (Nederlands, verouderd: Bonen of Beunen) is een stad in het Franse departement Pas-de-Calais, in regio Hauts-de-France. Boulogne ligt op de Opaalkust aan het Nauw van Calais, met zicht op de Engelse kust. De stad ligt aan de monding van de Liane. De gemeente telde 41.039 inwoners op 1 januari 2022. Boulogne is de grootste vissershaven van Frankrijk. Eeuwenlang was het een van de voornaamste havens voor passagierstransport naar Groot-Brittannië, maar de komst van de Kanaaltunnel heeft daar een einde aan gemaakt. De laatste veerdiensten naar Dover zijn in 2010 stopgezet. Gelegen aan de Opaalkust dus, een mooi stukje Frankrijk. Zagen we een paar jaar geleden in Calais nog, al kwam de kust toen beter in beeld dan nu. Boulogne is een stad met een hoop geschiedenis, in de tijd van de Romeinen was er op deze plek al een belangrijke vlootbasis te vinden. Ook in de middeleeuwen was er genoeg te doen in Boulogne en vooral van die tijd is er nog een hoop te zien in de stad. Wat te denken van het belfort van Boulogne, een van de 56 belforten in België en Frankrijk die tot werelderfgoed van de UNESCO verklaard zijn. Een oude donjon, vroeger de wachttoren van het grafelijk paleis. Als je de lokale hoogtepunten wil zien doe je er goed aan de Bovenstad te bezoeken, Boulogne-sur-Mer heeft een Bovenstad en een Benedenstad. De Bovenstad (Haute ville) is het middeleeuws stadsdeel, dat geheel ommuurd is en slechts toegankelijk is door een viertal stadspoorten. De ommuring werd gebouwd van 1227-1231 in opdracht van Filips Hurepel. De omtrek van de muren vormt die van het voormalig Romeins Castrum Bolonia. De ommuring, in vierkante vorm, kent de volgende poorten: Porte des Dunes, Porte des Degrés, Porte Gayole en de Porte Neuve of Porte de Calais. Om de muur heen is tegenwoordig een parkaanleg en de Chemin de Ronde biedt de mogelijkheid om rond de bovenstad te wandelen. Om de muur heen ligt ook een weg, ideaal om je Tourrit te laten eindigen. In de Bovenstad vindt men de belangrijkste historische monumenten van Boulogne-sur-Mer, zoals het Belfort en stadhuis, het Kasteel van Boulogne-sur-Mer en de Onze-Lieve-Vrouwebasiliek. Ja, Boulogne beschikt over een heus kasteel, een kasteel met een veelhoekige plattegrond dat een deel van de vestingmuren omvat. Het heeft negen ronde torens, en er zit tegenwoordig een museum in. Ook zijn er in de Bovenstad een paar paleizen te vinden, onder meet het Paleis van Justitie spreekt tot de verbeelding. Het zeecentrum Nausicaá zou ook de moeite moeten zijn, voor al je tentoonstellingen over de zeefauna en over de aquacultuur. Boulogne-sur-Mer beschikt over een voetbalclub, US Boulogne, die in het seizoen 2009/2010 uitkwam in de Ligue 1. Tegenwoordig spelen ze in de Ligue 2, voor een stad met dik 40.000 inwoners is een club op het tweede niveau nog steeds niet slecht. De lokale voetbalclub heeft ooit groot talent geproduceerd, het was de club waar Franck Ribéry zijn debuut maakte in het profvoetbal. Ribéry is uit Boulogne-sur-Mer afkomstig en hij bracht op een uitstapje bij Lille na zijn opleiding door bij de lokale voetbalclub. Daarna kwam hij bij grotere clubs terecht, vooral bij Bayern München stal hij samen met Arjen Robben regelmatig de show. Boulogne-sur-Mer was vier keer etappeplaats in wielerkoers Ronde van Frankrijk. Dit was voor het laatst het geval in 2012, toen Peter Sagan de rit won. Grappig genoeg een volledig andere rit dan nu. Rond Boulogne-sur-Mer zijn een hoop heuvels te vinden, we pakten in 2012 totaal andere hellingen mee. We reden langs een andere kant de stad binnen en reden daarbij over aantal beklimmingen die net wat makkelijker waren dan de beklimmingen van vandaag. De Côte de Mont Lambert was lastig, maar de muurtjes die we nu gaan zien zijn veel lastiger. Alles aan de huidige rit is lastiger, op de aankomst na. In 2012 eindigden we eveneens langs de stadsmuren van de bovenstad van Boulogne-sur-Mer, maar dan aan de andere kant van die muur. In feite kun je een rondje rijden om de ommuring heen, dat rondje namen we in 2012 langs de rechterkant, terwijl we nu voor de linkerkant kiezen. De rechterkant is iets lastiger, we noteerden toen een aankomst van 600 meter aan 8%. Een ideale aankomst voor Sagan, hij reed dat jaar zijn eerste Tour en hij pakte in de groene trui in Boulogne-sur-Mer alweer zijn tweede ritzege. Met speels gemak reed hij weg van de tegenstand, met meer dan een seconde verschil ten opzichte van Edvald Boasson Hagen en Peter Velits kwam hij binnen. Een zeldzaam goed Tourdebuut, met daarbij ook nog eens allerlei opvallende zegegebaren. Hij deed een keer de Hulk na, bijvoorbeeld, maar in Boulogne-sur-Mer kwam hij als Forrest Gump over de streep. Valpartijtje heuvelop in de laatste strook ook nog eens, het blijft tot aan de finish opletten in Boulogne. Een jaar daarvoor werd er een Frans kampioenschap georganiseerd in de stad, dat kampioenschap ging van start in Neufchâtel-Hardelot en daar zijn we ook doorheen gereden vandaag. Het kampioenschap werd gewonnen door Sylvain Chavanel, hij was ruimschoots beter dan Anthony Roux en Thomas Voeckler. In een verder verleden kwam de Vierdaagse van Duinkerke hier regelmatig voorbij, maar ook de Tour is hier dus vaker geweest. In de Tour van 2001 eindigde hier de eerste rit in lijn, een rit die zonder heuvels werd afgewerkt. Erik Zabel won, voor Romans Vainstains en Jimmy Casper. We hebben in dik 20 jaar wel vorderingen gemaakt, tegenwoordig zou een rit met aankomst in Boulogne-sur-Mer zonder heuvels ondenkbaar zijn. Uit Boulogne-sur-Mer zijn verder een aantal profrenners afkomstig, toevallig twee renners van Team TotalEnergies. Allebei niet aanwezig in de Tour, dat is dan weer jammer voor ze. Van Samuel Leroux begrijpen we dat, geen topper, maar Alexys Brunel hadden ze eventueel wel mee kunnen nemen. De finish ligt dan weer op de Boulevard Auguste Mariette, Auguste Mariette was een van de eerste professionele egyptologen. Hij heeft talrijke opgravingen verricht en het Egyptisch Museum (Caïro) opgericht. Afkomstig uit Boulogne-sur-Mer, aan de Opaalkust, een topbestemming volgens allerhande toeristische sites. Pittoresk stadje, grootste vissershaven van Frankrijk, Cité de la Mer, grootste zeeaquarium van heel Europa! Een echte aanrader is om het oude centrum van de stad te bezoeken, gekenmerkt door pittoreske straatjes met klinkertjes en historische huisjes. Daarnaast heeft het oude gedeelte een middeleeuwse stadsmuur die je ook kunt beklimmen. Vanaf de muur heb je een panoramisch uitzicht over de zee en het binnenland van Boulogne-sur-Mer. In het oude centrum vind je ook de Notre-Dame Kathedraal die zeker een bezoekje waard. De kathedraal is een oase van rust waar je verschillende monumenten en beelden kunt bewonderen. Daarnaast vind je in dit gedeelte van de stad ook het stadhuis en de rechtbank, twee prachtige gebouwen met een rijke historie. Naast het oude centrum is het nieuwe centrum ook leuk om te bezoeken. Rondom het centrale plein Place Dalton vind je verschillende restaurants en terrassen. Aan het plein ligt ook de Église Catholique Saint-Nicolas, een prachtige kerk uit de 8e eeuw. Nou, dat lijkt me voldoende reclame voor Boulogne-sur-Mer.




De tweede rit van de Tour van 2025 gaat om 12:15 van start, dat is tegenwoordig vroeg. Vroeger gingen we nog wel eens 's ochtends van start, dat is tegenwoordig een zeldzaamheid. Nu net na de middag, en dat tijdens de langste etappe van deze Tour. Niet de hele dag live bij de NOS, een schande. Zij zijn er om 13:15 pas bij, een uur te laat. Eurosport 1 is er wel meteen om 12:00 bij, ook HBO MAX zal tegen die tijd al live zijn. De Belg is er pas om 13:30 bij, na het onvermijdelijke nieuws. Geen Canvas, daar zenden ze Rock Werchter uit. Dus ja, wie alles live wil zien moet verplicht naar Jan en Bobbie luisteren, ik kan er ook niets anders van maken. Het kan de moeite waard zijn om de hele uitzending te bekijken, vooral vanwege het weer. Er is nogal wat kans op regen vandaag, en een beetje kans op wind. In het binnenland zou er minder wind moeten zijn dan tijdens de eerste rit, tijdens het grootste gedeelte van deze rit zal er sprake zijn van tegenwind, dus je waaieralarm hoeft heel lang niet af te gaan. Als we in de finale in de buurt van de kust uitkomen draaien we wat meer de goede kant op, de wind begint harder te waaien en er zijn wat plekken te vinden waar de wind vrij spel zal hebben. Een waaieralarm kan in de finale afgaan, ik zie echt wel een paar plekjes waar de ploegen de boel weer op de kant kunnen gooien. In de omgeving van Boulogne-sur-Mer gaat het echt hard waaien, hard genoeg voor waaiers. Door al die heuveltjes en door redelijk wat beschutte stukken zal er nu minder snel waaiervorming ontstaan, maar de paar open velden die we tegenkomen zien er voor wat W-W-W-W-waaiers heel aanlokkelijk uit. Beetje kans op regen in de finishplaats, maar minder dan bij de start. Het zal uiteindelijk wel een redelijk droge dag worden, een dag met minder wind, tot in de laatste 50 kilometer. De aankomst van deze rit verwachten we tussen 17:20 en 17:49, om en nabij.



Leuk ritje, vooral in de finale natuurlijk. Zwaar, heel zwaar. Twee stevige muurtjes in de laatste tien kilometer en dan nog een aankomst heuvelop. Het valt wel te verwachten dat ook daadwerkelijk alles in die laatste 10 kilometer gaat gebeuren. Wellicht beginnen ze er op het klimmetje dat op 30 kilometer van de streep ligt al aan en wellicht waait het hard genoeg om op voorhand wat waaiers te trekken, maar anders komt alles neer op die laatste tien kilometer. Nog steeds leuk, maar dan kun je dus de vorige 200 net zo goed overslaan. Deze rit was nog wat beter geweest met her en der een extra klimmetje, maar dat vind ik van haast iedere rit. De finale zelf is hoe dan ook formidabel, daar gaan alle renner meteen kleur moeten bekennen. Het is in principe een rit voor de puncheurs, maar in deze huidige tijd gaan we ook meteen een strijd tussen de klassementsrenners zien. Het gaat nerveus worden, er gaan grote namen opnieuw tijd verliezen, maar het gaat ook leuk worden. Totdat die ene eraan begint.
1. Pogacar. Gaat al meteen op de Côte de Saint-Étienne-au-Mont aanvallen en ze zien hem nooit meer terug. Pakt een halve minuut. Helemaal geen leuke rit dus.
2. Van der Poel. Mag dromen van het geel, maar dat soort dromen zijn bedrog als Pogacar ook in de buurt is. De muurtjes in de finale van deze rit zijn zwaar, eigenlijk te lastig voor Van der Poel, daar gaat hij moeten hopen dat er niet te hard gereden wordt en dat hij nadien nog kan terugkeren. De laatste heuvel is dan weer ideaal voor hem, eigenlijk kan niemand hem daar kloppen. Buiten het feit dat de vogel Pogacar al lang en breed gevlogen is. Deze rit is te zwaar voor Philipsen, dus Van der Poel mag sowieso voor zichzelf rijden.
3. Vingegaard. Ja, we gaan meteen de klassementsrenners zien. Na die twee muurtjes gaat het peloton klein zijn, heel klein. Vingegaard gaat meteen op z'n best moeten zijn, deze rit biedt weinig kansen aan Wout om zelf een hoofdrol te spelen. Alles op Vingegaard, die in zo'n rit dan toch best een eind kan komen. Wel meteen een deuk in het vertrouwen oplopend, maarja, daar valt niets aan te doen.
4. Grégoire. Een uitstekende puncheur, hij gaat het moeten hebben van dit soort ritten om zijn naam voor de volle 100% bekend te maken aan het Franse publiek. Lukte vorig jaar in de Tour niet, maar we zijn nu een jaar verder. Hij is een jaartje beter en dus moet het nu wel lukken om een keer een ereplaats bij elkaar te rijden.
5. Vauquelin. Start in Frankrijk, dus noemen we maar wat Fransen. Ik zou het verder anders ook niet weten, je zou een Nys kunnen noemen maar die debuteert in de Tour en lag al eens op de grond, dan is het toch verleidelijk om te gaan voor een renner die geweldig reed in de Ronde van Zwitserland en die heeft uitgeblonken in de Waalse Pijl. Goed, nu geen aankomst op een muur, maar onderweg komen we er wel een paar tegen en die krengen liggen Vauquelin. Ik zie het wel zitten.

Lekker zuipen, lekker dansen en daarna lekker neuken.
  zondag 6 juli 2025 @ 17:34:36 #2
454292 Koffieplanter
Straight Cash Homie
pi_218142194
Kopman Almeida zag daar een mogelijkheid voor kopman Almeida.
Put these foolish ambitions to rest.
pi_218142199
Pogi gaat dit gewoon regelen
Wind extinguishes a candle and energizes fire
pi_218142201
Geeft de Luts zo’n dag?
pi_218142204
Hup Tjeu.
Op woensdag 9 november 2016 06:02 schreef Anonymousz het volgende:
#superniger2020
pi_218142214
De Luut snapt niets van tactiek
Wind extinguishes a candle and energizes fire
  zondag 6 juli 2025 @ 17:35:50 #7
454292 Koffieplanter
Straight Cash Homie
pi_218142222
Almeida baalt als een stekker dat Narvaez zo goed is.
Put these foolish ambitions to rest.
  zondag 6 juli 2025 @ 17:35:51 #8
187810 Szura
Kijk eens aan!
pi_218142223
INB4 de Sloveense lul
Lekker zuipen, lekker dansen en daarna lekker neuken.
pi_218142225
Mathieu pakt het geel. w/

Of toch Vingegaard, of Pogacar.
"The man who never alters his opinion is like standing water, and breeds reptiles of the mind." - William Blake, The Marriage of Heaven and Hell.
  Redactie Sport / Supervogel zondag 6 juli 2025 @ 17:36:28 #10
270182 crew  Pino112
Pino van Luna O+
pi_218142237
Spannond
pi_218142242
Almeida doet dit wel goed
Wind extinguishes a candle and energizes fire
pi_218142251
JAAAA TJEUU
pi_218142254
Flip :')
  zondag 6 juli 2025 @ 17:37:31 #14
187810 Szura
Kijk eens aan!
pi_218142256
Lollerflip
Lekker zuipen, lekker dansen en daarna lekker neuken.
pi_218142259
Ach tjeu
Wind extinguishes a candle and energizes fire
  zondag 6 juli 2025 @ 17:37:54 #16
180073 superniger
90+3 Ramos
pi_218142265
JAAAAAA TJEU
Op woensdag 9 november 2016 06:02 schreef Anonymousz het volgende:
#superniger2020
  zondag 6 juli 2025 @ 17:38:00 #17
311468 Van_Poppel
Voormalig kopman van Gertje
pi_218142267
JAAAAAAAAAAAAAAAAA
  Redactie Sport / Supervogel zondag 6 juli 2025 @ 17:38:00 #18
270182 crew  Pino112
Pino van Luna O+
pi_218142268
MVDP god
  zondag 6 juli 2025 @ 17:38:04 #19
180073 superniger
90+3 Ramos
pi_218142271
quote:
0s.gif Op zondag 6 juli 2025 17:37 schreef Steven184 het volgende:
Ach tjeu
Watte?
Op woensdag 9 november 2016 06:02 schreef Anonymousz het volgende:
#superniger2020
pi_218142272
JAAAAAAAAAAAAA MATGOD
"The man who never alters his opinion is like standing water, and breeds reptiles of the mind." - William Blake, The Marriage of Heaven and Hell.
  Redactie Sport zondag 6 juli 2025 @ 17:38:11 #21
451829 crew  H.Vviv
pi_218142275
Wat een top 3
pi_218142278
JAAAA
pi_218142283
JAAAAA winst voor Belgie weer!
Een oplettende kijker (volgens Mediacourant 15-4-20).
pi_218142284
Goed sprintje van Jonas wel
Wind extinguishes a candle and energizes fire
pi_218142285
Hij regelt het spel :9



quote quotesplits me

Omdat je een nieuwe gebruiker bent willen we je erop wijzen dat het niet is toegestaan reclame te maken of FOK! te gebruiken voor commerciële doeleinden. Blijf ontopic en wees aardig voor je medeFOK!kers.
smilie   Pagina 1 / 11
Let op: Met het plaatsen van een bericht verklaar je akkoord te gaan met onze algemene voorwaarden van 27-05-2020, privacy policy van 27-05-2020 en Policy
abonnement Unibet Coolblue Bitvavo
Forum Opties
Forumhop:
Hop naar:
(afkorting, bv 'KLB')