Ik was 25 jaar oud in de zomer van 1988, wezen stappen in Den
Bosch met een paar meiden uit Zaltbommel, eenmaal terug in Bommel, goed aangeschoten besloten we te gaan zwemmen in het natuurbad Nieuwe Tijningen/Put van Zaan. Ik woonde er vlakbij, laken gehaald thuis, flesje wijn erbij. Het was bloedheet, en ik zou het nog heter gaan krijgen. 5 meiden, tieners en van voor in de 20. Uitgekleed tot het slipje, plagen, spetteren en spatten. Oeps, zwem ik toch per ongeluk tegen Katja aan, even blijven watertrappelen, en de tepeltjes, prominent uitstekend op haar grote borsten, tegen m'n borsthaar aanvoelen. Vluchtig kussen, daarna zoenen en lebberen. Bekken noemden we dat vroeger. Begon het een beetje koud te krijgen, moe te worden en dorst te krijgen. Naar de kant, goed afgedroogd en even op het laken gaan liggen. Annelies dacht hetzelfde en ging tegen me aan liggen. Van het één kwam het ander en ik had de tweede tong te pakken. Deze Tong liet zich niet onbetuigd en hengelde er op los.
Na een tijdje was de fles leeg, en besloten we naar huis te gaan. Katja en Annelies vonden mij wel aangenaam gezelschap geloof ik, gingen dan ook met me mee. Bij mij thuis even een afzakkertje halen. De wijn was thuis ook op dus werd het rosé. Ik woonde nog bij m'n ouders thuis, dus we moesten rustig aan doen, niet te veel lawaai maken het was immers midden in de nacht. Annelies van der Pies was echter een giebelkont, een luidruchtig huppelkutje. ADHD bestond nog niet, lekker wijf wel. Katja ging even plassen, toen ze terug de slaapkamer in kwam, had Annelies haar truitje al uitgedaan, en was me plagend aan het uitdagen. Katja moest lachen, en goed aangeschoten zei ze: 'Ach waarom ook niet, kan mij het schelen.' En volgde het voorbeeld van de luidruchtige Annelies.
Ik kon niet achter blijven, de beide meiden hielpen me uit m'n T-shirt. Had ik zelf wel kunnen doen natuurlijk, maar opzichtig stuntelen was het sein aan de dames om actie te ondernemen.
Enig zelfwerkzaamheid was ze niet vreemd, ze gingen een paar minuten later alleen nog gekleed in hun slipjes.
Niet dat ik snel opgewonden raak, maar ik voelde wel letterlijk en figuurlijk dat er aan de binnenkant van m'n broek tegen de rits werd geklopt. Snel open gedaan, gastvrijheid staat bij mij hoog in het vaandel. Er stond nog wel meer, en niet bepaald half stok. Ik vloek niet graag, schelden doe en deed ik al helemaal niet. Dus toen ik zag wat voor een eikel er had aangeklopt hield ik me in en gaf hem vriendschappelijk een hand. Inmiddels was Annelies zo dronken dat ze steeds harder ging praten, en bulderend ging lachen. We gingen verder met ons biologische experiment. Natuurlijk stelden Annelies en Katja zich voor aan de eikel die uit het niets was komen aanwaaien. Het stond als een paal boven water dat ze hem wel mochten. De natuur ontledend begon ik een beetje in het duister te tasten en als een blinde geilneef, met m'n handen, de grotten van Han te ontdekken. De staletieten hingen druipend aan de bovenkant, kunnen ook stalegnieten zijn geweest. Annelies was inmiddels ladderzat en had geen idee meer waar ze was of wat ze deed. Ik kon haar luidruchtige stem niet meer in toom houden.
Katja, ook aangeschoten zag het allemaal aan en probeerde deel te nemen aan onze speurtocht in de krochten van het genot. Toen gebeurde waar ik bang voor was. Annelies verloor nu echt alle controle en schreeuwde het uit. We waren goed of wel bezig of er werd op de deur gebonkt. Dat dit de druppel was en m'n vriendinnetje als de wiede weerga naar huis moest gaan. Pa naar beneden, in de kamer wachtend op wat komen zou. Katja en ik hielpen Annelies met aankleden. En passant was de fles rosé met een harde knal van m'n bureau op de houten vloer gekletterd.
Ik ging als eerste het schavot tegemoet, pa zat als een beul te wachten om het eindvonnis te vellen. Als een IS-soldaat bereid om mij en m'n scharrel een kopje kleiner te maken. Een lesje te leren zogezegd. Ik kwam als eerste schoorvoetend de trap af en de kamer binnen. De priemende blik alleen al was dodelijk. Katja volgde, met moeite rechtop lopend. Zag aan pa dat ie haar niet onaantrekkelijk vond. Toen kwam de apotheose, de gruwelijke epiloog, het eindvonnis dat ik nooit meer zal vergeten.
Pa had er geen rekening mee gehouden dat er nog een tweede dolle Mina de trap af zou komen. Annelies kwam met donderend geraas van de trap af gevallen. Slingerde zich strontbezopen, aan de deurpost vastgeklemd de kamer in. Als een heuse Bonny st Claire, die een hele fles Jägermeister van de Sint Bernardshond in één teug naar binnen had gekeild, liet ze zich ongegeneerd in de grote leren stoel zakken. Als een spastische bouwvakker on acid bewoog ze alle kanten op en sprak de legendarische woorden: 'Daw menweer, bemt uw de vadew vam hewmam?' 'Sowwy voooor de rosseeee ongewlukje, Ik bem Amneliez.' Een maand later woonde ik op mezelf.
Ik noem een Tony van Heemschut,een Loeki Knol,een Brammetje Biesterveld en natuurlijk een Japie Stobbe !