’Inclusief’ kinderboekje Amsterdam doet wenkbrauwen fronsen: ’Geen één Nederlandse traditie’AMSTERDAM - De hoofdstad is jarig en trakteert de jongste basisschoolleerlingen op een gratis boek dat bol staat van multiculturele feestdagen en inclusie. Volgens JA21-senator Annabel Nanninga gaat het alle satire voorbij. „Het is wéér een instrument om identiteitspolitiek door te drukken.”
In totaal verspreidt de gemeente 60.000 kinderboeken op basisscholen in de stad. De jongste leerlingen krijgen Feest in Amsterdam van Ellen Brudet. Het gaat over Nine en Mella, die al centraal stonden in twee eerdere inclusieve kinderboeken van de schrijfster. „Een feestelijk voorleesboek waarin een plekje is voor iedereen”, staat achterop het boek, dat gaat over ’alledaagse avonturen in een multiculturele samenleving’.
Een van de gelukkige ouders die het boek als een van de eersten mee naar huis kregen, is JA21-senator Annabel Nanninga. „Ik hoopte op een leuk boekje voor 750 jaar Amsterdam, maar ik heb niet de indruk dat het over Amsterdam ging”, zegt zij na het voorlezen. „Er zat geen één Nederlandse of Amsterdamse traditie in.”
’Tot slaaf gemaakten’In het eerste hoofdstuk gaan de kinderen naar Keti Koti. Amir zegt per ongeluk ’slaven’. „We noemen ze tot slaaf gemaakten’, verbetert iemand, terwijl Amir van zijn bara knabbelt. In een later hoofdstuk is Amirs oma op de terugweg van de moskee gevallen en ligt ze met Eid al-Fitr (het Suikerfeest) in het ziekenhuis.
Mella kijkt verwonderd toe hoe iedereen cadeautjes begint uit te delen. „Het lijkt wel pakjesavond, maar dan zonder Sinterklaas.” De kinderen vieren verder het hindoeïstische Holi-Phagwa en maken een homohuwelijk op de pont mee. In het laatste hoofdstuk zijn ze bij het feest op de ring (zij hebben wel kaartjes).
De inclusie ligt er behoorlijk dik op, zoals het boek ook op de kaft belooft. „Waarom moet het via conservatieve, religieuze feesten zoals de ramadan?”, zegt Nanninga. „En die communistische heilsleer dat als kinderen een wedstrijdje doen, er niemand mag winnen. Ik zeg niet dat de hele boodschap van het boek vervelend is, maar er wordt heel jonge kinderen weer van alles door de strot geduwd. Alsof er geen autochtoon, seculier kind meer in de stad woont.”
Geen Koningsdag en KerstmisTraditionele feestdagen zoals Koningsdag en Kerstmis ontbreken, net als Joodse feestdagen. 4 en 5 mei en Sinterklaas worden alleen als referentie genoemd. Er is wel een prominente bijrol voor een burgemeester die verdacht veel op Femke Halsema lijkt. Ze prijkt ook op de omslag.
De burgemeester komt langs in een rolstoelgeschikte speeltuin. Ze deelt een snoepketting uit en nadat ze is toegezongen door de kinderen, maakt de burgemeester een rondje op een inclusieve draaimolen. „Heerlijk die Noord-Koreaanse persoonsverheerlijking”, zegt Nanninga. „Ik moest wel lachen eigenlijk, dat niemand in haar team dacht: misschien moeten we dat maar niet doen.”
Maar moet een partij als JA21 die zich zorgen maakt over de afnemende homotolerantie onder Amsterdamse jongeren, juist niet blij zijn met aandacht voor een huwelijk tussen twee mannen? Nanninga herhaalt dat het niet om de inhoud, maar de methode gaat. „Het is wéér een instrument om identiteitspolitiek door te drukken. En het werkt maar één kant op. Er wordt niet verwacht van de Amsterdamse schooljeugd dat zij weet wat Pinksteren of Chanoeka is.”
„Deze deugpublicatie geeft een fantastisch inkijkje in de verwrongen denkwereld van de mensen die de dienst uitmaken in deze stad. Zo zien zij de toekomst. Het is een soort missie.” Volgens Nanninga werkt dit averechts. „Het is al zo moeilijk voor moslims om wat losser met het geloof om te gaan, of eruit te stappen. En dan help je er niemand mee om dit vanuit de blanke bakfietsbubbel zó te benadrukken.”
Het Amsterdamse JA21-raadslid Cas van Berkel onderschrijft de kritiek van zijn partijgenoot. Ook hij noemt dit boekje ’niet het juiste middel’ voor bewustwording over diversiteit. „Hoe sympathiek een huwelijk tussen twee mannen met een dochter ook is in een kinderboekje, het is nu identiteitspolitiek waarbij ook homo’s gebruikt worden als minderheden om diversiteit op te leggen”, zegt hij. „Het is niet uit te leggen waarom er voor de grootste groep in de samenleving niets bij is.” Van Berkel zal uitleg vragen aan de burgemeester.
’Een beetje boos’„Wij vinden dit een mooi en heel evenwichtig boek”, reageert Lieke Thesingh, voorzitter van Breed Bestuurlijk Overleg (BBO), namens de Amsterdamse basisscholen. „Alle varianten komen naar voren. Een kind van twee vaders, een kind in een rolstoel. Wat wil je nog meer? Ik word hier eerlijk gezegd een beetje boos van.”
Thesingh kreeg vooralsnog ’alleen maar positieve’ reacties van scholen. „Het is heel belangrijk dat kinderen lezen”, benadrukt zij. „Het taalniveau is onder de maat.” Dit boek kan helpen bij leesonderwijs, zegt Thesingh. „Omdat het zo herkenbaar is en je lol hebt met elkaar. Je geeft iets dat stimulerend is. Als je kinderen aan het lezen wilt krijgen, moet je het met dit soort boeken doen.” Ze moedigt het alleen maar aan als ouders nog meer boeken aanbieden of voorlezen, voor de veelzijdigheid.
De gemeente Amsterdam betaalt een deel van de benodigde subsidie voor het boek. Bijbehorende voorwaarde was dat de inhoud aan zou sluiten bij het burgerschapsonderwijs, namelijk ’de diversiteit in Amsterdam en onze gedeelde geschiedenis’. Verder zou er geen inhoudelijke bemoeienis vanuit de gemeente zijn geweest.
’Ontzettend belangrijk’„Het is een superleuk boek en de gemeente heeft ons niets opgelegd. 0,0. Dat kan ik direct ontkrachten”, zegt Dania van Dishoeck van uitgeverij Leopold. Het idee om specifiek dit boek uit te delen, kwam van de uitgeverij zelf. Van Dishoeck was dan ook heel blij dat BBO de avonturen van Nine en Mella uitkoos, want er waren ook andere boeken in de race.
De uitgeverij noemt het boek ’ontzettend vrolijk’. „Veel kinderen kunnen zich er in herkennen.” Volgens Van Dishoeck is niet te onderschatten hoe bijzonder het cadeautje is. „Veel kinderen hebben geen boek thuis en gaan nooit naar de bibliotheek. Hoe leuk is het dan dat je een boek hebt gekregen? Lezen is ontzettend belangrijk.”
De inhoudelijke keuzes zijn allemaal door de uitgeverij gemaakt, benadrukt ze. Ook rondom de bijrol van de burgemeester. „Mocht iemand op iemand lijken, dan is dat geheel toevallig. Maar wel een leuke kwinkslag die helemaal uit de vrijheid van de illustrator komt.”
Mijn jarige stadHet boek wordt uitgedeeld aan kinderen in groep 1 tot 4. Voor de oudere basisschoolleerlingen is er een ander boek: Mijn jarige stad van Jan Paul Schutten. Een mooi vormgegeven, informatief boek over de historie van de hoofdstad met helden als Johan Cruijff, Anne Frank, Baruch Spinoza en Rembrandt. Er is aandacht voor Amsterdamse uitdrukkingen, bijzondere gebouwen en het Mirakel van Amsterdam. Er zijn kritische kanttekeningen over Michiel de Ruyter, maar die zijn ook weer voorzien van nuances.
Van Nanninga geen op- of aanmerkingen bij dat boek. Sterker nog, ze ziet het als voorbeeld van dat het wel kan. „Een leuk, informatief boek over Amsterdam vol cijfers en weetjes.”