Staatssecretaris Van Oostenbruggen heeft het wetsvoorstel Wet werkelijk rendement box 3 aangeboden aan de Tweede Kamer. Doel is om het nieuwe stelsel 1 januari 2028 in te voeren.
Het kabinet stelt voor om in box 3 inkomstenbelasting te heffen op basis van het werkelijk behaalde rendement van vermogen. De belasting wordt als hoofdregel vormgegeven als een vermogensaanwasbelasting. Het stelsel beoogt het totale (werkelijke) rendement van vermogen in de heffing te betrekken. Daarbij wordt jaarlijks belasting geheven over de reguliere voordelen uit vermogen (zoals rente, dividend, huur en pacht) en de gerealiseerde en ongerealiseerde waardeontwikkeling van vermogensbestanddelen in het betreffende jaar (zoals koerswinst of koersverlies over aandelen), minus kosten.
Uitzondering op hoofdregel
Voor onroerende zaken en aandelen in of winstbewijzen van startende ondernemingen geldt als uitzondering op de hoofdregel een vermogenswinstbelasting. De waardeontwikkeling van onroerende zaken en aandelen in of winstbewijzen van startende ondernemingen wordt belast als deze is gerealiseerd, namelijk te gelde is gemaakt zoals bij verkoop van het vermogensbestanddeel of wanneer er geen sprake meer is van een startende onderneming. De forfaitaire vaststelling van het inkomen uit sparen en beleggen komt te vervallen.
Het uitgangspunt is dat het nieuwe stelsel geldt voor alle vermogensbestanddelen die in het huidige box 3-stelsel vallen. Het geldt dus niet voor vermogen dat in box 1 of box 2 valt. De huidige vrijstellingen blijven in stand, tenzij de overgang naar werkelijk rendement aanleiding geeft om een vrijstelling anders vorm te geven of af te schaffen. De hoofdregel voor de waardering is, net als nu, dat bezittingen en schulden worden gewaardeerd naar de waarde in het economische verkeer. De overgang naar een stelsel van belastingheffing op basis van werkelijk rendement leidt ook tot een aantal andere aanpassingen. Zo zal het heffingvrije vermogen worden omgezet in een heffingsvrij resultaat.
Omdat het werkelijke inkomen in een belastingjaar – anders dan bij het huidige forfaitaire inkomen – negatief kan zijn als gevolg van negatieve waardemutaties of kostenaftrek, wordt de mogelijkheid van verliesverrekening geïntroduceerd.
Advies Raad van State
Bij het maken van het wetsvoorstel is ook het advies van de Raad van State meegewogen schrijft de staatssecretaris. In dit advies zijn ook een aantal alternatieve opties aangedragen. Vervolgens zijn het advies, de aangedragen alternatieven en alle gemaakte keuzes nogmaals beoordeeld. Een stelsel op basis van werkelijk rendement, met een combinatie van vermogensaanwas- en vermogenswinstbelasting blijft de beste optie. Alle alternatieve opties scoren niet beter op uitvoerbaarheid, doenvermogen, complexiteit, juridische houdbaarheid en budgettaire gevolgen ten opzichte van het stelsel dat nu is ingediend.
Er volgt een separaat wetgevingstraject voor een aanpassingswet. Met een aanpassingswet onderhavige worden een groot aantal kleine wijzigingen voorgesteld die nodig zijn vanwege dit wetsvoorstel.
Bron:
https://www.taxence.nl/ni(...)ent-box-3-ingediend/Gaat de fiscus dit uit kunnen voeren?