Interview in de metro met Pienaar op 8 dec.
quote:
Steven Pienaar speelt voor ‘Doppi’ en Desmond
Voetballer Steven Pienaar (24) heeft hectische maanden achter de rug. In mei verruilde hij zijn grote liefde Ajax voor Borussia Dortmund, in juni verloor hij zijn neef, in oktober z’n beste vriend. Daarnaast belandde hij door sportief mindere fase ook nog eens op de bank. Bovendien overweegt hij in 2008 zijn voetbalschoenen aan de wilgen te hangen. In Metro doet hij openhartig zijn verhaal. “Ik mis mijn familie enorm.”
Opeens branden tranen in de ogen van Steven Pienaar als hij de plotselinge dood van zijn neef, vlak voor de eerste training bij zijn nieuwe club Borussia Dortmund, ter sprake brengt. “Desmond, mijn neefje”, vertelt de zichtbaar emotionele Zuid-Afrikaan, “stierf in de zomervakantie aan bloedkanker, een week voor zijn verjaardag. Ik heb meteen de club op de hoogte gebracht. Toch ben ik naar Duitsland gegaan, heb de eerste drie dagen meegetraind en ben vervolgens teruggevlogen naar Zuid-Afrika voor de begrafenis. Hij was pas 22, twee jaar jonger dan ik. Het heeft mij en mijn familie veel pijn gedaan.”
Net toen de oud-Ajacied zijn leven in Dortmund op orde leek te hebben, overleed ook nog zijn beste vriend ‘Doppi’. Een ongeneeslijke vorm van kanker in zijn been bleek de boosdoener. “Hij was als een broer voor me. Ik kon het niet opbrengen naar de begrafenis te gaan, was er kapot van en heb het ook aan niemand binnen de club verteld. Nee, ook niet tegen mijn ploeggenoten. Ik heb het bewust stilgehouden. Misschien is dat raar, maar ik vind het een privézaak waar ikzelf uit moet komen. Het is een moeilijke tijd, want ik heb hier niemand om mee te praten.”
New kid
Door die twee tragedies, zo kort achter elkaar, heeft Pienaar het kritische Dortmund-publiek zijn specifieke kwaliteiten nog niet kunnen tonen. Toen de ploeg van de Nederlandse trainer Bert van Marwijk een mindere periode doormaakte, was Pienaar als ‘new kid on the block’ één van de zondebokken. Hij belandde zelfs op de bank.
“De trainer legde me uit dat hij me rust wilde geven. Ik heb geen slechte band met Van Marwijk, we hebben een gezonde speler-trainerband. Toen het minder ging, zochten de fans zondebokken. Eén daarvan was ik. Sommige jongens konden de druk niet aan. Bovendien moest ik wennen aan de nieuwe situatie. Bij Ajax eiste iedereen de bal op, hier is dat minder. Bij Ajax probeerden we voetballend onder de druk van de tegenstander vandaan te komen, hier wordt vaker voor de lange bal gekozen en word ik vaak overgeslagen. En dat terwijl ik heel graag de bal wil hebben.Maar ja, als ik ‘m niet krijg, kan ik er weinig mee doen.”
De Zuid-Afrikaan groeide op in de sloppenwijken van Johannesburg. Daar leerde hij de harde wetten van de straat snel kennen, mede omdat hij op 2-jarige leeftijd zijn vader verloor. “Ik woonde niet in een makkelijke buurt en mijn moeder moest voor drie kinderen zorgen. De jongens waarmee ik omging, waren allemaal ouder dan ik en zijn nog steeds mijn vrienden.”
IJsblokjes
In 2001 belandde Pienaar bij Ajax. Hoewel hij in vijf jaar tijd vijf prijzen won had de Zuid-Afrikaan waarschijnlijk meer rendement kunnen halen, maar het ‘ijsblokjesincident’ verhinderde dat. “Tijdens de training, een dag na de gewonnen Champions League-wedstrijd tegen Celta de Vigo, kreeg ik een tik in mijn knieholte van Tom Soetaers. Omdat het in de periode lekker liep, wilde ik er die zondag tegen PSV graag bij zijn. Op advies van de fysiotherapeut heb ik die knieholte
meteen flink geijsd en ’s avonds nog een keer. Maar ik heb blijkbaar verkeerd gezeten, voelde dat het niet lekker zat en ben daardoor vijf maanden uit de roulatie geweest. Het was een slecht moment, omdat het elftal goed draaide.”
Ondanks zijn succesvolle periode in Amsterdam kwam er een kink in de kabel tijdens de onderhandelingen voor een contractverlenging. “Ik wilde eigenlijk helemaal niet weg”, zegt Pienaar nu. “Ajax was en is mijn tweede huis. Ondanks dat ik nu hier zit, wil ik ooit nog eens in de Arena voetballen. Nadat Ajax eerder aangaf mijn contract niet te willen verlengen, wilden ze nu opeens wel met me praten. Zij konden echter niet aan mijn voorwaarden voldoen en werden de onderhandelingenna het eerste gesprek stopgezet.”
Levensstijl
Toch is het niet zo dat hij het in Dortmund niet naar zijn zin heeft. “Voetballend wel, maar qua levensstijl is Dortmund heel anders dan Amsterdam. Als ik in Amsterdam ging winkelen, kon ik gewoon in het Engels met mensen praten, want ze spraken in die taal tegen me terug. Hier doen ze dat niet. Aan de andere kant speel ik in één van de mooiste competities van Europa.” Nog vier jaar en dan kan Pienaar schitteren op het WK dat in ‘zijn’ land wordt gespeeld: Zuid-Afrika. Of toch niet? Pienaar overweegt in 2008 te stoppen.
“Natuurlijk is het mooi dat Zuid-Afrika het WK mag organiseren. De mensen leven er ontzettend naar toe. Ik mis alleen mijn familie enorm en denk er serieus over na in 2008 te stoppen. Dan ben ik pas 26, maar ben vanaf mijn twaalfde ben ik weg bij mijn familie. Ik zeg niet dat ik stop, want mijn contract loopt tot de zomer van 2009. Maar als ik mijn familie te veel mis, denk ik erover in 2008 te stoppen. Dat heb ik ook met mijn zaakwaarnemer besproken.” Eén ding is zeker: de herinnering aan Doppi en Desmond zal hij altijd koesteren. “Voor hén speel ik.”