abonnement Unibet Coolblue Bitvavo
pi_214882180
Etapa 16: Luanco - Lagos de Covadonga, 181,5 km

We zijn getuige geweest van een bijzondere tweede week, iedere dag opnieuw gebeurden er dingen waar we ons over konden verbazen. Die tweede week begon met een heuvelrit richting Baiona, waar uiteindelijk maar een kleine groep vluchters weg wist te rijden uit het peloton. Bij die vluchters zat Wout van Aert, wat het signaal had kunnen zijn voor de rest van de kopgroep om een slim plan te verzinnen. Maarja, Marco zat ook mee, dan zijn de slimme plannen al snel dunbezaaid. Voor de laatste klim ging Van Aert in de aanval, Soler was aan het slapen en alleen Pacher reageerde. Van Aert had al weinig concurrenten, maar nu bleef alleen Pacher over en die reed doodleuk met hem mee naar de finish. Nog even wat kopwerk doen in de laatste kilometer en daarna op 35 lengtes gesprint worden, schitterend werk van Pacher. De derde ritzege van Wout, z'n mooiste tot nu toe. Extra punten voor de groene trui en wat punten voor de bergtrui, Van Aert vermaakt zich prima in zijn speeltuin. Al deed hij het een dag later wat rustiger aan. In de voorzichtig gesponsorde etappe met start en finish bij het bedrijf Cortizo keken we naar een ontzettend grote vluchtersgroep. In die vluchtersgroep waren enkele renners heel actief, op het laatste klimmetje, een steile muur, reden de sterkste mannen vooraan weg en die leken de prijzen te mogen verdelen, maar na de klim en de afdaling sloot er ineens een hele groep aan. En uit die groep reed iemand weg die amper nog in beeld had gereden, Eddie Dunbar reed zichzelf op een enigszins gelukkige wijze naar een onverwachte ritzege. De juiste timing, soms belangrijker dan de juiste benen. Op die muur aan het eind reden Roglic en Mas nog eventjes weg van de rest, al sloten er later nog wat meer renners aan. Niet O'Connor, die blies zichzelf weer eens op en hij verloor dik een halve minuut. Nog steeds dik in het rood, maar het was toch geen al te best teken. Gelukkig voor hem namen de klassementsrenners een dag lager een snipperdag, de aankomst bergop bij het skistation van Manzaneda stelde niets voor en dat bleek uit de gedragingen van het peloton. Er werd niet eens gesprint, niemand deed z'n best. Alleen de vluchters deden hun best, waarbij de volledige show ook alleen maar plaatsvond op de slotklim. Op die slotklim ging op een kilometer of 10 van het eind Pablo Castrillo in de aanval. Onbekend bij het grote publiek, maar daar zou heel snel verandering in gaan komen. Op de dag dat de grote man achter de ploeg Kern Pharma overleed reed een van zijn pupillen naar een volledig onverwachte zege. Castrillo ging in de aanval en de rest zag hem simpelweg niet meer terug. Castrillo bleef keer op keer achterom kijken, maar er kwam niemand aan. Poole deed in de laatste kilometer nog z'n best, maar hij kwam te laat. Een ritzege voor Kern Pharma, en dat op de dag van het overlijden van Azcona, blijft een bizar verhaal. Een ProTeam dat even een rit wint, en dan nog op zo'n emotionele dag ook. Een zege voor de eeuwigheid, dat er niets gebeurde tussen de klassementsrenners werd meteen vergeten. Was een dag later wel anders, toen we naar Puerto de Ancares gingen. Voor de vierde dag op rij zou het een rit voor de vluchters worden, maar ditmaal gebeurde er ook genoeg tussen de klassementsrenners. Vooraan viel de strijd een beetje tegen, na weer een formidabel hilarische koers van Marc Soler gingen twee van zijn ploeggenoten onderuit in aanloop naar de slotklim. En net die twee ploeggenoten hadden Michael Woods het leven zuur moeten maken. Ze vielen letterlijk weg, en dus ging Woods op een vrij goedkope manier met de zege lopen. Daarachter zagen we Primoz Roglic in de aanval gaan. Enric Mas probeerde te volgen, maar hij blies zichzelf op. Mikel Landa probeerde ook te volgen, maar ook hij kwam zichzelf tegen, hij had een terugzakkende Asgreen nodig om überhaupt de finish te halen. Ben O'Connor werd dan weer op gruwelijke wijze in de steek gelaten door Felix Gall, de Oostenrijker had voor de Vuelta te horen gekregen dat hij voor eigen rekening mocht rijden en de toevallige omstandigheid dat zijn ploeggenoot in het rood reed was niet voldoende om dat plan aan te passen. O'Connor verloor, mede door dit soort mentale tikken, bijna twee minuten op Roglic. Van een voorsprong van meerdere minuten was nu nog maar een schamel minuutje over, het rood zag er ineens flets uit. Roglic deelde verder ook een klap uit aan alle concurrenten, toch weer op schema om zijn vierde Vuelta te winnen.

We lagen ook op schema om iedere dag een vluchter te zien winnen, maar onderweg naar Villablino kwam daar verandering in. Er reed slechts een klein kopgroepje weg en daarna besloot Visma de rit te controleren voor Van Aert. In de finale van de rit zat een lange klim, maar het stijgingspercentage van die klim was niet heel indrukwekkend. Het idee was dat men daar wat sprinters zou kunnen lossen, maar dat viel tegen. Ze gingen allemaal mee over de top en dus volgde er na een klim van 23 kilometer aan 4,5% godbetert een massasprint. In die massasprint kon Van Aert het werk van zijn ploeg niet belonen, Alpecin kwam met heel wat mannetjes over die klim, ze zetten een mooie trein op poten en Groves reed op die manier naar zijn tweede ritzege. Wout kwam dichtbij, maar niet dicht genoeg. Na die rare rit die onverwacht in een massasprint eindigde volgde de laatste rit van de tweede week, zo'n rit waar je een heel boek over kunt schrijven. Waar te beginnen? Aanval na aanval in het begin van de rit, toen de renners eenmaal op de eerste Colladiella zaten hadden we richting de top nog maar een mannetje of 20 over in de favorietengroep. Er werd kneiterhard gereden, onder meer door het fenomeen Marc Soler. Die had dan wel Jay Vine in een kopgroepje zitten, maar alsnog reed hij graag met Woods in het wiel naar voren. Al kwam hij daar niet, hij werd opgeslokt door de aanstormende favorietengroep. In die favorietengroep koersten ze als gekken, waarbij zelfs O'Connor zich al een paar keer liet zien. In de afdaling van de Colladiella kwam alles weer bij elkaar en daarna volgde er een nieuwe reeks demarrages. Er was geen enkele controle, het eerste uur van de koers was echt puur genieten. Ze reden rond als junioren, misschien zelfs als nieuwelingen. Alles wat kon gebeuren gebeurde ook, het is ook wel eens lekker om zo'n chaotische koers te zien. In een klein stukje vallei reed er uiteindelijk een groep weg met daarin een heleboel mannetjes van UAE. Soler, Vine en Sikakov, allemaal waren ze van de partij. Niet echt de beste move, Sivakov laten wegrijden. Die stond maar op zes minuten van O'Connor, geen jongen die je een uur voorsprong kon geven. Niet dat Decathlon op kop ging rijden, nee, die hadden Armirail vooruit gestuurd en dat was voldoende reden om niets te doen. Bora had dan weer Dani Martinez vooraan en ook zij besloten niets te doen. Dus zagen we ineens Quick Step op kop rijden. De ploeg van Landa nam het heft in handen, en dat zie ik nooit graag gebeuren. Zodra er op kop wordt gereden voor Landa laat hij het altijd afweten, dat is een wetmatigheid waar niet aan te ontkomen valt. Toen we voor het eerst naar Cuitu Negru reden zette Igor Anton namens Euskaltel zijn mannen aan het werk, waarna hij op de slotklim uiteraard geen rol van betekenis speelde. Hij werd slechts vijfde van de favorieten. Hetzelfde lot was nu Landa toebedeeld, nadat zijn ploeg een eeuwigheid op kop reed werd hij zesde van de favorieten. Wel nog een mooie schijnaanval geplaatst op de Pajares, dat leek echt nergens op. Al was het werk van zijn ploeg ook weer niet direct indrukwekkend te noemen, mannen als Vansevenant en Lecerf wisten het gat met de kopgroep niet te dichten. In die kopgroep was het vooral UAE dat al het werk deed, eerst mocht Marco aan de bak en later nam Vine het over. Toen Vine klaar was mocht Sivakov zelf op kop rijden, met zijn aartsvijand Vlasov in het wiel. Sivakov reed flink door, waardoor we na een tijd nog maar drie koplopers overhielden. Sivakov, Vlasov, en, jawel, daar was ie weer, Pablo Castrillo. Castrillo leek de hele Pajares op het punt te staan om volledig te breken, maar hij bleef er toch bij. Toen we even later op Cuitu Negru aan de steilste strook begonnen demarreerde hij alsof de finish om de hoek lag.

Nee, Pablo, de finish ligt niet om de hoek, je moet nog drie kilometer klimmen aan 13%. Het maakte Pablo niets uit, hij ging er gewoon voor. Sivakov had geen reactie, logisch, hij had immers al een eeuwigheid op kop gereden, met twee profiteurs in het wiel. Vlasov reageerde ook niet, daar zal hij achteraf wel spijt hebben gehad. Misschien gedacht dat Castrillo vanzelf terug zou waaien, maar dat gebeurde niet. Hevig schuddend, wippend van links naar rechts baande Castrillo zich een weg omhoog. En passent bezorgde hij zichzelf opnieuw een nekhernia door iedere keer opnieuw weer om te kijken. Bij zijn eerste ritzege zag hij niets omdat er niemand in zijn buurt reed, nu zag hij niets omdat we inmiddels in de mist reden. Castrillo reed al snel een voorsprong van een seconde of 20 bijeen en het leek er niet op alsof er nog iemand in zijn buurt ging komen. Tot we in de slotkilometer ineens Vlasov zagen opdoemen uit de mist. De Rus was weggereden bij de voormalige Rus en hij stoomde naar voren. In normale omstandigheden weet je dan hoe laat het is. De opkomende man is altijd in het voordeel. Nou, niet bij Pablo Castrillo hoor. Vlasov reed naar de jonge Spanjaard toe, maar toen hij hem bereikte konden we op zijn gezicht al zien dat hij niet veel overschot mee had. Jeetje, dat gezicht van Vlasov, beangstigend. Castrillo keek ook eens in dat gezicht. En nog eens. En dan, vooruit, nog een derde keer. In de slotkilometer zat er een klein vlakker strookje, naar eigen zeggen maakte Castrillo gebruik van dit strookje door heel even op adem te komen. Lukte best aardig, want toen het weer steiler werd ging hij nog eens kneiterhard in de aanval. Geen voorzichtige demarrage, nee, alsof hij even over het lokale viaduct knalde. Vlasov had geen antwoord, de Rus moest tot zijn eigen verbazing Castrillo laten gaan. De jonge renner van Kern Pharma reed naar zijn tweede ritzege van de week, echt buitengewoon bizar. Die eerste ritzege was al krankzinnig, maar daar kon je nog zeggen dat de tegenstand niet heel indrukwekkend was. Nu klopt hij gewoon Vlasov en Sivakov op de steilste aankomst bergop van deze Vuelta, hallo zeg. En op wat voor een manier ook, er zit een hoop karakter in dat mannetje. Goed, het grootste deel van de tijd kon hij mooi in het wiel zitten, maar die aanval in de laatste drie kilometer, jeminee zeg. Terwijl je het idee had dat hij ieder moment kon afhaken ook nog eens, geniaal. En daarna de concurrentie terug zien keren uit de mist, om vervolgens er nog een keer een grandioze lap op te geven. De ontdekking van een fenomeen, dit had ik vooraf ook niet opgeschreven. Wat een week voor Kern Pharma ook, van de hel zitten ze nu definitief in de hemel. Attractief koersen, resultaten boeken en zelfs ritten winnen, fenomenen. Castrillo raken ze natuurlijk wel meteen kwijt, maar dat was voor de Vuelta al bekend. Toen zou hij naar Ineos gaan, maar na deze recente successen schijnt dat ineens niet meer zo zeker te zijn. Acquadro zal wel weer een pre-contractje hebben ondertekend, andere ploegen worden van harte uitgenodigd om Ineos te overbieden. Dat zou je cynisch gezien een risico kunnen noemen, dit was wel een heel bijzondere prestatie namelijk, maar voorlopig genieten we er met volle teugen van. Hij komt niet helemaal uit de lucht vallen, ook al is het vrij ongezien dat een ProTeam piekt in hun grootste wedstrijd van het jaar. De andere ProTeams worden altijd naar huis gefietst, maar de Kern PharmaGoden geven een topshowtje weg.

Vlasov werd tweede op een paar tellen, Sivakov werd nog derde, een halve minuut voor de eerste favorieten. Tussen de favorieten zagen we ook het een en ander gebeuren. Voor de klim al, Roglic plande nog even een fietswissel in en dat kwam hem duur te staan. Hij werd teruggebracht naar het peloton, deels achter de auto. Mag niet, maar wordt vaak oogluikend toegestaan. Vooral na pech, maar in dit geval was er sprake van een geplande wissel, dus greep de UCI in. Hij liep weer in op Ben O'Connor, maar door de tijdstraf bleef de winst beperkt. In aanloop naar de mokersteile Cuitu Negru was het dus vooral Quick Step dat op kop reed, waarna Mikel Landa de druk voelde om het werk van zijn ploeggenoten te verzilveren. Dus plaatste hij richting de top van de Pajares een aanval, die om onbegrijpelijke redenen gecounterd werd door O'Connor. Waarom, Ben? Landa is geen gevaar, laat dat lekker aan anderen over. Maar dat is O'Connor dus, die gaat nogal gebukt onder de stress en dus neemt hij iedere keer de verkeerde beslissing. Al had hij dit keer dan nog de mazzel dat Gall niet in de weg reed, de egoïstische Oostenrijker werd op de eerste klim van de dag al gelost en we zagen hem nooit meer terug. En dan te bedenken dat mensen het nog logisch vonden ook dat Gall voor eigen kans mocht rijden, want hij was beter dan O'Connor, ofzo. Zo zie je maar weer: als je toevallig de leider in je ploeg hebt mag je de plannen gaandeweg best aanpassen. Gall heeft nu voor de kat z'n kut gereden, je vraagt je af hoe de altijd rationele O'Connor intern heeft gereageerd. Met Gall volledig in dienst had zijn voorsprong groter kunnen zijn, het is echt een disasterclass van Decathlon. Vooral ook dat ze hem niet duidelijk kunnen maken dat hij op z'n Dumoulins iedere klim moet aanpakken, kies je eigen tempo en doe net alsof de rest niet bestaat. Maar nee hoor, lekker overal op reageren en daarna je zelf opblazen, geniaal. Hij probeerde ook de mannen van Bora te volgen toen die aan een gruwelijke sprint beginnen in het begin van het steile stuk. De laatste drie kilometer waren loodzwaar en daar zagen we Lipowitz net als Castrillo een sprint plaatsen alsof de finish om de hoek lag. Er zat aan het eind van zijn demarrage niemand meer in het wiel, op Roglic na. Na deze mooie inleiding van Lipowitz versnelde Roglic en de verwachting was dat hij daarna snel een eind zou uitlopen, maar niets bleek minder waar. Hij reed niet naar de kop van de koers toe en hij reed de jongens achter hem niet op achterstand. Sterker nog, even later keerde Mas zelfs terug. En nog even later reed Mas zelfs weg. Roglic leek de boel verkeerd ingedeeld te hebben, maar in de laatste meters van de rit reed hij toch weer terug naar Mas. Met z'n tweeën kwamen ze over de streep, in principe een prima resultaat voor Roglic, ook al zal hij er meer van hebben verwacht. Door die 20 strafsecondjes viel het helemaal tegen, uiteindelijk. Hij had net zo goed niet van fiets kunnen wisselen, maar achteraf blijft het mooi wonen. O'Connor hield ditmaal knap stand, hij verloor niet eens 40 seconden ten opzichte van Mas en Roglic. Het leek er even op alsof hij er weer doorheen ging zakken, maar op de steile Cuitu Negru bleven de verschillen beperkt. De klim is zo lastig dat je niet van elkaar weg kunt rijden, mag nu na twee aankomsten op deze skipiste wel de conclusie zijn. Roglic kwam desondanks wel binnen de minuut van O'Connor te staan, totdat hij met die straf te maken kreeg.

Met O'Connor in het rood gaan we aan de laatste week beginnen. Verrassend, maar voor de koers natuurlijk alleen maar goed. O'Connor op 1, Roglic op een minuut op 2, daarna Mas op twee minuten op drie, terwijl de hele top 10 nog binnen de vijf minuten staat. Wat een verschil ten opzichte van de Tour en Vuelta, deze koers is echt een genot. Sivakov kwam door zijn dappere aanval mooi de top 10 binnen, zijn werk leverde toch nog iets op. Met een beetje fantasie zijn er nog vijf renners die de Vuelta kunnen winnen, ze hebben nog zes dagen de tijd om er iets moois van te maken. We beginnen de laatste week met een bergrit en een aankomst bergop, daarna volgen er twee makkelijkere ritten. De eerste, in Cantabrië, kan eindigen in een massasprint, de tweede, in het Baskenland, zou een prooi moeten worden voor de vluchters. Daarna volgen er nog twee aankomsten bergop, de eerste is een soort ____/ terwijl de tweede een /\/\/\/\/\/ is. Daarna volgt dan nog de afsluitende tijdrit in Madrid. Van de zes ritten die er nog volgen zijn er vier de moeite waard als het gaat om de strijd om de rode trui. Ben O'Connor is nog lang niet binnen, maar Roglic ook nog niet. Er staat ons een prachtige week te wachten en die week trappen we af op vertrouwde grond. We zijn nog steeds in Asturië en daar gaan we naar de Spaanse Alpe d'Huez toe.




Na de rustdag in Oviedo gaat de laatste week van deze Vuelta van start in Luanco, een plaats in het uiterste noorden van Asturië waar een kleine 6.000 mensen wonen. De Vuelta was nog nooit in Luanco, dat in het Asturisch Lluanco wordt genoemd, wat te maken heeft met het feit dat de Vuelta dit kleine scheireilandje ten noorden van Gijón altijd links laat liggen. De Vuelta was hier nog nooit, maar de Vuelta Asturias kwam hier blijkbaar in 1985 wel eens langs, toen met een ritzege voor de Bask Federico Echave. Luanco was ooit een belangrijke vissers- en walvishaven. Tegenwoordig is Luanco vooral een toeristisch oord, bekend om zijn historische gebouwen waaronder de kerk van Santa María, de Torre del Reloj en het paleis van Menéndez Pola. Luanco ligt aan de kust, dus vinden we hier ook enkele stranden, de stranden van Santa María en La Ribera lijken vooral populair te zijn. De lokale gastronomie zou ook de moeite waard moeten zijn, uiteraard draait het in dit vissersdorpje vooral om vis. Ze organiseren hier zelfs allerlei gastronomische evenementen, in deze tonijnhoofdstad van Asturië. Als we turismoasturias.es mogen geloven is Luanco het dichtsbijzijnde vissersdorp bij de Peñes, het meest noordelijke punt van Asturië. Lluanco/Luanco, in de gemeente Gozón, biedt idyllische landschappen zowel over land als over zee. Een afgelegen haven en prachtige stranden, en een kerk die bijna baadt in de Golf van Biskaje. De haven diende als schuilplaats voor de grote vloot, die aanvankelijk gewijd was aan de walvisvangst, maar later overging op de vangst van tonijn, sardines, makreel, zeeduivel, spinkrabben, krabben en zeepokken. Zeepokken, jawel. Er was ook een bloeiende conservenindustrie. Het is precies deze grote zeevaarttraditie die aanleiding gaf tot het Maritiem Museum van Asturië , het oudste museum in het Prinsdom (het werd opgericht in 1948) , een icoon van een cultuur die verbonden is met de zee, waar modellen van boten, visgerei en uitrusting te zien zijn, evenals een reis door de evolutie van de navigatie, nautische kaarten en een brede selectie van de flora en fauna van de Golf van Biskaje. Het Museo Marítimo de Asturias dus, in het centrum, aanrader. Een wandeling door de oude stad , met zijn klokkentoren, een voorbeeld van 18e eeuwse architectuur, gebruikt als uitkijktoren, gevangenis en pakhuis. Mis ook de kans niet om in een van de vele restaurants de lokale gerechten te proeven, te genieten van de spectaculaire uitzichten en de stranden. Luanco heeft ook een prachtige boulevard, waar u aan het einde van het strand van La Marina de kerk van Santa María vindt. Binnenin bevindt zich de Cristo del Socorro (Christus van de Redding ). Volgens de overlevering redde deze kerk in de 17e eeuw enkele zeelieden van Luanco van een storm. Dat klinkt dan weer als een sterk verhaal, pero bueno. Het is een hyperactieve stad op het gebied van sport en cultuur . Ze staat bekend om haar passie voor zeilen en regatta's en om het feit dat er al jarenlang een van de meest originele en beroemde beachtennistoernooien wordt gehouden. Beachtennis, weer eens wat anders dan beachvolleybal. Dat ze hier van watersporten houden wordt overigens wel bewezen door het feit dat er meerdere olympiërs uit deze gemeente komen, vooral kanoërs. Een stukje ten noorden van de stad vinden we op het uiterste puntje van Peñes de Faro de Cabo Peñas, een fraaie vuurtoren. Iets dichterbij vinden we in de zee een klein eilandje met op dat eilandje Ermita de El Carmen, een kapelletje waarvan je je afvraagt hoe ze het voor elkaar hebben gekregen om dat op zo'n rotsachtig eilandje neer te poten. Goed, Luanco dus, een vissersdorpje met een hoop fraaie gebouwen, vooral direct langs de kust kom je allerlei oude vissershuisjes tegen in de fraaiste kleuren, terwijl er ook de nodige paleisjes te vinden zijn. Tegenwoordig struikel je op de stranden over een meedogenloze hoeveelheid toeristen, nu de Vuelta voor het eerst passeert zal dat vast alleen maar erger worden.




De renners gaan de derde week aftrappen langs de zee, ze zien vanaf hun startplek het water en een van de populaire stranden liggen. Daarna rijden ze een kort rondje door Luanco, waarna de rit buiten het dorp officieel gaat beginnen. In de eerste kilometers van deze rit krijgen de renners met een atypisch parcours te maken, hoewel ze rijden over brede wegen gaat het hier meteen enorm bochtig en enorm glooiend zijn. Van Luanco rijden de renners langs de kust richting Candás, maar de kustlijn is hier heel grillig. Op en af, van links naar rechts, er zit geen moment van verpozing in deze aanvangsfase. Als ze na een paar kilometer Candás bereiken komen ze in het centrum voorbij de fraaie kerk een stuk of tien bochten tegen, waarna ze buiten het centrumpje vol fraaie huisjes uitkomen bij de zee. Ze fietsen op een meter of drie van het water, over een weg vol keurige klinkertjes. Buiten Candás komen we weer op een brede asfaltweg terecht en deze weg gaat na vijf kilometer koers anderhalve kilometer aan 5% omhoog lopen. Door de groene heuvels langs de kust omhoog, een eerste echte klimmetje tijdens deze lastige bergrit. Na deze eerste heuvel van de dag gaat het anderhalve kilometer omlaag, de renners rijden over een brede weg en ze komen na een rechte kilometer alleen in de laatste meters van dit stuk in dalende lijn een paar bochten tegen. Even verderop slaan ze bij een rotonde rechtsaf, daarna gaat het naar links en dan rijden ze over een snelweg rechtstreeks naar Gijón. In de eerste paar kilometer reden ze nog langs lieflijke dorpjes vol mooie huisjes, nu bevinden ze zich ineens tussen de meest afgrijselijke industrie die de mensheid ooit heeft aangetroffen. Nouja, zo ongeveer. Een of andere pijpleiding dwars door de bossen heen, het is geen porem. Na over een lange brug gereden te zijn slaan ze aan het eind van de snelweg bij een rotonde linksaf en daarna rijden ze via nog meer rotondes en een aantal bochten Gijón binnen. Na 13 kilometer rijden ze deze stad binnen en ze gaan onderhand het hele centrum verkennen. De tocht door Gijón begint lelijk, ik kan de buitenwijken hier niet aanbevelen, maar als we uiteindelijk de kust bereiken blijkt het toch een ontzettend fraaie stad te zijn. Het gedeelte aan de kust, waar de oude stad te vinden is, kan zo op een postkaart. Enige nadeel is dat de wegen hier wat smaller zijn, na een brede aanloop komen we in de buurt van de kust wat meer bochten en enkele smalle passages tegen. Gijón is natuurlijk de stad van Ivan Garcia Cortina, en van de voormalig coureurs Chechu Rubiera en Dani Navarro. Ook de stad waar Thomas De Gendt in 2017 een rit wist te winnen, in de sprint van een klein groepje vluchters was hij sneller dan Pantano en Garcia Cortina. Ivan had bijna gewonnen in z'n eigen stad, maar hij was onderweg net iets te gretig. Gijón is ook de stad van wielerliefhebber Luis Enrique, de coach van PSG heeft dan toch nog iets dat in zijn voordeel spreekt. Gijón (in het Asturisch Xixón) is vooral bekend omdat het over een van de grootste havens van Noord-Spanje beschikt. In de middeleeuwen en de Romeinse tijd heette de stad Gigia, goed om te weten. In Gijón bevindt zich het Museum van het Asturische Volk (Museo del Pueblo de Asturias), waar allerlei huizen uit de regio zijn ondergebracht. Het Internationaal doedelzakmuseum, opgericht in 1965, is er sinds 1975 ondergebracht en toont doedelzakken uit de gehele wereld. Heel vet. We rijden nog een tijdje langs de kustlijn over een weg die voorzien is van een irritante middenberm, waarna we via een brug over de Piles rijden om vervolgens Gijón achter ons te laten.



Buiten Gijón rijden de renners een aantal kilometer over een brede doch bochtige weg omhoog naar een fraai ciderhuis. Asturië en cider, dat is wel een aardige combinatie. Onderweg naar het ciderhuis gaat het na een paar vlakke kilometers drie kilometer aan een procent of drie omhoog, heel spanned is het ook weer niet. Voorbij het ciderhuis is de brede weg een kilometertje vlak, waarna we na een kort stuk in dalende lijn uitkomen bij een rotonde waar we een mooie bocht van 180 graden maken. Na die bocht wordt er tien kilometer door de bossen gereden over een glooiende weg. Het is breed, het asfalt is goed, de natuur is zeer de moeite waard. We rijden nog steeds in de buurt van de kust, ook al komt het water niet meer in beeld. Wel is het daardoor nog steeds glooiend hier, het gaat een paar keer op en af. De weg kent vooral in de eerste kilometers de nodige bochten, de renners komen her en der verspreid zelfs een paar haarspeldbochten in dalende lijn tegen. Na een tijd loopt de weg wat meer rechtdoor, we fietsen Venta las Ranas tegemoet en als we in dit dorpje rechtsaf slaan beginnen we aan een klimmetje van vijf kilometer aan 4%. Verre van spannend, maar misschien hebben we dit klimmetje nog nodig om een vlucht op gang te laten komen. Een brede en bochtige weg dwars door de mooie Asturische natuur, weg van de kust het binnenland in. Een prettige weg omhoog, we rijden door wat bossen en zien verder wat fraaie landhuizen die op de flanken van deze heuvels zijn gebouwd. Als we boven zijn op de klim, die blijkbaar de Alto el Pedroso heet, is het vier kilometer zo goed als vlak. Het is wel lekker bochtig hier, maar de weg is verder prima. Als we vervolgens vijf kilometer gaan afdalen richting Villaviciosa blijft het prima, de weg loopt niet heel steil omlaag en blijft breed. Het asfalt is ook keurig, dus de bochten die de renners tegenkomen moeten niet al te uitdagend worden bevonden. Ik zie ook weinig echt scherpe bochten, als het droog blijft is er weinig aan de hand. Anders fiets je ineens door een nat bos, dat zou het iets uitdagender maken. Beneden komen de renners uit bij een rotonde, hier gaan ze rechtdoor en daarna rijden ze Villaviciosa binnen, een plaats waar in de Vuelta van 2020 en 2022 een rit van start ging. In 2020 reden we naar La Farrapona, waar David Gaudu onze favoriet Marco Soler in de luren zou leggen, in 2022 reden we dan weer naar Les Praeres waar godbetert Louis Meintjes vanuit de vlucht zou winnen. In andere jaren rijden we regelmatig door Villaviciosa heen, net als nu. Na 46 kilometer bereiken we deze stad, in het centrum komen we een rotonde en enkele bochten tegen. Villaviciosa schijnt een belangrijke ciderstad te zijn, volgens sommigen zelfs de ciderhoofdstad van Spanje. Tevens kwam Karel V hier in 1517 aan land bij zijn eerste bezoek aan Spanje om zijn Spaanse erfenis te aanvaarden. En dan komt de voetbaltrainer Marcelino er ook nog eens vandaan! Hebben we verder niets mee te maken, aan het eind van het centrum slaan de renners linksaf en dan verlaten ze Villaviciosa weer. Buiten Villaviciosa rijden de renners vijf kilometer rechtdoor langs de Ria de Villaviciosa over een brede en vlakke weg. Na die vijf makkelijke kilometers nemen we een afslag naar rechts, we laten het estuarium achter ons en daarna gaat loopt de brede weg vijf kilometer vals plat omhoog aan ongeveer 3,5%. Dit stelt uiteraard niets voor, we rijden verder door de Asturische natuur over een weg die wel bochtig is, maar het klimwerk mag geen naam hebben. Boven komen we uit in het dorpje Venta del Pobre, hier botsen de renners op een dubbele rotonde, bij de tweede gaan ze naar rechts en daarna dalen ze een kilometer of drie af over een brede weg zonder veel bochten. Langs de snelweg af rijden we door de bossen richting Colunga, dit stuk van de route stelt niet veel voor. Na de afdaling die we amper een afdaling mogen noemen gaat het nog eens een kilometer of vier vooral rechtdoor over een brede weg die zo goed als vlak is. Na 65 kilometer koers bereiken we zonder veel problemen Colunga, een plaatsje waar in de Vuelta van 2016 nog een rit van start ging. De renners gingen toen net buiten het dorp van start voor de deuren van het Museo del Jurásico de Asturias, een dinomuseum! Het museum zien we ditmaal niet in beeld, maar we passeren wel langs wat andere opvallende gebouwen in het centrum van Colunga, best een aardig dorp.



Colunga bevindt zich ook in de buurt van de kust, maar de Cantabrische Zee komt geen moment in beeld. Na de passage in het centrum van Colunga rijden de renners buiten het dorp een kilometer rechtdoor, tot ze bij een rotonde rechtsaf slaan. Na deze bocht naar rechts rijden ze richting het dorpje Coceña. We passeren nog eens twee rotondes en daarna loopt de weg een kilometer aan 4% omhoog, Roglic hoeft voorlopig nog geen fietswissel in te plannen. Na dit klimmetje komen we uit in Coceña, in feite eerder een gehucht. Er staan wat mooie Asturische verhoogde schuurtjes, verder valt er hier weinig te beleven. Buiten het gehucht is de brede weg een kilometer zo goed als vlak, voor we kort gaan afdalen richting Lloroñi, waar we de voet gaan vinden van de eerste serieuze klim van de dag. Het korte afdalinkje kent één lange bocht naar rechts die een beetje de moeite is, verder hoeft er niets genoteerd te worden. Na 70 kilometer komen we uit in Lloroñi en dan gaan we beginnen aan een klim die we maar al te goed kennen, de vaste partner van Lagos de Covadonga komt eraan. Buiten het dorp Loroñe, zoals het in het Spaans heet, loopt het al een beetje vals plat omhoog en dan begint de klim. We gaan beginnen aan de Mirador del Fito, een klim die bij het meubilair van de Vuelta hoort. Zeven kilometer aan 7,9%, een best pittig ding van deze kant. In de eerste drie kilometer van deze klim van eerste categorie wordt het gemiddelde wat gedrukt, het gaat via 4,5% van 5% naar 6%, al probeert de organisatie ons anders te doen geloven. Dan is de aanvangsfase voorbij en krijgen we te maken met twee kilometer aan 10%. Het zwaarste deel van deze klim zit in het midden, want richting de top wordt het weer wat eenvoudiger. Al mag je het niet makkelijk noemen met twee kilometer aan 9% en een afsluitende kilometer aan 8%. Na 77 kilometer komen de coureurs voor de eerste keer boven op deze Fito, Fitu in het Asturisch. Geen onbekende klim, we zijn hier vaker geweest. In 2018 voor het laatst van deze kant, in 2022 reden we dan juist weer langs de andere kant omhoog. In 2018 kwam de klim voor in een rit met aankomst op Lagos de Covadonga, hetzelfde was waar in 2016 en 2012, vandaar, een beetje de vaste partner van Lagos de Covadonga. Alleen in 2021, de laatste keer dat we naar Lagos de Covadonga gingen, werd de relatie even on hold gezet, maar nu zijn de tortelduifjes weer samen. Na de top gaan we uiteraard dalen, de afdaling die volgt is wel bochtig maar niet echt lastig. Deze kant van de berg is wat minder steil, bovendien is de weg breed en kan bijna iedere bocht goed ingeschat worden. Derhalve durf ik wel te stellen dat deze afdaling geen problemen gaat opleveren. We werken negen kilometer in dalende lijn af richting Arriondas, eenmaal beneden slaan we rechtsaf in het centrum van dit dorpje en na een korte passage in dit centrum slaan we scherp linksaf een smaller weggetje in, we rijden over een bruggetje waar je zo te zien aan een kanotocht kunt beginnen en daarna wordt de weg weer wat breder. Buiten Arriondas pakken we nog een klein ongecategoriseerd klimmetje mee, de komende 4,5 kilometer gaat het gemiddeld aan 5,5% omhoog. Een onregelmatig klimmetje, we komen onderweg een paar vlakke stroken tegen en het gaat ook een paar keer kort omlaag, waardoor de stroken in stijgende lijn meteen de moeite waard zijn. Ritten naar Lagos de Covadonga waren in het verleden vrij vaak saai, omdat men geen moeite deed beklimmingen toe te voegen in aanloop naar de slotklim. Dat is de laatste jaren anders geworden gelukkig, we proberen nu op allerlei manieren de rit zwaarder te maken. De klim naar San Martín de Bada helpt daarbij, in het begin van de klim komen de renners een halve kilometer aan 9% tegen en richting de top gaat het anderhalve kilometer aan 7% omhoog. Het is alvast beter dan simpelweg de weg door de vallei nemen. Leuk klimmetje, over een weg die een keer geen snelweg is omhoog door een bos, paar bochtjes erbij, leuk dorpje op de top.






De afdaling die volgt na dit ongecategoriseerde klimmetje is vier kilometer lang en brengt het peloton naar Cangas de Onís. Ook als het naar beneden gaat is de weg niet heel breed. Dankzij een behoorlijk aantal bochten is dit een afdaling waar je alert moet zijn. Heel steil gaat het niet naar beneden, maar je bent wel continu aan het sturen. Zitten een aantal rotbochten tussen, bijvoorbeeld in het archaïsch ogende San Juan de Parres. Ook aan het eind van de afdaling wordt het nog lastig, een beetje dan toch. Na een rotonde in dalende lijn rijden de renners na 96 kilometer voor het eerst vandaag Cangas de Onís binnen. Hier zal in de finale een tussensprint volgen, maar nu rijden we er zonder franje doorheen. In Cangas komen we die ene oude brug tegen waar een kruis aan hangt, een inmiddels wereldberoemd fenomeen aangezien we altijd door Cangas de Onís rijden als we op weg gaan naar Lagos de Covadonga. En we gaan vaak naar Lagos de Covadonga, alleen krijgen de renners nu nog een rondje van de zaak cadeau. Kijk maar naar de kaart van deze rit, het is letterlijk een rondje. Voorbij de brug met het kruis slaan we in het centrum van Cangas de Onís rechtsaf en daarna fietsen we naar de lokale lus toe. We zetten koers richting een klim die in de Vuelta van 2021 ontdekt werd, de klim leverde een grandioos spektakel op en dus keren we snel terug. Buiten Cangas de Onís rijden we drie kilometer rechtdoor over een brede en vlakke weg, daarna zal de weg zeven kilometer lang wat meer bochten kennen. Het begint ook wat glooiender te worden, zo gaat het een paar keer licht merkbaar omhoog. Verre van een echte klim, maar vlak mogen we het ook niet noemen. We fietsen langs de rivier Sella door een opnieuw zeer fraaie omgeving. Het ziet er hier schitterend uit, als de rit net zo schitterend wordt hebben we prijs. Om aan de andere kant van de Sella te komen hebben ze hier in het verleden een paar fraaie bruggen gebouwd, zo rijden we nog maar eens langs een kicken puente romano. Niet veel later komen we uit bij een andere brug, net voor we Santillán betreden. Hier begint het lokale rondje echt. Over een aantal kilometer gaan we terugkeren op deze weg, via die brug. Nu rijden we rechtdoor verder, op weg naar een klim die de moeite waard is.




Het is tien kilometer fietsen tot de voet van La Collada Llomena, het worden tien bochtige kilometers door een behoorlijk groene omgeving. Het loopt ook voornamelijk vals plat omhoog, in die tien kilometer komen we 150 meter hoger uit. Toch is dat maar de helft van het verhaal, want het gaat tussendoor ook een paar keer zoetjesaan naar beneden. Er zitten in dit stuk dus ook wat lastigere stroken, maar dat stelt allemaal niets voor in vergelijking met dat wat dadelijk komen gaat. Dat de weg een aantal bochten kent zal ook voor weinig problemen zorgen, het is behoorlijk breed en scherp bochtenwerk is er niet bij. De renners rijden voornamelijk door een bos, maar af en toe verdwijnen de bomen wat uit beeld en dan zien we vooral wat imponerende bergen die ons bijna lijken in te sluiten. Vlak voor we beginnen aan de beklimming La Collada Llomena rijden we een tijd langs enkele indrukwekkende rotswanden. Het is hier dat we toch nog een lastige bochtencombinatie tegenkomen, maar dat is in die tien kilometer enige punt van aandacht. Uiteindelijk komen we uit aan de voet van de klim, waar een scherpe terugdraaiende bocht naar rechts genomen moet worden. Na die bocht beginnen we in de buurt van een watervalletje aan een klim van 7,6 kilometer aan 9,3% gemiddeld. Ja, La Collada Llomena is straffen toebak, naar wij dachten. Een klim van de eerste categorie, dat begrijpen we wel. Door een werkelijk schitterend landschap hijsen we ons meteen in de eerste kilometer aan 7,5% omhoog. Valt nog mee, maar er zitten wel al stroken aan 10% tussen. In de tweede kilometer gaat het zelfs aan 10,5% gemiddeld omhoog, met stroken tot 12%. Langs de rotswanden gaat de iets minder brede bochtige weg stevig omhoog, 't is de moeite. In de derde kilometer van de klim fietsen we door een tunneltje, terwijl het gemiddelde een beetje zakt naar 8,5%. De vierde kilometer wordt een pak lastiger, het gaat aan 12% gemiddeld omhoog met zelfs stroken tot 14%. Na een tijd komen we een paar haarspeldbochtjes tegen, hierna is het uitzicht over de omgeving tijdelijk nóg mooier. Even later fietsen we de andere kant op, we merken dat aan die kant het uitzicht net wat minder is. Niet lang daarna fietsen we door het dorpje Viego, hier komen we weer wat bochtjes tegen. Het gaat nog steeds steil omhoog, maar 9,3% is natuurlijk geen 12%. Alsnog lastig zat, en het dorpje is ook best leuk. Buiten het dorp gaat het verder omhoog aan 8,6%, met toch nog steeds wel strookjes aan 10% of meer. Des te dichter we in de buurt van de top komen, des te meer begroeiing er te zien is. Wel merkwaardig, meestal is het andersom. De fraaie bergtoppen verdwijnen uit beeld en we rijden over een steeds bochtigere weg door een bos naar boven. Nog flink wat hoefijzertjes aan het eind, terwijl het vlak voor de top nog een tijd aan meer dan 9% omhoog zal gaan. In de laatste 600 meter gaat het aan 8% omhoog, waarna we na 125 kilometer de top van de Collada Llomena bereiken. Op de top ligt er een bonussprint op de renners te wachten, als we het scenario van 2021 herhalen wordt deze bonussprint zowaar betwist door de klassementsrenners. In 2021 reden we zelfs twee keer over La Collada Llomena, al sloegen we toen Mirador de Fito over. Nu blijft het bij één beklimming van La Collada Llomena, een klim die ook bij een enkele passage al genoeg schade kan aanrichten. In 2021 zagen we op deze klim Egan Bernal in de aanval gaan en alleen Primoz Roglic ging met hem mee. Net als toen was het na de top van de klim nog meer dan 50 kilometer fietsen tot de finish. Voor we aan de slotklim beginnen volgt er nog een lang stuk in de vallei. Dat zou de renners kunnen tegenhouden, maar daar was een paar jaar geleden geen sprake van. Bernal en Roglic reden met z'n tweeën weg tijdens de tweede keer Collada Llomena en ze overbrugden het stuk in de vallei ook met z'n tweeën, het kan dus! Roglic is er nu ook weer bij, we hebben alleen een nieuwe Bernal nodig. Met dik 60 kilometer te gaan tot de finish gingen ze al in de aanval, poh, wat een fraai staaltje wielrennen was dat. Meer dan dat, graag. Al is het zelfs zonder aanvalswerk de moeite waard om op deze klim te passeren, want wat is het hier mooi. We fietsen door een prachtige omgeving, Parque Natural de Ponga, die naam mag genoteerd worden. Op de top van de klim is er niet direct het beste uitzicht, maar als je de benenwagen neemt en een stukje verder te voet klimt kom je bij allerlei miradors uit waar het uitzicht simpelweg een 10 is. Los Bedules bijvoorbeeld, niet te schatten.







Ritten naar Lagos de Covadonga waren vaak niet zwaar genoeg om veel verschil te veroorzaken, maar met de toevoeging van La Collada Llomena is dat toch wel anders geworden. Wij zijn de Asturiërs zeer erkentelijk voor het opknappen van deze weg, waardoor ie door de Vuelta gebruikt kan worden. De weg was eerst te smal en het asfalt te slecht, nu is het beter. Al is het opnemen van deze klim niet zonder gevaar, dat konden we in 2021 ook meteen zien. Tijdens die 17e rit in de Vuelta van drie jaar geleden regende het dat het goot, het was ouderwets snertweer. Dat had zo z'n gevolgen bergop, maar dat had natuurlijk vooral gevolgen bergaf. De afdaling die volgt is sowieso lastig, maar door de regen werd het helemaal een gevaarlijke toestand. In een van de eerste bochten vloog Bernal al bijna van de weg af, bij de achtervolgers was Wout Poels bijna hetzelfde lot beschoren. Even verderop zagen we ineens Odd Christian Eiking op de grond liggen, tot dat moment de drager van de rode trui. Die had ie cadeau gekregen van na een succesvolle vlucht, hij mocht bijna een week die trui dragen, maar onderweg naar Lagos de Covadonga ging het mis. Bergop moest hij al lossen op de Collada Llomena, en dan ging hij bergaf ook nog eens onderuit. Bij dezelfde valpartij lag Vlasov, ook Verona lag erbij. Kortom, dit is een afdaling waar er gevallen kan worden, zeker als het nat is. En? Er wordt regen voorspeld. Ojee, als dat maar goed gaat. Al begint de afdaling makkelijk, voorbij de top is het eerst ee nkilmoeter zo goed als vlak. Pas daarna begint de afdaling, we gaan een kilometer of negen dalen aan een procent of zeven. De andere kant van de klim is in principe minder lastig, maar kent wel wat vervelende elementen. Zodra het dalen echt begint gaat het een kilometer of vier behoorlijk steil naar beneden richting San Juan de Beleño. Deze vier kilometer rijden we door het bos over een weg die steeds bochtiger wordt. Van de ene naar de andere bocht, over een weg die ook niet al te breed is. Onoverzichtelijk door de dichte begroeiing, terwijl er een tijd gedaald wordt aan 10%. Gaat niet simpel zijn, vooral niet als we kort achter elkaar een aantal haarspeldbochtjes tegenkomen. Na dit lastige deel van de afdaling bereiken we San Juan de Beleño, een dorpje dat prachtig gesitueerd is op de flanken van de heuvels. In dit dorp komen we ook weer een aantal bochten tegen, maar het is hier een tijdje zo goed als vlak. Buiten het dorp begint de afdaling weer, maar het tweede deel van de afdaling is beduidend minder lastig. Het gaat wat meer rechtdoor naar beneden, aan lagere percentages. De weg lijkt ook iets breder geworden te zijn, wat het allemaal wat makkelijker maakt. Toch komen we nog steeds een aantal bochten tegen, zelfs een paar scherpe bochten. Op zich valt dit stuk wel mee, alleen aan het eind van de afdaling rijden we ineens een duister bos binnen waar aan het eind nog één lastige haarspeldbocht is te vinden. Even verderop rijden we over een brug en zijn we beneden. Nu we beneden zijn gaan we een tijd de loop van de Ponga volgen, naast een nationaal park is dat ook een riviertje. Feitelijk gezien heb je een berg met aan de ene kant de Sella en aan de andere kant de Ponga en wij fietsen een rondje om deze berg heen. De kloof van de Sella was fraai en dat kunnen we ook zeggen over de kloof van de Ponga, de rotswanden vliegen ons weer om de oren. Prachtige bergen hier, als je niet zojuist in de afdaling op je plaat bent gegaan is dit een heerlijke omgeving om doorheen fietsen.




We rijden in eerste instantie acht kilometer door de kloof van de Ponga, naar Sellaño. Het loopt een beetje vals plat naar beneden, terwijl we behoorlijk wat bochten tegenkomen. Bochten en rotswanden, dat is het min of meer. Weinig lastige bochten, maar toch. Eenmaal in Sellaño slaan we rechtsaf, waarna we nog eens zeven kilometer de loop van de Ponga volgen. Dit stuk is wat meer glooiender, het gaat een beetje op en af. De natuur blijft indrukwekkend, we fietsen nog een tijd langs de rotsen. Het is vrij bochtig en het gaat zo nu en dan een tijdje omhoog, maar de tocht is toch vrij makkelijk te noemen momenteel. Aan het eind van deze weg komen we uit bij de samenvloeiing van de Ponga en de Sella. We rijden via een brug over de Sella, na het rijden over deze brug sloegen we drie jaar geleden rechtsaf om vervolgens nog een rondje Collada Llomena te doen, dat herhalen we nu niet. Die eerste passage was toen overigens ook wel grappig, tijdens de eerste klim ging Mikel Landa in de aanval. Hij reed naar de kopgroep toe, maar toen de kopgroep in de afdaling werd ingerekend stapte hij even later uit de wedstrijd. Blijft een bijzondere jongen. In ieder geval, nu geen extra rondje, bij de brug over de Sella slaan we meteen linksaf en daarna rijden we terug naar Cangas de Onís. We rijden terug over een weg die we kennen, voor we begonnen aan de Collada Llomena reden we vanuit Cangas de Onís al eens in tegengestelde richting over deze weg. Tien kilometer lang volgen we de Sella richting Cangas de Onís, de eerste paar kilometer zal de weg behoorlijk bochtig zijn. Het gaat wat op en af, maar uiteindelijk komen we wel een stukje lager uit. Geen heel lastig deel van de rit dit, geen sinecure om als aanvaller op dit soort wegen op te boksen tegen een achtervolgende groep. In 2021 was dit het moment dat Roglic eindelijk besloot over te nemen bij Bernal. Jody mocht al het werk doen op de klim en in de afdaling, in de vallei hielp Roglic hem een handje. Daarachter was het vooral Wout Poels die op kop mocht boren voor zijn kopmannen bij Bahrein. Geen gelijke strijd, mogen we wel zeggen. De weg is lekker breed, de natuur blijft schitterend en na een tijd wordt het wat rechter. De laatste paar kilometer van deze weg rijden we rechtdoor naar Cangas de Onís, een plaats die we na 159 kilometer voor de tweede keer gaan bereiken. In het centrum volgt de tussensprint van de dag, zonder bonussprint want die hebben we al gehad. In Cangas de Onís, waar in het verleden behoorlijk veel ritten in de Vuelta van start zijn gegaan, komen we die ene brug met dat kruis weer tegen.



In Cangas de Onís slaan we rechtsaf, daarna rijden we naar Soto de Cangas. In Cangas de Onís vond Miguel Indurain in 1996 zijn Waterloo, overigens. Nadat hij dat jaar de Tour al had verloren werd hij in de Vuelta ook op zo'n beetje iedere berg gelost. Onderweg naar Lagos de Covadonga reed hij na de Mirador de Fito al in de bus rond, waarna hij in Cangas de Onís zijn teambus zag staan bij het hotel. Het signaal om af te stappen en nooit meer op te stappen, dat is dus wat Lagos de Covadonga met een mens doet. Ondanks de kicken editie van 2021 nog steeds een beetje een overschatte klim, vooral ook te vaak gebruikt. Nee, het is geen Alpe d'Huez, en al zou het wel een Alpe d'Huez zijn, die hoef ik ook niet om het jaar te zien. Enfin, de Collada Llomena is natuurlijk een topklim, maar het stuk dat de renners daarna moeten overbruggen tot de voet van Lagos de Covadonga is lang. Dat bleek in 2021 niet zo'n probleem te zijn, maar je hebt dan dus wel een Bernal nodig. In 2021 was het Sivakov die eerst de boel in gang trok voor Bernal, misschien kan Pavel net als voor de rustdag nu er hoogstpersoonlijk voor zorgen dat er gekoerst moet worden in de groep der favorieten. Voorbij Cangas komen we twee rotondes tegen in vier kilometer tijd, tussen die rotondes in gaat het vooral rechtdoor over een brede weg, terwijl de weg een beetje vals plat omhoog loopt. Bij de rotonde in Soto de Cangas slaan we rechtsaf, daarna fietsen we richting Covadonga. Zes kilometer lang loopt de weg wat vals plat omhoog, dit hoort nog niet bij de echte klim. Over een brede weg fietsen we via La Riera naar Covadonga, we komen wel wat bochten tegen maar verder is het nog steeds vrij saai. Een rotonde in La Riera en eentje in Covadonga, dan ben je er verder wel. In dit stuk komen we een kleine 150 meter hoger uit, dat gaat het grote verschil ook niet maken. Op 12,5 kilometer van de finish komen we uit in Covadonga, hier gaat de veel te vaak gebruikte slotklim naar Lagos de Covadonga beginnen. In het plaatsje Covadonga komen we overigens een heiligdommetje tegen, met een heel verhaal erbij. Er is een basiliek, maar het heiligdommetje is vooral bekend vanwege een heuse grotkapel. In de grot staat een beeld van de Virgen de Covadonga, een beeltenis van de maagd Maria. Volgens de overlevering leverde de heilige maagd een bijdrage aan de overwinning van de Spanjaarden op het Moorse leger. Ergens in het jaar 722 kwam de lokale held Don Pelayo hier orde op zaken stellen, bij de Slag om Covadonga hakte hij de Moren in de pan. Met een beetje hulp van de maagd van Covadonga, jaja, uiteraard, natuurlijk. Pelayo is niet voor niets de grootste held van Asturië, is het niet door daadwerkelijke daden dan wel door een aangedikt verhaal. Voor de Asturiërs was het in ieder geval voldoende reden om een heiligdom van deze plaats te maken en een beeld van Pelayo naast de basiliek neer te pleuren. We hebben tegenwoordig een nieuwe Don Pelayo, Pelayo Sanchez won dit jaar zowaar een rit in de Giro. Hij ging ook van start in de Vuelta, maar uitgerekend toen de koers Asturië bereikte besloot hij af te stappen. Hij hoefde in ieder geval niet lang naar huis te fietsen, zullen we maar denken. In 722 zorgde de heilige maagd voor een regen van rotsblokken, is een deel van het verhaal dat ook niet overgeslagen mag worden. Hopelijk krijgen we in de resterende kilometers te maken met een regen aan demarrages, terwijl we überhaupt wel op regen lijken te kunnen rekenen.





We gaan dat heiligdom overigens niet echt in beeld zien, bij de rotonde in Covadonga gaan we naar links en beginnen we aan de slotklim, om bij het heiligdom uit te komen moet je naar rechts. De renners beginnen aan de laatste klim van de dag, een klim die iedereen verder wel kent. Lagos de Covadonga, volgens de organisatie 12,5 kilometer aan 6,9% gemiddeld. Buitencategorie, oftewel categoría especial. Weinig zin om er verder heel veel woorden aan te besteden, we komen hier veel te vaak langs. Maar goed, anyway, het is een lastige klim, dat in ieder geval. In principe ook geen lelijke klim, maar overdaad schaadt. We beginnen op een vrij makkelijke manier met een kilometer aan 4%, daarna gaat het naar 7%. Vervolgens volgt het lastige middenstuk van de klim, het gaat zes kilometer bijzonder steil omhoog. Kilometer aan 10,5%, dan 9,5%, dan een makkelijkere kilometer aan 7,5% vooraleer het na een kilometer aan 10% twee kilometer aan meer dan 11% omhoog zal gaan. Uitschieters tot 15%, vooral bij La Huesera. Voorbij deze zware strook wordt de klim een stuk wisselvalliger, de renners komen wel nog wat steilere stroken tussen maar ook stukjes in dalende lijn en wat vlakker werk. Twee kilometer aan 7% gemiddeld na dat zware stuk, maar ook in die kilometers gaat het nog een paar keer wat steiler omhoog. Op een kilometer of drie van de finish gaat het zelfs een tijdje naar beneden, met daarna een laatste stukje waar het echt steil is. Gemiddeld gaat het aan 7% omhoog, maar we komen stroken tot 13% tegen. Vervolgens dalen we eigenlijk zo'n beetje af richting de finish, bij het meertje Enol. Want ja, zo heet dat meertje eigenlijk. Maarja, je mag het ook gewoon de meren van Covadonga noemen hoor, kan allemaal. Ik neem aan dat iedereen dit verder wel kan dromen. Het is een klim die vaak ontzettend mooie beelden oplevert, maar vaak niet de mooiste koers. Bij de favorieten niet, in ieder geval. De laatste paar edities ging het wat beter, maar we hebben in het verleden nogal wat ellende moeten overwinnen. De organisatie blijft de klim pushen als de Spaanse Alpe d'Huez, zitten we niet echt op te wachten. In 2021 vond de actie ook vooral plaats vóór de slotklim. Na de aanval van Bernal en Roglic keken we continu naar die twee, met in de achtervolging een favorietengroepje aangevuld met enkele knechten. Een van die knechten ging dan ook nog op z'n plaat in Cangas de Onís, dat hielp het kopduo lekker mee. Het was vooral Bernal die de meeste beurten voor zijn rekening nam, Roglic stond er beter voor in het klassement en hij kon dus iets meer pokeren. In de vallei richting Lagos de Covadonga nam hij steeds meer over, maar het was vooral op die slotklim dat hij echt het werk voor zijn rekening nam. Was ook wel nodig, want de voorsprong van anderhalve minuut in de vallei begon iets terug te lopen. Op Lagos de Covadonga reed Roglic in een strak tempo naar boven en langzaam kraakte Bernal. Onderweg teveel met zijn krachten gesmeten, terwijl hij verder überhaupt de mindere was van Roglic. Bernal liet al een paar keer een paar meter, totdat hij definitief afhaakte. Zonder te versnellen reed Roglic op een gelijkmatig tempo naar de zege, het leukste deel was echt het deel voor de slotklim. Met een voorsprong van anderhalve anderhalve minuut op ploeggenoot Kuss was hij als eerste aan de finish. Bernal werd richting de top ingerekend door de achtervolgers, dat was wel sneu voor hem. Na zijn dappere aanvalspoging zat er zelfs geen tijdwinst op de rest in. Om het verhaal Lagos de Covadonga nog maar eens te onderstrepen: achter Roglic eindigde er een groepje van zeven renners in dezelfde tijd. Zelfs na zo'n rit, een vroege aanval, koers op 60 kilometer van het eind, regen, bleven de verschillen redelijk beperkt. Roglic nam er wel de rode trui over en die gaf hij in het restant van de ronde uiteraard niet meer af.





Lagos de Covadonga debuteerde in 1983 in de Vuelta, het leverde een overwinning op voor Marino Lejarreta. Sindsdien zijn we hier gewoon doodleuk 21 keer geweest. Om het jaar, zo'n beetje. Dat is nooit een goed idee, het zou voor iedere klim een overkill zijn. Maar toch vooral voor deze klim. Mooie klim en blablabla, maar wel een geïsoleerde klim. De organisatie doet tegenwoordig wel steeds meer haar best om ritten met aankomst op Lagos de Covadonga op te vrolijken, maar het feit dat ze daar überhaupt moeite voor moeten doen zegt al genoeg. In 2018 waren we getuigde van een dubbele beklimming van de Mirador de Fito, in 2021 zagen we een dubbele beklimming van de Collada Llomena en nu zien we een combinatie van die twee beklimmingen. Prima dat men er iets van probeert te maken, maar hetzelfde probleem zal altijd blijven bestaan: Lagos de Covadonga is een geïsoleerde klim. Enorm slecht te combineren met andere beklimmingen. Van de top van de Collada Llomena is het 40 kilometer fietsen naar de voet van Lagos de Covadonga, dat is vrij lang. Al werden mijn woorden uit 2021 wel gelogenstraft, ik dacht dat er niemand ging aanvallen voor de slotklim. Weing kijk heb ik er ook op, zeg. Al heb je ook niet ieder jaar een renner die kamikaze pleegt in koers, in normale omstandigheden wordt de aanvalslust weldegelijk getemperd door het lange stuk dat men moet zien te overbruggen tussen beide beklimmingen. Omdat de aanloop naar Lagos de Covadonga vaak niet al te lastig is geweest hebben we hier met name in het recente verleden enkele gekke renners zien winnen. Ik denk bijvoorbeeld terug aan 2010, toen Asturiër Carlos Barredo hier wist te winnen. Twee jaar later was godbetert Antonio Piedra aan het feest. Een renner van Caja Rural, die nog altijd de twijfelachtige eer heeft de laatste renner van die ploeg te zijn die een rit won in de Vuelta. Een eindeloze droogte van inmiddels 13 jaar, Caja stelt altijd weer teleur. Al kunnen ze daar dit jaar niets aan doen, want ze doen niet mee. Maar kijk wat een Kern Pharma presteert, het kan dus wél als ProTeam. Twee jaar na Piedra won Przemyslaw Niemiec, dat was me ook een partij ellendig zeg. Al was die aankomst nog wel spannend, hij wist de aanstormende favorieten maar net af te houden. Die editie was voorlopig wel het kantelpunt, sindsdien hebben we drie keer de favorieten om de zege zien strijden. In 2016 was dat best vervelend, want toen reed ONZE Robert Gesink in de aanval. Hij was de sterkste vluchter die dag, maar hij werd op de slotklim overvleugeld door een op hol geslagen Nairo Quintana. De Colombiaan reed de boel op een hoop, niemand kon in zijn buurt blijven. Even later werd Gesink ook bijgehaald door Froome, maar de inmiddels totaal niet meer rullevante Brit werd aan het eind toch weer voorbij gereden door karaktermens Gesink. Een zege voor Quintana, die uiteindelijk ook die Vuelta zou winnen. Was alweer even geleden, klassementsrenners die hun best deden op Lagos de Covadonga. De voorlaatste aankomst bij de meren van Covadonga dateerde van 2018, toen beleefde Thibaut Pinot een geweldige Vuelta. Hij ging op de slotklim al vrij vroeg in de aanval en ze zagen hem niet meer terug. Deels ook door de tactische spelletjes daarachter, al was hij sowieso dik in orde. Maar goed, de uitslag zegt toch ook weer veel. Pinot won met 28 seconden voorsprong op Lopez, Quintana werd 7e op 34 seconden. Zes renners binnen zes tellen van elkaar, dat is Lagos de Covadonga. Hier hoef je niet direct de omwenteling te verwachten, sprak ik in 2021, waarna ik meteen door de feiten om mijn oren werd geslagen. Voorlopig durven we de laatste passage op Lagos de Covadonga een outlier te noemen, al hebben we sindsdien ook nog de meisjes zien passeren. In La Vuelta Feminina van 2023 ging Demi Vollering plassen. Dat deed ze op een beroerd moment, vlak voor een stuk waar de wind schuin in de rug zou staan. Movistar begon daar op kop te rammen en Vollering kwam maar met moeite terug. Tegen die tijd was Van Vleuten al gevlogen, zij werd tweede in de rit en pakte een minuut ten opzichte van Vollering. Daags nadien volgde de laatste rit van de Vuelta voor vrouwen, aankomst boven op Lagos de Covadonga. Vollering moest op deze klim alles op alles zetten om die minuut terug te pakken op Van Vleuten. Dat ging haar behoorlijk goed af, ze kreeg het voor elkaar om met haar strakke tempo Van Vleuten te lossen, maar Van Vleuten kraakte niet. De laatste kilometers duurden een eeuwigheid, maar Van Vleuten hield net stand. Ze verloor 56 seconden en voila, in het klassement hield ze negen seconden over op Vollering. Die vond dat allemaal weer oneerlijk natuurlijk. Je schrikt er misschien van, maar er kwamen zelfs wat tranen aan te pas. Nouja, goed, hoe dan ook, we hebben de afgelopen jaren koers gezien op Lagos de Covadonga. Na jaren vol vluchters gaat het de laatste tijd weer de goede kant op. In het verleden wonnen overigens nog wat grotere namen op Lagos de Covadonga. Onder andere Perico Delgado, Laurent Jalabert, Luis Herrera, Pavel Tonkov en ga zo maar door. In 2021 kwam Roglic daar dus bij, hij boekte zijn derde ritzege van die Vuelta en er was zelfs sprake van een heuse dubbelslag. De rit en het rood, hij was er wonderbaarlijk genoeg zelfs blij mee. Hopelijk voegen we vandaag weer een mooie naam toe aan het lijstje. Al kan Roglic dus ook zomaar zijn kunstje van 2021 herhalen. Weer een derde ritzege op Lagos de Covadonga plus het overnemen van de rode leiderstrui?




Twee weken lang hebben de renners geen druppel regen gezien, maar daar zou in de derde week verandering in kunnen komen. In startplaats Luanco wordt het overdag slechts 19 graden, met gedurende de dag kans op regen. Een zekerheid is het niet, maar eigenlijk hoort een dagje regen in Asturië er ook wel bij. In Cangas de Onís, aan de voet van de slotklim naar Lagos de Covadonga, wordt het ook slechts 19 graden. Daar zelfs nog meer kans op regen, terwijl er een klein beetje wind uit het noorden staat. Minimale rugwind op de slotklim, dat is alvast geen nadeel. Boven op Lagos de Covadonga zal het een stuk frisser zijn, we houden waarschijnlijk amper een graad of 15 over. Dat gaat wel een shock to the system zijn, kunnen we ons zo voorstellen. Twee weken geleden was het nog 40 graden, hilarisch. Regen zou verder wel nadelig zijn, maakt de afdalingen onderweg behoorlijk gevaarlijk, vooral die van de Collada Llomena. In de slotweek krijgen we nog met drie aankomsten bergop te maken, de eerste van die drie is meteen vandaag. We beginnen er om 12:50 aan en we kunnen meteen inschakelen bij Eurosport. Die zijn zelfs om 12:30 al live, deze bergrit wordt helemaal volledig integraal uitgezonden. Na een neutralisatie van negen minuten beginnen de renners er om 12:59 echt aan, dat lijkt me meteen het perfecte tijdstip om in te schakelen. Om 13:00 ben je al te laat, hier mag je een minuut van missen. Hoop ik. Sporza doet niet mee aan het integrale verhaal, maar Renaat en Jose zijn er toch ook vroeger bij dan normaal, om 13:40 beginnen zij aan de uitzending. De aankomst wordt dan weer verwacht tussen 17:18 en 17:45.

  Moderator dinsdag 3 september 2024 @ 17:36:17 #2
362868 crew  Slobeend
of all places
pi_214882183
Carlos Rodriguez valt andermaal tegen.
pi_214882185
Benieuwd wie er bij gaat liggen in de afdaling
[i]Put me on a pedestal and I'll only disappoint you
Tell me I'm exceptional and I promise to exploit you
Give me all your money and I'll make some origami honey
I think you're a joke but I don't find you very funny[/i]
  dinsdag 3 september 2024 @ 17:36:24 #4
222754 Dagoduck
Karel (2003-2022)
pi_214882187
Ik voel nattigheid.
|| FOK!Stok || tatatatatataatatatattaaaaapiediedieuwtididipieuwpidibididi She said I'll throw myself away pididididum They're just photos after all! || Den Helder || Winnaar VBL Wijndal-award 2020: beste AZ-user! || Mijn concertstatistieken ||
  dinsdag 3 september 2024 @ 17:36:26 #5
465903 Hamlapjes
Niet voor op de BBQ
pi_214882188
quote:
0s.gif Op dinsdag 3 september 2024 17:34 schreef WAvanBuren het volgende:
Marco _O_ als die wint neem ik een heel jaar een Soler avatar.
Zet 'm maar vast klaar!
  Moderator dinsdag 3 september 2024 @ 17:36:30 #6
198822 crew  Rellende_Rotscholier
Robbertje matten met de wouten
pi_214882189
Marc Soler, jongens. Leg het maar uit.
Het blijft toch een merkwaardige sport hè, dat wielrennen.
pi_214882192
quote:
0s.gif Op dinsdag 3 september 2024 17:34 schreef WAvanBuren het volgende:
Marco _O_ als die wint neem ik een heel jaar een Soler avatar.
^O^

SPOILER
Om spoilers te kunnen lezen moet je zijn ingelogd. Je moet je daarvoor eerst gratis Registreren. Ook kun je spoilers niet lezen als je een ban hebt.
Steun het Kiva Fok! team!
http://www.kiva.org/team/fok
pi_214882196
quote:
0s.gif Op dinsdag 3 september 2024 17:34 schreef Mani89 het volgende:

[..]
Ziener.
Kon je na de OS wel gebruiken :)
  dinsdag 3 september 2024 @ 17:37:29 #9
168304 Mani89
We try not to sexualize them.
pi_214882203
quote:
1s.gif Op dinsdag 3 september 2024 17:36 schreef Slobeend het volgende:
Carlos Rodriguez valt andermaal tegen.
Soms hoef je maar naar iemands hoofd te kijken om gelijk te weten dat iemand gedoemd is om zijn hele carriere anonieme top 10 klassementen te rijden.
Reis ver, drink wijn, denk na, lach hard, duik diep. Kom Terug.
  dinsdag 3 september 2024 @ 17:37:49 #10
222754 Dagoduck
Karel (2003-2022)
pi_214882206
Staat er eentje stil.
|| FOK!Stok || tatatatatataatatatattaaaaapiediedieuwtididipieuwpidibididi She said I'll throw myself away pididididum They're just photos after all! || Den Helder || Winnaar VBL Wijndal-award 2020: beste AZ-user! || Mijn concertstatistieken ||
  dinsdag 3 september 2024 @ 17:37:54 #11
168304 Mani89
We try not to sexualize them.
pi_214882208
quote:
0s.gif Op dinsdag 3 september 2024 17:36 schreef Jedi_Pimp het volgende:

[..]
Kon je na de OS wel gebruiken :)
Pijnlijk ..
Reis ver, drink wijn, denk na, lach hard, duik diep. Kom Terug.
  dinsdag 3 september 2024 @ 17:38:22 #12
454292 Koffieplanter
Straight Cash Homie
pi_214882212
Het is weer een bijzonder avontuurlijke etappe van het standbeeld.
Put these foolish ambitions to rest.
  Moderator dinsdag 3 september 2024 @ 17:38:30 #13
198822 crew  Rellende_Rotscholier
Robbertje matten met de wouten
pi_214882216
Mas kan deze inspanningen nooit doortrekken.
Het blijft toch een merkwaardige sport hè, dat wielrennen.
  dinsdag 3 september 2024 @ 17:38:34 #14
168304 Mani89
We try not to sexualize them.
pi_214882218
Oké ik moet toch zeggen dat mijn Mas stokpaardje aan het wankelen is.
Reis ver, drink wijn, denk na, lach hard, duik diep. Kom Terug.
  dinsdag 3 september 2024 @ 17:38:49 #15
187810 Szura
Kijk eens aan!
pi_214882219
Mas gaat straks gecounterd worden
Lekker zuipen, lekker dansen en daarna lekker neuken.
pi_214882221
quote:
0s.gif Op dinsdag 3 september 2024 17:36 schreef Rellende_Rotscholier het volgende:
Marc Soler, jongens. Leg het maar uit.
Circus Marcimus de Soler
pi_214882225
Mas moet eens paar honderd meter doortrekken ipv speldenprikjes
pi_214882228
Wanneer zijn voor het laatst zo laat in een grote ronde alle klasementen op 1 dag van leider veranderd? (het is nog niet gebeurd maar zou zomaar kunnen)
Mja
  dinsdag 3 september 2024 @ 17:39:34 #19
168304 Mani89
We try not to sexualize them.
pi_214882231
Roglic gooit er straks weer een Purito’tje uit.
Reis ver, drink wijn, denk na, lach hard, duik diep. Kom Terug.
  Moderator dinsdag 3 september 2024 @ 17:40:16 #20
362868 crew  Slobeend
of all places
pi_214882242
quote:
0s.gif Op dinsdag 3 september 2024 17:39 schreef TAmaru het volgende:
Wanneer zijn voor het laatst zo laat in een grote ronde alle klasementen op 1 dag van leider veranderd? (het is nog niet gebeurd maar zou zomaar kunnen)
Weet ik niet.
  dinsdag 3 september 2024 @ 17:40:16 #21
168304 Mani89
We try not to sexualize them.
pi_214882243
quote:
0s.gif Op dinsdag 3 september 2024 17:36 schreef Rellende_Rotscholier het volgende:
Marc Soler, jongens. Leg het maar uit.
Leg jij eerst maar eens Castrillo uit, en dan zonder insinuaties.
Reis ver, drink wijn, denk na, lach hard, duik diep. Kom Terug.
  dinsdag 3 september 2024 @ 17:40:57 #22
168304 Mani89
We try not to sexualize them.
pi_214882253
Benno krijgt zwemles hahaha.
Reis ver, drink wijn, denk na, lach hard, duik diep. Kom Terug.
  Moderator dinsdag 3 september 2024 @ 17:41:32 #23
198822 crew  Rellende_Rotscholier
Robbertje matten met de wouten
pi_214882261
Een mistige Vuelta.
Het blijft toch een merkwaardige sport hè, dat wielrennen.
  Moderator dinsdag 3 september 2024 @ 17:41:34 #24
362868 crew  Slobeend
of all places
pi_214882270
Mooie beelden wel
abonnement Unibet Coolblue Bitvavo
Forum Opties
Forumhop:
Hop naar:
(afkorting, bv 'KLB')