Etapa 11: Campus Tecnológico Cortizo. Padrón - Campus Tecnológico Cortizo. Padrón, 166,5 kmDe eerste rit na de rustdag werd integraal uitgezonden en dat bleek een goede beslissing te zijn. We konden eindelijk eens zien hoe dat werkt, zo'n eerste uur in een rit die op het lijf geschreven lijkt van de vluchters. Demarrage na demarrage, het hield niet op. Ze beten elkaar meer dan een uur lang de strot af, het was een heus wielergevecht. Zo ongeveer iedereen probeerde in de aanval te gaan, waarbij het me vooral opviel dat Ben O'Connor zelf een aantal keer reageerde toen er niet al te spannende renners een poginkje waagden. Laat je ploeg het lekker oplossen als een Lipowitz gaat, weet je wel. Toch een beetje nerveus, Benno. Of gewoon de beste benen ooit, dat kan ook. Na een stuk of 1000 demarrages was het wel bevreemdend om te zien dat de eerste groep die een flinke voorsprong kreeg slechts uit drie renners bestond. Marc Soler legde er richting de top van de eerste klim een verschroeiend tempo op, een tempo dat Van Aert zelfs bijna te machtig werd. Samen met William Junior Lecerf, die we blijkbaar Junior moeten noemen, keerde hij alsnog terug bij Soler en met z'n drieën reden ze verder. De voorsprong liep op naar een seconde of 20 en daar bleef het eigenlijk bij. In het peloton was nog steeds niet iedereen tevreden, de demarrages vlogen ons nog steeds om de oren. Toch had je niet direct het idee dat het gat nog te dichten viel, met motoren als Van Aert en Soler vooraan. Even viel het stil in het peloton en leken de vogels gevlogen, maar toen volgden er uiteraard toch weer nieuwe demarrages. Merkwaardig genoeg kregen twee renners het voor elkaar om de oversteek te maken, Quentin Pacher en Juri Hollmann. Meestertacticus Stefan Kung probeerde het ook een paar keer, maar hij kreeg het niet voor elkaar. Pacher en Hollmann maakten de oversteek, terwijl alle andere renners dat niet voor elkaar kregen. Er leek eventjes ook nog een wat groter groepje weg te rijden, maar die groep werd weer tot de orde geroepen. Na een spetterend begin van de rit viel alles daarna vrij snel in de plooi. De drie koplopers kregen het gezelschap van twee achtervolgers en het peloton nam na de furieuze start een snipperdag. Oké, Alessandro De Marchi reed nog even in de chasse patate, dat feit kunnen we niet onbenoemd laten. Met vijf reden ze verder, De Marchi wapperde terug en de voorsprong liep snel op naar een minuut of vijf.
Daarna bloedde de rit eigenlijk een beetje dood. Fijn dat we het begin konden zien, maar daarna hadden we prima een filmpje kunnen opzetten. Er gebeurde niets, pas in aanloop naar de slotklim hoefden we wakker te worden. Of eigenlijk net ervoor, al was die memo niet helemaal aangekomen bij Marc Soler. Marco, een IQ lager dan zijn gewicht, hing een uur lang rond bij de auto. Beetje kletsen, bidonnetje erbij, je kent het wel. Vlak voor de tussensprint was dat. Van Aert ging in de aanval, wellicht dacht Soler dat het hem alleen om de punten te doen was. Marco reageerde niet en Van Aert was gevlogen. Een geniaal slaapmoment, hoe krijg je het voor elkaar. Hij zag hem rijden, maar zelfs nadat Van Aert vertrok bleef hij chillen naast zijn ploegleiderswagen. Lecerf ging in de achtervolging, geen eerlijke strijd op het vlakke, waarna Pacher de oversteek maakte. Straffe stoot van Pacher, zijn tweede knappe en onverwachte oversteek tijdens deze rit. Soler sloot daarna aan bij Hollmann en Lecerf, die het gat niet wisten te dichten. En Marco ook niet, uiteraard. Die was in zijn hoofd al bij de klim, hij dacht dat daar alles ging gebeuren. Maarja, door zijn slaapmoment bij de auto begon hij aan die klim met 25 seconden achterstand. En dat gat kreeg hij niet meer gedicht. Op de eerste klim van de dag leek hij Van Aert te lossen, op de klim voor de laatste klim zat hij al bekken te trekken. Toch weer gesmeten met zijn krachten op het verkeerde moment, classic Marco. Pacher en Van Aert stoomden vooraan door, waarbij ik me steeds meer begon te verbazen over het gedrag van Pacher. Die bleef overnemen. In het begin was dat logisch, je wil natuurlijk eerst een mooie voorsprong bij elkaar rijden. Maarja, op een gegeven moment ging de voorsprong van een halve minuut naar een minuut en toch bleef Pacher vol overgave rijden. Op pad met Van Aert, op weg naar een vlakke aankomst. Wat is je plan? Pacher had geen plan. Hij gaf achteraf toe dat dit zijn briljante idee was: niet teveel denken. Als je de lat op de bodem legt haal je in ieder geval wel altijd je doel. Hij dacht niet en hij bleef tot in de slotkilometer overnemen bij Van Aert. Pacher reed eigenlijk rond alsof híj de grote favoriet was, en niet Van Aert. Nouja, in de sprint won Van Aert natuurlijk glansrijk. Zijn derde ritzege deze Vuelta, hij lijkt bijna weer op de Van Aert die we kennen van de Tour, al is dit dan wel tegen mindere tegenstand. Groen heeft hij nu ook wel op zak, zeker als je bedenkt dat er nog meer van dit soort kansen voor hem gaan komen. Pacher probeerde het eigenlijk niet eens in de sprint, werkelijk een meelijwekkende prestatie. Natuurlijk, het was altijd moeilijk voor hem geworden, maar nu koos hij er toch wel heel opzichtig voor om zich naar de slachtbank te laten rijden. Pacher heeft 0 profzeges achter zijn naam staan, we hoeven niet meer uit te leggen hoe dat komt. Als je zo koerst kun je niet winnen, zelfs niet als je over goede benen beschikt. Al zijn sommige renners blij met een ereplaats, je had bij hem wel het idee dat hij er prima mee kon leven. Hij legde zich er op voorhand al bij neer, ook niet echt de manier om de koers nog naar je hand te zeggen, maar goed, thuis is het makkelijk he!
Twee minuten later kwam Marc Soler binnen, hij klopte in het sprintje Lecerf en de teruggekeerde Hollmann. Lekker gewerkt, Marco. Je bent met de groene trui op pad en je gaat vlak voor de tussensprint een kwartier lang bij de auto rijden, slim. Je zou kunnen zeggen dat het niet netjes is van Van Aert om aan te vallen terwijl iemand bij de auto rijdt, maar Marco was het echt aan het overdrijven. Dit was een volledig correcte move van Van Aert, een bijzonder slimme ook. Hij wist niet zeker of hij bergop de puurdere klimmers de baas kon, dus koos hij ervoor om met voorsprong aan de klim te beginnen. Goed gezien. Dat werkpaard Pacher hem daarna in een gouden koets naar de finish draagt was een mooie bonus, al had hij linksom of rechtsom toch wel gewonnen. Soler baalde achteraf, maar hij kan dit alleen zichzelf verwijten. Al had hij gezien zijn prestatie op de klim sowieso niet meer de beste benen, maarja, zo schakelde hij zichzelf al uit voor de klim begon. Een vermakelijke finale, vooral omdat iedereen, op Van Aert na, alles verkeerd deed. In het peloton zagen we tijdens het drieluik aan beklimmingen in het eind van de rit enkele schermutselingen, maar eigenlijk niets dat echt genoemd hoeft te worden. Bora ging inenens vol op kop rijden, om daar twee minuten later mee te stoppen. Wielrennen kun je alleen maar begrijpen als je hoogbegaafd bent, en zelfs dan nog niet eens. Een mannetje van Euskaltel reed aan het eind nog weg uit het peloton, op zoek naar wat gratis UCI-punten. Dat is dan wel weer zo als er maar vijf man vooruit zijn, kun je op een goedkope manier een mooie ereplaats bij elkaar rijden. De rest van het peloton kwam op 5:30 binnen, uiteindelijk na de furieuze start een dag zonder verhaal. Maar toch, dat eerste uur nemen ze de rest van de ronde weer met zich mee. Misschien dat ze daar vandaag meteen al last van gaan hebben. Na de heuvelrit met einde in Baiona volgt er nu een tweede heuvelrit, weer in Galicië. Een schaamteloos gesponsorde etappe, met begin en eind voor de technologische campus van het bedrijf Cortizo. Heel veel heuveltjes tussendoor, met aan het eind zelfs een stevige ploert. Je hebt het vermoeden dat dit weer een rit voor de vluchters wordt, met wellicht aan het eind ook actie tussen de klassementsrenners.
![3815b]()
![2818f]()
We zijn deze Vuelta al van start gegaan in een fucking supermarkt en we gaan deze Vuelta afsluiten voor het hoofdkantoor van Telefonica, het moederbedrijf van Movistar, maar wat we vandaag gaan doen spant toch wel echt de kroon. Ik zou hier echt geld voor moeten krijgen, ik ben praktisch de hele Vuelta reclame aan het maken voor allerlei bedrijven. Ditmaal Cortizo, een bedrijf dat zich op de eigen site als volgt omschrijft: CORTIZO is known for being the leading manufacturing and distributor of aluminium and PVC systems for the architecture and industry sectors in Spain, as well as one of the sector's leading companies in Europa. CORTIZO stands out by completing the whole manufacturing cycle of aluminium: foundry, extrusion, powder coating, anodising, CNC machining, packaging, storage and distribution. Doen we gewoon in het Engels, deze meuk ga ik niet vertalen. Cortizo, of, op z'n Telegraafs, CORTIZO, doet iets met aluminium en PVC. Als je een beetje verder op onderzoek uitgaat kom je tegen dat ze blijkbaar vooral veel verstand hebben van kozijnen, enkele Nederlandse bedrijven leveren kozijnen van CORTIZO. Kom je uit bij dit soort geniale teksten: Corvision Plus. Minimalistisch schuifsysteem speciaal geschikt voor grote afmetingen (tot 4.000 mm / vleugelbreedte of -hoogte). Mogelijkheid om grote openingen af te dekken met een glasoppervlak van 94%. Aanzichtbreedte van slechts 25 mm Uitstekende thermische en akoestische prestaties. Mogelijkheid van gemotoriseerde opening voor gewichten tot 700 kg, en handmatige opening tot 400 kg. RVS rollers waardoor de schuifbeweging soepeler verloopt. Mogelijkheid om op 90 ° aan te sluiten in de hoek. U hoort het al, u moet per direct een kozijn van Cortizo in uw huis laten plaatsen. Volgende site: Cortizo is een toonaangevend merk in de ramen- en deurenindustrie, en hun producten Cor Vision en Cor Vision Plus zijn geen uitzondering. Deze producten zijn ontworpen met de nieuwste technologieën en materialen om maximale energie-efficiëntie en duurzaamheid te bieden. Sterke punten van Cor Vision: Hoogwaardige thermische isolatie, eenvoudige en snelle montage en grote keuze aan kleuren en afwerkingen. Ja, dames en heren, we zitten ineens midden in Tell Sell. Koop nu de Wraptastic, is gewoon goeie handel. De Cor-Vison schuifpui van het Spaanse topmerk Cortizo is het eerste ultraslanke én betaalbare “Minimal Design” schuifsysteem op de Nederlandse markt.

De zaken gaan blijkbaar weergaloos bij Cortizo, het is een bedrijf dat in meer dan 60 landen aanwezig is, over de hele wereld gezien hebben ze meer dan 3000 mensen in dienst! Het hoofdkantoor van Cortizo staat in Padrón, officieel gezien de startplaats van vandaag, al wordt Padrón een beetje weggedrukt door Cortizo. In Padrón heeft het bedrijf Cortizo een paar jaar geleden een heuse technologische campus uit de grond laten stampen en midden op die campus gaat de rit van start. Daarna gaan we allemaal rondjes in de omgeving rijden waarbij we drie keer gaan passeren langs de campus. Na al die rondjes finishen we daar, bij de campus. Even een persbericht van Cortizo zelf over die campus, slecht vertaald, no me importa nada: CORTIZO presenteert zijn toekomstige Technologische Campus. Padrón, (A Coruña) 23 oktober 2019. Het nieuwe complex zal de belangrijkste enveloppe-engineeringruimte in Europa worden. De CORTIZO Technologische Campus werd geboren als de belangrijkste enveloptechnische ruimte in Europa. Dit is een uniek project in de sector, gericht op onderzoek en opleiding, en waarin een team van 350 ingenieurs en architecten, toegewijd aan de ontwikkeling van op maat gemaakte behuizingen voor grote gebouwen over de hele wereld, zal werken . De nieuwe faciliteiten zullen worden gebouwd op een perceel van 87.000 m² in Padrón (A Coruña ), op slechts 500 meter van het hoofdkantoor. Het complex, dat een investering van ongeveer 40 miljoen euro zal vergen , zal een bebouwde oppervlakte hebben van 29.040 m² en zal worden gestructureerd in 3 grote gebouwen van twee verdiepingen en een vierde blok voor parkeren. Het zullen gebouwen zijn die gebouwd zijn volgens duurzaamheidscriteria, met een lager energieverbruik, en geïntegreerd zijn in hun natuurlijke omgeving, waardoor groene ruimten worden bevorderd . Dit is een tweejarig project dat zich momenteel in de beginfase bevindt en waarbij de nodige administratieve procedures worden uitgevoerd om de herindeling aan te vragen van de grond waarop het zou worden gelegen. GEBOUW 1. Onderzoek. Het is het hart van het project; 8000 m² volledig gewijd aan innovatie met de missie om op maat gemaakte gevels en behuizingen te ontwikkelen voor architecturale projecten over de hele wereld. [...] Kortom, dit Researchgebouw wordt de kern van een grote kenniscampus met mondiale uitstraling. GEBOUW 2. Laboratorium. In dit gebouw worden alle in de module Onderzoek ontwikkelde aluminium- en PVC-systemen getest. Daartoe zal de CORTIZO Technologische Campus bijna 6.000 m² ter beschikking hebben voor het testen van de systemen ontworpen door de afdelingen Engineering en Research. De Galicische multinational zal over een toonaangevend laboratorium in Europa beschikken waar elk van de nieuwe producten kan worden onderzocht en aangepast aan de bouwrealiteit van het land waar ze zullen worden geïnstalleerd. GEBOUW 3. Sociaal. Het derde blok van de CORTIZO Technologische Campus zal 4.240 m² beslaan, ontworpen voor vrije tijd, recreatie en balans tussen werk en privéleven voor zijn werknemers. De begane grond zal worden gedomineerd door een auditorium van 415 m² met een capaciteit van 300 personen. Ernaast een kinderdagverblijf van 500 m² voor de opvang van arbeiderskinderen (250 m² binnen en nog eens 250 m² buiten voor spelletjes). Wow, vooruitstrevend! En dan GEBOUW 4. Parkeerplaats. Nou, de plannen werden dus onthuld in 2019 en het zou een jaar of twee in beslag nemen. Duurde uiteraard iets langer, maar inmiddels staat de Technologische Campus fier overeind, waarbij de grap wil dat Streetview hier sindsdien niet meer is geweest. Als je via Google kijkt zie je naast de finish een grasveld, maar dat grasveld staat nu dus vol met allerlei blokkendozen, waar de geniale wetenschappers van Cortizo iets met enveloppen doen. Interessante vertaling, maar goed, het gaat dus vooral over gevels, kozijnen, behuizingen, het liefst van aluminium en PVC. Toonaangevend, jawel. Nou, dit lijkt me meer dan voldoende informatie over Cortizo. Dat ze de Vuelta aangrijpen om hun nieuwe campus te tonen aan de wereld is niet heel verwonderlijk, er is namelijk sprake van een wielerhart bij de mensen die het voor het zeggen hebben bij dit bedrijf. Cortizo is de sponsor van CC Padronés, de lokale wielerclub. Deze wielerclub is onder de naam Padrones Cortizo terug te vinden in het Spaanse amateurcircuit. Sinds een paar jaar is dit de opleidingsploeg van Burgos-BH, sindsdien maken regelmatig renners van Cortizo de overstap naar Burgos. Alleen vorig jaar al zagen we David Delgado, Sergio Chumil en Sinuhe Fernandez prof worden bij Burgos na een verblijf bij Cortizo. Van de huidige selectie gaan in ieder geval Vojtech Kminek en Hugo de la Calle de overstap maken naar Burgos, het is een vruchtbare samenwerking. Ik had daardoor dus ook verwacht dat Burgos aan de start zou staan in deze Vuelta, maar niets bleek minder waar. Zelfs de sponsoring van Cortizo kon daar niets aan veranderen.
![a781d627-4cef-41e1-932a-721946f88b2d_16-9-aspect-ratio_default_0.jpg]()
Het hoofdkantoor van Cortizo.
![Campus-tecnologico-CORTIZO-GRAF-SYNERGY-DISOMAQ.jpg]()
En het spiksplinternieuwe Campus Tecnológico Cortizo, ze waren hier vorig jaar nog aan het bouwen en dus is er meteen in het jaar van de oplevering de kans aangegrepen om de creatie aan de wereld te tonen.
Van een kleine aluminium timmerwerkplaats tot één van de belangrijkste multinationals in de sector in Europa. Dit zou in grote lijnen de historische evolutie kunnen samenvatten van het bedrijf Cortizo de Padrón, opgericht in 1972 door José Manuel Cortizo Sóñora. Zozo, jaja. Bij de technologische campus van Cortizo wordt er vandaag een groot feest georganiseerd, er zijn meer dan 7000 mensen uitgenodigd, er worden schermen opgehangen, er zullen tenten te vinden zijn en noem verder alle meuk maar op die bij een massaal evenement komt kijken. De ploegenpresentatie vindt schijnbaar plaats bij de fabriek van Cortizo, waarna het hele circus zich verplaatst naar de campus, alwaar enkele jonge leden van de lokale wielerclub het lintje mogen doorknippen. Wellicht toekomstige renners van Burgos-BH, wie zal het zeggen. “La Vuelta en Cortizo zal een showcase zijn om de wereld de Technologische Campus te laten zien; een geweldig innovatiecentrum in het hart van het landelijke Galicië, van waaruit op maat gemaakte enveloppen zullen worden ontwikkeld voor grote architectonische projecten over de hele wereld”, zegt Daniel Lainz, algemeen directeur architectuur bij Cortizo. “Toen we de overeenkomst sloten, waren we heel duidelijk dat dit evenement met internationale uitstraling het sportveld overstijgt en dat we het potentieel ervan moesten benutten om er een groot sociaal evenement van te maken waarbij we onze mensen moesten betrekken; klanten, werknemers, familie en vrienden, en breidt dit ook uit naar de inwoners van Padrón en de Sar-regio”, legt Lainz uit. Wow, vet man! Cortizo steunt blijkbaar al 30 jaar de lokale wielerclub, een club die toch wel echt enkele grootheden heeft voortgebracht. Zo zou niemand minder dan Ezequiel Mosquera zijn opleiding hebben genoten bij CC Padronés, jawadde! Maar oké, genoeg over Cortizo, voorlopig, we gaan aan de rit beginnen. Na de start op de campus en de neutralisatie gaan de renners even ten zuiden van Padrón van start op een brede weg, ter hoogte van het gehucht Vigo. Lijkt in niets op de stad, kan ik je vertellen. In de eerste vijf kilometer van de rit rijden de renners over een licht glooiende weg langs de rivier Ulla. Naar mijn mening rijden ze tijdens dit eerste stuk van de rit door het gehucht Imo, terwijl ze op wat brede bochten na voorlopig weinig tegenkomen. Daar komt alleen snel verandering in, want na vijf kilometer koers passeren ze in het volgende gehucht, Bexo, en hier loopt de weg na een flauwe bocht naar rechts ineens omhoog. We beginnen aan het eerste klimmetje van deze heuvelrit, een ongecategoriseerde. Het gaat bijna drie kilometer aan 4,5% omhoog naar de top van de Puerto de Paredauga, een klim over een brede weg die op een paar stroken aan 7% na nooit heel lastig wordt. Desalniettemin een prima klim om mee te beginnen, hier kan het gevecht om de vlucht van de dag terecht te komen volledig losbarsten. Vlak voor de top rijden de renners over de snelweg heen, ze komen hier kort achter elkaar twee rotondes tegen. Voorbij de top dalen we kort af door een bos, het gaat twee kilometer omlaag over een brede weg zonder dat de renners veel bochtenwerk aantreffen. Zodra ze beneden zijn komen ze in allerlei dorpjes terecht, van gehucht rijden ze naar gehucht, terwijl ze vooral rechtdoor de Ría de Arousa tegemoet rijden. Een klein beetje op en af, helemaal vlak is het natuurlijk nooit. In de buurt van het water komen ze uit in Rianxo, waar in het centrum enkele bochten en ook een rotonde te vinden zijn, daarna rijden ze een kilometer of drie over een bochtige en glooiende weg langs de Ría de Arousa af. Mooie omgeving, maar voor de koers is dit stukje wat minder interessant. Zodra ze uitkomen in Boiro slaan ze rechtsaf en daarna zoeken ze het binnenland weer op. De renners rijden rechtdoor naar het noorden, terwijl ze gehuchten als O Valiño en Beluso passeren. Zodra de brede en rechte weg tekenen van bosachtigheid begint te vertonen gaan we na drie zo goed als vlakke kilometers beginnen aan een klim van 3,5 kilometer. Het gaat in het bos rechtdoor omhoog aan 4,5% gemiddeld, een merkwaardig klimmetje door die rechte weg. Een klimmetje dat de moeite waard is door een steilere kilometer halverwege, met een strook aan 10%. Vals plat begin, steile kilometer en dan weer een vals plat eind. Vlak voor de top, die we na ongeveer 25 kilometer koers bereiken, komen we twee bochten tegen en daarna gaat het over een bochtigere weg omlaag. De inleidende beschietingen van een heuvelrit, in de eerste kilometers is er kans genoeg voor de renners om ten strijde te trekken.
![puerto-da-paredauga-bexo.png]()
![puerto-famelga-a-armada.png]()
![noia-a-coruna-s1200139951.jpg]()
Na het tweede ongecategoriseerde klimmetje van de dag volgt er een pittige afdaling richting het fraaie plaatsje Noia, gelegen aan de ría de Muros y Noia. Onderweg naar Noia gaat het eerst twee kilometer stevig omlaag in een donker bos, de renners komen een paar scherpe bochten tegen, ook al is de weg breed. Buiten het bos komen ze in een gehucht terecht, hier loopt de weg een kleine kilometer stevig omhoog, voor we nog eens twee kilometer gaan afdalen in een bos. In dit tweede deel van de afdaling is zelfs een haarspeldbocht te vinden, het gaat hier tijdelijk dan ook aan bijna 10% naar beneden. Aan het eind van deze korte maar toch best intense afdaling slaan de renners rechtsaf en daarna rijden ze via Sobreviñas recht door Noia binnen. Ze rijden over een brug en daarna volgt er een bochtige passage in dit plaatsje, in het centrum zoeken we zelfs even wat ontzettend smalle straatjes op. Buiten Noia komen we weer op een brede weg terecht en deze weg zal weldra omhoog gaan lopen. We beginnen aan de eerste gecategoriseerde klim van de dag, de Puerto San Xusto. Een beetje een niksige klim, de komende 10,2 kilometer gaat het gemiddeld aan 4,2% omhoog over een brede weg. We verlaten Noia, slaan bij een rotonde linksaf en daarna komen we terecht op een snelweg die eindeloos rechtdoor omhoog zal lopen. De renners volgen een tijd de Rio de San Xusto en rijden ook voorbij het dorpje San Xusto, over de naam van deze klim van derde categorie hoeven we niet lang na te denken. Ter hoogte van San Xusto gaat het eventjes wat steiler omhoog, een kleine drie kilometer aan 6%, de rest van de tijd gaat het vooral aan 4 à 5% omhoog, met in het begin en ook richting het eind enkele vals platte stroken. Grotendeels rijden de renners langs de bossen af, al lijken de bomen ver weg door die brede weg. Veel meer hoeven we over deze klim niet te vertellen, een snelweg omhoog, waarvan we de top na 42,5 kilometer bereiken. De hoogtepunten van deze klim liggen buiten beeld, langs de Rio de San Xusto hebben ze ooit een klooster gebouwd in de buurt van een waterval. Vet, maar de renners zien er niets van, de snelweg ligt een stuk hoger en enkele bomen maken het onmogelijk om naar beneden te kijken. Het meest bijzondere is dat we een klein stukje voorbij de top uit gaan komen op een lokaal rondje, na een kilometer of twee over een plateau, rechtdoor op een vlakke manier, komen we uit bij een rotonde die we hierna nóg twee keer gaan zien. Bij de rotonde gaat het naar links en dan beginnen we aan een afdaling die vandaag drie keer de revue zal passeren. Ze krijgen bij Cortizo waar voor hun geld, dat kan ik je alvast vertellen.
![puerto-san-xusto-noia.png]()
![toxosoutos-portada.jpg]()
![21165395002_a62f348cdc_b.jpg]()
We gaan dus beginnen aan een afdaling die drie keer voorbij gaat komen vandaag. Goed nieuws voor de renners: het is een van de simpelse afdalingen die ik ooit heb gezien. De komende negen kilometer gaat het omlaag richting het dorpje Algueidon, knap genoeg komen we in deze negen kilometer amper een serieuze bocht tegen. Het gaat aan 4,5% omlaag, over een waanzinnig brede weg. Drie rijbanen hier, ze hadden asfalt op overschot. De omgeving is mooi groen, gezien het feit dat er amper gestuurd hoeft te worden kan er door de renners nog van genoten worden ook. Al zal het bij de derde passage wellicht gaan vervelen. Halverwege de afdaling rijden de renners door het gehucht A Calle en hier gaan we tijdelijk van drie rijbanen naar twee rijbanen, terwijl we in deze omgeving ook zowaar een rotonde tegenkomen! Daarna gaat het snel weer terug naar drie rijbanen, net iets meer dan vals plat omlaag over de snelweg terwijl we onderweg eigenlijk alleen maar flauwe bochten tegenkomen. Door een weelderig bos rijden de renners langs de snelweg af richting Gundín, als ze dit plaatsje bereiken loopt de weg eventjes een paar hectometer omhoog, daarna dalen we nog een kilometer op een wat steilere manier af richting Algueidon. In volle vaart denderen we af op het enige gevaarlijke punt van deze hele afdaling, beneden in Algueidon komen we namelijk kort achter elkaar twee rotondes tegen. Lastig wegens de hoge snelheid, omdat we op voorhand eventjes aan 7% afdalen over die brede en rechte weg. Als we de eerste rotonde doorstaan komen we een paar meter later uit bij de tweede rotonde, waar de renners rechtsaf mogen slaan. Daarna is deze afdaling voorbij, de eerste van drie afdalingen richting Algueidon. Soms is het handig om alvast een afdaling te kunnen verkennen, maar hier waren ze zonder parcourskennis ook wel veilig beneden gekomen. Enfin, van Algueidon rijden de renners terug naar startplaats Padrón. In eerste instantie rijden ze na de bocht bij de rotonde zeven kilometer over een brede weg richting O Sisto, een plaats waar ze vandaag ook drie keer gaan passeren. In O Sisto botsen ze op een rotonde waar ze bij de derde passage linksaf gaan slaan, maar de eerste twee keer gaat het mooi rechtsaf richting Padrón. Onderweg naar O Sisto is het een kilometer of vijf vrij vlak, het loopt zelfs een tijd lichtjes vals plat omlaag, maar zodra we door het gehucht Sabaxans rijden volgt er een oplopende strook, het gaat een halve kilometer aan een procent of vijf omhoog en daarna vlakt het af tot we O Sisto bereiken. Daar slaan we deze keer dus rechtsaf, op weg naar de fabriek van Cortizo. De renners rijden vijf kilometer zo goed als rechtdoor over een brede weg, waarbij ze flink wat groen en soms een klein gehuchtje passeren. Na een lange tijd rechtdoor te hebben gereden over deze weg komen ze een rotonde tegen, hier slaan ze rechtsaf en daarna rijden ze via het industrieterrein van Padrón de splinternieuwe Campus Tecnológico Cortizo tegemoet. Kort na de rotonde waar het naar rechts ging komen we een nieuwe rotonde tegen, hier gaat het dan weer rechtdoor. De renners rijden daarna over de Sar en na een flauwe bocht naar rechts passeren ze vervolgens na 68 kilometer voor de eerste keer de finish. Ze komen hier nog twee keer voorbij, tijd genoeg om te genieten van die technologische campus van Cortizo. Zoals gezegd, ze krijgen waar voor hun geld. In de onvoorzichtig gesponsorde Vuelta is werkelijk alles mogelijk. Voorbij de finish volgt er een stuk van 7,5 kilometer tot de voet van de volgende klim, we laten Cortizo achter ons door bij een rotonde rechtsaf te slaan en daarna gaat het ineens een kilometer omhoog aan 4%. Geen vlakke aanloop richting de volgende klim, vooraf gaat het al flink op en af. Na dit klimmetje door een prachtig bos loopt de weg een kilometer vals plat omlaag tot in het dorp Os Dices, waar de renners dan weer rechtsaf slaan. Hierna rijden we in licht dalende lijn verder over een wat smallere weg tot in A Pontenova, alwaar we linksaf over de lokale ponte slaan om vervolgens een meter of 700 te klimmen aan 6%, zo'n mooi verstopt klimmetje. Na dit klimmetje loopt de smalle weg in het bos een halve kilometer licht omlaag, daarna gaat het twee kilometer overwegend vals plat omhoog. Aan het eind van deze bosweg komen we uit in het gehucht Liñares, tot hier hebben ze een aantal kilometer dezelfde weg gevolgd als in de afsluitende tijdrit van de Vuelta van 2021. Toen reden we op de laatste dag van Padrón, de finishplaats van vandaag, naar Santiago de Compostela. Tijdens onze pelgrimstocht reden we buiten Padrón ook via Os Dices en A Pontenova rechtdoor naar Liñares, al reden we daar toen rechtdoor verder. Nu slaan de renners plotseling linksaf een verstopt weggetje in. Ze rijden over de Rio Sarela en aan de andere kant van dit beekje begint de volgende klim van de dag officieel. De aanloop naar de klim toe kende al wat lastige stroken, maar nu gaat het echt helemaal los.
![vuelta-a-espana-2024-stage-11-climb-n2-a564aef308.jpg]()
![mPfCNTt.png]()
De renners beginnen in Liñares aan de Puerto Aguasantas, afgaande op de naam valt hier heilig water te vinden. We vinden in ieder geval een klim van 5,7 kilometer aan 6,1%, een klim die maar weer eens duidelijk maakt dat een gemiddelde niet altijd alles zegt. Na de bocht naar links in Liñares rijden de renners over een bijzonder smalle weg, met een vrij matig wegdek. Een bijzonder steil wegdek ook, tussen de oude huisjes van Liñares in gaat het direct aan 11% omhoog, koekoek. Ze hebben weer eens een achterlijk steil geitenpaadje achteraf weten op te duikelen, wellicht heeft Pereiro weer toegeslagen. De smalle weg slingert ook buiten het dorp stevig omhoog verder, na die eerste kilometer aan 11% gaat het in de tweede kilometer ook nog eens doodleuk aan 10,5% omhoog. Je denkt dat dit een klim van niets is, maar dan kom je van een koude kermis thuis. Van Liñares rijden de coureurs naar Bralo, ook als we dit prehistorisch ogende plaatsje is het nog smal en vooral heel steil. De renners rijden vervolgens een bos in, waar de klim na een laatste uitsmijter wat makkelijker wordt. Een steile strook in het bos, daarna zwakt het af richting 6%. Nog steeds lastig, maar al beter te doen. Zodra we het bos verlaten wordt het na wat smalle bochtjes ineens zo goed als vlak, we rijden rechtdoor de brede weg tegemoet. Al blijven we niet lang op die brede weg, even verderop slaan we nog eens rechtsaf, opnieuw een smalle weg in. Op net iets meer dan twee kilometer van de top volgt die bocht naar rechts en daarna gaat het vals plat omhoog over een brede weg tot we na 81 kilometer voor het eerst de top van de Puerto Aguasantas bereiken. In het tweede deel van de klim krijgen we te maken met een kilometertje aan 1%, vooral dankzij een kort stukje in dalende lijn, daarna een kilometer aan 4% en dan bollen we aan 2% uit richting de top van dit klimmetje van tweede categorie. We beginnen nu aan een lokaal rondje en dan zijn we over ongeveer 37 kilometer weer precies terug op deze plek. Op de top rijden de renners langs een kerkje, Iglesia de San Vicenzo de Aguasantas. Vandaar de naam van de klim, zo simpel kan het zijn. Onderweg rijden de renners langs wat oude bronnen, je kunt met enige regelmaat een tussenstop maken om je bidon bij te vullen. Voorbij de kerk komen we uit bij de rotonde waar we eerst van links kwamen. Toen gingen we rechtdoor, nu gaan we bij deze rotonde rechtsaf en dan begint het zelfde rondje als net. Eerst afdalen richting Gundín en Algueidon, de makkelijkste afdaling ooit. Negen kilometer omlaag, maar de renners komen eigenlijk niets van enig belang tegen. Een rotonde aan het eind in Algueidon, dat is het lastigste punt. Ze slaan in dat dorpje rechtsaf en daarna rijden ze voor de tweede keer naar O Sisto, waar ze ook nu rechtsaf mogen slaan. Een kilometer of zeven rijden ze over een brede weg, een kilometer of vijf lang in licht dalende lijn, voordat er een kort stuk in stijgende lijn in beeld komt in aanloop naar O Sisto. Daar slaan ze nu dus weer rechtsaf om vervolgens richting Padrón te rijden. Vijf kilometer zo goed als vlak, tot we bij een rotonde rechtsaf slaan om dan na 104,5 kilometer voor de tweede keer bij de finish te passeren. Voorbij de finish rijden we dan opnieuw op een glooiende manier de klim van Aguasantas tegemoet. Een kilometer of zeven op en af, met in die zeven kilometer dus al twee klimmetjes die tellen. Uiteindelijk volgt er dan weer de verstopte bocht naar links in Liñares en na deze bocht gaat het twee kilometer loeiend steil omhoog over een bijzonder smalle weg. Twee kilometer aan praktisch 11%, waarna we na een kilometer aan 6% drie kilometer verder vals plat omhoog rijden naar de top van de Puerto Aguasantas. De tweede keer op de top hebben we 118 kilometer afgewerkt, hierna is het nog 48,5 kilometer fietsen tot de finish. Deze klim hebben we nu twee keer gehad, we komen hier niet meer voorbij. Na de klim gaat het bij de rotonde naar rechts en dan dalen we voor de derde en laatste keer af richting Gundín en Algueidon. Wederom de simpelste afdaling van allemaal, geen enkel probleem om na 126 kilometer uit te komen in Gundín en even later rechtsaf te slaan in Algueidon. Dan volgt er weer dat stuk van zeven kilometer tot in O Sisto, grotendeels vals plat omlaag over een brede weg, met vlak voor O Sisto een kort stukje in stijgende lijn. In O Sisto sloegen we tot twee keer toe rechtsaf om vervolgens richting Padrón te rijden, nu slaan we juist linksaf en gaan we via een omweg alsnog naar Padrón rijden. Of je nu linksaf of rechtsaf slaat, je komt op een bekende pelgrimsweg terecht. Padrón is zo'n beetje de laatste halte voor de pelgrims Santiago de Compostela bereiken, het is daarom ook geen verrassing dat de weg volledig is omgeving door hotels, B&B's en ook fraaie kerken. Tot twee keer toe reden de renners langs de Igrexa da Escravitude, kicken dingetje. Nu gaan ze kijken of er de andere kant op ook mooie dingen te zien zijn.
![1920w.jpg]()
Vlak voor de derde passage in O Sisto vond overigens ook de tussensprint plaats, al wordt zo'n sprint met de dag minder interessant dankzij Van Aert. Na het stuk in stijgende lijn gaat het kort naar beneden en dan is het even vlak tot die sprint, die na 134 kilometer volgt, vlak voor we de bocht naar links nemen. Interessant is misschien dat hier ook meteen de bonussprint ligt, een paar secondjes liggen hier zomaar voor het grijpen. Al is het lastig voor te stellen dat er klassementsrenners zijn die iets willen ondernemen voor de laatste klim. Maar goed, het kan, op de tweede keer Aguasantas kun je proberen aan te vallen tijdens die twee kilometer boven de 10%, een mens mag hopen. Nou, goed, na de tussensprint, op 32,5 kilometer van het eind, slaan de renners dus rechtsaf en daarna rijden ze een tijd over een brede weg verder richting Santiago de Compostela. Al gaan ze Santiago nooit halen, ze volgen de doorgaande weg drie kilometer en dan slaan ze bij een rotonde rechtsaf, weg van het bedevaartsoord. Gedurende die drie kilometer loopt de weg steeds vals plat omhoog, aan 2,5%. Dat is niet zo boeiend, drie kilometer voornamelijk rechtdoor over een brede weg, lichtjes omhoog. Maar er ligt toch nog een mooie verrassing op de renners te wachten, zodra ze rotonde bereiken en rechtsaf slaan loopt de weg plotseling 1,6 kilometer aan 6,3% omhoog. Te beginnen met een strook van 600 meter die niet al te lastig is, op een weg die nog steeds zo breed is gaat het in een bos eerst even omhoog aan 5%, maar daarna zwakt het af naar 3%. Even later volgt er een strookje aan 6%, voor het leuke gedeelte begint, het verrassende gedeelte. Het gaat 700 meter omhoog aan 9%, zo'n leuk
hupsje waar niemand rekening mee houdt. Zelfs als je er bent heb je misschien nog niet eens het idee dat je bijna aan 10% aan het klimmen bent, want de weg beslaat weer eens drie rijbanen. Na 139 kilometer komen de renners na nog een paar meter klimmen aan 6% net voor ze over de daadwerkelijk snelweg gaan rijden boven op dit klimmetje dat, als je het vlakkere stuk in het begin meerekent, 4,3 kilometer lang is. Gemiddeld gaat het aan 4,3% omhoog, maar het draait hier dus vooral om die laatste kilometer. Een mooi muurtje om iets te forceren, voor de mannen met parcourskennis.
![alto-de-santa-clara-osebe.png]()
![Vista-Xeral2.%C2%A9Colectivo-a-Rula.jpg]()
We bevinden ons hier op dik 27 kilometer van het eind in de omgeving van het dorpje Cornide, een omgeving waar de nodige rotsen te vinden zijn. In sommige van die rotsen hebben mensen lang geleden dingen lopen te krassen. Je komt hier een hoop zogenaamde petrogliefen tegen, sjieker gezegd hebben mensen uit de prehistorie symbolen in enkele rotsen gegraveerd. Bijzonder exemplaar wel in de buurt van dit klimmetje, we zien een wortel en een magnetron. Dit geheel terzijde, natuurlijk. Al volgen we wel de Ruta des Petróglifos, dus is het zijdelings relevant. Voorbij de snelweg komen de renners overigens op een iets smallere weg terecht, deze weg is na het klimmetje een kilometer vrij vlak vooraleer we vier kilometer gaan afdalen richting A Ramallosa. Heel steil gaat het niet omlaag, maar toch moeten de renners hier een beetje op hun hoede zijn. Ze komen best wat bochten tegen, er zit onderweg zelfs een chicane tussen. Daarna loopt de weg wel weer een paar meter omhoog, voor we weer wat verder afdalen in een bos waar de weg even later weer breed wordt. Het laatste stuk richting A Ramallosa gaat het rechtdoor, waarna er in het dorp een brede bocht naar rechts volgt. Na deze bocht dalen we nog eens drie kilometer verder af, maar nu gaat het rechtdoor over een brede weg. Het loopt ook maar een beetje vals plat omlaag, het enige gevaar komt van twee rotondes onderweg. Dit stukje afdaling stelt niets voor, het is alleen in het begin eventjes interessant. Na drie kilometer in licht dalende lijn over deze rechte weg gereden te hebben slaat het peloton in Pontevea scherp rechtsaf. Ze zijn nu beneden, in de buurt van de rivier Ulla. Deze rivier volgen ze dik zeven kilometer, op weg naar de voet van de laatste heuvel van deze dag. Dit stuk van zeven kilometer is ook weer heerlijk typisch, we volgen de rivier zonder dat het water ook maar één moment in beeld komt. De renners rijden vooral weer door de bossen, over een behoorlijke brede weg die uiteraard weer flink bochtig is. Het is ook behoorlijk glooiend, zo komen ze in dit stuk onder meer een klimmetje van een kilometer aan 4% tegen. Op dit klimmetje na gaat het verder vooral wat op en af zonder dat het verder benoemd hoeft te worden. Na heel wat kilometers over deze weg gereden te hebben rijden de renners door het gehucht Sinde, hier ligt een scherp bochtje naar rechts in licht dalende lijn. Van Sinde gaat het naar Pousada, dit stuk wordt dan weer in licht stijgende lijn afgewerkt. Voorbij Pousada volgt er een korte duik omlaag en daarna nemen de renners na het passeren van een zaakje waar je afzichtelijke designmeubels kunt kopen een scherpe bocht naar rechts. Na deze bocht komen ze op een smallere weg terecht, bovenal een weg die stevig omhoog zal lopen. De laatste klim van de dag is aanstaande en deze klim is danig de moeite waard. Het gaat 2,9 kilometer aan 8,9% omhoog naar de top van Puerto Cruxeiras, een klim van de derde categorie. We sluiten de dag af met een bijzonder steile puist, dat wordt lachen! Na een stuk van 200 meter aan 3% rechtdoor slaan de renners linksaf voorbij de lokale kerk, het gaat daarna 400 meter aan 6,5% omhoog voor we een paar bochten later in het bos de eerste steile strook tegenkomen, het gaat even een paar meter omhoog aan 10%. Als we ineens toch weer een paar huizen tegenkomen vlakt de klim kort af, door een paar vlakke meters zakt het gemiddelde flink. Niet veel later duiken we opnieuw het bos in en daar kan optisch vastgesteld worden dat de weg loodrecht omhoog loopt. We beginnen aan een stuk van 1,2 kilometer aan 10%, we mogen aannemen dat de klassementsrenners hier gaan aanvallen. Het eerste stuk is meteen het steilst, het gaat 200 meter aan 13% omhoog met een piek tot 17%, straffen toebak. Daarna gaat het in het bos verder aan 10%, makkelijk wordt het voorlopig niet. Een smalle weg omhoog, wel voorzien van goed asfalt. Zodra we het bos verlaten rijden we rechtdoor langs het gehucht Cruxeiras de Abajo, het is hier even een meter of 200 wat vlakker. Via een tweetal haarspeldbochten rijden we naar Cruxeiras de Arriba, hier gaat het dan weer kneitersteil omhoog. Een strook van 400 meter aan 11% met een piek tot 16%, riep er iemand Roglic? Net voorbij Cruxeiras de Arriba bereiken we na een laatste strook aan 8% de top van de Puerto Cruxeiras. We hebben hier 158,5 kilometer afgewerkt, op de top bevinden we ons op acht kilometer van de finish. Hier moeten knuppels in het hoenderhok gegooid, worden, zo dicht bij de aankomst.
![puerto-cruxeiras-lampai-sobrerribas.png]()
![4gj73oG.png]()
![8BwGoAx.png]()
Een muur, mogen we wel stellen. Een bijzonder pittige klim om de rit mee af te sluiten, het leukste bewaren we voor het laatst, zou je kunnen stellen, al vergeet je dan wel dat de Puerto Aguasantas een tweetal kilometer boven de 10% kent. Desalniettemin, de Puerto Cruxeiras kan een mooi lanceerplatform vormen voor meerdere renners, hier kun je je explosiviteit wel inzetten om een paar seconden terug te pakken op Ben O'Connor. We hopen op vuurwerk, is het niet omhoog dan wel omlaag. We gaan tot op drie kilometer van de streep dalen, dat kan ook lachen worden. Na de klim gaat het direct omlaag, in eerste instantie tamelijk rechtdoor over een smalle bosweg. Al vrij snel komen de renners uit in A Silva, waar ze over een drempeltje moeten springen, waarna ze na een flauwe bocht naar links uitkomen op een bredere weg. Deze weg loopt door behoorlijk open terrein een kilometer vals plat omlaag zonder dat we veel serieuze bochten tegenkomen. Aan het eind van deze weg komen we wel uit bij een kruispunt waar het scherp naar links gaat, na deze bocht gaat het vier kilometer serieuzer omlaag richting finishplaats Padrón. De weg wordt toch weer een slag smaller en vooral bochtiger. De renners moeten vier kilometer aan 5% afdalen in een duister bos, waar de bochten elkaar in hoog tempo opvolgen. Er zitten een paar behoorlijk scherpe bochten tussen, waarbij het niet helpt dat de weg tamelijk smal is. Leuke vangrail ook naast de weg, je kunt hier een aardig eind in het skoekeloen donderen. Met net iets meer dan vier kilometer te gaan komen de renners een bocht van 180 graden tegen, het roadbook waarschuwt voor deze bocht en dat lijkt me niet meer dan terecht. In de laatste kilometer avn de afdaling wordt de weg plots breder, al is dat een tijdelijk gegeven. Na een niet al te lastige bocht naar rechts rijden ze onder de snelweg door en na een bocht naar links wordt het dan toch weer wat smaller. Hoewel we niet heel veel vervelende bochten meer tegenkomen, alleen de laatste bocht van de afdaling mag nog lastig genoemd worden. Een flinke bocht naar links, waar je tegen een muurtje dreigt te knallen bij een verkeerde inschatting. Na die bocht draaien we flauwtjes af naar rechts en meteen daarna gaat het bijna een rotonde naar links, waarna we beneden zijn. We rijden nu over de brede weg Padrón tegemoet, een brede weg die we kennen omdat we hier al twee keer eerder zijn geweest. We bevinden ons op drie kilometer van de streep en we volgen deze brede en vlakke weg tot op anderhalve kilometer van de finish. Op dat punt slaan we rechtsaf bij een rotonde, de renners kennen dit stukje van de route inmiddels maar al te goed. Als we op 1,5 kilometer van de finish rechtsaf slaan bij de rotonde loopt de weg vals plat omlaag richting de volgende rotonde, die genomen moet worden net nadat we ons in de laatste kilometer bevinden. Het is een rotonde die langs beide kanten genomen mag worden, maar de rechterkant ligt meer voor de hand. Na de rotonde komen de renners een flauwe bocht naar rechts tegen, na deze bocht loopt het rechtdoor richting de finish over een brede weg, op een zo goed als vlakke manier. Als we voor de derde keer over de finish rijden bij het Campus Tecnológico Cortizo is het raak, ditmaal volgt de echte finish. Na 166,4 kilometer is deze korte heuvelrit met een explosief einde voorbij.
![5Qiq3bQ.png]()
![DJI_0401-scaled.jpg?fit=788%2C443&ssl=1]()
We hebben het al veelvuldig over Cortizo gehad, dus gaan we het maar gewoon over de plaats hebben waar dit bedrijf zich gevestigd heeft. De rit eindigt op het grondgebied van Padrón, een plaats met iets meer dan 8000 inwoners in de provincie A Coruña. We bevinden ons nog steeds in de regio Galicië, maar dan wel in een andere provincie. De provincie van Ezequiel Mosquera, de absolute kopman van de legendarische ploegen Karpin-Galicia en Xacobeo-Galicia. De pure klimmer Mosquera eindigde vier jaar achter elkaar bij de eerste vijf, in 2010 werd hij zelfs tweede. Het leverde hem een contract bij het roemruchte Vacansoleil op, maar toen werd hij betrapt op het gebruik van een maskeringsmiddel. Hij genoot dus blijkbaar zijn opleiding bij de wielerclub in Padrón, ondersteund door Cortizo. Tegenwoordig is Mosquera de grote man achter O Gran Camiño, de lokale profkoers die door hem een paar jaar geleden uit de grond werd gestampt. Uit startplaats Padrón zelf zijn ook een aantal voormalig wielrenners afkomstig, maar die zijn helaas net wat minder berucht. Jose Manuel Oliveira was eind jaren '80 en begin jaren '90 een paar jaar ploeggenoot van Fernando Escartin, dat is eigenlijk zijn belangrijkste wapenfeit. José Angel Vidal reed dan weer bijna 10 jaar bij Kelme, zonder veel grote resultaten te boeken. Een keer derde in een rit in de Tour, dat is blijkbaar zijn grootste wapenfeit. Niet ver van Padrón groeide ook Martin Bouzas op, die reed nog een paar jaar voor het sympathieke Kern Pharma. Jesus Blanco Villar was uit hetzelfde dorp afkomstig, die won in de jaren '80 dan weer drie ritten in de Vuelta. Enfin, terug naar Padrón. Daar ging in de Vuelta van 2021 de afsluitende tijdrit richting Santiago de Compostela van start, tijdens deze rit rijden de renners gedeeltelijk over dezelfde weg. Een memorabel tijdritje wel, Magnus Cort mocht lang plaatsnemen in de hot seat, maar op het eind werd hij dan toch overvleugeld door Primoz Roglic. In de rode trui haalde hij nog maar eens uit. Hij haalde in de slotmeters van de tijdrit Enric Mas in en pakte en passent ook maar meteen de ritzege mee. Zijn vierde ritzege van die Vuelta, waardoor de rode leiderstrui nog net wat roder werd. Verkleed als een pelgrim mocht hij plaatsnemen op het eindpodium, ook wel hilarische beelden. Voor 2021 ging er één keer eerder een rit van start in Padrón, dat was in het gezegende jaar 1993. Ook toen ging de afsluitende tijdrit van start in Padrón, we zouden net als in 2021 eindigen in Santiago de Compostela. We maakten een paar jaar geleden dus een herhaling mee, nu gaan we een keer variëren in Padrón. Voor het eerst een aankomst, dankzij een bedrijf waar iemand toevallig koersgek is. In 1993 won overigens Alex Zülle de tijdrit, voor Tony Rominger. Die laatste ging dan wel weer met de eindzege aan de haal, voor de volledigheid. Uit Padrón zijn een aantal bekende personen afkomstig, of nouja, ze zouden bekend kunnen zijn. Camilo José Cela werd hier geboren, hij is de laatste Spaanse winnaar van de Nobelprijs voor de literatuur. Die prijs ontving hij in 1989, voor rijk en intensief proza, dat met ingehouden compassie een uitdagende visie op de kwetsbaarheid van de mens vormt. Rosalía de Castro was ook van hier, een schrijfster en dichteres die onder meer het Galicisch weer op de kaart wist te zetten. In het huis waar ze op 48-jarige leeftijd aan de gevolgen van kanker overleed zit nu een museum, het Casa Museo de Rosalía de Castro. Aan het aantal reviews te zien een drukbezochte plaats, zij die het Galicisch weer op de kaart zette maar ook belangrijk werk in het Spaans schreef is naar het zich laat aanzien nog steeds populair. Onze nobelprijswinnaar zou ook z'n eigen museum hebben, het Museo Camilo José Cela, tegenover de begraafplaats waar hij ligt begraven. Zijn grafzerk is een boom, ook een optie. Vroeger heette Padrón Iria Flavia, in de tijd dat het nog een keltische nederzetting was. Heden ten dage moet Padrón het van drie dingen hebben: toerisme, agricultuur en kozijnen. Toerisme, want uiteraard ligt Padrón op de route naar Santiago de Compostela. Als je vanuit Portugal komt passeer je langs hier, gezien het feit dat hier enkele geestelijke gebouwtjes te vinden zijn is het een ideale tussenstop. Als je de brug over de Sar neemt kijk je naar een klooster boven op een heuvel, Convento do Carme. Nog wat hoger op de heuvel ligt ook nog een kapel, terwijl er in het centrum ook nog een flinke kerk is te vinden. Kortom, voor de pelgrims is er voldoende te doen. Er zit zelfs nog een heel verhaal vast aan de kerk, wat ervoor zorgt dat vele pelgrims graag een blokje om willen lopen. De Iglesia de Santiago Apóstol de Padrón, vernoemd naar Jakobus de Meerdere. Die Jakobus heeft een stevige connectie met Santiago de Compostela, maar dat verhaal begint in Padrón. Jakobus kwam vanuit Jeruzalem aan in Galicië, na zijn dood. Door twee van zijn discipelen werd hij deze kant opgevaren en de boot werd vastgelegd aan een grote steen in Padrón. Padrón komt van pedrón, Galicisch voor grote steen. Die bewuste steen zou nog te zien moeten zijn in de lokale kerk, jawel. Heerlijk sterk verhaal, het zal het goed doen als je bij een van de vele barretjes en restaurant zit, waar je bovendien kunt genieten van de lokale specialiteit, de pepers van Padrón. Ook wel de pepers van Herbón, naar het dorpje iets ten oosten van Padrón. Deze pepers zijn ongeveer vijf centimeter lang en hebben een langwerpige vorm, met over het algemeen een groene kleur. De meeste pepers zijn zoet en mild, maar er bestaan ook hete Padrónese pepers. Ongeveer 15.000 kilo aan pepers produceren ze jaarlijks in deze streek, er schijnt ook een jaarlijks peperfestival te zijn. Pepertjes, goed man. Lekker bij de tapas, niks mis mee.
![1280px-Padr%C3%B3n.jpg]()
In start- en finishplaats Padrón wordt het toch tamelijk warm. Geen Andalusische temperaturen, maar met 28 graden is het ook zeker niet koud. Gedurende de dag is er een minimale kans op neerslag, maar het blijft naar alle waarschijnlijkheid gewoon droog. Terwijl het verder windstil is, de wind kan nu niet echt een excuus zijn. Klein beetje tegenwind op de laatste klim en in de slotkilometer, maar het is zo minimaal dat ik niet verwacht dat iemand zich daardoor laat tegenhouden. Om 13:30 staan de renners klaar op de Campus Tecnológico Cortizo, tijdens de neutralisatie verlaten ze de campus en rijden ze door Padrón, om vervolgens buiten die stad aan de rit te beginnen omstreeks 13:44. Deze rit wordt dan weer niet integraal uitgezonden, Eurosport 1 is er weer op het gebruikelijke uur bij. Dat wil zeggen, een hoop gelul vanaf 14:30 en livebeelden rond 15:00. Missen we het gevecht om in de vlucht van de dag terecht te komen, gisteren nochtans het meest interessante deel van de rit. Sporza sluit om 15:50 aan, nadat ze eerst vanaf 13:35 de Renewi Tour uitzenden. Flopkoers, maar wel een hoop goede sprinters aan het vertrek. Een kleine vier uur nadat de renners voor het eerst de Campus Tecnológico Cortizo hebben verlaten keren ze tussen 17:21 en 17:41 voor de derde keer terug. Tegen die tijd weten we meer te vertellen over de werkzaamheden van Cortizo dan over ons eigen werk. De Vuelta wordt wel steeds schaamtelozer, he? Eurosport hoeft tijdens deze uitzending niet naar de reclame, deze rit is op zichzelf al één schaamteloze reclamespot voor het bedrijf Cortizo. Alumimimimium.
![padron-a-coruna-s680852524.jpg]()
Het lijkt me dat dit opnieuw een dag voor de vluchters wordt. Al zou deze rit de klassementsrenners meer moeten aanspreken wegens de aanwezigheid van een paar steile klimmetjes, maar het is toch lastig voor te stellen dat een Bora hier de hele dag op kop gaat rijden. Al hebben we deze Vuelta al vreemdere dingen gezien, garanties zijn er totaal niet. Je verwacht op z'n minst strijd op de Cruxeiras, wellicht al eerder, op de tweede keer Aguasantas. Of op dat korte klimmetje tussen de twee in, alles is tegenwoordig mogelijk. Maar goed, types als Roglic kennende zullen ze eerder wachten op de laatste klim. Wel een mooie klim, lastig genoeg, en de weg naar de finish is daarna maar heel kort. Acht kilometer te gaan, vijf in dalende lijn en daarna slechts drie vlakke kilometers. Dat zal niemand afschrikken, zo'n inspanning kunnen ze allemaal wel aan. De rit hierna is wel een aankomst bergop, maar die is dusdanig simpel dat niemand zich hier zal inhouden, vermoed ik. Nouja, dus toch wel een strijd tussen de klassementsrenners op de laatste klim, dat kan bijna niet anders, maar voor zover ik kan inzien wel een aantal minuten achter een groepje vluchters. Je hele ploeg oproken voor een paar seconden tijdwinst, mwah, dat zal wel niet. Dus, vluchters, zoals zo'n beetje de hele week een vluchtersfeest zal zijn. Jammer dat we ditmaal het begin gaan missen.
1. Narvaez. Omdat je toch een beetje Turijnvibes krijgt van zo'n finale. Hoewel ik Narvaez tot nu toe nog niet indrukwekkend heb zien fietsen, al won hij wel de pelotonsprint in Baiona. Toch over de klimmetjes gekomen daar, dus de vorm zal enigszins aanwezig zijn. Nu nog een keer in de aanval gaan en dan kan hij wellicht een gooi doen naar de ritzege. Weer Van Aert noemen is ook zoiets, die mag even een dagje uitrusten na zijn inspanningen tijdens de vorige rit.
2. Schmid. Gisteren al heel actief, maar uiteindelijk wel de beslissende slag gemist. Kan gebeuren, er waren heel veel renners die de beslissende slag hadden gemist. Wellicht heeft hij vandaag meer succes en dan kan hij ook meteen een heel eind gaan komen. De vorige keer dat hij in de vlucht zat, onderweg naar Cazorla, leek hij heel sterk. Al viel hij aan het eind tegen, maar goed, de ene dag is de andere niet.
3. McNulty. Die zag ik gisteren al een aantal keer meespringen, zonder veel succes overigens. Maar goed, nieuwe dag, nieuwe kansen. Als hij eenmaal in de kopgroep zit is hij wel meteen een gevaarlijke klant, al lijkt zijn vorm niet direct heel denderend. Knap de tijdrit gewonnen, maar daarna steeds anoniemer geworden. Dat kan zomaar veranderen, zo simpel is wielrennen dan ook wel weer.
4. Dunbar. Ik blijf gewoon namen noemen die ik gisteren veelvuldig heb zien aanvallen zonder succes. Ik reken erop dat ze op gramschap nu wel van de partij zijn, sowieso zal er vandaag wel een grotere groep gaan wegrijden. Denk ik, bewijs heb ik er niet voor.
5. Tejada. Harold! Die noemde ik gisteren ook al en ik zag zijn groene fiets veelvuldig in beeld verschijnen, maar zijn pogingen waren vruchteloos. De ambitie is er, nu de juiste timing nog.