abonnement Unibet Coolblue Bitvavo
  Moderator zondag 30 juni 2024 @ 06:29:20 #1
198822 crew  Rellende_Rotscholier
Robbertje matten met de wouten
pi_214099005
Etappe 2: Cesenatico - Bologna, 199,2 km

De Tour is op een tamelijk weergaloze manier begonnen, mogen we wel stellen. En daar zag het lang niet naar uit. Een Tour die van start gaat in Italië, het blijft een gek idee. Na een eeuwigdurende neutralisatie in de straten van Firenze ging buiten de stad de Tour dan echt van start en na een tijd keken we naar een kopgroep van een man of acht. In die kopgroep zaten grote namen, ze hadden blijkbaar goede hoop dat de kopgroep best ver kon dragen. Vooraan zagen we onder meer Ion Izagirre, Matej Mohoric en een verrassende debutant, Frank van den Broek. Even later maakte Jonas Abrahamsen nog de oversteek met Gibbons in zijn wiel, de Noor ging na het dichten van dat gat ook nog meesprinten om de bergpunten, een merkwaardig figuur. Schijnbaar een eindeloze hoeveelheid energie. Op de eerste klim van de dag moest Cavendish al lossen in het peloton, het was gruwelijk heet en dat beviel hem niet zo goed. Kotsend zat hij op de fiets, zijn recordpoging leek op de eerste dag al te sneuvelen. Dat viel uiteindelijk mee, hij was op tijd binnen, maar hij verloor wel ploeggenoot Gazzoli die te maken kreeg met een zonnesteek. Zo warm was het, dus. Op de volgende klimmetjes moesten meer sprinters lossen, de eerste Tourrit werd een zware voor ze. Jakobsen moest er ook af en zakte terug naar de groep Cavendish, die zich omringd zag door allemaal renners van Astana. Er doen al niet veel goede sprinters mee aan deze Tour, en de paar grote namen die dan wel aan het vertrek staan komen op de eerste dag meteen in de problemen, dat is ook niet echt ideaal.

Vooraan reden ze goed rond, terwijl in het peloton niemand echt initiatief wilde nemen. Daardoor bleef de voorsprong heel lang tussen de vier en vijf minuten hangen, met de kilometer die verstreek werd de kans groter dat de kopgroep daadwerkelijk kans maakte om het te halen. Maar dat was toch niet helemaal naar de zin van UAE. Zij besloten een paar mannetjes op kop te zetten en dat zorgde er voor dat het peloton flink werd uitgedund. Mathieu van der Poel moest er bijvoorbeeld af, het zou niet voor hem zijn. Ook David Gaudu haakte af, net als zijn ploeggenoot Lenny Martinez. Mads Pedersen leek ook af te haken, maar met hulp van zijn team knokte hij zich terug naar voren. Daar profiteerden ook Louis Meintjes en Santiago Buitrago weer van. Die zaten ook even in de problemen, maar ze werden netjes teruggebracht en toen ze eenmaal weer in het peloton zaten gaf UAE het min of meer op. Knechten als Wellens en Politt waren snel opgerookt, terwijl Juan Ayuso ieder moment leek te gaan lossen. Als ze het gat met de kopgroep hadden willen dichten hadden ze al meteen Adam Yates en Almeida moeten laten werken en dat zagen ze duidelijk niet zitten. Andere ploegen waren aan zet, het was onder meer Visma dat de taken van UAE overnam. Op een kilometer of 50 van het eind bedroeg de voorsprong van de uitgedunde kopgroep nog maar een minuutje. Dat was het signaal voor Romain Bardet om aan te vallen. Het gat was kleiner geworden, maar nu lag het tempo niet zo hoog meer in het peloton. Een ideaal moment om zelf even aan de boom te schudden, al leek het mij in eerste instantie een kansloze poging. Ik had eerder het idee dat hij even in beeld wilde rijden, maar dat pakte anders uit. In no-time reed hij naar de kop van de koers toe, waar hij zijn ploeggenoot Frank van den Broek tegenkwam. Die zette zich op kop voor Bardet, de verwachting was dat hij dat na een dag in de vlucht niet lang zou volhouden. Maar hij hield het wel lang vol. Sterker nog, hij leek zelfs beter te zijn dan Bardet. De laatste klim van de dag leidde ons door San Marino en tegen die tijd was de voorsprong van de twee niet heel geruststellend. Ze reden inmiddels met z'n tweeën omdat ze de rest van de voormalige kopgroep hadden gelost. Valentin Madouas hield het nog wel een tijd vol, maar ook hij kon het tempo van Van den Broek uiteindelijk niet volgen. Ben Healy, die vanuit het peloton in de achtervolging ging, kwam geen centimeter dichterbij. De beukwerken van Frank van den Broek waren iedereen te machtig.

Op 26 kilometer van de finish was men boven in San Marino, na een afdaling van 10 kilometer zouden er aan het eind nog 16 vlakke kilometers volgen. Vlakke kilometers met tegenwind. Een ondankbare taak voor het dappere duo van DSM. Een prachtige poging, chapeau, maar wel gewoon kansloos. Dachten we toch heel lang. Maar langzaam begon het de kant van DSM op te kantelen. Zoveel knechten zaten er achteraan niet meer, dat is tijdens zo'n lastige rit altijd een probleem. Van Aert bleek dik in orde te zijn, veel beter dan we hadden verwacht na zijn continue klaagzang, maar zijn pionnetjes waren snel opgerookt. En om nu Jorgensen en Vingegaard op kop te zetten is ook weer zoiets. Jorgenson deed dan nog een beurtje voor de sier, maar Vingegaard uiteraard niet. Die zag er zelf ook beter uit dan verwacht. Om duistere redenen was Mads Pedersen nog mee, met een aantal knechten, maar ook die kregen het gat niet dicht. Het duo van DSM bleef maar doorgaan, waarbij vooral Van den Broek de grote motor leek te zijn. Bardet zat te sterven in het wiel, maar met vijf kilometer te gaan bedroeg de voorsprong nog steeds een halve minuut en dus begon het er goed uit te zien. Tot ze ineens tien seconden verloren, toen leek het toch weer uit te gaan draaien op een sprint. Dat we onderweg weinig aanvallen hebben gezien van de beoogde favorieten voor het geel is jammer, maar de finale werd daardoor wel een nagelbijter. De dappere Bardet met z'n aanval van ver en de ruwe diamant Frank van den Broek werkten een weergaloze trofeo baracchi af. In het peloton werd nog een keer alles op alles gezet, EF gooide er ook nog wat mannetjes tegenaan, maar bij het ingaan van de slotkilometer leek het ineens duidelijk te worden. DSM zou gaan winnen. En ze zouden niet zomaar gaan winnen, ze zouden eerste en tweede worden. Maar wie wordt er eerste en wie tweede? Uiteraard wordt Bardet eerste. De kopman van de ploeg, de man die bezig is aan zijn laatste Tour, de man die wel al ritten won maar nooit het geel droeg. Sorry Frank, maar dan delf je dus even het onderspit. Bardet mocht winnen, bij het passeren van de finish wees hij naar Van den Broek. Meer dan terecht, die jongen is krankzinnig goed. Was twee jaar geleden nog amateur, weet je wel. En vorig jaar reed ie bij een klein continentaal ploegje, halverwege dat jaar werd hij pas opgepikt door DSM. Eerst even een paar maanden in de opleidingsploeg, en nu ineens in de World Tour. Mijn verwachtingen waren heel laag, maar in Turkije liet hij zijn talent al zien. Zonder echt bekend te staan als klimmer won hij de aankomst bergop en daardoor won hij ook meteen het eindklassement. Leuk en aardig, maar de Ronde van Turkije is geen Tour. Wat hij gisteren liet zien is alleen wel pure wereldklasse, als hij die vorm drie weken weet door te trekken komt er nog wel een keer een kans voor hem. Voorlopig gaat Romain voor, je moet je niet laten afleiden door het vlaggetje. Je moet vooral blij zijn dat hij überhaupt zo sterk reed, die jongen heeft blijkbaar een hoop potentie en kan in de toekomst nog genoeg mooie dingen laten zien. Tenzij hij een brief van de UCI krijgt, want zijn progressiecurve is wel heel intens.

Op vijf seconden van het duo van DSM werd Wout van Aert derde, classic. Toch gewoon in orde, helemaal geen slechte benen. Maarja, wel weer net achter een paar vluchters, vergelijkbaar met de tweede rit van de Tour van vorig jaar. Hij is fysiek weer oké, maar de pech achtervolgt hem in die zin nog steeds. Pogacar vierde, bijna weer een paar bonificaties meegepakt. Dat was het verder wel qua strijd om de gele trui, als het gaat om de strijd tussen Pogacar, Vingegaard, Roglic, Evenepoel en anderen keken we naar een 1/10. Maar de strijd van Bardet en Van den Broek tegen het aanstormende peloton, dat is een 9/10. Genoten van de spanning van de laatste kilometers, en heel mooi dat ze het hebben gered. Zelfs in 2024 kan aanvallen nog lonen, dat het heel wat renners maar mag inspireren. De sprinters waren uiteindelijk op tijd binnen, dus zijn we alleen Gazzoli kwijt. Al scheelde het niet veel of we hadden ook al afscheid moeten nemen van Wilco Kelderman, want die kwam als enige weer eens ten val. Na de adembenemende apotheose van de eerste rit en met Romain Bardet in de gele trui gaan we snel door met de volgende rit. Een rit die leuk zou kunnen worden, maar dan wel pas aan het eind. We gaan van Cesenatico naar Bologna, waar de San Luca op ons wacht. Maar voor we vertrekken gaan we eerst uitgebreid stilstaan bij San Marco. Niet Van Basten, wel Pantani.




De tweede rit van de Giro Tour gaat van start in Cesenatico, een stad met 26.000 inwoners in de provincie Forlì-Cesena en de regio Emilia-Romagna. Cesenatico is een badplaats, net een stukje ten noorden van Rimini. De stad beschikt over een strand en een jachthaven, bovendien kom je in Cesenatico is een woontoren van 38 verdiepingen hoog tegen. Die woontoren zou 118 meter hoog moeten zijn en behoorde tot een paar jaar geleden bij de 30 hoogste gebouwen van Europa, is een heuglijk feitje waarmee Cesenatico pronkt. Andere bezienswaardigheden bestaan uit de lokale kerk en het Museo della Marineria, een aantal boten die onderdeel zijn van dit museum kom je tegen in de kanalen die Cesenatico rijk is. Bij het ontwerpen van die kanelen schijnt Leonardo da Vinci ooit betrokken te zijn geweest, maar goed, maakt verder allemaal niet uit, al deze feitjes zijn totaal niet interessant want we zijn in Cesenatico om een heel andere reden. Tijdens deze Tourstart en vooral tijdens de start van de tweede rit draait alles om één man: Marco Pantani. Il Pirata werd geboren in een ziekenhuis in Cesena, een stukje landinwaarts, maar hij woonde gedurende zijn hele leven in Cesenatico. Pantani is een van de grootste Italiaanse wielrenners ooit, dat hoef ik u niet uit te leggen. De laatste renner die het voor elkaar kreeg in hetzelfde jaar de Giro en de Tour te winnen, dat lukte hem in 1998. Aangezien we vooral in Italië lijken te zijn om Pantani te eren is er werkelijk waar een stortvloed aan artikels verschenen over hem, aan de hand van deze artikels zullen we maar eens even een beeld schetsen van hem en Cesenatico, voor zover dat beeld bij de lezer afwezig is. Het leuke van dit soort artikels is vooral dat ze altijd op zoek gaan naar een ontdekker. 'Vittorio Savini, een rijzige, kale man van achter in de zeventig, geldt als de ontdekker van Pantani. Veertien jaar oud was Marco toen Savini hem voor het eerst zag rijden, een klein ielig mannetje met grote ambities. Hij wist meteen: deze jongen is een exceptioneel talent.' Makkelijk zeggen, achteraf. Maar het klopte wel, Pantani was een exceptioneel talent. Zelfs enkele ongelukken in zijn jongere jaren konden hem niet stoppen. Als junior lag ie nog eens een week in coma omdat ie tegen een stilstaande vrachtwagen reed, maar nadat hij in 1992 de Baby Giro won werd hij in 1993 prof en vooral in 1994 kwamen de eerste aansprekende resultaten. Een tweede plaats in de Giro, met twee ritzeges erbij, en een derde plaats in de Tour. Een nieuwe Italiaanse wonderklimmer was opgestaan. Een jaar later kon hij dan weer niet deelnemen aan de Giro door een blessure, hij was wel continu ziek, zwak en misselijk, maar dat draagt dan juist weer bij aan de mythe. De Tour haalde hij wel, en daar won hij twee ritten. Hij won onder meer op Alpe d'Huez, de tijd die hij toen noteerde is nog steeds niet verbeterd. Het waren de jaren van de logge tijdrijders als Indurain en Ullrich, in dat tijdperk bracht hij volgens de Italianen en volgens vele internationale wielerfans de bezieling en het avontuur terug in het wielrennen. Blijkbaar noemde hij zichzelf „een ambachtsman onder de multinationals”, leuk verzonnen. Nadat het jaar 1996 wegens een blessure volledig in het water viel keerde hij in 1997 weer terug, maar ook in dat jaar kreeg hij met pech af te rekenen. In de Giro van 1997 kwam hij ten val dankzij een kat, dju toch. Dat jaar werd hij even later wel derde in de Tour en won hij weer enkele ritten in die koers. Maar alsnog, zijn volle potentie kon hij door alle pech nooit benutten. Dat kwam pas in 1998, zijn absolute wonderjaar. De Giro én de Tour winnen in hetzelfde jaar, dat is na hem nooit meer gebeurd. Al gaat Pogacar dat kunstje nu natuurlijk wel herhalen, als een ode aan Pantani, uiteraard. In 1999 leek Pantani op weg om weer de Giro te winnen, maar aan het eind van die ronde ging het helemaal mis. Met vier ritzeges op zag en meerdere minuten voorsprong in het algemeen klassement werd hij in Madonna di Campiglio onderworpen aan een onaangekondigde test. Uit die test bleek dat zijn hematocriet boven de 50% zat en daardoor werd hij uit koers gehaald. "Op Madonna di Campiglio is de kampioen Pantani vermoord,en in Rimini de mens Pantani", zo kunnen die Italianen dat heerlijk dramatisch samenvatten. Het was wel het begin van het einde voor Pantani, dat heeft hij zelf gezegd aldus mensen in de entourage van Il Pirata. ‘Zeggen ze dat ik dope heb gebruikt?’, zei hij. ‘Dan zal ik ze eens laten zien wat dat is, dope gebruiken!’” Nou, dat is hem vrij aardig gelukt. Hij ging flink aan de snuif. Pantani was altijd al kwetsbaar geweest, maar de klap van de Giro van 1999 was zo heftig dat hij in een depressie belandde waar hij eigenlijk niet wist uit te komen. Zijn carrière was nog niet voorbij, maar het begin van het einde was er wel al ruimschoots. Hij bleef fietsen tot 2003, maar de flitsen van klasse werden steeds spaarzamer. Niet gek ook, als je op een gegeven moment aan de crack zit. Eén keer keerde Pantani nog terug op een hoog niveau, in de Tour van 2000. In die Tour won hij twee ritten, de eerste van die twee kreeg hij cadeau van Armstrong. Op de Ventoux liet hij Pantani winnen, dit was bepaald niet naar de zin van Pantani. Die wilde laten zien dat hij op eigen kracht kon winnen, en dus zette hij enkele dagen later een ouderwetse aanval op poten richting Courchevel. Daar zagen we voor het laatst de echte Pantani. Een paar dagen later probeerde hij nog eens aan te vallen om op die manier een derde rit te winnen, maar dit mislukte jammerlijk. Gedesillusioneerd stapte hij uit de Tour, waar ze bij ASO dan weer niet blij mee waren. Zijn ploeg was in de jaren daarna niet meer welkom, wat er alleen maar voor zorgde dat hij nog meer in de put kwam te zitten. Hij reed wel nog een paar keer de Giro, zonder succes. Na zijn laatste Giro in 2003, waar hij 14e werd in het klassement, stopte hij er maar mee. En dan kunnen we meteen door naar 14 februari 2004. Net een paar maanden geen prof meer, hij bevond zich op het dieptepunt van zijn bestaan. Hij nam zijn intrek in een hotel in Rimini en daar werd hij uiteindelijk levenloos aangetroffen in zijn kamer. De precieze omstandigheden? Die zijn nooit helemaal duidelijk geworden. Althans, de officiële versie van het verhaal is dat hij zich simpelweg heeft doodgesnoven. Een overdosis cocaïne. De officieuze verhalen zijn nooit verdwenen. Zo zou hij uit de Giro van 1999 zijn gegooid omdat de Camorra geld zou verliezen als hij zou winnen. Die hielden zich ook bezig met de gokbusiness blijkbaar, ze zouden hebben ingezet op een nederlaag van Pantani. En ze zouden hem een paar jaar later daarom ook maar hebben vermoord, is het verhaal dat de mensen in Cesenatico je graag willen laten geloven. Want hun Marco, nee, die gebruikte geen doping. Oké, hij was wel verslaafd aan cocaïne, maar hij gebruikte zeker geen doping. Nee, hij was gewoon de beste klimmer, doping had hij niet nodig. “Ik denk veel liever na over de blijdschap die Marco ons heeft gebracht dan over zijn laatste jaren. Dat doen wij hier allemaal.” Een mindset waar de Belgen ook wel wat mee kunnen. „Voor Marco Pantani”, staat er op een plaquette bij zijn graf, „een groot kampioen, slachtoffer van de Italiaanse justitie.” Schitterend. „Hij had het niet nodig”, zegt Vittorio Savini. „Hij hoefde maar weinig te trainen en kon ontzettend goed herstellen. Dat is Moeder Natuur.” En dat is ook wat we in 2024 nog steeds horen over de dominerende renners. Maar goed, dit is natuurlijk wel allemaal heel negatief. Pantani is en blijft een icoon, alleen al vanwege zijn stijl. Hij heeft menig renner in het peloton geïnspireerd, zo rijdt Mikel Landa bijvoorbeeld het liefste met de guidon van onder, omdat hij vroeger fan was van Pantani.



Pantani spreekt nog altijd tot de verbeelding. Vanwege zijn manier van rijden, aanvallend, impulsief, staand op de pedalen, de guidon van onder. Bergop kwam hij tot leven. Versnellend en nog eens versnellend, totdat zijn concurrenten een voor een gesloopt waren. Zijn uiterlijk hielp ook wel mee. Kale knar, oorring, bandana, de iconische tricots van Mercatone Uno. Hij maakte het wielrennen weer romantisch en spannend in een tijd dat Indurain alle levensvreugde uit de kijker probeerde te zuigen. Twee decennia na zijn dood zit Pantani nog altijd prominent in het collectieve geheugen van Italië. Verspreid over het land staan zeker vijftien monumenten en gedenktekens te vinden, tijdens zo'n beetje iedere Giro rijden we wel langs zo'n monument of langs een klim waar hij weer een ongelooflijk staaltje wielrennen liet zien. Dit jaar nog in de Giro kwamen we weer eens voorbij op Oropa, waar hij een van zijn strafste zeges boekte door dankzij pech met een achterstand te beginnen en vervolgens de concurrentie een voor een op te rapen. Mooie quote daarbij: “Op vlakke wegen reed Marco altijd stilletjes achter in de groep. Hij volgde zwijgzaam tot de weg omhoog liep, dan schoot hij iedereen voorbij. Ik vroeg hem eens waarom hij dit deed. Hij zei dat hij genoot om langs anderen te rijden en ze te zien lijden.” Een hartslagmeter had hij bij het uitputten van zijn tegenstanders niet nodig, zei hij. “Ik heb oren om mee te horen – ik hoor mijn hart kloppen.” Ja, romantisch tot en met. Straten zijn naar hem vernoemd, bergpassen en wielerparcoursen, van Milaan tot in Calabrië. Tientallen boeken, films en documentaires zijn aan hem gewijd, zeker twintig liedjes over hem geschreven. Wie in Italië op een racefiets een berg oprijdt, maakt nog altijd grote kans om onderweg toegeroepen te krijgen: Vai, Pantani! Dat wordt bevestigd door de burgemeester van Cesenatico: “Als ik fiets, draaien automobilisten soms het raam open om ‘kom op, Pantani’ te roepen.” Pantani steeg uit boven het wielrennen, iemand die ons hetzelfde gevoel van vervoering kan bezorgden rijdt er momenteel niet rond. Er is ook gewoon een tragisch kantje nodig om je echt met iemand te kunnen identificeren, Plastic Pogacar is te gelikt. Pantani maakte Italië trots, desondanks bleef hij een man van het volk. Hij bleef gedurende zijn hele leven samen met zijn ouders in een twee-onder-een-kapvilla net buiten Cesenatico wonen. Hij kreeg geen kapsones, hij bleef normaal en keerde Cesenatico nooit de rug toe. Hij kon de zee niet missen. Geen Monaco of een ander belastingparadijs voor hem, nee, home sweet home. Des te langer hij dood is, des te meer ze hem schijnbaar gaan herdenken. In Cesenatico is Pantani overal. Op de gevel van het stadhuis prijkt een levensgrote beeltenis, gemaakt uit wol. Binnenkort wordt er een plein omgedoopt tot Piazza Pantani. Het plaatselijke Pantani-museum is een bedevaartsoort voor wielerfans uit de hele wereld. Net als zijn graf. In een gebouwtje naast het station van Cesenatico huist museum Spazio Pantani. Hier, in het voormalige goederenmagazijn, dat door een andere bron een voormalige treinremise wordt genoemd, zie je in drie volgestouwde zalen zijn carrière aan je voorbij trekken. Het museum wordt geleid door Boschetti, de dertigjarige nicht van Pantani. Er komen zo’n tienduizend mensen per jaar, vertelt ze, vooral in het hoogseizoen. Voor de gelegenheid kleurt heel Cesenatico nu geel. Een week geleden schijnt er door de ouders van Pantani in samenwerking met de gemeente ook nog een heus feest te zijn georganiseerd. Onder meer Jan Ullrich en Ivan Gotti waren op de afspraak. Mama Pantani wilde ook Armstrong uitnodigen, maar dat vond men dan weer niet zo'n goed idee. Nou, goed, dat lijkt me zo langzamerhand genoeg over Pantani. Op een steenworp afstand van het strand vinden we het Piazza Marconi, waar een enorm groot beeld van Pantani te vinden is, het Monumento a Pantani. Voor wie niet weet om wie het gaat, staat er een tekst bij: ‘Marco Pantani – grote wielerkampioen die met zijn onvergetelijke prestaties in de Giro en de Tour miljoenen fans deed dromen.’ Verderop zit er dus een heus wielermuseum ter ere van Pantani, de Spazio Pantani. Daar rijden we tijdens de neutralisatie langs, vanzelfsprekend.



Je krijgt soms wel het idee dat Pantani de enige renner van betekenis is die het wielrennen ooit heeft gekend. Niemand die zo ontzettend vaak wordt geëerd. De Giro brengt al jaarlijks een ode, en nu doet de Tour het dunnetjes over. Ter ere van Pantani wordt er ook jaarlijks een koers georganiseerd in Cesenatico, wat ik zelf altijd meer beschouw als een belediging. De Memorial Marco Pantani eindigt bijna ieder jaar in een sprint van een kleine groep, echt vrij jammer is dat. Vorig jaar werd deze Memorial Marco Pantani gewonnen door Alexey Lutsenko, in een sprintje was hij Marc Hirschi en Pavel Sivakov de baas. Het is een koers die hij vaker wint, in 2019 was hij ook al de beste in Cesenatico. In 2021 won Colbrelli dan weer, om maar even aan te geven wat voor koers het is. De Apennijnen in, maar altijd eindigen aan de kust. De Giro is ook met enige regelmaat in Cesenatico geweest, voor het laatst in 2020. Toen volgde men de route van de Nove Colli, dat hebben we tijdens de vorige rit al uitgebreid besproken. Jhonatan Narvaez won toen, terwijl tien jaar eerder Manuel Belletti vanuit de vlucht wist te winnen. Daarvoor kwam de Giro in 1999 langs in Cesenatico. Pantani was toen van de partij, hij mocht rondjes fietsen in z'n eigen stad. Erg leuk, al ging de overwinning naar Ivan Quaranta. Pantani reed zelfs niet eens in het roze, die trui zou hij een paar dagen later pas overnemen. Al liep de Giro van 1999 uiteindelijk niet zo goed af, zoals we inmiddels weten. Van de hemel naar de hel. Door je eigen stad fietsen, daarna vier ritten winnen en dan uit koers genomen worden, ai. De Tour is uiteraard voor het eerst in deze stad, waar we gaan vertrekken in de Viale Dino Ricci, niet ver van het lokale sportveld. Daarna volgt er een geneutraliseerd rondje richting het noorden, langs de kust af. Tijdens dit rondje fietsen we dus langs het wielermuseum ter ere van Pantani, maar even later fietsen we ook langs het lokale kerkhof. Kijkend naar Google Maps valt het op dat er een speciale plek is te vinden op dit kerkhof. Begrafplaats Marco Pantani. Lettertje vergeten, kan gebeuren. Maar inderdaad, Marco Pantani ligt begraven in Cesenatico. Hij is bijgezet in het familiegraf van de Pantani's en zijn graf is een bedevaartsoord. Er staat een joekel van een buste, niet te missen dat je bij zijn graf bent aangekomen. Verder schijn je in de stad nog twee grote knikkers tegen te komen met de beeltenis van de renner, één in de roze en één in de gele trui. En je kunt in het centrum nog altijd eten in het restaurant Il Pirata, waar Pantani vroeger vaak binnensprong. Ook het Centro Sportivo van Rimini is naar hem genoemd. En dan heb je nog de leuke bootjes in de kanalen, waar de renners tijdens de neutralisatie ook langs mogen fietsen.




Nou, tot zover Cesenatico, tot zover Pantani. Het is buitengewoon fascinerend dat je van start gaat in een plaats om een ode aan een renner te brengen en dat je daarna een parcours uittekent waarvan hij spontaan zou gaan schuimbekken. We trekken niet direct het binnenland in om bijvoorbeeld aan zijn favoriete Monte Carpegna te beginnen, nee joh, we gaan de eerste kilometers doodleuk langs de kust fietsen richting Ravenne, om vervolgens via de Povlakte het binnenland in te gaan. Dat levert ongeveer 70 vlakke kilometers op in het begin van de rit, kilometers die ik eigenlijk liever niet wil bespreken. Na de neutralisatie in en rond Cesenatico gaan we langs de kust van start in Cervia, waar ze ook hun eigen gran fondo organiseren. Gran Fondo Via del Sale, voor de liefhebber. In Cervia rijden de renners over een smalle weg dwars door de haven, de weg is ook nog eens voorzien van steentjes. Interessante start, wel. Het levert mooie plaatjes op, maar het is misschien wat onhandig. Even later komen de renners dan wel weer op een brede asfaltweg terecht, die volgen ze een tijd. Langs de kust is het op een aantal rotondes na recht en vlak, het gevecht om in de vlucht van de dag terecht te komen zou gezien het gebrek aan hoogtemeters nog wel eens even kunnen duren. Zodra we het grondgebied van de gemeente Cervia verlaten laten we ook de kust achter ons en gaan we wat meer landinwaarts fietsen, richting Ravenna. Deze stad gaan we zonder veel noemenswaardigheden na een kleine 23 kilometer bereiken. We rijden tussendoor wel nog langs Mirabilandia, blijkbaar het grootste pretpark van Italië. Of het een na grootste pretpark, afhankelijk van je bron. Hoe dan ook, over brede en rechte en vlakke wegen rijden we Ravenna tegemoet. Af en toe een keer een rotonde, veel meer dan dat is het niet. De passage in Ravenna is wel een stuk bochtiger, we gaan het centrum van deze tamelijk grote stad verkennen. De plaats waar de uit Firenze verbannen Dante Alighieri terechtkwam en waar hij uiteindelijk ook zou overlijden. Zijn graftombe is een van de toeristische trekpleisters van de stad. Ravenna is cultuurhistorisch van groot belang vanwege de met mozaïeken gedecoreerde vroegchristelijke bouwwerken, die grotendeels dateren uit de tijd dat de stad de hoofdstad was van het Ostrogotische Rijk. In 2021 en 2019 kwam de Giro hier langs voor een vertrek, de laatste aankomst dateert van 2011, toen Mark Cavendish hier een sprintje won. Nouja, dwars door de stad dus, en daarna gaan we naar het westen, dwars over de Povlakte richting de eerste beklimming van de dag, maar die eerste klim laat nog wel even op zich wachten. Het is vooral een floptocht zoals je ze in de Giro ook vaak hebt. Van stad naar stad over brede en rechte wegen die zo vlak als wat zijn, gaap. Af en toe wat verkeersobstakels, maar als de vlucht tegen deze tijd vertrokken is kan men hier rustig rijden en stelt het niets voor. De Povlakte is zo nu en dan behoorlijk open, maar het waait er nooit. Heb je dus niets aan. Nou schijnt het tijdens de rit dan wel weer te gaan waaien, maar het is nog tegenwind ook. Ja, jammer. Goed, van dorpje naar dorpje dus. San Michele, Godo, Russi, noem het allemaal maar op. Belangrijk? Verre van. Van Russi rijden we continu over dezelfde weg naar Faenza, een plaats die we na 57 kilometer gaan bereiken. Faenza is een stad waar een heleboel wielrenner vandaan komen, de bekendste is ongetwijfeld Davide Cassani. De man die Michael Rasmussen ontmaskerde in de Tour van 2007, bovenal de man die momenteel de Italiaanse bondscoach is. Zijn neef Roberto Conti kon ook wel wat. Het is ook de stad van huidig prof Manuele Tarozzi, die hebben we de afgelopen Giro nog regelmatig in de aanval gezien. En de stad van Laura Pausini, ik zet meteen even La solitudine en Strani amori op. In de 15de eeuw was de stad bekend om haar pottenbakkerijen. De naam faience is afgeleid van haar naam. En Formule 1-team Scuderia AlphaTauri was gedeeltelijk gevestigd in Faenza, zomaar wat informatie waarmee je geen reclame maakt voor de stad.



De passage in het centrum van Faenza is even bochtig, maar het stelt allemaal niet veel voor. Terwijl Marco Pantani zich inmiddels 35 keer heeft omgedraaid in zijn graf rijden we nu dan toch langzamerhand de heuvels tegemoet. Van Faenza zetten we rechtdoor koers naar Brisighella. De brede weg begint voorzichtig wat omhoog te lopen, de eerste hoogtemeters van de rit zijn daar. De omgeving is mooi groen, maar de rit is voorlopig nog mokersaai. Daar komt hopelijk verandering in zodra we Brisighella bereiken, een schitterend middeleeuws dorpje. Een van de mooiste dorpjes van Italië, zelfs. Valt wat voor te zeggen. Heerlijk smalle straatjes en dan nog wat fraaie verdedigingswerken op de heuvels boven de stad. Moet kunnen. De klim die hier begint moet ook kunnen, na een bochtige passage in het centrum beginnen we aan de Côte de Monticino, een bochtige klim van twee kilometer. Via een aantal haarspeldbochten gaat het aan 7,5% gemiddeld omhoog naar de top van de klim. De vlucht zal inmiddels wel al een tijd zijn vertrokken, maar als het tegen deze tijd nog steeds oorlog is zal hier het verschil wel gemaakt gaan worden. De renners komen onder meer een halve kilometer aan 9% tegen, Pantani kan eindelijk instemmend knikken. Langs de imponerende Rocca Manfrediana e Veneziana af vervolgen we onze weg naar de top, de renners passeren ook nog langs het Museo Geologico del Monticino en na 74 kilometer bereiken ze ter hoogte van een parkeerplaats bij een uitzichtpunt de top van deze klim van derde categorie. Het is een klim die dit jaar nog in een andere koers voorkwam, de vierde rit van de Settimana Internazionale Coppi e Bartali eindigde in Brisighella, aan de voet van de klim. Tijdens de rit moesten de renners meerdere keren de klim naar Monticino bedwingen. Aan het eind van de dag ging de Ierse dreumes Archie Ryan met de zege aan de haal, het is maar dat u het weet.




De afdaling die na deze klim volgt is een beetje een vreemde. De weg loopt eerst een aantal kilometer rechtdoor vals plat omlaag, voordat we ineens toch nog een aantal haarspeldbochten gaan tegenkomen. Een stuk of vijf brede haarspeldbochten, dat ziet er doenbaar uit. Na deze afdaling is het een paar kilometer zo goed als vlak, terwijl we koers zetten richting Riolo Terme, een plaats met een ongelukkige naam. Riool, thermen, hmm, ik weet het niet. Het decor blijft voorlopig nog even schitterend, we rijden door een groene omgeving waar we de nodige boomgaarden zien en waar de heuvels in de verte liggen te pronken. Na een tocht over een brede weg die af en toe een bocht kent slaan we in Riolo Terme linksaf, op weg naar de tweede klim van deze rit. Een klim die we kennen, het is een klim die een hoofdrol heeft gespeeld in een belangrijke koers. In het coronajaar 2020 werd het wereldkampioenschap wielrennen verreden in Imola. Oorspronkelijk moest het ergens anders plaatsvinden, maar corona gooide alles in de war, Imola bood op het laatste moment uitkomst. Ze draaiden snel een lokaal rondje in elkaar, met daarin de Gallisterna als scherprechter. Over deze Gallisterna, de organisatie voegt er weer het walgelijke côte aan toe, staat even buiten Riolo Terme op het programma. We laten de brede weg even achter ons en slaan rechtsaf een smaller weggetje in. Een weggetje dat meteen even een paar meter steil is, al wordt het daarna weer vlak. In totaal gaat het net iets meer dan twee kilometer aan 7% omhoog, maar de organisatie speelt een beetje vals. Ze houden het op 1,2 kilometer aan 12,8%. Dit krijgen ze voor elkaar door de eerste kilometer weg te denken. Een kilometer die begint met een strook aan 6%, waarna er vooral wat vals plat volgt, vooraleer de klim echt steil wordt. Nouja, goed, we kunnen het ons vast nog herinneren. Dit is de weg waar Julian Alaphilippe de volledige tegenstand uit het wiel kletste, op weg naar zijn eerste wereldtitel. In die debiel steile kilometer, met stroken aan 14% of meer, haakte iedereen af. Wout van Aert kon nét niet mee, classic. Het mooiste punt van de klim zit vlak voor de top. Na de debiel steile kilometer loopt de weg even een paar meter omlaag. Hier rijden we over de rug van de berg. Links en rechts zit er even niets. Het ideale moment voor de helikopter om de boel van de zijkant in beeld te brengen, waarbij het lijkt alsof de renners over de berg aan het zweven zijn. Bij de mannen vloog Alaphilippe op die manier naar de wereldtitel, bij de vrouwen was die eer dan weer weggelegd voor Van der Breggen. Na 88,8 kilometer bereiken we de top van de Gallisterna, een muur van de derde categorie. Een muur die niet alleen een hoofdrol speelde tijdens het WK van 2020, ook in de Baby Giro van 2021 maakte de klim, net als die van Montecino, onderdeel uit van het parcours. Een rit die eindigde in Imola werd gewonnen door Juan Ayuso, voor zijn ploeggenoot Verre en mijn vriend Henok Mulubrhan. Sonny Colbrelli werd dan weer Italiaans kampioen in Imola, het parcours bevatte toen ook de klim van Gallisterna. Van de Gallisterna naar Imola, dat gaan we nu ook mooi doen.





De afdaling richting Imola is nog best lastig, dat heeft vooral te maken met het feit dat de weg hier niet al te breed is. Wel goed asfalt, dat hebben ze voor het WK van 2020 mooi opgeknapt. Een ander voordeel is dat de weg niet enorm steil omlaag loopt, deze kant van de klim is veel minder lastig. Eigenlijk komen we ook niet gek veel scherpe bochten tegen en we moeten nog meer dan 100 kilometer afwerken, dus is er weinig reden om hier nerveus te doen. Ondanks die smalle weg zou het hier dus wel los moeten lopen, uiteindelijk. We komen ook nog een knikje omhoog tegen, geen typische afdaling. Beneden rijden we rechtdoor het Autodromo Enzo e Dino Ferrari op. We gaan een rondje rijden over het autocircuit van Imola, daar waar het WK van 2020 eindigde. Daar waar Julian Alaphilippe zijn handjes in de lucht mocht steken. Maar hij is recentelijk niet de enige geweest, in de Giro van 2018 won Sam Bennett hier in de sprint van Danny van Poppel na een beklimming van de Tre Monti. In de Giro van 2015 zat de Tre Monti dan weer meerdere keren in het parcours, bij die gelegenheid ging er een vluchter met de zege aan de haal en dat was niemand minder dan de onvolprezen Cyprioot Ilnur Zakarin. Imola is dus bekend van de koers, maar ook bekend van een andere activiteit. Iets met vroem vroem. Formule 1, walgelijk. Die kermisklant van een Verstappen schijnt hier dit jaar weer gewonnen te hebben, jammer. Tevens is het 30 jaar geleden dat Roland Ratzenberger en Ayrton Senna op dit circuit om het leven kwamen. De Grote Prijs van San Marino, zoals de wedstrijd toen heette, van 1994 is achteraf een van de meest rampzalige raceweekenden in de autosportgeschiedenis geweest. Tijdens de vrije trainingen op vrijdag crashte de Braziliaan Rubens Barrichello ook nog eens zeer zwaar, waarna Senna tijdens de race overleed. Nouja, Imola dus. Maar goed dat ze er nu met de fiets overheen gaan, stuk veiliger. Dat gaat wel weer plaatjes opleveren hoor, oh wat leuk als die rennertjes over een circuit rijden. Dat doen ze overigens na 96 kilometer, met nog iets meer dan 100 kilometer te gaan tot de finish. Dit is het punt dat José en Renaat weer eens leeg gaan lopen over Wout van Aert en vooral Primoz Roglic. Dat WK van 2020 zit vooral José nog altijd dwars. Als Roglic toen wat werk had gedaan voor Van Aert hadden ze Alaphilippe terug kunnen pakken en dan was Van Aert wereldkampioen geworden, echt waar! Dat Roglic moest lossen op de klim en daarna zat te sterven in het wiel en dat hij op het WK natuurlijk geen ploeggenoot was, ach, kniesoor die daarop let.




Na het rondje over het circuit rijden we dwars door de stad Imola, waar de passage ook vrij bochtig is. Buiten Imola komen we dan weer terecht op een weg die we dik 30 kilometer gaan volgen. Behoorlijk jammer. De rit begon met een ellenlange vlakke aanloop en nu zijn we dan eindelijk in de heuvels beland, maar die heuvels gaan we snel verlaten. Vanuit Imola duiken we niet terug de Apennijnen in, nee, we blijven voorlopig weer even in de Povlakte. Immer geradeaus richting Bolonga, het is een gotspe. De Piraat was net tot rust gekomen, maar begint nu weer te tollen in zijn mausoleum. Na de passage in het centrum van Imola komen we bij het verlaten van de stad op een rechte weg terecht en die loopt doodleuk zeven kilometer rechtdoor tot in Toscanella di Dozza, waar na 108 kilometer de tussensprint van de dag volgt. Zeven kilometer rechtdoor over een brede en vlakke weg, zonder enig obstakel. Heel erg saai. Volgens de organisatie ligt de tussensprint overigens in Dozza, maar da's niet waar. Dat dorpje ligt een stukje verderop. Op zich wel te begrijpen dat ze Dozza noemen, want dat dorpje is nog wel interessant. Er is een kasteeltje daar, maar het dorp valt vooral op omdat ieder huis van een muurschildering is voorzien. In Toscanella is dat niet het geval, daar valt minder moois te bewonderen. Dat ze liever Dozza dan Toscanella noemen valt daardoor te begrijpen, maar het klopt alsnog niet. Enfin, voorbij de tussensprint blijft het recht, we knallen rechtdoor verder naar Castel San Pietro Terme. Dit plaatsje staat uiteraard bekend om de lokale spa, anders voegen ze ook geen Terme toe aan de naam. In Castel San Pietro Terme komen we warempel een paar bochten tegen in het centrum, maar buiten het centrum rijden we weer mooi rechtdoor verder over de brede, vlakke doorgaande weg. Het is echt niet te doen, pas tien kilometer verderop, in Ozzano dell'Emilia, komen de renners weer iets van bochtenwerk tegen. Dit is echt het moment voor een middagdutje, allemachtig. Als we na 122 kilometer door Ozzano dell'Emilia fietsen kunnen we hooguit even wakker worden om tot ons te nemen dat er zich op dit grondgebied ooit een Romeinse nederzetting bevond, Claterna. Een belangrijke archeologische vindplaats, volgens het altijd objectieve roadbook ook wel het Pompeï van het noorden genoemd. Waarvan akte. Na een rotonde in Ozzano dell'Emilia rijden we nog eens vijf kilometer volledig rechtdoor, tot we ter hoogte van San Lazzaro di Savena, de geboorteplaats van Alberto Tomba, bij een volgende rotonde linksaf gaan slaan. We wijken af van de doorgaande weg naar Bologna. We moeten wel naar die stad toe, maar dat gaan we via een omweg doen. We duiken toch nog even de heuvels in, om mijn bloeddruk wat te laten zakken. Nadat we zijn afgeweken van de doorgaande weg is het een kleine tien kilometer fietsen tot de voet van de volgende klim. In die tien kilometer komen de renners een paar rotondes tegen, maar veel meer hoeft er bij de bespreking in de ploegbus niet vermeld te worden. Het blijft nog even zo goed als vlak en de wegen zijn nog steeds goed en breed. De renners fietsen eerst door een aantal dorpjes, daarna komen ze in een bos terecht. In het bos is het ook nog wel een beetje bochtig, maar ach, we tellen vooral de kilometers af richting de finale. Na 137 kilometer komen de renners uit in Botteghino di Zocca, klinkende naam. Hier gaat eindelijk eens iets gebeuren, in Botteghino di Zocca slaan we namelijk rechtsaf en direct na die bocht begint de weg omhoog te lopen. De renners beginnen aan de Côte de Botteghino di Zocca, een beklimming van de vierde categorie. De makkelijkste van de dag, het gaat 1,9 kilometer aan 6,9% omhoog. Op een wat lastigere halve kilometer aan 7,5% na gaat het verder vooral aan 6% omhoog, waarna we na 139 kilometer koers volgens de organisatie de top bereiken. Dat blijkt net niet helemaal waar te zijn. De weg loopt daarna namelijk nog wat verder omhoog. Het gaat eventjes naar beneden, maar er volgt ook nog een uitloper en in die uitloper zit een klein stukje aan 6%. Stelt niet heel veel voor, maar het is toch anders dan dat er meteen een afdaling zou beginnen. In totaal spreken we over 3,6 kilometer aan 4,4%, in plaats van 1,9 kilometer aan 6,9%.





Het is niet de lastigste klim van de dag, maar wel een ontzettend mooie. Gedurende de hele klim hebben de renners een prachtig uitzicht over de omgeving, ze kunnen zich vergapen aan alle fraaie heuvels in het achterland van Bologna. Zodra ze na 140 kilometer, op minder dan 60 kilometer van het eind, de echte top hebben bereikt volgt er een korte afdaling richting Pianoro. Op de top slaan we rechtsaf een weggetje in dat er vorig jaar nog niet al te best bij lag. Als ze het asfalt hier hebben opgelapt is er verder weinig aan de hand. Ze komen één brede haarspeldbocht tegen en daarna één bocht die zich een beetje verdekt heeft opgesteld, maar heel snel zijn ze zonder problemen beneden in Pianoro. Brede weg, geleidelijke afdaling, eitje. Eenmaal beneden rijden we even over het industrieterrein van Musiano, de passage aldaar is niet echt sexy. Paar brede bochten, en een hoop bedrijvigheid. Buiten Musiano bereiken we dan weer een brede, rechte en vlakke weg, die het peloton via Sesto naar Rastignano zal voeren. En daar ligt dan weer de voet van de volgende klim van de dag. Even een paar kilometer vlak, maar daarna gaan we weer los. De sprint richting dit klimmetje zal wellicht de moeite zijn, de finale zal hier inmiddels wel gaan beginnen. In Rastignano kan het even nerveus worden, aan de voet van de klim komen we nog een aantal bochten, rotondes en vluchtheuvels tegen. Vragen om een chute, vooral omdat de renners tegenwoordig alle risico van de wereld nemen om maar goed gepositioneerd aan een belangrijk punt te kunnen beginnen. Het meest verrassende is nog wel dat we vlak voor de klim begint onder een spoorbrug door mogen fietsen, waar wordt de weg in tweeën gesplitst. Direct daarna gaat het bij een rotonde naar links en na die rotonde loopt de weg meteen omhoog. De volgende klim is begonnen, er gaat 2,7 kilometer aan 7,7% geklommen worden naar het dorpje Montecalvo. We slingeren direct omhoog via een paar haarspeldbochten, al gaat het in de eerste halve kilometer nog maar aan 6% omhoog. Daarna wordt het serieus steil, een volle kilometer aan meer dan 10%, hoewel we nog twee keer over de San Luca moeten kun je hier wel alvast de knuppel in het hoenderhok gooien. Het weggetje hier was vrij slecht, maar zal voor de gelegenheid wel opgelapt zijn. Richting Montecalvo rijden we langs een mooi natuurpark en bos af, met in dat bos een heuse grot. En andere natuurfenomenen, een opvallende rotsformatie bijvoorbeeld. Als de koers op niets trekt kunnen we wellicht daar nog naar kijken. Buca delle Candela, ziet er interessant uit. Het laatste stuk van de klim is overigens minder interessant, na de loodzware kilometer zwakt het af naar 5,5% en dat zal zo blijven richting de top. De top van de klim, in het dorp Montecalvo, bereiken de renners na 151 kilometer. Een klimmetje van de derde categorie, veel punten vallen hier niet te rapen.




Nog een kleine 50 kilometer te gaan. We zijn bijna in Bologna, waar we een lokaal rondje gaan afwerken. Een rondje met daarin de gevreesde San Luca, we zijn nog lang niet binnen met andere woorden. Op de top van de klim in Montecalvo slaan de renners linksaf, daarna beginnen ze aan de afzink richting Bologna. Deze afdaling begint makkelijk, het gaat een tijd simpelweg rechtdoor, wat vals plat omlaag. Vervolgens komen de renners wel in een zone met wat meer bochten terecht, er volgen er een stuk of vier elkaar snel op. De weg is niet enorm breed en het asfalt was in het verleden niet al te best, maar na deze vier bochten wordt het al snel weer makkelijker. Vooral rechtdoor op een niet al te steile manier naar beneden, dit valt mee. Even verderop komt men uit in het dorpje Ponticella, hier slaan ze linksaf een weggetje in dat nog net een slag smaller is. De weg dwars door het dorp kent enkele bochten, er zit een keer een lelijke naar links tussen, maar over het algemeen valt het mee. Als ze bijna beneden zijn komen ze een scherpe naar rechts tegen met daarna meteen een haarspeldbocht naar links, na deze bochtencombinatie wordt de weg weer breed en zijn we zo goed als beneden. Nu we beneden zijn volgt er een vlak stuk van tien kilometer tot aan de voet van de eerste San Luca. Dit stuk van tien kilometer beginnen we in Ponticella, waar meerdere rotondes en bochten op de renners wachten. Een beetje draaien en keren, maar het is inmiddels dus vlak en de wegen zijn breed. Er valt weinig te melden over dit stuk van de rit, het is de kilometers aftellen tot we aan de voet van de klim zijn. Op een gegeven moment komen we na een bocht naar links terug op de doorgaande weg richting Bologna waar we eerder al overheen reden. We verlieten deze doorgaande weg even om twee klimmetjes af te haspelen, maar nu gaan we alsnog rechtdoor naar Bologna. We rijden nu zomaar pardoes rechtdoor het centrum binnen, waar we op het lokale circuit terecht gaan komen. Het gaat een paar kilometer rechtdoor, maar dan rijden we bijna rechtdoor tegen de Porta Maggiore aan. Ter hoogte van deze poort betreden we het lokale circuit. We slaan rechtsaf, vanaf dit moment is het nog een kleine twee kilometer fietsen tot de finish. Hoewel we nog lang niet klaar zijn gaan we nu wel alvast voor het eerst over de finish rijden. Over de brede en vlakke Viale Giambattista Ercolani rijden de renners rechtdoor de laatste kilometer binnen. We fietsen richting de Porta San Donato, vlak voor we deze poort zouden passeren volgt er op 900 meter van de finish een schuine bocht naar links. Deze bocht is niet al te ingewikkeld, zeker niet als de vluchtheuvels voor de gelegenheid weg worden gehaald. Het is de laatste bocht van de rit, al moeten we nu nog even door. Een makkelijke slotfase, vooral rechtdoor over brede en vlakke wegen. Een laatste rechte lijn van 900 meter, als dat altijd zou kunnen werden de renners heel gelukkig. In de finishstraat is normaal gesproken wel een middenberm te vinden, maar ik neem aan dat ze die nu wel gaan weghalen. Na de lange laatste rechte lijn finishen de coureurs voor het Parco della Montagnola aan de ene kant en het Piazza dell'8 Agosto aan de andere kant. Idyllische locatie, vooral omdat er ook nog een fraai pand aan de rand van dat piazza te vinden is.



Na 162,5 kilometer passeren we voor de eerste keer aan de finish. De renners moeten nu nog twee rondjes afwerken. Een rondje is dik 18 kilometer lang, nog 36 kilometer te gaan dus. Voorbij de finish rijden de renners eerst een halve kilometer rechtdoor, daarna komen ze een schuine bocht naar links tegen. Na deze bocht rijden ze een kilometer rechtdoor over een brede weg. Links en rechts zien ze vooral veel imponerende gebouwen, Bologna is een stad waar het met de façades wel goed zit. Tijdens dit rechte stuk rijden ze ook langs de Basilica di San Francesco en komen ze de zuil van Immacolata tegen. Hoogtepunten genoeg in deze stad, daar komen ze vanzelf achter. Na een rechte kilometer volgt er een bocht naar rechts, na deze bocht mogen ze bijna twee kilometer rechtdoor rijden. Het blijft voorlopig breed en vlak, op weg naar de waanzinnig steile muur. Op een paar flauwe bochten na komen we voorlopig even niets tegen, maar na twee kilometer praktisch rechtdoor te zijn gereden stuiten we wel op een rotonde. Hier gaat het naar links, daarna gaat het even rechtdoor over een weg die van wat vluchtheuvels is voorzien. De San Luca komt nu echt dichtbij, maar voor we aan die klim kunnen beginnen moet er wel nog het een en ander gebeuren. Zo nemen we een bocht naar rechts en bijna direct daarna eentje naar links. Vervolgens rijden we door een poort heen, hier wordt het even een stuk smaller. Direct na de poort slaat het peloton rechtsaf om vervolgens ook meteen weer door de volgende poort te rijden. We bereiken de beroemde Arco del Meloncello. Na deze boog gaat het schuin naar links en dan begint de enorm zware San Luca direct.




Na het fietsen door de boog gaan we meteen beginnen aan de klim naar het heiligdom van de Madonna van San Luca. Een klim van 2100 meter aan 9,7% gemiddeld, althans, volgens de Giro. Volgens de Tour is de San Luca 1,9 kilometer lang en gaat het gemiddeld aan 10,6% omhoog. Wielerliefhebbers kennen deze klim, omdat deze kuitenbijter altijd een hoofdrol speelt in de Italiaanse najaarsklassieker Giro dell'Emilia. In die wedstrijd komt de klim een aantal keer voor, dat we nu lokale rondjes gaan afwerken in Bologna is derhalve niet echt orgineel. Zoals we kunnen weten is de weg naar het heiligdom onregelmatig. De klim begint direct met een steile strook van 13%, maar daarna vlakt het wat af richting 9%. Net als je denkt dat het eigenlijk wel meevalt wordt het pas echt steil. Op een kilometer van de top zit het steilste stukje verstopt, aan 16%. Het blijft na dit steilste stukje nog een paar hectometer steil, nog een paar meter dik boven de 10%, maar in de laatste meters richting het heiligdom wordt het dan toch iets eenvoudiger. Nog een wat steiler strookje voor de top, maar in de laatste meters van de is het vals plat. Toch kom je in de laatste 500 meter nog aan 6% gemiddeld, echt op je gemak ben je dus nooit. Al bij al zit het venijn dus vooral in het begin en is het zeker niet de bedoeling om te vroeg in de aanval te gaan, dan kom je jezelf geheid tegen. De meester Roglic heeft al vaker laten zien hoe je de San Luca het beste bedwingt, altijd wat energie overhouden voor het laatste stuk. In het laatste iets minder steile stuk wordt vaak het verschil echt gemaakt. Na 168 kilometer, op ongeveer 30 kilometer van het eind, zijn we voor het eerst boven op de San Luca. Een muur van de derde categorie.




Bologna is de stad van de bogen, ook wel arcaden genoemd. Dit zien de renners continu als ze door het centrum fietsen. Onder al die bogengalerijen blijf je lekker droog als het regent en als de zon schijnt heb je geen factor 50 nodig. Ideaal. In totaal schijn je een tocht te kunnen maken van 35 kilometer onder al deze bogen. Een deel van de bogen begeleiden de weg naar de Madonna van San Luca. De boog die de renners zien vlak voor ze beginnen aan de klim is ook vooral gebouwd voor de voetgangers. Zij kunnen zo de weg oversteken en beginnen aan hun beklimming. Voor voetgangers is de weg naar boven een kleine vier kilometer lang. De weg omhoog is compleet overdekt en zou bestaan uit 666 bogen. De legende wil dat men dit reusachtige bouwwerk uit de grond heeft gestampt voor de jaarlijkse processie. De voorwerpen die men dan mee naar de basiliek op de top wil nemen hebben zodoende geen last van de weeromstandigheden. Op de top van de heuvel vinden we het santuario della Madonna di San Luca, een basiliek die men ergens in de 18e eeuw heeft gebouwd. Niet de eerste basiliek die men op deze plek bouwde, in de loop der jaren hebben hier talloze gebouwen gestaan. Het huidige gebouw dus een jaar of 400. In die jaren is het een bedevaartsoord geworden, onder meer vanwege het icoon dat ze hier hebben. Een schilderijtje van Maria dat men dusdanig bijzonder vond dat ze dus die hele overdekte arcade hebben gemaakt. De weg waar de renners overheen moeten fietsen ligt langs deze arcade, wat de weg toch wel extra speciaal maakt. Vooral van een afstandje is het een apart beeld, een niet ophoudende galerij langs de openbare weg. Een iconisch beeld, dat daarom vrij geschikt is om op te nemen in je wielerkoers.



De San Luca is een bekend fenomeen in het wielrennen. Jaarlijks komt hier de Giro dell'Emilia aan, een van de Italiaanse najaarsklassiekers in aanloop naar de Ronde van Lombardije. Tenminste, dat is het tegenwoordig. Vroeger kwam de koers ná de Ronde van Lombardije. De erelijst van de Giro dell'Emilia is indrukwekkend. In het redelijk recente verleden komen we namen tegen als Boogerd, Bartoli, Simoni, Ullrich en Ivan Basso. Een jaar of 15 geleden beleefde Robert Gesink zijn gloriejaren, hij won twee keer achter elkaar op de San Luca. Na die twee mooie edities dacht in 2011 Bauke Mollema dat hij won. Juichend kwam hij over de streep, om even later tot de conclusie te komen dat Carlos Betancur al een halve minuut binnen was. Kan de beste overkomen. Het jaar na Betancur won Nairo Quintana, maar sindsdien kende de koers een dipje. Een aantal jaar lieten de toppers het afweten, ze kwamen niet meer naar Bologna. Daardoor staat wijlen Rebellin nog maar eens op de erelijst, en Jantje Bakelants. Recentelijk gaat het weer beter, vooral dankzij Roglic. De Sloveen heeft inmiddels drie keer de Ronde van Emilië gewonnen. De San Luca is echt zijn berg, want de laatste keer dat de Giro hier passeerde won hij ook al. De Giro d'Italia van 2019 ging van start in Bologna, de koers begon met een tijdrit die zou eindigen boven op de San Luca. Die tijdrit werd dus gewonnen door Roglic, logisch. Sindsdien heeft hij hier nog drie keer gereden en ook drie keer gewonnen. Vorig jaar maakte hij nog indruk door Tadej Pogacar te kloppen. Pogacar probeerde de koers te winnen, maar Roglic kent deze klim als z'n broekzak. Op het juiste moment ging hij aan en op zijn typische manier teleporteerde hij zichzelf naar de zege. De uitslag van 2022 is ook nog wel grappig, toen kreeg Enric Mas het voor elkaar om Pogacar te kloppen. De San Luca lijkt niet de favoriete beklimming van Pogacar te zijn. Al moet ik wel enige nuance toevoegen, in de week voor de Ronde van Lombardije is Pogacar altijd minder, waarna hij Lombardije wel altijd met twee vingers in z'n neus wint. Maar toch, we menen zwakte te zien. De San Luca is zijn zwarte beest, hopen we. Roglic heeft hier in totaal al vier keer gewonnen, hij zal balen dat de aankomst niet op de top ligt. In 2019 was de Giro hier voor het laatst, maar we houden vooral goede herinneringen over aan die keer in 2009 dat de Giro hier aankwam. De Giro van 2009 was de Giro van Denis Menchov en Danilo Di Luca. Een hilarisch duel was dat. Halverwege droeg Menchov het roze en Di Luca kreeg het maar niet voor elkaar om hem echt te lossen. De aankomst boven op San Luca was een nieuwe mogelijkheid om hem te snel af te zijn en wat bonificatieseconden te pakken, maar dan moest wel eerst de kopgroep bijgehaald worden. De 14e rit, van Campi Bisenzio naar Bologna. Een kopgroep van 14 reed weg, met mannen als Francesco Gavazzi, Rubens Bertogliati, Phil Deignan, Simon Gerrans, Vasil Kiryienka en een schier onbekende renner uit Kenia, Kris Vrome. Nog nooit hadden we van deze Vrome gehoord, maar tijdens deze rit maakte hij voor eeuwig indruk. In dienst van Barloworld reed Vrome naar de kop van de koers op de San Luca. Na een plaagstootje van Bertogliati nam Vrome de kop over, met alleen Gerrans in zijn wiel. De altijd wieltjesplakkende Gerrans was toen nog net even wat minder een wieltjeszuiger, maar onder het verbluffende tempo van de Keniaan moest hij toch even in het wiel blijven zitten. Helaas, de Keniaan overschatte zichzelf. Op de steilste stroken van de San Luca versnelde Gerrans en Vrome was op. Hij kon amper boven komen. Hij zwalkte, van links naar rechts. Hij had de hele weg nodig om een paar meter vooruit te komen. De glorietocht van de Keniaan duurde maar een paar seconden. Gerrans demarreerde en ze zagen hem niet meer terug, ook het peloton kwam niet meer in de buurt. De laatste dag dat de man uit Australië zichzelf liet zien als een rittenkaper, daarna werd hij een oervervelende coureur. Kris Vrome werd uiteindelijk zesde. Tussen het zigzaggen door werd hij nog ingehaald door een aantal renners. De rest van de Giro en dat jaar zagen we Vrome niet meer. Aan het eind van het jaar kreeg hij nog wel een contract aangeboden bij Team Sky, omdat hij dankzij zijn ouders in aanmerking kwam voor een Brits paspoort. Twee jaar lang mocht hij het proberen bij Sky, maar het lukte niet. Na een 85e plaats in de Ronde van Polen in 2011 kreeg hij te horen dat hij mocht vertrekken. Totdat Lars Petter Nordhaug ineens ziek werd en Vrome werd opgeroepen om in te vallen in de Vuelta. De rest is geschiedenis. Hier begon het allemaal voor die fraud, op de San Luca. We zullen deze beelden nooit, maar dan ook echt nooit vergeten.

Het blijft toch een merkwaardige sport hè, dat wielrennen.
  Moderator zondag 30 juni 2024 @ 06:30:14 #2
198822 crew  Rellende_Rotscholier
Robbertje matten met de wouten
pi_214099007
We zijn het gewend dat de koers eindigt boven bij het heiligdom, maar de Tourorganisatie heeft iets anders in petto. Na de klim moeten we door, we duiken de berg af. Wat er volgt na de top van de San Luca zouden we kunnen weten, tijdens de Ronde van Emilië rijden we immers rondjes over deze berg. We kunnen dus weten dat er niet direct een echte afdaling begint. Na een paar vlakke meters gaat het een kilometer omlaag op een niet al te spannende manier. Paar bochtjes, maar het valt mee. Niet de breedste weg van allemaal, maar voorlopig weinig gevaar. Na enkele vlakke meters volgt er daarna een tweede klimmetje. Het gaat één kilometer omhoog aan 5,5% naar het gehucht Montalbano. Venijnig extra bultje, dat doet pijn als je net de San Luca in je benen hebt. Op de top van deze bult volgt een terugdraaiende bocht naar rechts, waarna we wel daadwerkelijk gaan afdalen richting Bologna. De afdaling is pakweg vier kilometer lang, en nu wordt het wel redelijk lastig. Zo zit er vrij snel een stevige bocht naar links in, die wordt wel eens verkeerd ingeschat door de renners. Ze duiken een bos in en daar liggen nog meer bochten op ze te wachten, al zou het voordeel moeten zijn dat bijna iedereen deze afdaling kent. Bijna allemaal hebben ze de Giro dell'Emilia meerdere keren gereden, je mag hier echt niet verrast worden. Vandaag gaan we hier ook twee keer omlaag, als iedereen wacht op de tweede beklimming van de San Luca kun je de eerste afdaling alvast gebruiken om te oefenen. Richting het eind van de afdaling wachten er twee lastige haarspeldbochten op de coureurs, ze slaan even verderop rechtsaf en dan zijn ze op zes kilometer van de finish beneden. Nu volgt er nog een rondje door het centrum van Bologna. Dit rondje Bologna is zo simpel als wat, de renners komen amper een serieuze bocht tegen. Op 4,5 kilometer van het eind volgt er een brede bocht naar rechts, daarna gaat het rechtdoor tot op 2,5 kilometer van de finish, min of meer. Een brede en rechte weg, gespeend van hoogteverschil. Geen ideale weg om uit de greep van het peloton of een kleiner groepje te blijven als eenzame vluchter, je blijft lang in beeld. Maar je hoeft dus maar zes kilometer te overbruggen na de afdaling, dat is dan wel weer goed te doen. Na twee lopende bochten naar links kort achter elkaar rijden we rechtdoor het punt tegemoet waar we een aantal kilometer geleden het lokale circuit betraden. We weten nu wat er nog rest. Simpelweg rechtdoor rijden tot op 900 meter van het eind. Dan volgt er een schuine bocht naar links en gaat het weer rechtdoor tot de finish. Kind kan de was doen. Weg loopt in die laatste paar kilometer ook nog wat af, dat is absoluut in het voordeel van de aanvallers. Een extra zetje in de rug. Na 181 kilometer, op 18 kilometer van de finish, rijden we voor de tweede keer aan de meet voorbij. De bel zal klinken, we gaan beginnen aan de laatste ronde.




Goed, we beginnen dus aan de laatste ronde. Ik hoef niet direct in herhaling te vallen, je hebt net kunnen lezen hoe zo'n rondje eruit ziet. Eerst nog even een stukje door het centrum van Bologna crossen, dan onder de boog door en daarna weer 1,9 kilometer à 10,6% klimmen. Een inspanning tussen de vijf en zes minuten, het zou vandaag zomaar op die paar minuten aan kunnen komen. De tweede keer dat we de top van de San Luca bereiken ligt er een bonussprint op de renners te wachten, op die manier proberen ze de favorieten nog net wat meer uit hun kot te lokken. Op de top is het nog ongeveer 12 kilometer fietsen tot de finish. Klein stukje omlaag, dan dat laatste puistje, nog even die kilometer aan 5%, en dan de toch wel listige afdaling waarna het laatste stuk in Bologna zelf voor zich spreekt. De derde passage aan de meet is de goede passage, na 199 kilometer en twee rondjes San Luca gaan we al meer weten over de verhoudingen tussen de favorieten.



Zoals inmiddels duidelijk mag zijn bevinden we ons in Bologna, een stad met 392.000 inwoners. Er zijn slechts zes steden in Italië met meer inwoners, jeetje. Het is een behoorlijk oude stad, al in de zesde eeuw voor Christus werd deze stad gesticht door de Etrusken. In die tijd noemde men deze plek Felsina. Qua naam zijn ze er in al die eeuwen dus wel op vooruit gegaan. Bologna was met name in de middeleeuwen een belangrijke stad, het was op een bepaald moment qua bevolkingsomvang zelfs de vijfde stad van Europa. Tegenwoordig is het de hoofstad van de regio Emilia-Romagna, ook wat waard. Er zijn nog veel oude elementen bewaard gebleven, al schijnt het zo te zijn dat de stad een echte publiekstrekker mist. Daardoor blijft het massatoerisme uit, zogenaamd. Volgens de organisatie gelden de Torre degli Asinella en Torre Garisenda als het gezicht van de stad. Deze twee torens staan praktisch naast elkaar, maar de ene is wel een stuk hoger dan de andere. Opvallend is het zeker, mooi allerminst. Nee, dan heeft Bologna toch mooiere dingen in de aanbieding. Zo loop als je toerist wel de hele dag droog, aangezien bijna overal in het centrum enorme bogengalerijen te vinden zijn in de straten. Op de verschillende pleinen kom je dan weer allerlei fraaie gebouwen tegen, zoals de nodige basilieken en talloze paleizen. In het centrum kom je de Piazza Maggiore tegen, het grote plein. Hier zie je mooie gebouwen tegen zoals de Palazzo Re Enzo en de Palazzo Dei Banchi. Bovendien staat hier de Basilica di San Petronio, een kicken basiliek. Om het geheel af te maken is er ook nog een fontein, de fontein van Neptunus. Eigenlijk best wel een fraaie binnenstad, als ik het aantal historische gebouwen moet oplepelen ben ik wel even bezig en deze voorbeschouwing is inmiddels wel lang genoeg. Enfin, Archiginnasio is nog wel de moeite van het noemen waard. Dat is volgens niet geheel onafhankelijke bronnen een van de mooiste gebouwen van Italië en een van de meest belangrijke gebouwen van Bologna. Vroeger het hoofdgebouw van de universiteit van Bologna, tegenwoordig zit er een bibliotheek en theater in. De kerk van Santa Maria della Vita krijgt ook nog een eervolle vermelding, want daar hebben ze een indrukwekkend beeldhouwwerkje met de naam Compianto del Cristo Morto. Een stuk of zes gebeeldhouwde personen die ietwat ontredderd kijken naar de overleden Christus. Tijd om die citytrip te boeken dus, je hoort het wel. Het is een stad waar merkwaardig genoeg niet echt grote wielrenners vandaan komen. Wel andere sporters, zoals Sara Errani. Zij doet aan tennis, wat op zich natuurlijk al een grote fout is. Blijkt dat ze ook nog eens doping gebruikt, verrassend. Haar excuus blijft wel een van de betere. De verboden substantie die zich in haar lichaam bevond zou afkomstig zijn uit de medicatie die haar moeder slikte tegen kanker en die medicatie was toevallig in de tortellini terecht gekomen. Gewoon goed. Over eten gesproken, Bologna staat natuurlijk ook bekend vanwege de geweldige keuken. De spaghetti bolognese komt hier natuurlijk vandaan! Al noemen ze dat hier helemaal geen spaghetti bolognese. Ten eerste eten ze het met tagliatelle en helemaal niet met spaghetti. En dan noemen ze het nog ragu ook. Zou het wat uitmaken? Voor de Italianen wel. Mortadella komt hier ook vandaan, blijkbaar, net als wat andere worsten. Daarom noemen ze Bologna ook wel de vette stad, omdat je van een langdurig verblijf in de lokale horeca niet direct gaat afvallen. Al is dat niet de enige bijnaam, vanwege de kleur van de stenen die men heeft gebruikt bij het bouwen van een hoop gebouwen in het centrum heet het ook wel de rode stad. Of de stad van de torens, aangezien ze er daarvan een hoop hebben. Buiten dat is Bologna een universiteitsstad, daarom noemen ze het ook wel de geleerde stad. Het schijnt zelfs zo te zijn dat de universiteit van Bologna de oudste van allemaal is. Het jaartal dat wordt genoemd is 1088, da's wel vrij oud dan inderdaad. Gedurende de middeleeuwen was Bologna een bakermat der kennis. Tegenwoordig is het nog steeds een belangrijke stad op dat gebied, met meer dan 80.000 studenten. Ook als sportstad is Bologna niet onbelangrijk. We fietsen in de buurt van de San Luca praktisch langs het stadion van de lokale trots, Bologna FC. Dit jaar deed de ploeg het onder trainer Thiago Motta geweldig, ze plaatsten zich zelfs voor de Champions League. Onder meer dankzij de bijdrages van Joshua Zirkzee, het ligt natuurlijk volledig aan het vlaggetje. Motta gaat weg en zo'n Zirkzee vast ook, dus dat Bologna zal ongetwijfeld meteen weer gaan instorten, maar dit seizoen pakt niemand ze af. Een vette, geleerde, rode stad vol met torens. Dat is Bologna. Om dit blokje af te sluiten gooien we nog maar wat informatie over het Mongatnolapark in dit stukje, want we finishen niet zonder reden voor dat park. Het Montagnolapark is onder meer bereikbaar via de Pinciotrappen, aangelegd door Tito Azzollini en Attilio Muggia in 1896. Tussen de trappen ligt een fontein ontworpen door Diego Sarti. Door de Bolognesen wordt ze de vrouw van de reus genoemd. Het park ligt op een kunstmatige heuvel die tot stand kwam naarmate de Rocca Galliera werd afgebroken. In 1810 werd de heuvel ingericht als park waar tijdens de napoleontische tijd allerlei activiteiten werden georganiseerd zoals demonstratievluchten van luchtschepen, paardenrennen en stierengevechten. Goed om te weten.



Het gaat weer een warme dag worden. In startplaats Cesenatico verwacht men dat het 's middags 32 graden gaat worden, zonder kans op regen en een stevige bries vanuit het binnenland. Tegenwind tijdens het grootste deel van de rit, helemaal top. In Bologna zou het ook 32 graden moeten worden, eveneens zonder kans op neerslag en wat wind uit het westen. Minder wind dan aan de kust. Wel wat tegenwind op de San Luca, vermoedelijk. Wind in de rug in de rest van de finale, op de slotkilometer na. Voor zover het wat uitmaakt. Deze rit van bijna 200 kilometer, mooie lengte, begint officieus om 12:15. We gaan vervolgens 20 minuten geneutraliseerd door Cesenatico fietsen, waarna de rit officieel pas gaat beginnen om 12:35. Ik zou geen rekening houden met NPO1, want die gaan blijkbaar switchen tussen het wielrennen en de TT in Assen. Hartstikke leuk die brommers, maar kunnen ze Pogacar bijhouden? Lijkt me niet. Eurosport 1 is er wel al om 12:00 bij, zonder andere ellende tussendoor, op de reclame na natuurlijk. Sporza is er pas om 13:35 bij, bits. Dat wordt luisteren naar Jan en Bobbie, even overgeven brb. De aankomst wordt wat vroeger verwacht dan gisteren, we zouden tussen 17:06 en 17:33 voor de derde keer de finish moeten bereiken in Bologna. Kun je daarna rustig op het gemak naar het voetjebal schakelen.



Gisteren viel de strijd tussen de klassementsrenners enorm tegen, maar ergens was dat voorspelbaar. De laatste klim was matig en de weg naar de finish was nog lang na die klim. UAE leek even aan te zetten onderweg, maar ze rookten heel snel hun eigen mannetjes op en Ayuso leek zelfs in de problemen te komen. Dus stopten ze er maar snel mee, vooral ook omdat ze weinig concurrenten in de problemen wisten te brengen. Vandaag wordt het een totaal ander verhaal. De rit is makkelijker, maar de klimmetjes zijn wel lastiger. De San Luca gaat ervoor zorgen dat de klassementsrenners zich nu wel gaan roeren. Het is een klim waar Pogacar nog niet heeft uitgeblonken, maar dat was dan wel altijd met een finish op de top. Nu volgt er na de San Luca nog een extra hupje, een afdaling en een finish op het vlakke. Dit is een rit die hem veel beter ligt en een rit die ook makkelijker te controleren moet zijn voor UAE. Ik denk dat de vluchters kansloos zijn en dat Pogacar vandaag een statement wil maken. Die gaat voor het eerst goed presteren op de San Luca en de tegenstand naar huis fietsen, niets aan te doen. Dit wordt volgens mij een saaie rit, met een explosief einde. Op de eerste San Luca gaat het hopelijk al uit elkaar spatten, maar op de tweede sowieso. Het laatste kwartier gaat smullen worden, de uren ervoor wellicht niet.
1. Pogacar. Aangezien hij naar eigen zeggen over zijn beste benen ooit beschikt zie ik niet in hoe deze rit anders gaat eindigen dan in een glorieuze overwinning van Pogacar. We hopen van harte op iets anders, maar realistisch lijkt dat niet.
2. Roglic. Als de finish op de top van de San Luca had gelegen had hij gewonnen, maar nu gaat hij niet winnen. Altijd tegen Primoz.
3. Vingegaard. Zag er gisteren best goed uit, volgens mij zijn we weer grandioos in de maling genomen door Visma. Nooit geloven wat die gasten zeggen.
4. Van Gils. Gisteren vijfde, vandaag vierde, ik zie het zomaar gebeuren. Al lijkt de San Luca me wat te zwaar voor hem, meer een feestje van de klassementsrenners, maar er kan na de klim altijd nog een samensmelting komen. Vooral als de vogel Pogacar gevlogen is.
5. Gee. Op weg naar Tourwinst gaat hij nu alvast zijn neus aan het venster steken.
Het blijft toch een merkwaardige sport hè, dat wielrennen.
pi_214099114
Bologna O+

Trouwens: mooi moment om over die ene keer te vertellen dat ik in Rome op een terras met Laura Pausini terecht kwam en tot een uur of 2 met haar heb doorgebracht. Buitengwoon charmante vrouw.
pi_214099559
Een zwalpende Vrome uit 2009 is nog altijd lichtjaren beter dan de Vrome uit 2024
pi_214099579
quote:
0s.gif Op zondag 30 juni 2024 07:24 schreef Bugno3 het volgende:
Bologna O+

Trouwens: mooi moment om over die ene keer te vertellen dat ik in Rome op een terras met Laura Pausini terecht kwam en tot een uur of 2 met haar heb doorgebracht. Buitengwoon charmante vrouw.
Heeft ze ook La Solitudine voor je gezongen? :9
  Moderator zondag 30 juni 2024 @ 09:37:31 #6
213134 crew  Momo
WLR en ESF hooligan
  zondag 30 juni 2024 @ 09:37:45 #7
414990 Immerdebestebob
Frikandellenfetisjist
pi_214099648
quote:
0s.gif Op maandag 24 juni 2024 17:29 schreef Rellende_Rotscholier het volgende:
VDB5, jeetje. De spoeling is dun.
Toch mooi dat ie gelijk het tegendeel bewijst _O_
pi_214099670
Ook interessant om te volgen: het geldklassement. Steef houdt dat blijkbaar ook bij voor ons:
https://www.procyclingsta(...)024/teams/prizemoney

Voorlopig staat DSM vanzelfsprekend aan kop. Een dagje geel levert maar 500 euro op trouwens _O- Nou ja en een paar ton in publiciteitswaarde :9
pi_214099706
quote:
0s.gif Op zondag 30 juni 2024 09:41 schreef Faraday01 het volgende:
Ook interessant om te volgen: het geldklassement. Steef houdt dat blijkbaar ook bij voor ons:
https://www.procyclingsta(...)024/teams/prizemoney

Voorlopig staat DSM vanzelfsprekend aan kop. Een dagje geel levert maar 500 euro op trouwens _O- Nou ja en een paar ton in publiciteitswaarde :9
Volgens mij is het wel algemeen bekend dat het prijzengeld in het wielrennen echt een peulenschil is vergeleken met andere sporten.
pi_214099735
quote:
99s.gif Op zondag 30 juni 2024 09:47 schreef McGrath het volgende:

[..]
Volgens mij is het wel algemeen bekend dat het prijzengeld in het wielrennen echt een peulenschil is vergeleken met andere sporten.
Klopt, de ASO harkt ontzettend veel geld binnen met de tour en dan is 500k (als het dat nog steeds is) voor de eindoverwinning erg weinig. Er zit ook een groot probleem achter voor de ploegen aangezien die verder helemaal niets krijgen van de televisierechten e.d. Het is daarmee volledig gefinancierd uit sponsorgeld terwijl bijvoorbeeld bij voetbal er natuurlijk ook forse inkomsten zijn uit kaartverkoop en uitzendrechten.
pi_214099770
quote:
0s.gif Op zondag 30 juni 2024 09:53 schreef Faraday01 het volgende:

[..]
Klopt, de ASO harkt ontzettend veel geld binnen met de tour en dan is 500k (als het dat nog steeds is) voor de eindoverwinning erg weinig. Er zit ook een groot probleem achter voor de ploegen aangezien die verder helemaal niets krijgen van de televisierechten e.d. Het is daarmee volledig gefinancierd uit sponsorgeld terwijl bijvoorbeeld bij voetbal er natuurlijk ook forse inkomsten zijn uit kaartverkoop en uitzendrechten.
Inderdaad, en dan zijn er nog mensen die raar opkijken als teams op een andere manier inkomsten proberen te genereren. Beetje voor lul staan op Netflix is het vast meer dan waard als dat het budget wat opkrikt, net als nieuwe tenues die mogelijk nieuwe aandacht genereren en bij teams als EF ook extra inkomsten opleveren door het verkoop van merch voor "limited edition" items.
pi_214099805
Voor mij bekende locaties, Bologna O+
Ik heb er zin in
  zondag 30 juni 2024 @ 10:04:48 #13
102912 crv
Screwed up
pi_214099838
Valt me op dat niemand van de analysten / (niet)specialisten / media denkt dat een vluchtgroep het haalt. Ik verwacht zeker dat pogi aan de boom gaat schudden maar lijkt me toch dat er genoeg vluchtelingen zijn die een poging op ritzege willen maken
There are 2 Situations that drives an man Crazy: With and without wife
Wanneer een man de deur van zijn auto voor zijn vrouw openhoud is of de auto nieuw of zijn vrouw
Sorry, mind closed until further notice🍷
pi_214099856
quote:
1s.gif Op zondag 30 juni 2024 10:00 schreef Doedezemaar het volgende:
Voor mij bekende locaties, Bologna O+
Ik heb er zin in
Bologna is voor mij alleen bekend van Zwift, wat een pleurisklim. Misschien ook maar eens in het echt gaan beleven :D
  zondag 30 juni 2024 @ 10:07:34 #15
102912 crv
Screwed up
pi_214099862
quote:
99s.gif Op zondag 30 juni 2024 09:57 schreef McGrath het volgende:

[..]
Inderdaad, en dan zijn er nog mensen die raar opkijken als teams op een andere manier inkomsten proberen te genereren. Beetje voor lul staan op Netflix is het vast meer dan waard als dat het budget wat opkrikt, net als nieuwe tenues die mogelijk nieuwe aandacht genereren en bij teams als EF ook extra inkomsten opleveren door het verkoop van merch voor "limited edition" items.
Vindt het niet meer dan logisch dat teams dat doen
There are 2 Situations that drives an man Crazy: With and without wife
Wanneer een man de deur van zijn auto voor zijn vrouw openhoud is of de auto nieuw of zijn vrouw
Sorry, mind closed until further notice🍷
pi_214099864
quote:
1s.gif Op zondag 30 juni 2024 10:04 schreef crv het volgende:
Valt me op dat niemand van de analysten / (niet)specialisten / media denkt dat een vluchtgroep het haalt. Ik verwacht zeker dat pogi aan de boom gaat schudden maar lijkt me toch dat er genoeg vluchtelingen zijn die een poging op ritzege willen maken
Er zijn boni's te verdienen op de laatste (?) klim, dan gaan ze er zeker wel een klap op geven verwacht ik
pi_214099867
quote:
Met ontdekker Cas 2001!
  zondag 30 juni 2024 @ 10:09:47 #18
102912 crv
Screwed up
pi_214099880
quote:
99s.gif Op zondag 30 juni 2024 10:07 schreef McGrath het volgende:

[..]
Er zijn boni's te verdienen op de laatste (?) klim, dan gaan ze er zeker wel een klap op geven verwacht ik
Dat is natuurlijk wel zo maar die gaan (denk ik) het verschil niet maken in nice
There are 2 Situations that drives an man Crazy: With and without wife
Wanneer een man de deur van zijn auto voor zijn vrouw openhoud is of de auto nieuw of zijn vrouw
Sorry, mind closed until further notice🍷
pi_214099921
quote:
99s.gif Op zondag 30 juni 2024 10:06 schreef McGrath het volgende:

[..]
Bologna is voor mij alleen bekend van Zwift, wat een pleurisklim. Misschien ook maar eens in het echt gaan beleven :D
Mooie stad, maar zelfs lopend vond ik San Luca erg pittig en heb ik vanwege de hitte maar een heel klein stukje gedaan. Aan fietsen waag ik me niet.
pi_214099983
quote:
1s.gif Op zondag 30 juni 2024 10:07 schreef crv het volgende:

[..]
Vindt het niet meer dan logisch dat teams dat doen
De kritiek gaat meer over de manier hoe de Netflix documentaire is opgezet. Sensatie, sensatie...
B.v. De Ronde was heel erg populair, ook de docu's van Jumbo-Visma worden wel gewaardeerd.
  zondag 30 juni 2024 @ 10:30:15 #21
328924 Frozen-assassin
STAY STRONG APPIE
pi_214100034
quote:
1s.gif Op zondag 30 juni 2024 10:04 schreef crv het volgende:
Valt me op dat niemand van de analysten / (niet)specialisten / media denkt dat een vluchtgroep het haalt. Ik verwacht zeker dat pogi aan de boom gaat schudden maar lijkt me toch dat er genoeg vluchtelingen zijn die een poging op ritzege willen maken
Zo vroeg in Tour ziet iedereen wel kansen om geel te pakken. Verschil op Bardet en VDB5 is ook zeer minimaal, die kunnen ook beide gewoon lossen op tweede keer San Luca.

Het is nog te vroeg en parcours niet voor om vluchtersgroep ruimte te geven.
pi_214100039
quote:
0s.gif Op zondag 30 juni 2024 10:24 schreef TargaFlorio het volgende:

[..]
De kritiek gaat meer over de manier hoe de Netflix documentaire is opgezet. Sensatie, sensatie...
B.v. De Ronde was heel erg populair, ook de docu's van Jumbo-Visma worden wel gewaardeerd.
Teams weten dat (en zeker na seizoen 1) en accepteren het kennelijk vanwege de inkomsten, daarom noemde ik het ook specifiek als "voor lul staan".
pi_214100088
Leuk einde van de rit
Jack does it in real time...
  zondag 30 juni 2024 @ 10:48:47 #24
102912 crv
Screwed up
pi_214100193
quote:
0s.gif Op zondag 30 juni 2024 10:24 schreef TargaFlorio het volgende:

[..]
De kritiek gaat meer over de manier hoe de Netflix documentaire is opgezet. Sensatie, sensatie...
B.v. De Ronde was heel erg populair, ook de docu's van Jumbo-Visma worden wel gewaardeerd.
Daar ben ik het wel mee eens beetje sensatiedwang en dat zie je ook helaas bij andere sporten. Persoonlijk haak ik dan wel af
There are 2 Situations that drives an man Crazy: With and without wife
Wanneer een man de deur van zijn auto voor zijn vrouw openhoud is of de auto nieuw of zijn vrouw
Sorry, mind closed until further notice🍷
  zondag 30 juni 2024 @ 10:50:42 #25
102912 crv
Screwed up
pi_214100212
Benieuwd of de tijd nog een vijand gaat worden voor het duo Jakobsen en Cavendish
There are 2 Situations that drives an man Crazy: With and without wife
Wanneer een man de deur van zijn auto voor zijn vrouw openhoud is of de auto nieuw of zijn vrouw
Sorry, mind closed until further notice🍷
abonnement Unibet Coolblue Bitvavo
Forum Opties
Forumhop:
Hop naar:
(afkorting, bv 'KLB')