De Giro gaat dan toch eindelijk beginnen.
Een voorbeschouwing. Ik heb niet een hele avond en nacht de tijd om Google Maps te doorlopen, maar slechts 20 minuten dus het is minder uitgebreid dan men misschien gewend is.
Waar kunnen we naar kijken? Een heuvelrit. We starten gewoon in het mooie Italië, bekend van de koffie, mannen in pakken, elk dorp een eigen pastavorm met pastasaus, ambachtelijke pizza's, wegen die nog uit de Romeinse tijd komen en lekkere wijnen. Het ademt zon, zee, bergen, boomgaarden: kortom, pure idylle.
Om het cliché van schilderachtige stadjes ruw te verstoren, rijden we vandaag van Venaria Reale naar Turijn. Want, laten we wel wezen, het ziet er altijd leuk uit in de Ristorante-reclames en de romantische komedies, zo'n oud stenen stadje tegen een heuvelrug met smalle straatjes, fruitkraampjes, een piazza met een fontein en een enkele Fiat, maar zodra de steden in Italië groter worden dan Breukelen ligt verslonzing en lelijkheid algauw op de loer. Milaan, Rome, Napels - het blijkt dan toch net iets meer auto's, smog en flatgebouwen te bevatten dan in de films naar voren komt. Gelukkig hoeft de kijker er niet zelf heen en zal de regie zijn uiterste best doen om de sjofele kanten van het Italiaanse bestaan zorgvuldig te vermijden. Wat dat betreft is de Giro gemaakt voor dit Insta-tijdperk.
Dan de etappe.
Veneria Reale - Turijn, 140 kilometer. Het stelt qua lengte eigenlijk niets voor, zo'n afstand. We moeten de renners met frisse benen niet direct uitputten, er komt nog genoeg aan. Bovendien hoopt de organisatie op vuurwerk in de slotkilometers.
Het profiel dan, de
altimetria![hsVt7y1alSN5TRPUSxiR_170424-024915.jpg]()
En de route, de
planimetria![Ais0GK3gNPkwW3JvsJWo_170424-025024.jpg]()
Je ziet het al, geaccidenteerd terrein. Niet zo gek, we zijn in Italië, waar je vrijwel altijd in de buurt van (laag)gebergte zit, maar we zijn ook nog eens in de buurt van Turijn, toch bergachtig genoeg voor het organiseren van de de Olympische winterspelen van 2006. En wat voor een spelen waren het. Nicolien Sauerbreij werd er 12e op de parallele reuzenslalom. Sven Kramer stapte op een blokje tijdens de inaugurele ploegenachtervolging bij het schaatsen, Thomas Morgenstern versloeg zijn landgenoot Andreas Kofler op de grote schans. Het waren twee enerverende weken.
Voordat we daar aankomen vanaf Veneria Reale, wat naar mijn bescheiden mening niet een serieuze plaatsnaam kan zijn, moeten we dus heuveltjes over. Niet de minsten.
Na een aanloop van een kilometer of 40-45 in licht dalende lijn, begint de kopgroep van 3 met Bais, Bais en Maestri aan de eerste klim.
Berzano di San PietroBijna 3 kilometer, 5%. Niet echt steil, steiler dan 6% gaan we niet echt tegenkomen op deze flank. Dit is leuk, het eerste sprintje voor de eerste punten. Ik denk dat Bais het zijn broer gunt.
Na deze kuitenbijter een wat dalend stuk voordat we naar de tussensprint gaan in
Moriondo Torinese. Eveneens geen serieuze plaatsnaam, maar je kunt er wel serieus punten pakken. De sprinters zullen zich roeren want - spoiler alert - de echt zware jongens gaan toch niet meedoen voor de dagoverwinning, dus dan kun je maar beter hier je kruit verschieten.
Daarna rijden we weer een vlotte 15 kilometer door en passeren we het halverwegepunt en begint ook het zwaardere deel van de etappe, met de befaamde Superga, jawel. We doen alleen een wat obscure kant.
Superga (via dei Colli) (gejat van wielerflits)
Hoewel de naam van de Superga bij veel wielerliefhebbers bekend is, wordt er niet vaak gekoerst over de oostkant die de renners van het Giro-peloton in de openingsetappe moeten bedwingen. De Superga via dei Colli is acht kilometer lang en telt een gemiddeld stijgingspercentage van 4,3 procent. Met uitschieters tot slechts zeven procent is ook deze beklimming niet zwaar te noemen. De bekendere beklimming via de westelijke zijde is een stuk bekender in de wielerwereld. Deze route werd vaak opgenomen in de finale van Milaan-Turijn, de oudste wielerklassieker ter wereld.
Vervolgens dalen we een stuk en komen we in een fase met wat ongecategoriseerde oplopende en aflopende kilometers. De ploegen die iets willen forceren later zullen hier wel een beetje door willen fietsen om de concurrentie te vermoeien.
Op een goede 30 kilometer van de meet, begint dan het echte werk. De Colle Maddalena, niet ter verwarren met de Colle del Maddalena die ergens anders ligt.
Colle MaddalenaDe derde en laatste gecategoriseerde beklimming uit de openingsetappe van de Giro is de Colle Maddalena van tweede categorie. Met een lengte van zeven kilometer, een gemiddeld stijgingspercentage van 6,8 procent en uitschieters tot elf procent, is deze berg met afstand de zwaarste van de dag. Tijdens het fietsen overbrug je 479 meter om op een hoogte van 698 meter te eindigen.
![HrUqLAZ.png]()
Serieus werk. Dat hebben we in Nederland niet, een dergelijke combinatie van lengte en steilte. En redelijk kort op de finish, dus dat voorkomt dat waarschijnlijk dat we een al te drukke en dringerige massasprint krijgen in Turijn. Uitstekend bedacht door de organisatie, Wout van Aert zag zichzelf al staan in het roze, en misschien kon een late uitval ook nog wel succesvol zijn.
Totdat Pogacar mee ging doen. Dat veranderde de zaak. Want de Giro is toch vooral een visitekaartje voor de Giro, en wat is er dan beter dan het Sloveense wonderkind direct aan het roze helpen. Mathieu van der Poel pakte twee jaar geleden in etappe 1 het roze in Boedapest, Evenepoel won de openingstijdrit vorig jaar en dan zou nu een Giro met Pogacar misschien wel gewonnen gaan worden door een nobuddie als Caleb Ewan of all places? Over Vegni's dead body. Dus de finale is wat hertekend sinds de bekendmaking van de route
Na de Colle Maddalena zit er nog een venijnig steil knikje, vlak voor de streep:
![AORT48a7kNv5srkGBJzB_170424-031535.jpg]()
1,4 kilometer, 10%, je zou voor minder. Herinneren we ons Pogacar op de Redoute nog. Diezelfde Pogacar zou hier eveneens de vloer aan kunnen vegen met de concurrentie. Dan nog even een stukje dalen naar de finish, en het roze is binnen. Vegni blij, de sponsors blij, iedereen blij. Wout van Aert was minder blij, maar die viel sowieso in de aanloop naar de Giro en verschijnt niet eens aan de start.
Zo zit het dus. 140 kilometer, vlakke aanloop, dan in toenemende mate steeds zwaardere klimmetjes, en dan net voor de finish in Turijn nog een soort Muur van Huy met een technische afdaling erna. Maxim van Gils was bij voorbaat kansloos geweest voor de overwinning door die afdaling, maar ook Maxim doet niet mee.
Wie doen er wel mee en wie kunnen er winnen?
1. Pogacar. Ja, dat is toch de bedoeling en hij wint bijna overal waar hij start, dus waarom niet hier?
2. Narvaez. Kan klimmen, dalen, sprinten, zolang het allemaal maar niet te lang duurt.
3. Een Paret-Peintre. Decathlon-bonus, de anderen kijken naar de andere Paret-Peintre. Tot voor kort middelmatige coureurs die opeens in topvorm lijken.
4. Laurence Pithie. Het kan natuurlijk zo zijn dat er een sprinter aan kan haken omdat Pogacar niet geïnteresseerd is in de overwinning en de slotpuist in de verwarring onverwacht traag wordt opgereden. Bijvoorbeeld Pithie.
5. Bardet. Hier moet ook het een en ander voor goed vallen, maar hij kan dalen, en natuurlijk ook wel klimmen. Was ook sterk in Luik op de Valkenrots, dus een goede generale repetitie.
Ik had ook andere namen kunnen noemen zoals Alaphilippe, Bagioli, DF Martinez, Tiberi, etcetera. Ik doe ook maar wat.
5.