Na jaren te zijn gedaald, neemt dakloosheid in Nederland weer toe. Een snelgroeiende groep vormen de economisch daklozen: mensen met een baan, maar zonder woning. Zij krijgen nauwelijks hulp. ‘Ik zou beter aan de drank of drugs kunnen gaan.’
In het kort• Nederland telt naar schatting 40.000 mensen met een baan, maar zonder woning.
• De groep ‘economisch daklozen’ groeit hard en wordt steeds jonger.
• Omdat ze ( nog geen) verslavings- of psychiatrische problemen hebben komen ze vaak niet in aanmerking voor een plek in de reguliere opvang.
Morsat (35) is zzp’er. Hij werkt voor een logistieke dienstverlener in Utrecht waar hij orders verzamelt, controleert en vervolgens ook zelf rondbrengt in het busje waarin hij ook de nacht doorbrengt. ‘Ik werk zeven dagen in de week, vaak ook nog ’s avonds.’ Morsat heeft geen woning en behoort tot het snelgroeiende leger van zogeheten economisch daklozen.
In 2012 vluchtte hij uit Iran naar Nederland. Hij heeft de Nederlandse nationaliteit en heeft altijd gewerkt voor zijn geld. In 2018 liet hij zich door een neef in Canada overhalen naar dat land te komen. ‘Dat was een grote vergissing. Mijn neef ging met foute mensen om.’ In 2021 keerde hij terug naar Nederland.
Sinds die tijd heeft hij geen dak boven zijn hoofd. ‘De woningen zijn er niet of zijn veel te duur voor mij. Ik zou beter aan de drank of aan de drugs kunnen gaan. Ben je verslaafd, dan word je geholpen’, is zijn bittere conclusie.
Lisettte Gras, trajectbegeleider bij Stadsteam Back Up in Utrecht, knikt bevestigend. ‘Helaas is het waar wat hij zegt. Zonder hulpvraag ben je – wat dan heet - zelfredzaam en gaat het volgens de regels puur om een woonvraag. Veel van hen worden om die reden weggestuurd als ze zich bij de opvang melden.’
Woonlasten grote spelbreker
Net als in andere steden is in Utrecht de opvang ‘mudvol’, vertelt Gras. Het is iedere dag puzzelen wie wel en niet in aanmerking komt voor een bed. Daklozen zonder verslavings- of psychiatrische problemen komen bij voorbaat achteraan in de rij te staan.
De groep ‘zelfdredzamen’ past binnen de groeiende trend van werkende armen: wel een baan (of baantjes), met een vast inkomen dat toch onvoldoende is om een regulier leven te leiden. Woonlasten zijn vaak de grootste spelbreker.
Scheidingen, faillissementen of een plotselinge (financiële) tegenvaller zijn bekende oorzaken voor dakloosheid. In het beste geval kunnen ze tijdelijk terugvallen op hun sociale netwerk waar ze een paar nachten kunnen doorbrengen, de zogeheten bankslapers. Anderen brengen de nacht noodgedwongen door in hun auto, vakantiepark of zelfs in de open lucht. Een abonnement op de sportschool zorgt er soms voor dat ze regelmatig kunnen douchen.
Onder de radar
Een belangrijke hindernis voor economisch daklozen is dat ze geen postadres hebben omdat ze niet bij een centrale opvang zijn ingeschreven, waardoor communicatie met de verschillende instanties moeizaam verloopt.
Inschrijving op het adres van een kennis of familielid is riskant. Potentiële verhuurders zijn daar huiverig voor omdat ze bijvoorbeeld zelf gekort kunnen worden op hun toeslagen. Daar zit meteen een van de weinige oplossingen die wat lucht kunnen geven, stelt Esmé Wiegman, directeur van Valente, de branchevereniging voor participatie, begeleiding en veilige opvang. ‘Het woningtekort lossen we niet op, maar het zou al veel schelen als de regels voor het verhuren van een kamer zouden worden versoepeld.’
Deze week berekende het CBS dat vorig jaar naar schatting 30.600 mensen tussen de 18 en 65 jaar dakloos waren. Om hoeveel het precies gaat is volgens Wiegman niet te zeggen. ‘Een volledig zicht is niet te krijgen. Er zullen altijd mensen onder de radar verblijven. Wat we wel duidelijk zien is dat de groep snel groeit en jonger wordt. Wij gaan uit van zo’n 40.000 mensen.’
‘Eigenlijk zouden deze mensen helemaal niet bij een opvang moeten aankloppen’, zegt Thijs Honig, directeur van Maatschappelijke Opvang Den Bosch. Uit schaamte melden ze zich meestal pas als het water ze aan de lippen staat. Verblijf in een centrale opvang in afwachting van een structurele oplossing pakt meestal slecht uit. ‘Dakloosheid is een traumatische ervaring. Veel van hen zakken steeds verder weg en dan spreken we niet meer over economisch daklozen, maar over mensen met enorme psychosociale of andersoortige problematiek.’
Doorbreken hokjesdenken
Het klinkt Morsat bekend in de oren. ‘Onlangs kreeg ik een plek in de centrale opvang en sliep in een zaal. Dan gaat mijn wekker af omdat ik om zes uur moet beginnen en is de hele zaal wakker. Of ik doe zelf geen oog dicht omdat een paar verwarde types de hele nacht aan het spoken zijn. Het maakt me steeds somberder.’
‘We noemen ze pechvogels, maar het zijn net als wij huismussen’
Thijs Honig, directeur Maatschappelijke Opvang Den
BoschHonig schat dat in de regio Den
Bosch 20% van alle daklozen ‘zelfredzaam’ is te noemen. Het vraagt om een andere aanpak. ‘We noemen ze pechvogels, maar het zijn net als wij huismussen. Investeren in permanente bewoning verbetert de weerbaarheid van mensen waardoor ze grip krijgen over hun leven en kunnen blijven functioneren.’
Centrale opvang is bovendien duur, zo’n ¤1400 per persoon per maand, rekent Honig voor. Het ambitieuze doel in Den
Bosch is om in 2030 een einde aan alle dakloosheid te hebben gemaakt. Maar hoe doe je dat met een schrikbarend tekort aan woningen?
Honig begon met het doorbreken van het ‘hokjesdenken’ bij de verschillende instanties, inclusief zijn eigen. ‘Gemeenten spraken over inwoners, corporaties over huurders en ik over cliënten.’
Zorgen bij werkgevers
Gezamenlijk is in de regio Den
Bosch afgesproken de centrale opvang te sluiten, daklozen direct in een woning te plaatsen, of tijdelijk in een kleinschalige opvang of in een gezin. Bovendien is het project Wonen Eerst gestart. Dat heeft Danny (37), geboren en getogen Bosschenaar, sinds kort een eigen appartement opgeleverd in een verbouwd kantoor. Hij had een eigen schildersbedrijf dat tijdens corona volledig stil viel. ‘Ik had nog een paar flinke rekening uitstaan die niet werden betaald.’ Hij raakte de weg kwijt. ‘Ik leefde bij mijn ouders, maar dat ging niet meer. We kregen zo’n ruzie dat het onleefbaar werd.’ Hij begon te zwerven en meldde zich uiteindelijk bij de opvang. ‘Ik kwam op een zaal te liggen met allerlei lijpe figuren. Ik vond het verschrikkelijk’. Hij dreigde in een depressie weg te zakken.’ Het gaat nu beter met hem en is voor het eerst weer aan het werk.
Ook werkgevers maken zich in toenemende mate zorgen over werknemers zonder woning. Een van hen is Peter Hoes, directeur van Alpha Security in Haarlem. Hij had bijvoorbeeld pas na een paar dagen door dat een van zijn 260 werknemers in zijn auto sliep na heftige relationele problemen thuis.
Hoes is met zeventig andere ondernemers betrokken bij de Stichting bedrijf & samenleving. De organisatie zet zich in voor (economisch) dakloze jongeren. Samen met de gemeente hebben ze al zeventien permanente woningen gerealiseerd. Hoes vindt dat meer bedrijven zich zouden moeten inzetten. ‘Het zijn wel altijd dezelfde paar bedrijven die in beweging komen, terwijl we alleen al in Haarlem duizenden bedrijven van enige omvang hebben.’
‘Ik begrijp werkgevers die zeggen dat huisvesting niet hun eerste verantwoordelijkheid is, maar ze krijgen er wel mee te maken’
Esmé Wiegman, directeur van Valente
Wiegman van Valente juicht de bemoeienis van het bedrijfsleven toe. ‘Ik begrijp werkgevers die zeggen dat huisvesting niet hun eerste verantwoordelijkheid is, maar ze krijgen er wel mee te maken en zouden er wat vaker om aangesproken mogen worden en zich verantwoordelijk voor mogen voelen.’
‘Ga maar naar Centraal Station’
Duidelijk is dat het verkrijgen van een vaste woonstek verdere achteruitgang voorkomt. Maar soms is een overbrugging nodig. Daarin voorziet Giveme5, een initiatief waarbij een aantal hotels voor een periode van enkele maanden kamers beschikbaar stelt voor economisch dakloze mensen om te herstellen van het leven op straat. In samenwerking met lokale partners, zoals in Amsterdam De Regenboog Groep, zijn al ruim 140 mensen door dit programma doorgestroomd naar huisvesting.
Anita is een van hen die er momenteel gebruik van maakt. Ze is 25, werkzaam in de kinderopvang en kwam vorig jaar vanwege ‘allerlei nare omstandigheden’ op straat te staan in Amsterdam. Toen ze zich bij de opvang meldde, kreeg ze als advies om ‘het bij het Centraal Station te proberen. Daar lag ik het veiligst, zeiden ze’. Na een paar maanden kon ze wel terecht in een open inloophuis. ‘Ik had daar een eigen kamer, maar er zat geen deur in. Ik voelde me er erg onveilig.’
Anita bleef al die tijd doorwerken. ‘Maar ik durfde niet op mijn werk te vertellen dat ik dakloos was.’ Ze is dankbaar dat ze via Giveme5 voorlopig onder pannen is. Een eigen woning zit er echter voorlopig niet in. ‘Ik zou best zo’n ¤800 per maand kunnen uitgeven voor een woning, maar het lukt niet. Of ik word niet uitgenodigd of het is te duur voor me.’
https://fd.nl/samenleving(...)een-thuis?gift=VQ6XeFraaie tegenwerking van de bureaucratische molen (geen postadres, geen kamerverhuur). Gelukkig gaat het nu nog maar om enkele duizenden, verbetering zal er voorlopig niet zijn.