Er is een verschil tussen de aftrek van kosten (inkomstenbelasting) en de aftrek van btw (omzetbelasting). Voor de inkomstenbelasting is deze salon (neem ik aan) geen zelfstandige werkruimte 1. In dat geval zijn de kosten niet aftrekbaar. Voor de omzetbelasting geldt deze uitsluitbeperking echter niet. Daar wordt gekeken naar het zakelijk gebruik van het goed of de dienst 2. In dat geval zou de btw op de bouw van de massagesalon volledig in aftrek genomen mogen worden.
Hier is echter wel sprake van een investering in onroerende zaken. Zodoende is er sprake van herziening van de btw3 wanneer de massagesalon binnen de termijn van 9 boekjaren na het jaar van ingebruikname niet meer (volledig) zakelijk wordt gebruikt.
Het zou mijn voorkeur hebben om de btw-teruggaaf te doen door middel van een schriftelijk verzoek om ambtshalve herziening op de aangifte(n) waarin de de betreffende btw niet als voorbelasting is opgenomen. Daarbij is het dan wel noodzakelijk dat de betreffende facturen voldoen aan de factuureisen. Zo moet de tenaamstelling van de facturen gericht zijn aan de onderneming of ondernemer (in geval van een eenmanszaak).
1 Artikel 3.16. lid 1 Wet inkomstenbelasting 2001
Bij het bepalen van de winst komen mede niet in aftrek kosten en lasten die verband houden met een werkruimte, de inrichting daaronder begrepen, ten behoeve van de belastingplichtige zelf in zijn niet tot zijn ondernemingsvermogen behorende woning, tenzij de werkruimte een naar verkeersopvatting zelfstandig gedeelte van de woning vormt en:
a. ingeval hij tevens een werkruimte buiten die woning ter beschikking heeft, hij het gezamenlijke bedrag van zijn winst uit een of meer ondernemingen, belastbaar loon en belastbaar resultaat uit overige werkzaamheden hoofdzakelijk in de werkruimte in die woning verwerft, of
b. ingeval hij niet tevens een werkruimte buiten die woning ter beschikking heeft, hij het gezamenlijke bedrag van zijn winst uit een of meer ondernemingen, belastbaar loon en belastbaar resultaat uit overige werkzaamheden hoofdzakelijk in of vanuit de werkruimte in die woning verwerft en in belangrijke mate in de werkruimte in die woning verwerft.
2 Artikel 15. lid 4 Wet op de omzetbelasting 1968
De aftrek van belasting vindt plaats overeenkomstig de bestemming van de goederen en diensten op het tijdstip waarop de belasting aan de ondernemer in rekening wordt gebracht dan wel op het tijdstip waarop de belasting wordt verschuldigd. Indien op het tijdstip waarop de ondernemer goederen en diensten gaat gebruiken, blijkt, dat de belasting ter zake voor een groter of kleiner gedeelte in aftrek is gebracht dan waartoe de ondernemer op grond van het gebruik is gerechtigd, wordt hij de te veel afgetrokken belasting op dat tijdstip verschuldigd. De verschuldigd geworden belasting wordt op de voet van artikel 14 voldaan. De te weinig afgetrokken belasting wordt aan hem op zijn verzoek teruggegeven.
3 Artikel 13. lid 2 Wet op de omzetbelasting 1968
Met betrekking tot onroerende zaken en rechten waaraan deze zijn onderworpen wordt de aftrek herzien in elk van de negen boekjaren, volgende op dat waarin de ondernemer het goed is gaan gebruiken. De herziening geschiedt telkens voor een tiende gedeelte van de voorbelasting op basis van de voor het boekjaar geldende gegevens bij de aangifte over het laatste belastingtijdvak van dat boekjaar.
Op woensdag 27 december 2012 schreef
robdriessen het volgende:
Als Leo Blokhuis ooit onder een auto terecht komt en gaat hemelen, wil ik MyTiredFeet als nieuwe nationale muziekprofessor.