In het land van de nacht, waar drank zijn kunst verbeeldt, Dans ik als een ziel, op de maat van heavy metalgeweld, Verstrikt in metaal, dat de ellende verzacht, Verlies ik mezelf, als een vrije geest, verder weg van de realiteit.
Mijn dronkenbenen wankelen, als een scheve toren van staal, Een jolige lach weerklinkt, als een zinderende metaalzaal, De grenzen van de reden vervagen, als een wazig visioen, Terwijl incontinentieluiers dienen, als vergeten bescherming.
De avond neemt me mee, op een wilde reis zonder spijt, Gedachten verdwijnen, als een snelle stroom die voorbijglijdt, In deze roes der zwakte, omarmt mijn geest het onbekende, Mezelf verliezend tussen de strings van de nacht, verweven.
Drank vloeit als een smeltende molen van chaos en verlangen, Mijn ziel dwaalt verloren, tussen droomsferen gevangen, In deze wereld van zorgeloos genot, bevrijd van alle pijn, Verdwaal ik in de golven, van bitterzoete wijn.
Dus laat me nog een glas, van de gekte van deze nacht, Op de klanken van heavy metal, als een rebellie zonder macht, Want in de armen van dronkenschap, voelt de vrijheid zo puur, Als een symfonie van emoties, in al haar luister en vuur.
Ja, dronken zijn is als een metafoor van het leven, Een moment om te vergeten, een moment om te vergeven, Dus laat ons dansen in deze dolle escapade, Op het refrein van de nacht, onze lichamen in serenade.