Vandaag in de NRC:
quote:
Grootmeester Carver
Frits Abrahams
Goed nieuws: het werk van Raymond Carver is in Nederlandse vertaling weer verkrijgbaar. Er verscheen onder de titel Een kleine weldaad een fraaie uitgave van al zijn verhalen, voortreffelijk vertaald door Sjaak Commandeur. Hij vertaalde al eerder een groot aantal van Carvers verhalen en voegde daar nu nog 200 pagina’s aan toe.
Het is een moedige daad van uitgeverij Van Oorschot, want het werk van Carver is nooit erg aangeslagen in Nederland. Net zomin trouwens als de verhalen van Amerikaanse generatiegenoten als John Cheever en John Updike. De recensenten waren doorgaans positief, maar het lezerspubliek dat nu eenmaal liever kiest voor de roman dan voor het korte verhaal, bleef gereserveerd.
Dat Carver op de korte baan een grootmeester is geworden, is geen toeval. In enkele essays achterin deze bundel legt hij uit dat hij het als ploeterend gezinshoofd („die moordende ouderschapsjaren”) te druk had om zich aan een roman te wagen. Het korte verhaal en de poëzie – dat lukte nog net.
Carver beschrijft in een zeldzaam bondige stijl beslissende voorvallen in het leven van gewone mensen. „Het is mogelijk”, schrijft hij in het essay ‘Schrijverschap’, „om in een gedicht of verhaal over alledaagse dingen en voorwerpen te schrijven in alledaagse maar dan wel precieze taal en die dingen (…) een immense, zelfs aangrijpende lading mee te geven.” Zijn belangrijkste middelen daarbij zijn „dreiging of besef van onraad” en suggestie „door wat wordt weggelaten”.
Vooral dankzij zijn bijzondere stijl – denk aan Bint van Bordewijk – werd Carver al door zijn eerste twee bundels een befaamd schrijver. De eeuwige vraag die boven dit oeuvre zal blijven hangen: in hoeverre had hij die stijl te danken aan zijn redacteur, Gordon Lish? Bij de eerste bundel, Will You Please Be Quiet, Please? had Lish al de nodige invloed. Bij de tweede bundel, What We Talk About When We Talk About Love, liep het uit de hand. Lish kortte als een razende, liet personages weg, veranderde de afloop.
Carver liet het allemaal toe. In Collected Stories, de Amerikaanse uitgave waarop de Nederlandse editie is gebaseerd, staat een wanhopige brief van Carver waarin hij Lish smeekt de ingrepen ongedaan te maken. „Please hear me. I’ve been up all night thinking on this, and nothing but this, so help me.” Hij geeft toe dat de versies van Lish soms beter zijn, maar hij vindt de wijzigingen nu te ingrijpend, hij kan het niet langer tegenover zijn vrienden verantwoorden.
Maar Lish houdt voet bij stuk en Carver capituleert. Dit in tegenstelling tot Vladimir Nabokov, die de inmenging van Lish in een van zijn romans schamper afwees: „Wie is die knaap en wat doet hij?”. Ook Carver gaat in zijn latere werk zijn eigen, uitvoeriger, gang, maar dat neemt niet weg dat hij beroemd werd met twee bundels die sterk onder invloed van Lish hebben gestaan. De originele Carver-versies van de verhalen uit What We Talk About staan, op een enkele uitzondering na, niet in deze bundel. Ze verschenen al in 2010 onder de titel Beginners bij De Bezige Bij, ook in de vertaling van Commandeur. Ik heb de Carver-originelen destijds nauwkeurig vergeleken met de Lish-versies. Mijn gemengde conclusie: soms maakte Lish ze beter, soms slechter.