Om spoilers te kunnen lezen moet je zijn
ingelogd. Je moet je daarvoor eerst gratis
Registreren. Ook kun je spoilers niet lezen als je een ban hebt.
![markina.jpg]()
Markina-Xemein maakt ook onderdeel uit van een route richting Santiago de Compostela, dus er komen hier ook vaak pelgrims voorbij. Die kunnen als ze tijd over hebben dus naar jai alai gaan kijken, een van de varianten van pelota. Dat maakt het nog onbegrijpelijke voor ons leken, je hebt duizend verschillende varianten van pelota. Jai alai is dan weer met een soort van rieten mand, terwijl je ook pelota mano kunt spelen met de blote handjes. Pelota en jai alai zijn in ieder geval oude sporten, al in de 17e eeuw werden dit soort spelletjes gespeeld, misschien wel eerder. Als je jai alai door de translate gooit kom je in het Nederlands uit op prettige feestdagen, geinig. Visitbiscay.eus houdt het op happy party, het klintk allemaal wel leuk. Vanuit Markina-Xemein is jai alai over de hele wereld geëxporteerd, naar Amerika bijvoorbeeld. Dit stukje van de Baskische cultuur ontbrak nog een beetje in mijn teksten, kunnen we nu ook met een gerust hart afvinken. Terug naar de koers, voorlopig. Vaak rijden we van Markina-Xemein naar het Etxebarria van de held Amets Txurruka, dat doen we nu een keer niet. We rijden rechtdoor verder richting de kust, maar de kust bereiken we voorlopig nog niet. De renners rijden voorbij Markina vijf kilometer voornamelijk rechtdoor over een brede en vlakke weg richting Berriatua, maar vlak voor we dit dorp bereiken slaan de renners linksaf en daarna beginnen ze aan de tweede klim van de rit. Een wat minder bekende klim, maar daar komt nu natuurlijk verandering in. We gaan drie kilometer aan 4% klimmen naar Milloi, het is slechts een klimmetje van de vierde categorie. De klim had deel moeten uitmaken van het parcours van de Itzulia van 2020, maar die wedstrijd ging niet door wegens corona. In plaats daarvan komt de klim nu voor in de Tour, kan erger. Het stelt weinig voor, de brede weg omhoog stijgt eerst een kilometer aan 2,5%, waarna het in de tweede kilometer aan 5,5% omhoog gaat. Richting de top gaat het vervolgens verder omhoog aan 4,5%, op Cavendish na zal niemand hier bang van worden. De weg omhoog is breed en de omgeving is mooi, we kijken uit over de heuvels en we zien beneden in het dal Berriatua liggen, als je hier zelf zou fietsen kom je lastig boven omdat je om de haverklap gaat stoppen om een fotootje te nemen. Na 33 kilometer zijn we boven op de klim en daarna gaat het een aantal kilometer heel lichtjes naar beneden. We komen direct na de top een paar wat scherpere bochtjes tegen, maar verder gaat het vals plat omlaag over een brede en mooie weg door een decor om duimen en vingers af te likken. Het is een gemiste kans dat we niet gewoon 21 dagen door dit prachtige stukje wereld gaan fietsen. Ik zou zeggen dat de eerste kilometer van de afdaling nog enigszins de aandacht vereist, in de resterende drie kilometer gaat het eigenlijk bijna volledig rechtdoor op een geleidelijke manier omlaag en daarna fietsen we vijf kilometer over zo goed als vlakke wegen richting de kust, de schandalig mooie kust. We fietsen vooral door de bossen over vrij rechte wegen, terwijl we onderweg alleen het dorpje Ugaran passeren. Vervolgens komen we na 40 kilometer koers uit in Lekeitio, een prachtige badplaats, tevens vissersdorpje.
![Milloi2.gif]()
![259224-220026381360899-7177809-o1978.jpg]()
Lekeitio ligt aan de Golf van Biskaje. We hebben de kust bereikt en we gaan de komende kilometers langs de kust blijven fietsen. Ik sluit niet uit dat dit het mooiste stukje van het Baskenland is, dus ga er maar eens goed voor zitten. Omgeven door bergen heeft Lekeitio twee stranden en een jachthaven die zijn gelegen in een kleine baai. Daarin ligt ook San Nicolás, een klein rotsachtig eiland, waarop enkel geiten leven. Je kunt naar dit eiland lopen, maar alleen als het eb is. De twee stranden van Lekeitio worden van elkaar gescheiden door de monding van de rivier de Lea. De afstand tussen de andere belangrijke badplaatsen is groot vanwege het sterk rotsachtige karakter van de kust. Via de kustweg in oostelijke richting is Lekeitio verbonden met Ondarroa, een stad die we zometeen gaan bezoeken. Lekeitio is een typisch Baskisch vissersdorpje, in de smalle straten het visserskwartier achter de haven staan nog enkele goed bewaarde middeleeuwse huizen en hier kun je de echte Baskische sfeer nog lekker opsnuiven. Tussen het toerisme door, uiteraard. Het meest opvallende monument van Lekeitio is ongetwijfeld de kerk van Santa María de la Asunción, sinds lang geklasseerd als monument van nationaal belang. De meest opvallende inwoner is waarschijnlijk Ander Okamika, een voormalig triatleet die tijdens de coronaperiode ineens zijn wedstrijden zag wegvallen. De koers ging door, en dus besloot hij mee te doen aan een paar amateurwedstrijdjes in het Baskische circuit. Dat ging hem zo goed af dat hij een paar maanden later een contract te pakken had bij Burgos-BH, namens die ploeg is hij nu bezig aan zijn derde jaar als prof. Stuurvaardig is hij niet echt, maar als hij op de fiets blijft zitten laat hij toch best mooie dingen zien. We zien hem waarschijnlijk binnenkort weer in de Ronde van Spanje verschijnen. Tijdens de Itzulia zijn we de afgelopen paar jaar al een aantal keer door Lekeitio gereden. Als we in het centrum linksaf slaan zouden we naar het Ispaster van Francisco Gabica rijden, de winnaar van de Vuelta van 1966. Doen we niet, we rijden dwars door het centrum via wat smallere straten de haven tegemoet en daar volgt een tocht langs die haven over Baskische kasseien. We fietsen langs de kleurrijke vissershuizen langs en water en voorbij de haven slaan we dan linksaf waarna we weer een asfaltweg bereiken. De renners moeten wat doorstaan om de lokale hoogtepunten in beeld te brengen. Na een tocht langs het strand vervolgen we onze weg buiten Lekeitio richting Ondarroa, de komende 13 kilometer volgen we een bochtige en glooiende weg langs het water. Voor ons als kijker wordt het puur genot, we krijgen een ongeziene hoeveelheid natuurporno voorgeschoteld. In de Giro zagen we de Amalfikust, klein bier vergeleken met de Baskische kustlijn. De komende kilometers pakken we redelijk wat hoogtemeters mee, het is een enigszins typische kustweg. Steeds korte knikjes op en af, nooit echte klimmetjes of afdalinkjes. Redelijk veel bochtenwerk, wat het dan weer redelijk nerveus kan maken. Steeds een brede weg die voorzien is van perfect asfalt. Deels door de fraaie bossen, deels uitzicht over de wilde, woeste zee. Het lijkt me een droomweg om zelf overheen te fietsen, alleen jammer dat er af en toe wat auto's zullen passeren. Je kunt er verder niet heel veel over zeggen. Het is gigantisch mooi, het is gigantisch bochtig, het gaat steeds een beetje op en af en na 54 kilometer komen we uit in Ondarroa. Ondarroa is weer een prachtig vissersdorpje, met een middeleeuws centrum. Ondarroa heeft ook een haven en dit schijnt de haven met de grootste vissersvloot van Bizkaia te zijn. Vissen is nog steeds een van de belangrijkste economische activiteiten van de stad, terwijl heel veel andere inwoners van Ondarroa eveneens een baan hebben die iets te maken heeft met de zee. Zo bouwen ze in Ondarroa bijvoorbeeld schepen. Deden ze vroeger al, in de tijd van de ontdekkingsreizigers. Toen Elcano rond de hele wereld voer deed hij dat op een boot uit Ondarroa. Schepen bouwen ze nog steeds, vissen doen ze nog steeds, het is bijna alsof de tijd hier stil heeft gestaan. Toch is dat niet helemaal waar, er is ook veel nieuwe industrie in het dorp. In het centrum vinden we een brug die is ontworpen door Santiago Calatrava, die man is geen Bask maar overal in het Baskenland kom je zijn creaties tegen. Ondarroa is verder de plaats waar in de Itzulia van 2021 een rit eindigde. Het werd een rit voor de vluchters, uit een klein kopgroepje bleven twee renners van Quick Step over en Honore kreeg uiteindelijk de zege cadeau van lobbes Cerny. Voetballers Iñigo Martinez en Kepa Arrizabalaga komen uit deze stad. De ene is een klootzak die Athletic Club transfervrij gaat verlaten voor Barcelona, de ander is de keeper van Chelsea. De schrijver Kirmen Uribe komt ook uit Ondarroa, drie van zijn boeken prijken in mijn boekenkast. Niet gelezen, overigens, dus ik kan je er inhoudelijk niets over vertellen.
![ondarroa.jpg]()
![1024.jpg]()
Het muziekje is van McOnak, een band uit Lekeitio. De Baskische Flogging Molly, om ze maar even goed in de markt te zetten. Balearen Bertsoak, het gaat dan niet daadwerkelijk over de Balearen, maar over een walvis. Een walvis die zwemt in een zee vol plastic troep, zelfs nog een lied met een boodschap dus. Daarna zien we klein stukje Ondarroa, met aan de rechterkant de brug van Calatrava waar de renners overheen mogen fietsen. Eerst komen ze in het centrum van het dorp een haarspelbocht tegen, daarna rijden ze over de brug en dan verlaten ze Ondarroa weer. De Baskische vissersdorpjes worden de laatste jaren steeds vaker opgevrolijkt met allerlei murals. Ook in Ondarroa zijn creatieve mensen met een spuit aan de gang gegaan. De specifieke mural die we hier zien is een ode aan de vissersvrouw. De vrouwen houden zo'n vissersdorpje draaiende als de mannen op zee zijn. Ze werken keihard, bijvoorbeeld door de vissersnetten in elkaar te knopen. Ik kwam een uitleg tegen over de mural waarna je toch ineens anders tegen de zaken gaat aankijken. "The weaver, methodical and austere is an archetype that refuses to submit, she is living memory. When she weaves, she weaves something more than what we see with the naked eye. The net's creation is individual and collective identity... and we already know that collective identity is impossible without memory, it must be maintained- by memory. To remember is to make visible, to claim, to repair. And as a weaver in Ondarroa said not long ago: "you have to fix things, you have to dignify them". The nets she and many others weave are networks that hold and maintain the community together. In between the threads arise woven tales through which lived stories are narrated." Met deze wijsheid op zak kunnen we Ondarroa verlaten, we gaan nog eens 12 kilometer verder langs de kust fietsen tot in Deba. Na een rotonde aan de rand van Ondarroa slaan we linksaf en dan fietsen we even langs een strand, het Saturraran Hondartza. Daarna komen we een bordje tegen dat ons wijst op het feit dat we door een geopark fietsen, Euskal Kostaldea. De Baskische Kust, al laten we die kust even een paar kilometer achter ons. Een klein stukje wat meer in het binnenland, via Mijoa rijden we naar Mutriku. Even wat rechtere wegen, wel nog steeds voorzien van de nodige glooiing. Rechtdoor naar Mutriku, waar we de kust weer bereiken. Ook een prachtig vissersdorpje, het is hier allemaal waanzinnig mooi. Midden in het centrum ligt een grappig voetbalveldje, daar fietsen we langs en dan verlaten we Mutriku heel snel weer, de haven een beetje negerend. Buiten Mutriku rijden we met zicht op zee over een brede en relatief rechte weg naar Deba, maar veel tijd om van de natuur te genieten is er niet. Er gaat binnen de kortste keren gesprint moeten worden. We bereiken Deba, rijden door een tunnel, vervolgens buiten de tunnel over een kicken brug, komen uit bij een rotonde waar we naar links gaan en dan volgt een kleine kilometer later de tussensprint in het centrum van Deba. We hebben hier 66 kilometer afgewerkt.
![deba-guipuzkoa-s1594817020.jpg]()
Deba heeft haar naam te danken aan de gelijknamige rivier, die hier uitmondt in zee. Deba is wellicht het meest bekend vanwege de Ekaingrot, een archeologische vindplaats van rotskunst. De rotstekeningen in de grot behoren tot het vroeg- en midden-Magdalénien. Er is een replica van de rotstekeningen gemaakt voor bezoekers in het museum Ekainberri in de gemeente Zestoa. Dus eigenlijk moet je voor deze grot helemaal niet in Deba zijn, maar verderop in het Zestoa van de gebroeders Osa. Unai en Aitor, klanten van Fuentes. Er zijn meer dan 50 afbeeldingen, waarvan meer dan 30 paarden, 10 bizons, en ook steenbokken, herten, beren en vissen gevonden in de grot, dus als je toch in de buurt bent alsnog wel een aanrader. Een interessant gegeven is dat we ons inmiddels in Gipuzkoa bevinden. We hebben een aantal kilometer door Bizkaia gereden, maar we zijn nu terug in de provincie Gipuzkoa, de provincie waar gisteren de vorige rit eindigde. De stad van de tussensprint is een populaire toeristische bestemming, je hoeft niet lang na te denken waarom. Er is een strand, er zijn heuvels, er is heel veel Baskisch genot. Het stadje is ook een bestemming voor allerlei watersporters, surfers vooral, maar in de 19e eeuw was het een van de eerste plaatsen waar de rijkelui naartoe trokken om vakantie te vieren. Enkele kleurrijke huizen uit die tijd zijn nu nog steeds te zien in Deba, en heel wat mensen trekken er in de zomer nog steeds naartoe. Ook zijn er hier weer veel huizen voorzien van een stevige muurschildering, de mensen hier kunnen schilderen in een schilderachtige omgeving. Voorbij de tussensprint verlaten we Deba, de weg het dorp uit is breed maar wordt wel even in tweeën gesplitst. De rechterkant van de weg leidt door een tunnel, links kun je ook om de tunnel heen. Voorbij dit malle punt komt de weg weer bij elkaar en we zien die weg in de verte omhoog lopen. Ditmaal krijgen we niet te maken met een kort knikje omhoog, nee, we beginnen nu aan een echte klim. De komende vijf kilometer gaat het aan 4,5% omhoog naar Itziar. Een bord langs de kant van de weg vertelt ons dat de weg omhoog zal gaan aan 7%, maar dat is toch niet helemaal het geval. Langs de fabelachtige kust klimmen we eerst een kilometer aan 4%, zodra we wegdraaien richting het binnenland gaat het twee kilometer aan 5,5% omhoog. De gigantisch brede weg omhoog wordt niet lastiger dan dat, in de resterende kilometers van de klim klimmen we eerst nog een beetje aan 4% en daarna zwakt het zelfs af richting de drie procent. Na 71 kilometer bereiken we de top van deze klim van derde categorie, een niet al te bijzondere klim. Een snelweg omhoog met gematigde percentages, hier mag je als sprinter toch niet direct in de problemen komen. Boven komen we uit bij een rotonde, waarna we direct gaan afdalen terug naar de kust. We gaan op weg naar Zumaia, een plek die we over negen kilometer gaan bereiken. De afdaling richting Zumaia is simpel, de weg omlaag is breed, het asfalt is onberispelijk en we komen geen enkele spannende bocht tegen. Er liggen wel wat bochten onderweg, maar geen enkele bocht is op welke manier dan ook lastig te noemen. Eén bocht waarbij je een beetje moet remmen, voor de rest is het heerlijk fietsen. Bijna beneden komen we een rotonde tegen, dat is nog eerder een uitdaging. Via een paar bochten bereiken we vervolgens na 80 kilometer Zumaia, de woonplaats van Jon Agirre. Een renner van Kern Pharma, het zou zomaar kunnen dat je hem niet kent. Had een van de nieuwe Baskische wonderklimmers moeten worden, maar dat komt er nog niet helemaal uit. Iban Iriondo komt ook uit Zumaia, die reed ooit nog twee jaar voor Euskaltel. Zumaia moet het niet hebben van hun coureurs, maar ze hebben wel iets anders in de aanbieding.
![itziar.png?w=420]()
![Sakoneta%2C_Deba.jpg]()
![e19940bb-8c82-4312-bc27-cb83bda14d89?t=1484416630000]()
![Sakoneta.jpg]()
Het stukje Baskische kust rond Zumaia staat bekend om de flysch. De wat? Flysch, een opeenvolging van sedimentair gesteente die gevormd wordt in diep-mariene voorlandbekkens aan de rand van een zich vormend gebergte. Het wordt daarom een syn-orogeen sediment genoemd. Flysch wordt gevormd in een vroeg stadium van de ontwikkeling van het voorlandbekken. Als het gebergte verder ontwikkelt zal het bekken opgevuld raken en zal de flysch overdekt worden met jongere molasse. Dat zegt Wikipedia, een andere site zegt dit: Flysch is het landschap van een opeenvolging van kliffen en gesteentelagen van miljoenen jaren oud. Het is een afwisseling van harde rotsen met ander, zachter gesteente wat grotendeels geërodeerd, vandaar het ‘laagjes-achtige’ uiterlijk. Het Flysch van Baskenland is ongeveer 50 miljoen jaar geleden gevormd, na de botsing van de Iberische en de Europese tektonische platen, waardoor de Golf van Biskaje ontstond. Sedimenten van de zeebodem werden vervormd, waardoor de Pyreneeën en de verticale lagen van het flysch ontstonden. Tenslotte verrezen de kliffen de je vandaag de dag kunt bewonderen. Flysch is op meer plaatsen op de planeet te zien, maar het stukje kust tussen Deba en Zumaia levert wel de mooiste exemplaren op. Als je hier in de omgeving bent is het een absolute aanrader om naar Sakoneta te gaan, vooral als het eb is, dan kun je flysch zien zo ver het oog strekt. Sakoneta ligt wel een beetje afgelegen, dus je kunt ook gewoon in Zumaia zelf blijven. Aan de westkant van Zumaia ligt bevindt zich de Algorri Mirador (uitkijkpunt), dé locatie om de imponerende verticale lagen van het flysch te bewonderen. Je kunt er naar toe wandelen vanaf de kapel van San Telmo van Zumaia, een wandeling van ongeveer twee, heen en terug circa 40 minuten. Nou, doen. Je kunt ook met je dikke reet op het strand van Itzurun gaan liggen, beetje zonnen en ondertussen kijken naar al dat natuurgeweld, er zijn slechtere dingen te bedenken. Het water hier schijnt ook nog helend te zijn, heb je echt nog meer argumenten nodig? Als je een andere activiteit wil ondernemen is er ook nog het Zuloaga museoa, een museum in het oude huis van Ignacio Zuloaga. Dat was een schilder uit Eibar, die een deel van zijn leven doorbracht in het mooie Zumaia.
![Itzurun-Beach-Zumaia-strand-Spanje-Baskenland-1.jpg]()
![Zumaia+Flysch]()
Als je toevallig in de buurt van Zumaia bent hoef je niet lang na te denken over een activiteit, me dunkt. Er zijn verschillende wandeltochten langs de kust, verschillende wegen die je naar de mooiste plekjes vol flysch brengen. Je kunt ook de fiets pakken, wat wij dan maar weer doen. Na een paar bochten en rotondes in Zumaia fietsen we langs de kust verder naar Getaria, een plaats waar ook het nodige over te vertellen valt. Getaria is een vissersplaats, en wat voor een. Van oudsher specialiseerden ze zich hier in de walvisvangst. Dat was sowieso een favoriete bezigheid van de Baskische vissers. In de Golf van Biskaje stikte het van de walvissen. En nu? Nu is er geen enkele meer over. Allemaal gevangen door de Basken. Toen de Basken eenmaal de Golf van Biskaje hadden ontdaan van walvissen moesten ze verder gaan varen om toch weer nieuwe walvissen te vinden. Het verhaal wil dat ze helemaal uitkwamen in Canada, in wat nu Newfoundland is. Dit gebied werd eerder ontdekt door de Baskische walvisvaarders dan de latere ontdekkingsreizigers. Eigenlijk ontdekten de Basken als eerste Amerika, maar het boeide ze niet. Ze kwamen voor de walvissen, meer niet. In het gebied waar ze op walvissen joegen aldaar schijnen er zelfs wat plaatsen te zijn met Baskische namen. Toch hield ook daar de walvisvaart ooit op en daarna gingen ze maar andere vissen vangen, die nog steeds direct na de vangst geserveerd worden in de vele restaurants en barretjes die Getaria rijk is. Het beste restaurant van Getaria is Elkano, de renners gaan langs dit restaurant fietsen als ze na een tocht langs de magnifieke kust Getaria bereiken. De meeste andere restaurants kom je verderop tegen, in de buurt van de vissershaven. Die vissershaven bevindt zich aan de oostkant van de landengte tussen het centrum en het schiereiland San Antón, wegens de vorm bijgenaamd "De muis van Getaria". De belangrijkste bezienswaardigheden bevinden zich in het kleine historische centrum: de gotische Verlosserskerk (gereedgekomen in 1420) en het grote monument voor Juan Sebastián Elcano (1922). In de Verlosserskerk kwam in 1397 de eerste algemene vergadering van Gipuzkoa bijeen, wat vaak wordt beschouwd als het ontstaansmoment van deze provincie. De naam Elcano is gevallen, die ontdekkingsreiziger kwam uit Getaria. De eerste man die om de hele wereld heen wist te varen, daar hebben we het vorig jaar tijdens de Vuelta nog uitgebreid over gehad. Een paar eeuwen later werd er een ander bekend persoon geboren in Getaria, ik heb het dan over Cristobal Balenciaga. Een modeontwerper, die zich hopelijk in zijn graf omdraait als hij ziet wat het modemerk Balenciaga heden ten dage allemaal produceert. De allerlelijkste dingen die de mensheid ooit heeft voortgebracht, en daar betaal je dan 900 euro voor. Het merk Balencia is ontstaan dankzij Cristobal Balenciaga, een man waarover Christian Dior ooit het volgende zei: Haute Couture is als een orkest met Balenciaga als dirigent. Wij, de andere couturiers, zijn muzikanten die zijn richtlijnen volgen. Na zijn dood zijn de richtlijnen een beetje verdwenen, ben ik bang. Ter ere van de oprichter van het modehuis Balenciaga is er in Getaria een museum te vinden, het Cristobal Balenciaga museoa. Afgaande op de foto's kom je hier vooral veel jurken tegen die hij heeft ontworpen.
![Fs8-f7DWIAMDu6N?format=jpg&name=large]()
![Getaria_Camino_Norte.jpg]()
Getaria is voorts bekend vanwege de wijnbouw op de heuvels rond het dorp. Getaria vormt het centrum van de productie van txakoli, bij uitstek de Baskische wijn. In principe wordt er op meerdere plaatsen in het Baskenland txakoli geproduceerd, op de flanken van de Jaizkibel is er bijvoorbeeld een wijnboer die txakoli maakt, maar de meeste bodegas kom je tegen op de heuvels tussen Getaria en Zarautz, de plaats waar we zometeen naartoe gaan fietsen. Ik ben niet direct de allergrootste wijnkenner, maar de laatste tijd ben ik wel wat meer wijn aan het drinken. Vooral Baskische wijn, natuurlijk. In Navarra maken ze redelijk wat wijn, in het zuiden van Araba heb je de Rioja Alavesa, in Iparralde heb een piepklein wijngebied rond Irouléguy en dan heb je dus het gebied rond Getaria waar ze txakoli produceren. Txakoli is over het algemeen wit. De druif van dienst is de Hondarrabi Zuri, de wijn die het oplevert is doorgaans licht sprankelende, zeer droge met een hoge zuurgraad en een laag alcoholgehalte. Kortom, tyfuslekker. Als je een fles txakoli koopt kom je op die fles een keurmerk tegen, DOC Getariako Txakolina. Op dat keurmerk staat een plaatje van een walvis, verwijzend naar de tijd dat men hier dus op walvissen aan het jagen was. Met een paar man in een kleine boot en dan een harpoen in zo'n bakbeest gooien, ik weet niet hoe mensen ooit dachten dat dit een goed idee was. Nee, dan liever een beetje wijn produceren. Op de heuvels van Getaria en Zarautz kom je de ene na de andere bodega tegen. De heuvels zijn hier weer groen, ditmaal niet dankzij bomen maar dankzij een eindeloze hoeveelheid wijnranken. Een van de bekendste producenten van de heerlijke txakoli is Txomin Etxaniz, die wijn kun je in sommige slijterijen in Nederland tegen het lijf lopen. Al kun je het ook bij meerdere webwinkels bestellen, aanrader. Ik dronk laatst toevallig nog een flesje Txomin Etxaniz en het was echt fantastisch. Klein zoetje erbij, niet alleen droog en zuur. Ik kan het iedereen aanraden. In Zarautz zit Basa Lore, net iets minder lekker misschien, maar de mensen aldaar spreken goed Engels en geven graag rondleidingen. Als je er toevallig bent dan is dat een goed adresje. Je hebt nog veel meer wijnmakers hier, maar eerlijk gezegd ken ik ze niet allemaal. Gaintza is ook nog wel een goede, verkrijgbaar in Nederland ook, maar verder ben ik zelf nog bezig met m'n eigen ontdekkingstocht. Ik heb nu nog een flesje Adur in huis, ook een bodega uit Getaria, het oordeel laat nog op zich wachten. Van het schitterende Getaria fietsen we over een schitterende weg langs de schitterende kust naar het fraaie Zarautz. Het is een waar genot om hier te passeren. Onderweg komen we een paar wegsplitsingen tegen waarbij je aan de ene kant door de tunnel gaat en aan de andere kant niet, verder maken we tot in Zarautz niet veel mee. Vrij rechte wegen, vrij brede wegen, en dat allemaal dwars door een omgeving die veel te verschrikkelijk mooi is. Oneerlijk mooi, bijna. Na heel wat fijne kilometers langs de schitterende kust komen we na 90 kilometer uit in Zarautz, waar de familie Zubeldia langs de kant van de weg te vinden zal zijn. Haimar Zubeldia komt oorspronkelijk uit Usurbil, een stukje verderop, maar hij schijnt tegenwoordig te wonen in Zarautz. De ninja, de man die je drie weken niet zag en die dan toch ineens 8e bleek te zijn geworden in het klassement. Wegens zijn gebrek aan aanvalslust niet mijn favoriete Bask, maar het is alsnog wel een legende natuurlijk.
![image-asset.jpeg]()
![zarautz-desde-talaimendi-zarautz-qu%C3%A9-ver-y-hacer.jpg]()
![zarautz-ot-08.jpg]()