abonnement Unibet Coolblue Bitvavo
  Moderator zondag 2 juli 2023 @ 07:51:09 #1
198822 crew  Rellende_Rotscholier
Robbertje matten met de wouten
pi_209728499
Etappe 2: Vitoria-Gasteiz - Donostia, 208,9 km

Och jongens, wat een prachtig begin van de Tour was dat he? Nog nooit zo'n mooi begin gezien. Het Baskenland liet zich van z'n mooiste kant zien. Het was urenlang genieten van de schitterende natuur, daar hadden we ook alle tijd voor want na een kilometer reed er al een kansloos groepje van vijf weg dat nooit een grote voorsprong kreeg. Heel ver voor de finish werden ze ook alweer ingerekend, ik overweeg niet eens de namen te noemen. Doordat het koersverloop weinig spanning bood was er genoeg tijd om het Baskenland aan de wereld te tonen. Eerlijk gezegd was ik soms wel verbaasd over de regie, San Juan de Gaztelugatxe kwam bijvoorbeeld maar vrij kort in beeld en de brug van het vasteland naar het eiland was helemaal niet te zien. Er zaten wat gemiste kansen tussen, desondanks toch ontzettend genoten. Ik was ook heel blij dat er zo weinig valpartijen te zien waren. Alleen Torstein Traeen ging op z'n muil, nou, dat overleven we wel. Maar helaas, toen ging het in de finale alsnog mis. Enric Mas reed in een simpele afdaling rechtdoor de bocht uit. Niet zo'n goed idee. Hij kwam ten val en brak zijn schouderblad. In zijn val nam hij Carapaz mee, die dan weer zijn knieschijf brak. Eén valpartij en je bent meteen twee jongens kwijt die waarschijnlijk bij de eerste 10 van deze Tour waren geëindigd. Heel zuur, een ontzettende smet op de openingsrit. Vooral de aanvalslust van Carapaz gaan we de komende weken missen, maar de Tour wacht op niemand.

Het duurde tot de Vivero voor we echt koers kregen te zien, daar besloot UAE alvast een versnelling te plaatsen. Het afmatten van de puncheurs, dat leek het idee. Ze slaagden in hun opzet, want er gingen meteen een hoop jongens af. Bini had het ook moeilijk, dat vond ik niet zo leuk. Omar Fraile ging overboord, wat een ellende. Pello Bilbao kon niet mee, hoe dan?! Na de dood van Mäder had Pello een tijd geen zin meer om te fietsen en die dagen training die hij heeft gemist zaten hem hier waarschijnlijk dwars. Met alleen emotie kom je er tegenwoordig niet meer. Van de Vivero reden we naar Pike Bidea, onderweg Mas en Carapaz verliezend. Op Pike Bidea barstte het volledige fietsfeest los. De Basken waren op de afspraak, de oranje zee was indrukwekkend. UAE was ook op de afspraak, het was eerst Grossssschartner die versnelde en even later legde Adam Yates iedereen op de grill. Pogacar kon mee, net als Vingegaard en... Victor Lafay? Vanuit de achtergrond kwam Simon Yates opzetten, terwijl Mathieu en Wout het heel moeilijk hadden. Deze klim hadden ze kunnen overleven als er wat rustiger werd gekoerst, maar op Pike Bidea gingen alle registers open. Toch wist niemand een gat te slaan en dus kwam er een klein groepje boven op de klim. In de afdaling viel uiteindelijk de beslissende slag, op kousenvoeten muisde Adam Yates er vanonder. Hij kreeg de goedkeuring van Pogacar. Simon Yates zag z'n tweelingbroer vertrekken en reageerde als enige. Met z'n tweeën reden ze vervolgens naar Bilbao. Ze hoefden niet met elkaar te praten, ze begrepen elkaar zo wel. Ze werkten goed samen tot in de laatste kilometer. De achtervolging daarachter was eigenlijk best goed, Jumbo zette twee mannetjes op kop voor Vingegaard en Van Aert, maar het bleek niet genoeg te zijn. De tweeling is vreselijk goed. Op basis van deze rit mogen we al best een beetje bang worden. Simon Yates reed in de slotkilometer op kop tot een meter of 500 van het eind, waarna hij aan Adam vroeg of die wilde overnemen. Dat wilde Adam wel. Het bleek alleen geen overnemen te zijn, het was versnellen. Simon had geen antwoord paraat en moest Adam laten gaan. Die soleerde zo richting de zege. UAE wint de eerste rit, dat is geen verrassing. Het is wel een verrassing dat het niet Pogacar is maar Adam Yates. Er werd een beetje lacherig gedaan over Adam Yates als schaduwkopman, maar ineens blijkt dat helemaal niet zo'n gekke gedachte te zijn. Hij heeft alvast een rit, zijn eerste in een grote ronde, en de gele trui te pakken. Nu al een mooie voorsprong ten opzichte van Vingegaard, zouden ze bij Jumbo al nerveus worden?

Spectaculaire finale, behoorlijk van genoten. Vooral van de fans uiteraard, de ambiance was sfeervol. Ik ben niet de grootste fan van de familie Yates, maar die twee een koppeltijdritje zien doen is toch ook wel uniek. Er werd wielergeschiedenis geschreven, Bilbao was al onlosmakelijk verbonden met de wielersport maar nu al helemaal. Verder kunnen we niet teveel conclusies verbinden aan deze uitslag. Bij zo'n Pike Bidea gaat het toch ook vooral om positionering. Als je te ver zat was je gezien. Simon Yates kwam van redelijk ver opzetten en Pinot maakte ook een mooie inhaalslag, maar voor heel veel renners was het al heel snel klaar puur door de positionering. Je kon op de klim door al die fans ook niet echt meer opschuiven. We hoeven de Tour nog niet cadeau te doen aan Adam Yates of Pogacar, ook al zagen ze er allebei heel goed uit. Jumbo was toch ook weer op de afspraak, we gaan in de bergen een gevecht van hard tegen onzacht zien. En morgen zal het ook weer van dat zijn. We hebben één majestueuze dag in het Baskenland achter de rug, er volgen er nog twee. Na het rondje Bilbao-Bilbao met de magistrale beklimming van Pike Bidea gaan we nu van Gasteiz naar Donostia fietsen, met in de finale een beklimming van de iconische Jaizkibel. Ik zit klaar voor nog meer Baskisch genot. Kom maar op.




Na de grandioze openingsrit in Bilbao bevinden we ons in Vitoria-Gasteiz, de Baskische hoofdstad. Na Bilbao is Vitoria-Gasteiz met 230.000 inwoners de grootste stad van Baskenland. Het is tevens de hoofdstad van de provincie Álava, die we in het Baskisch Araba noemen. Vitoria is de Spaanse naam van de stad, Gasteiz de Baskische. Het is een stad waar veel bekende renners geboren zijn, sympathiek en minder sympathiek. Met Igor en Alvaro Gonzalez de Galdeano en Victor De la Parte heb ik bijvoorbeeld niet zo gek veel. Ook voormalig brokkenpiloot Koldo Fernandez de Larrea is van Gasteiz. Tegenwoordig is hij de rechterhand van Giuseppe Acquadro in Spanje, daar zijn wij dus geen fan van. Nee, dan liever Jon Aberasturi en Oier Lazkano. Lazkano is bezig aan zijn jaar van de doorbraak, de hele wereld kent hem inmiddels wel. Daarom is het vrij zuur dat hij niet van de partij is in de Tour, hij had zomaar in zijn eigen stad van start kunnen gaan. Zeker nu Mas is uitgevallen hadden ze heel veel behoefte gehad aan Oier, maar achteraf is mooi wonen. Joseba Beloki mogen we ook toeschrijven aan Gasteiz. Die werd weliswaar geboren in Lazkao in Gipuzkoa, maar hij schijnt daarna toch terecht te zijn gekomen in de Baskische hoofdstad. Beloki eindigde drie keer op het podium van de Tour, voor zijn carrière praktisch ten einde kwam door een valpartij in de Tour van 2003. Zijn zoon, Markel, komt eraan, die gaat nog vaker op het podium eindigen. En even voor de goede orde: Landa komt niet uit Gasteiz. Als je iemand dit hoort beweren, sla diegene. Het is de tweede keer in de geschiedenis dat de Tour de France in Gasteiz is, de vorige keer was de Tour hier in 1977. Liefst 46 jaar geleden werd er een rit afgewerkt tussen Oloron-Sainte-Marie en Gasteiz. De rit van 248 kilometer werd gewonnen door een Bask, José Nazabal reed 175 kilometer in de aanval en kwam als eerste over de streep in Gasteiz. Als Bask winnen in het Baskenland is altijd bijzonder, maar het was extra bijzonder omdat hij voor de ploeg KAS reed. KAS is een frisdrankmerk, afkomstig uit... Vitoria-Gasteiz! Nazabal won dus als Bask in het Baskenland, meer specifiek in de stad van zijn hoofdsponsor. Daags nadien ging er ook nog een rit van start in Gasteiz, de renners reden toen weer terug naar Frankrijk. Sindsdien kwam de Tour nog vaker naar het Baskenland, maar niet naar Gasteiz. De Vuelta daarentegen wel, in de Vuelta van vorig jaar ging er hier nog een rit van start. En daarvoor ging er ook in 2020 nog een rit van start in de stad. De Itzulia passeert hier ook bijna ieder jaar, Gasteiz staat de laatste jaren flink in de schijnwerpers.



Ik heb al vaak geschreven over Vitoria-Gasteiz en daarom gun ik mezelf de vrijheid om het een en ander te kopiëren. Je schrijft dit niet allemaal voor de kat z'n kut natuurlijk, onzin om al dat prachtige proza zomaar bij het grof vuil te zetten. In 2020 had ik net een boekje gelezen dat zich afspeelde in de stad en dat leverde dit op: Wie op een spannende manier iets wil leren over Vitoria-Gasteiz doet er goed aan de boeken van Eva Garcia Saenz de Urturi te lezen. Zij werd geboren in de stad, maar verhuisde later naar Alicante. Uit een soort van heimwee of misschien wel weemoed besloot ze een drietal boeken te schrijven over haar geboortestad, een heuse trilogie. Die trilogie begint met De stilte van de witte stad, een boek dat omschreven zou kunnen worden als een toeristische thriller, wat sowieso een beetje het favoriete thema lijkt te zijn van de meeste Baskische schrijvers. Alle hoogtepunten van de stad komen voorbij, verweven met allerlei tradities en gebruiken, terwijl ondertussen de ene na de andere moord wordt gepleegd. Een aanrader, zonder meer. De andere twee boeken staan ook in de kast, maar moeten nog gelezen worden. Vast ook de moeite waard, twijfel ik geen moment aan. Dankzij het eerste boek ken ik toch maar mooi allerlei leuke barretjes en restaurantjes in de stad en weet ik precies welke plekjes ooit vereerd moeten worden met een bezoekje. Ik ben trouwens niet de enige met dat idee, sinds het boek is verschenen schijnen er veel meer toeristen naar de stad te komen. Eva bedankt. Het boek is een aanrader, de gelijknamige film dan weer totaal niet. El silencio de la ciudad blanca is te vinden op Netflix en het is denk ik met afstand de allerslechtste verfilming die ik ooit heb gezien. Razende apenaids van begin tot eind, werkelijk een belediging voor de auteur van het boek. Dit geheel terzijde natuurlijk. Het boek draait voor een groot deel rond het belangrijkste evenement van het jaar in Gasteiz, de feesten van de Witte Maagd. Op het plein van de Witte Maagd gaat men in augustus altijd los, erg gezellig. Goed verhaal van mezelf, wel. Inmiddels heb ik het tweede boek van de trilogie ook gelezen, maar het derde nog steeds niet. Het tweede boek is eveneens de moeite waard en je leert op dezelfde manier via een hoop spanning en sensatie het nodige over het Baskenland en dan met name de regio rond Vitoria-Gasteiz. Dit uiteraard ook weer volledig terzijde. Nog wat random dingen: Deportivo Alaves is de lokale voetbalclub, afgelopen seizoen actief op het tweede niveau maar ze zijn weer gepromoveerd naar La Liga. Toch jammer, van alle Baskische clubs is Alaves bepaald niet mijn favoriet. Gasteiz is voorts een belangrijk industrieel centrum, tegelijkertijd schijnt het een van de hoogste levensstandaarden van Spanje te hebben. Dat kan te maken hebben met het feit dat het een enorm groene stad is, met talloze parkjes. Al is dat niet de enige interpratie die we aan het woord groen moeten hangen, zo won Gasteiz een paar jaar geleden de Global Green City Award. Vooral omdat ze zich hier inzetten voor duurzaamheid. Nadat ze al eens European Green Capital waren weer een mooie titel erbij, de zaken gaan goed in Gasteiz. Cultureel gezien schijnen ze hier ook hun best te doen, er zijn talloze culturele centra en volgens Wiki kun je hier gratis een fiets huren en gratis naar de musea. Klinkt goed, het Casa del Cordón schijnt wel een aanrader te zijn bijvoorbeeld.



In de stad komen we maar liefst twee kathedralen tegen, aan een hadden ze niet genoeg. In het middeleeuwse centrum zijn de restanten van een oude ommuring te vinden, voor de mensen die wat moderner ingesteld zijn hebben ze hier dan weer allerlei fraaie murals, met zelfs een speciale route zodat je ze allemaal kunt zien. Ze zijn redelijk vooruitstrevend en innovatief in de stad, dat valt ook wel te merken aan de muziek die hier vandaan komt. Net wat minder traditioneel dan in de rest van het Baskenland. Zo dropte ik in 2020 de Baskische reggaeton van Kai Nakai, afkomstig uit Gasteiz. Blijkbaar heb ik daarmee mensen geïnspireerd, want Kai Nakai stond vorig jaar op Eurosonic Noorderslag. Voor het eerst viel er iets van cultuur te bespeuren in Groningen, ik ben blij dat ik van de wereld een betere plaats kan maken. Ik denk dat ik weer een beetje Kai Nakai in de strijd ga gooien, lekker man. Een tijdje terug bracht ze een bewerking van een Baskische klassieker uit, daar gaan we het mee doen. De rit gaat overigens van start op de parkeerplaats van Mendizabala, een parkeerplaats in het zuiden van de stad die recent van nieuw asfalt is voorzien. De Vueltarit van vorig jaar (etappe 5, tussen Vitoria-Gasteiz en Laguardia), ging hier ook van start. Een nieuwe favoriete plek om je koersen in Gasteiz te laten starten, er is genoeg ruimte om te parkeren. Als we de parkeerplaats verlaten fietsen we de oude binnenstad tegemoet, ook Gasteiz gaat even goed in het zonnetje worden gezet. Minder uitgebreid dan Bilbao, maar we gaan vrij snel merken dat Gasteiz de moeite waard is. Het is wel aan te raden om voor de stad zelf te komen, alles om de stad heen is minder boeiend. Ook dat merken we als we buiten de stad kilometer 0 bereiken, het kan buiten Gasteiz heel leeg zijn.



De rit gaat officieel van start buiten Gasteiz, ter hoogte van het industrieterrein Arkaute. De Baskische bedrijvigheid toont zich weer aan de wereld, maar we gaan ook heel snel kennismaken met de leegte van de hoogvlakte rond Gasteiz. De eerste tien kilometer rijden de renners voornamelijk rechtdoor over een zo goed als vlakke weg. Het is lichtelijk glooiend, maar als we het vergelijken met de wegen van de dag van gisteren dan valt het mee. We zien de eerste kilometers vooral veel landbouwgrond, terwijl we aldoor rechtdoor ploegen over een gigantisch brede weg. Waarom Araba de minste van de drie provincies van Euskadi is, nouja, dat ga je vanzelf in beeld zien. Het is een ideale weg voor waaiers, dat wel, maar in het Baskenland doen we niet aan wind. Vier kilometer volledig rechtdoor, en dan een brede bocht naar rechts, om nog eens een kilometer of drie volledig rechtdoor te rijden. In de wijde omgeving valt niets te zien, als je in het Baskenland bent is dit wel een deel om links te laten liggen. Na een paar kilometer aan rechte wegen rijden we voorbij Elburgo, een eindje verderop volgt er een bocht naar links en dan rijden we na negen kilometer koers Alegría-Dulantzi binnen. Alegria is geluk, maar het gaat nog wel even duren voor we echt blij worden van deze etappe. In het centrum van het middeleeuwse Dulantzi komen we een aantal bochten tegen, het eerste moment dat de renners even moeten opletten. Dit deel van Euskadi is ook al lang bewoond, dat kunnen we buiten het dorp zien bij het Henaioko Kastroa, een kasteel dat de overblijfselen bevat van een nederzetting uit de brons- en ijzertijd.



Na wat bochten en rotondes in Dulantzi fietsen we een stukje rechtdoor richting het noorden, weer over een brede weg. De renners rijden vier kilometer bijna volledig rechtdoor over die weg, terwijl het onderweg een beetje op en af gaat. De brede wegen van Araba kennen vaak een glooiend karakter. Wegen waar wij terug moeten schakelen, maar de profs vliegen daar met gemak overheen. Na die vier kilometer rechtdoor rijden de renners onder een viaduct door, ze komen daarna op een iets minder brede weg terecht en vooral een bochtigere weg. Even later komen ze uit in het dorpje Dallo, daar ligt in het centrum een scherpe bocht. Buiten Dallo slaan we rechtsaf en na die bocht rijden we een kleine vijf kilometer rechtdoor over een zo goed als vlakke weg langs de akkers van Araba. Veel valt er hier niet te beleven dan, behalve dat we aan het eind van deze weg uitkomen bij het dorpje Guevara. In Guevara staat op een heuveltje een kasteelruïne en beneden in het dorp vinden we de ruïnes van een paleis. Guevara, dan denk je natuurlijk meteen aan Che. Je kunt nu meteen invullen dat die man Baskische roots had. En dat is ook zo, zijn vooruders waren uit het dorpje Guevara afkomstig. Dit piepkleine dorpje dus, waar we zonder er erg in te hebben voorbij gaan fietsen. Er staat een kerk en een stuk of tien huizen, dan ben je er wel zo ongeveer. En zelfs zo'n dorpje heeft dus wat nagelaten aan de wereld, het Baskenland is onovertroffen. Baskische roots voor Che dus, vandaar dat het zo'n revolutionair was. In Guevara, in het Baskisch ook wel Gebara genoemd, slaan we linksaf waarna we over een wat smallere brug fietsen. Al snel wordt het weer breed en al snel volgt er ook weer een volgende bocht, ditmaal gaat het naar rechts. Na deze bocht rijden de renners weer eens drie kilometer rechtdoor over een gigantisch brede weg die minimaal glooiend is maar vooral heel vlak. Wat het meeste zal opvallen: in deze contreien zullen we geen mensen langs de kant van de weg zien staan. Helemaal vlak is het overigens toch niet, even mezelf corrigeren, er zit een piepklein stukje in dalende lijn tussen met tijdens dat kleine afdalinkje één bocht waar daadwerkelijk goed gestuurd moet worden. Aan het eind van deze weg slaan de renners linksaf en dan volgt er een tocht langs het provinciale park van Garaio en het stuwmeer van Uribarri-Gamboa.




Het stuwmeer van Uribarri Gamboa hebben we de afgelopen jaren al regelmatig zien passeren in de Vuelta, we zijn al vaker van Gasteiz naar dit natuurgebied gereden. Het is een belangrijk gebied, vanwege de recreatie die hier plaatsvindt. Zonder de recreatie zou het ook belangrijk zijn, want het stuwmeer voorziet alle inwoners van Araba van water en ook een deel van Bizkaia krijgt water aangeleverd dankzij dit stuwmeer. Het grootste reservoir van het Baskenland, gevoed door de rivier de Zadorra. De bouw begon in 1947 en eindigde in 1956. Door de bouw van het stuwmeer veranderde het hele gebied hier wel. Enkele dorpjes verdwenen onder water, andere dorpjes verdwenen niet onder water maar werden wel verlaten omdat de landbouwgrond om het dorp heen verdween. Garaio is een van die dorpjes dat nu niet meer bestaat, het park aan de oostkant van het stuwmeer is naar dit voormalige dorp vernoemd. Het heeft aangename badzones, evenals verschillende diensten met betrekking tot baden en recreatie, waaronder parkeergelegenheid, een informatiecentrum, toiletten, kleedkamers, douches en fonteinen. Om deze reden staat het bekend als het strand van Gasteiz. In 2018 had het strand een blauwe vlag. Dit is wat ik van de Baskische Wikipedia heb weten te halen. Een parkeerplaats, essentieel. Er zijn blijkbaar twee stranden, bij elkaar 2600 meter lang. Het park van Garaio vormt een soort schiereiland in het stuwmeer, even verderop ligt er midden in het stuwmeer ook nog een echt eilandje. Het is voor de mensen uit Gasteiz een van de favoriete bestemmingen in de zomer, ze trekken met z'n allen massaal naar dit natuurgebied toe om lekker te ontspannen. Op het water kun je ook nog allerlei activiteiten ondernemen, roeien en kanoën bijvoorbeeld. Of je kunt vogels gaan spotten in Mendixur, opties genoeg. De renners rijden negen kilometer langs het stuwmeer, de wegen zijn continu recht, breed en vlak. Na een tijd fietsen we langs het dorpje Marieta, een dorpje dat voor het ontstaan van het stuwmeer groter was. Zo'n stuwmeer is belangrijk, maar het zorgt toch ook voor een hoop lokaal leed. Het begin van deze rit is ontzettend simpel, waar tot nu toe niet heel veel aan te doen is. Dat wordt anders als we het dorpje Landa bereiken. Een dorp met een vergelijkbaar verhaal, ook dit dorpje was voor het stuwmeer een stuk groter. In het dorpje Landa denken we natuurlijk aan Mikel Landa, een renner die afkomstig is uit de provincie Araba. Niet uit het gelijknamige dorp, wel uit Murgia, dat ligt een klein stukje verderop. Tijdens de Vuelta reden we al eens door Murgia, maar zoveel geluk heeft Mikel vandaag niet. In Landa hadden we rechtsaf kunnen slaan richting Leintz Gatzaga, waar we een klimmetje vinden en tevens Virgen de Dorleta. Dat is de Baskische variant van Madonna del Ghisallo, het lokale bedevaartsoort voor de wielrenners. Dat slaan we alleen over, we slaan in Landa linksaf en rijden op een vlakke manier verder richting Legutio, zes kilometer verderop. De renners laten het stuwmeer van Uribarri Gamboa achter zich en gaan op weg naar het volgende stuwmeer, dat van Urruanaga. Onderweg naar Legutio komen we een paar bochten tegen, maar we fietsen toch vooral over brede, rechte en vlakke wegen door een omgeving die groen begint te worden. De grote leegte van Araba laten we achter ons, we betreden de zone van de bossen. En van de stuwmeren, dus. Na 40,6 kilometer komen we uit in Legutio, waar heel vroeg op de dag al de eerste tussensprint gaat volgen. Dat biedt kansen op een scenario waarin enkele rappen mannen een poging doen om de vlucht van de dag te halen. De openingsfase is dusdanig simpel dat ze zomaar kunnen meeschuiven met een vlucht om wat goedkope punten op te halen. Het kan het begin van deze etappe wat vermakelijker maken, als we geluk hebben.


https://upload.wikimedia.(...)Dbarri-Gamboa_02.jpg[/img]

In Legutio vinden we vooral veel industrie terug, het is niet het meest sprankelende dorp. Zowel in de Vuelta van 2022 als die van 2020 reden we al eens door het dorp heen, en fietsten we langs de stuwmeren van deze regio. Voor heel wat renners zullen het dus bekende wegen zijn, al kun je het ze prima vergeten als ze dit meteen uit hun geheugen hebben gewist. We rijden meestal in het begin van een etappe langs de stuwmeren, hier wordt de koers nooit bepaald. Het zijn kilometers die we even moeten overbruggen. Het laatste stuk voor de tussensprint loopt volledig rechtdoor over een brede en vlakke weg, voorbij de tussensprint en buiten Legutio gaan we beginnen aan een ander, beter deel van de rit. Vlak voor we over een mooie brug naar de andere kant van het stuwmeer van Urruanaga zouden fietsen slaan de renners rechtsaf. Na deze bocht naar rechts volgt er een paar meter later nog een bocht naar rechts en als het daarna naar links gaat beginnen we aan een klimmetje. Het gaat anderhalve kilometer aan 6% omhoog, bijna volledig rechtdoor. Met wat mazzel blijft alles tot de tussensprint bij elkaar, waarna er op dit muurtje een sterke kopgroep kan gaan ontstaan. Na dit korte klimmetje rijden de renners vijf kilometer over een zo goed als vlakke weg door de bossen van Aramaio. Tussen de bossen in fietsen we ook nog langs het stuwmeer van Albina, het stikt hier van de stuwmeren. Het is hier prachtig groen, er staan heel veel mooie bomen en dus hebben we in ieder geval nog de omgeving om van te genieten. Na de vijf vlakke kilometers volgt er een tweede knikje omhoog, richting de top van een klimmetje dat blijkbaar naar de naam Krutzeta luistert. Het gaat een kilometer aan 7% omhoog, maar in feite is het de eerste halve kilometer vals plat en gaat het in de tweede halve kilometer aan 10% omhoog. De eerste lastige fase van deze etappe, het werd onderhand ook wel tijd. Een brede, golvende weg omhoog in het bos, het is wel een decor. Op de top van de klim gaan we rechtdoor. We zouden ook linksaf kunnen slaan om even naar de Ermita de San Cristobal te fietsen. In de buurt van deze ermita krijg je een werkelijk schitterend uitzicht aangeboden over de vallei van Aramaio. Het is terrein om duimen en vingers bij af te likken.




De renners krijgen geen kans om de schoonheid van deze regio te bewonderen, na het laatste knikje omhoog volgt er een wat langere afdaling. Het gaat de komende acht kilometer aan meer dan 5% gemiddeld omlaag richting Arrasate. Het eerste deel van de afdaling tot in Ibarra gaat heel pittig zijn. Een kleine vijf kilometer gaat het aan stevige percentages omlaag, op sommige momenten dik boven de 10%. De andere kant van Krutzeta is een stuk lastiger, zoveel is duidelijk. We dalen de hoogvlakte van Araba af en gaan beneden uitkomen in Gipuzkoa. De passage in de provincie Araba zal uiteindelijk niet eens 60 kilometer duren, de provincie komt er bekaaid vanaf. De weg omlaag is breed en het asfalt is goed, toch gaat dit een verduiveld lastige afdaling worden. Het gaat heel steil omlaag en we komen heel veel bochten tegen. Een aantal haarspeldbochten, een aantal snelle bochtjes, bovenal een hoop bochten waar je het einde niet van kunt zien. Ook aan de andere kant van de klim domineren de bomen en dus zien de renners vaak niet waar ze naartoe gaan. Er zitten een aantal bochten tussen die echt link zijn, ik zie ze hier zomaar op hun bek gaan. Na een kilometer of 50 moeten de renners dus even heel goed op gaan letten, dit is een technische afzink. Na vijf kilometer steil en bochtig dalen komen we uit in het dorpje Ibarra, het grootste dorp van de gemeente Aramaio. Uit deze gemeente zou de ontdekkingsreiziger Lope Aguirre afkomstig zijn, al komt die volgens andere bronnen dan weer uit Oñati, een plaats die we dadelijk gaan bezoeken. Uit de gemeente Aramaio is ook Idoia Asurmendi afkomstig, een prima zangeres.



Voorbij Ibarra loopt de weg nog een kilometer of drie verder omlaag, maar het spannende gedeelte van de afdaling is voorbij. De brede weg wordt wat rechter terwijl het veel minder steil omlaag gaat. Het gaat vals plat omlaag, soms lijkt het zelfs wat omhoog te gaan. Er is nu meer tijd om te genieten van de prachtige omgeving, over een snelweg fietsen we door een prachtige vallei Arrasate tegemoet. In de omgeving van het dorpje Gesalibar wordt het helemaal vlak en dat blijft in de vijf kilometer daarna ook zo. In Gesalibar verlaten we Araba en betreden we Gipuzkoa, het korte verblijf in Araba zit er nu wel weer op terwijl we de rest van de rit in Gipuzkoa gaan bivakkeren. In het stuk tussen Gesalibar en Arrasate komen we vooral een paar vluchtheuvels en een aantal rotondes tegen, qua bochten valt het wel mee. De eerste vijf kilometer van die afdaling, daar ga ik wel even met samengeknepen billen naar kijken, maar daarna kan ik weer ontspannen. In Gesalibar rijden we ook nog even onder een bijzonder gebouw door en daarna gaan we zien dat de vallei steeds meer gevuld wordt door bedrijven. Via Garagartza en een uitgestrekt industrieterrein rijden de renners na 61 kilometer door het centrum van Arrasate, een stad die ook wel Mondragón wordt genoemd. In de stad bevindt zich een universiteit, verbonden aan de Mondragón Cooperative Corporation. In 1943 sticht een lokale priester, José Maria Arizmendiarietta, in het Baskisch dorpje Arrasate (beter bekend als Mondragón) een kleine dorpsschool om arbeiderszonen en -dochters te voorzien van een combinatie van technische, 'spirituele' en sociale scholing. In 1956 stichten vijf studenten van deze school de eerste coöperatieve fabriek: ULGOR. Een jaar later wordt reeds een tweede fabriek opgericht en in 1959 de 'Caja Laboral Popular'. Deze bank speelde in de latere geschiedenis van de coöperatie een belangrijke rol als 'centrum' van een heel netwerk van coöperatieven. In 1991 werd MCC opgericht als een overkoepelend orgaan voor het hele netwerk van coöperatieven. Alle coöperatieven van het netwerk zijn gesticht onder een systeem van 'economische democratie'. Het management wordt elk jaar gekozen door een 'algemene vergadering' met delegaties van elke tak van de federatie, die democratisch aangeduid is door de arbeiders van de verschillende, aparte coöperatieven. In deze 'algemene vergadering' wordt niet enkel het management gekozen, maar wordt ook gestemd over een algemeen bindend strategisch plan voor de federatie. De Coöperatieven zijn gebonden aan dit plan maar hebben wel de mogelijkheid om op elk moment uit de federatie te stappen. Naast de bank bestaat de federatie ook nog uit een universiteit, een systeem van sociale zekerheid, een voedingswarendistributeur en veel meer. Een onderzoek heeft aangetoond dat het Mondragón-experiment een aantal zeer lovenswaardige resultaten bereikt heeft. Zo slaagt de federatie erin om de werkloosheid laag en zo de lokale economie levendig en stabiel te houden. Zo kunnen de arbeiders van een fabriek in moeilijke perioden zelf kiezen hoe ze het bedrijf erdoor willen helpen. Hieruit blijkt dat ze meestal voor inkomensmatiging kiezen boven ontslagen. Desnoods proberen ze werknemers over te plaatsen naar andere takken van de federatie. De federatie combineert ook een meer 'egalitaire' manier van beloning met een grotere effectieve controle en invloed in de strategie van het bedrijf. Klinkt vrij utopisch allemaal, maar in het Baskenland kan dit dus. Geen keihard kapitalisme, ik ga staan en ik applaudisseer. Er zijn overigens ook wat kritischere geluiden, dat is dan weer jammer. Een van de bedrijven van Arrasate is Fagor, ooit nog sponsor van een wielerploeg, ver voor mijn tijd. Arrasate valt op, vooral vanwege de ligging onder een imponerende berg. Hoog boven de stad uit torent Udalatx. Een prachtige steenpuist met een kalkstenen kop. Dat Arrasate een plaats is vol ingenieurs blijkt wel uit het feit dat Ivan Velasco afkomstig is uit de stad. Ivan Velasco was een wielerprof, hij reed jarenlang vrij anoniem rond bij Euskaltel-Euskadi. Na zijn profbestaan wist hij zich te ontpoppen tot technical specialist. Eerst werkte hij bij Astana en nu bij Movistar. Alles wat met de fiets te maken heeft is zijn terrein, hij zorgt ervoor dat de jongens het beste materiaal op de beste manier gebruiken. Een fietswetenschapper, onze Ivan. Uit Arrasate is ook Ines Osinaga afkomstig, zij was de zangeres van de band Gose en tegenwoordig brengt ze solo muziek uit. Aanraders, zonder meer. Maar Arrasate is ook de thuisbasis van twee van de leden van NEOMAK, een van de hipste bands van het Baskenland. Zo hip en populair dat ze afgelopen donderdag de ploegenpresentatie mochten afsluiten. Ze brachten hun nummer XXI. Mendekua ten gehore, een knaller van een song. Traditionele Baskische muziek vermengt met elektronische invloeden, begeleid door liefst zes stemmen, ik ben fan. Omdat we XXI. Mendekua ondertussen wel kennen gooi ik er even een ander nummer in, momenteel ben ik vooral Biluzik veel aan het draaien. Het tweede deel van het nummer is formidabel.



Er schijnt een klimwedstrijd te zijn van het centrum van Arrasate naar de top van Udalatx, haha, knettergek. De renners komen beter weg, ze hebben in het centrum van Arrasate alleen maar af te rekenen met een stuk of acht rotondes. Het wordt wel weer een passage met enthousiast veel publiek, nu we Araba achter ons hebben gelaten komen we in dichtbevolkter gebied terecht met meer hart voor de koers. In Gipuzkoa zijn ze misschien zelfs nog wel gekker dan in Bizkaia, dat belooft wat. De doortocht in het centrum van Arrasate is lichtelijk technisch, ook als we de stad verlaten blijven de rotondes zich opstapelen. Wel is het even een aantal kilometer vlak, voorlopig de laatste kilometers. Een eindje buiten Arrasate, na een tijd door de vallei van de Deba gereden te hebben, slaan we bij weer een nieuwe rotonde rechtsaf en dan gaan we op weg naar Oñati. We komen in een andere vallei terecht, ook een schitterende. Tien kilometer rijden we over dezelfde weg langs een beekje door een vallei die amper groener kan zijn. Het is hier onvoorstelbaar mooi. De weg is iets grilliger, we pakken hier een aantal hoogtemeters mee. Geen echte klimmetjes, maar Baskisch vlak. Zonder veel verder oponthoud bereikt het peloton na 74 kilometer Oñati, een kleine maar belangrijke stad. In Oñati vinden we de universiteit van Oñati, de oudste universiteit van het Iberisch schiereiland. De universiteit werd in 1540 gesticht, tegenwoordig huisvest de universiteit het International Institute for the Sociology of Law. Het is een prachtig gebouw, gelegen op de Plaza de los Fueros, waar we ook het barokke stadhuis uit de 18e eeuw vinden. De universiteit heeft te gelden als een van de belangrijkste renaissancemonumenten in het Baskenland. Het portaal en de hoektorens van de voorgevel zijn rijkelijk versierd in de platereske stijl. Binnen zijn de patio, de kapel en het mudéjarplafond eveneens het vermelden waard. Tussen 1545 en 1901 was ze de eerste en enige universiteit van Baskenland. Heden ten dage herbergt het gebouw naast dat internationale instituut voor gerechtelijke sociologie ook nog de administratieve diensten van de provincie Gipuzkoa. Er is ook een kicken gotische kerk te vinden uit de 15e eeuw, Oñati werd door de schilder Ignacio Zuloaga ook wel het Baskische Toledo genoemd en de aanwezigheid van deze monumenten is daar de reden van. In de bergen boven Oñati vinden we het Arantzazuko santutegia, oftewel het heiligdom van Aranzazu. Dat ligt een heel eind van de route, maar je kunt er donder op zeggen dat het toch in beeld gaat verschijnen. Indrukwekkend bouwwerk. Oñati heeft enkele bekende inwoners, de bekendste is waarschijnlijk Markel Irizar. De man die ooit een ritzege in de Tour werd toebedicht, waarna het tot ieders teleurstelling om Jan Bakelants bleek te gaan. Markel Irizar was heel lang in het peloton actief, in zijn beginjaren bij Euskaltel en later bij RadioShack en de vervolgploegen. In 2019 beëindigde hij zijn carrière. Een trouwe knecht, tevens een van de weinige Basken die een beetje kon tijdrijden. Ook een man met een verhaal, omdat hij met teelbalkanker af te rekenen kreeg. Mede daardoor kwam hij op voorsprak van Lance Armstrong in 2010 bij RadioShack terecht. Tegenwoordig heeft Markel Irizar zijn eigen koffiebarretje in Oñati, als je in de buurt bent moet je zeker een bezoek brengen aan Bizipoz Kafe. Bizipoz staat voor levensvreugde, sinds hij kanker overwon is dat het levensmotto van Irizar gewonnen en dankzij zijn heerlijke koffie en fantastische gebakjes weet hij alle bezoekers van zijn bar ook op wat levensvreugde te trakteren. Een andere voormalig prof uit Oñati is Jon Odriozola, de man achter de ploeg Euskadi-Murias. Fantastische ploeg was dat, twee jaar op rij wonnen ze een rit in de Vuelta. Toen kwam de Fundación Euskadi langs, pikte sponsoren als Etxeondo, Orbea en Euskaltel in en dat was het einde van Euskadi-Murias. Een paar jaar konden we genieten van de werken van Odriozola, die alle renners naar een hoger niveau wist te stuwen. Aan het eind van 2019 verdween de ploeg en sindsdien zitten we naar het prutswerk van Jorge Azanza bij Euskaltel-Euskadi te kijken. Ik ben nog steeds witheet. Bring back Odriozola.




Lope de Aguirre, de geduchte en gewelddadige veroveraar die in 1559 op expeditie vertrekt vanuit Peru om het mythische El Dorado te ontdekken kwam dus eventueel ook uit Oñati, of uit Aramaio. Op het witte doek werd hij onsterfelijk gemaakt door Werner Herzog. In zijn film Aguirre der Zorn Gottes vertolkt de Duitse acteur Klaus Kinski op grandioze wijze de ridder die van zijn tijdgenoten 'el Loco' als bijnaam kreeg. Die film heb ik gezien, aanrader. In ieder geval, we rijden door het middeleeuwse Oñati over een brede weg die wel meerdere rotondes bevat. Buiten deze historisch belangrijke plaats, misschien wel de meest monumentale plaats van Gipuzkoa, begint de eerste officiële klim van de dag. We fietsen langs het klooster van Santa Clara de Bidaurreta en dan gaat het zeven kilometer aan 3,8% omhoog naar Udana. De organisatie houdt het op 4,5 kilometer aan 5%, zij laten de eerste twee kilometer aan 2% voor wat het is. Na dit vals platte begin gaat het verduiveld regelmatig steevast aan 5% omhoog naar de top van de klim. De weg omhoog is breed en wordt nooit steil, zelfs niet als we halverwege de klim kort achter elkaar vier haarspeldbochten tegenkomen. We passeren de Mirador del Valle de Oñati, een plek met een prachtig uitzicht. Voorbij de mirador loopt de weg weer wat meer rechtdoor omhoog, uiteraard in een groene omgeving. Onderweg naar de top kunnen we af en toe een blik werpen in de vallei, waar prachtige bossen liggen. Voor de wielertoerist lijkt het me een geweldige klim, continu heel gelijkmatig aan 5% klimmen met als toegift een mooi uitzicht erbij. Voor de koers is het net iets minder, de klim is bepaald niet lastig genoeg. Er liggen in de omgeving heel wat klimmen die een stuk lastiger zijn, maar de parcoursbouwers hebben een route uitgestippeld die de grootste uitdagingen uit de weg gaat. Na 81 kilometer komen we boven op de top van Udana, een klim van de derde categorie. Een mooie klim, aangezien het vroeg op de dag is zullen we het maar omschrijven als een opwarmertje.




Na de beklimming van Udana gaat het heel kort naar beneden, een afdaling van drie kilometer is het volgende onderdeel van het programma. Dit is een afdaling van niets, de weg is breed, we komen weinig bochten tegen en het gaat gemiddeld aan een procent of drie omlaag. Door het bos dalen we op de meest voorzichtige manier af richting Legazpi, maar die stad gaan we niet bereiken. Vlak voor Legazpi bereiken de renners een industrieterrein, waar onder meer het Euskal Burdinaren Museoa kunt vinden, een museum waar je alles kunt leren over het mijnverleden van deze streek. Voorbij het museum slaan de renners rechtsaf en dan beginnen ze meteen aan de volgende klim, het gaat de komende 2,7 kilometer aan 5,3% gemiddeld omhoog naar Aztiria. Deze klim gaat heel bijzonder worden voor Alex Aranburu. Alex komt uit Ezkio-Itsaso, dat is een klein dorpje dat een heel stuk verderop ligt, een dorpje waar we tijdens deze rit niet gaan passeren. Maar, de familie van zijn moeder woont op de heuvels van Aztiria. Tijdens deze klim gaat hij langs de boerderij van zijn grootouders mogen fietsen, waar de hele familie zich zal verzamelen. Voluit heet hij Alex Aranburu Deba, de familie Deba zal tijdens deze rit op de afspraak zijn. Op het grasveld rond het huis zullen er doeken worden gelegd met daarop natuurlijk aanmoedigingen voor Alex, nu nog hopen op een oplettende regie die dit fenomeen gaat vastleggen. Blijkbaar bestaat de familie Deba uit 70 personen en ze zullen zich allemaal verzamelen in de baserri, de traditionele boerderij. Moet toch een geweldig gevoel geven, tijdens de Tour de France langs zo'n plek rijden waar je zoveel tijd hebt doorgebracht en die zo'n speciale betekenis voor je heeft. De klim zelf is niet heel spannend, over een brede weg gaat het weer vooral omhoog door de bossen. Wat bochten erbij, maar op een beginstukje aan 7% na stelt het betrekkelijk weinig voor. Buiten de bossen komen we tussen de huizen van de gemeenschap Aztiria te fietsen, waar een paar minimale steile stroken te vinden zijn maar al bij al is dit geen hele spannende klim. Er staat heel vaak de naam Alex op de weg gekalkt en na bijna 88 kilometer bereiken we de top van deze klim. Aupa Alex!





Het spandoek voor Alex is gemaakt in de stal, tussen de koeien in. Dat vind ik dan wel weer geestig. Dat de klim zelf niet heel bijzonder is vind ik dan weer minder geestig, maar afijn. Wel nieuw asfalt, zo te zien. Na de klim volgt er een afdaling van acht kilometer richting Segura, we beginnen de afdaling met een aantal snelle en niet al te overzichtelijke bochten terwijl de brede weg iets minder breed is geworden. De eerste vier kilometer van de afdaling blijft dit zo, het is draaien en keren over een net wat smallere weg terwijl er ook hier weer eindeloos veel bomen te vinden zijn. Er komen een paar haarspeldbochten voorbij, enkele andere scherpe bochten, ik vind dit toch wel weer een link afdalinkje. De eerste dag was alles breed, nu zoeken we wat dat betreft iets meer de grens op. Na vier kilometer in dalende lijn fietsen we langs Aizpitta: Aizpeako meatze guneko adieraztegia (Erreserbatzea beharrezkoa). Geen idee wat hier staat, maar het heeft in ieder geval te maken met een oude mijn. De Aizpeko ijzermijn, om precies te zijn. Een monumentencomplex, waar je veel interessante sporen van de mijnbouw kunt vinden: ondergrondse gangen, oude rails, en de mijngebouwen zelf. De ovens hebben stiekem wat weg van een kasteel. Het is tegenwoordig te bezoeken als museum, je kunt overal rondlopen en in het hoofdgebouw een tentoonstelling bezoeken. De renners negeren dat volkomen en ze dalen nog eens vier kilometer verder af, via Zerain komen ze vervolgens in Segura uit. Het tweede deel van de afdaling is ook gewoon lastig, de weg blijft vrij smal en we komen nog een paar vervelende bochten tegen. De billetjes worden hier weer samengeknepen. Ter hoogte van Zerain gaat het wel even een kort stukje omhoog, veel stelt dat niet voor. Uit dit dorpje is blijkbaar de grootvader van de schilder Francisco Goya afkomstig, zo leer je nog eens wat. In Zerain botsen we op een rotonde en een paar vluchtheuvels, maar buiten het dorp mogen we wel de resterende kilometers van de afdaling afwerken over een veel bredere weg. Minder lastige bochten ook, het is even zes kilometer doorbijten tot in Zerain maar dan hebben we het ergste gehad. Wel nog wat bochten, maar de bredere weg helpt en we verlaten het bos waardoor het hier iets overzichtelijker is. Er staan wat wijnranken langs de kant van de weg en we kijken hier uit op de heuvels in de omgeving, het is ineens weer aangenaam fietsen geworden. Beneden gaan we bij een rotonde rechtdoor en dan rijden we op een vlakke manier dwars door het centrum van Segura. De komende 15 kilometer werken we af in licht dalende lijn. Vals plat omlaag door de vallei, van dorpje met een verhaal naar dorpje met een verhaal. Het verhaal van Segura is niet heel bijzonder, al is het wel een mooi middeleeuws plekje.



De komende kilometers gaan we door de Goierri fietsen, ook wel de Baskische Hooglanden genoemd. Goierri is een van de acht comarcas in de Spaanse provincie Gipuzkoa. Het is samengesteld uit 18 gemeenten, waarvan Beasain, Ordizia en Lazkao de belangrijkste steden zijn. Bijna al die gemeenten gaan we de komende kilometers vereren met een bezoekje. In Segura fietsen we dwars door het centrum over een wat smallere weg, we zien daardoor wel het lokale marktplein en daar zou ik best een middagje op een terrasje willen hangen. De straatjes hier zijn wat smaller en er liggen wat steentjes, terwijl we langs de fraaie huizen fietsen. Een aantal zijn flink oud, maar goed bijgehouden. Kleurrijk, grote stenen, veel hout, Segura heeft wel wat. Buiten het centrum rijden we een tijd rechtdoor over brede en zo goed als vlakke wegen verder. We komen wel wat rotondes tegen, maar niet veel meer dan dat. Na een tijd rijden we ineens door het grondgebied van de gemeente Idiazabal. Het dorp negeren we, maar we passeren wel de gemeentegrenzen. Idiazabal zou een bekende naam kunnen zijn, want ze maken hier kaas. Idiazabal is een kaas gemaakt van ongepasteuriseerde schapenmelk, meestal van Latxa- en Carranzana-schapen in het Baskenland. Het heeft een enigszins rokerige smaak, maar is meestal niet gerookt. Geen idee of dit klopt, een van de Baskische producten die ik nog nooit tot me heb genomen. In principe hoeft de kaas niet per se uit Idiazabal zelf te komen, er is een oorsprongsbenaming gecreëerd voor de kaas in 1987 en als je je aan de voorschriften houdt die zijn opgesteld kun je de kaas overal maken. Maar goed, het begon dus wel ooit in Idiazabal. We negeren dit dorp verder en rijden via een weg vol rotondes het industrieterrein van Olaberria tegemoet. Uit dit plaatsje is Txiki Begiristain afkomstig, een voormalig voetballer die tegenwoordig technisch directeur is van Manchester City. Een lul, met andere woorden. De renners rijden dwars over het industrieterrein en komen daar vooral veel bedrijven tegen, schokkend. Voorbij het industrieterrein bereiken we Ihurre, daar ligt een rotonde en voorbij die rotonde komen we uit in Beasain. Beasain is de vestigingsplaats van Construcciones y Auxiliar de Ferrocarriles (CAF), een Spaanse fabrikant van spoor- en tramwegmaterieel, die onder andere tram- en metrostellen heeft geleverd aan het Gemeentelijk Vervoerbedrijf in Amsterdam en de Sprinter Nieuwe Generatie aan de Nederlandse Spoorwegen. Sow. Beasain is vooral een stad met veel industrie, maar ze hebben hier ook wat oude gebouwen. Het paleis en de brug van Igartza bijvoorbeeld, harstikke leuk. Ze hebben hier ook hun eigen amateurkoers, waar onder meer de nieuwe Baskische fenomenen Igor Arrieta en Xabi Berasategui de afgelopen jaren wisten te winnen.



In de buurt van Beasain ligt ook Lazkao, waar Joseba Beloki werd geboren. We hebben inmiddels geleerd dat hij daarna in Vitoria-Gasteiz gaat wonen, maar toch, dit is de geboortegrond van Beloki. Zijn broer Gorka schijnt zelfs geboren te zijn in Beasain. Die was ook nog even een paar jaar prof, met dank aan Joseba. In Beasain komen de renners redelijk wat bochten en rotondes tegen, verder rijden ze op een vrij makkelijke manier door de vallei richting het volgende bekende dorp, Ordizia. Deze plaats kennen we van de lokale profkoers, Prueba Villafranca-Ordiziako Klasika. Een typisch Baskische koers, met een hoop heuvels. Werd ooit gewonnen door Daniel Teklahaimanot, jawel! Vorig jaar ging de winst dan weer naar Simon Yates, die zich altijd als een vis in het water voelt in het Baskenland. Geen toeval dat ie gisteren ineens op de afspraak was. De recordwinnaar van de koers is Ricardo Montero en dat is wel geestig, want die kwam uit Ordizia. Hij en zijn broer Luciano werden weliswaar ergens anders geboren, maar ze groeiden op in Ordizia en allebei werden ze verdienstelijke coureurs. Ordizia is een buurgemeente van het iets grotere dorp Beasain. Samen liggen ze aan de rivier de Orio. Iedere woensdag is er een grote, bedrijvige markt. Er worden veel dorpsfeesten gehouden en concoursen voor fruit, wijnen, kazen, kippen, enz. Bij de koers, een van de oudste van het land, hoort ook altijd een dorpsfeest. Voor de fans van het songfestival kan ik nog melden dat Twin Melody uit Ordizia komt, jawel. Enfin, in Ordizia steken we de Orio over en dan rijden we nog een aantal kilometer over brede en vlakke wegen door een deels groene en deels industriële omgeving richting Zaldibia. Na 110 kilometer koers, op 100 kilometer van het eind, bereiken we Zaldibia. José Nazabal is van hier, een renner die in 1976 derde werd in de Vuelta en dus de renner die godbetert de enige Tourrit met aankomst in Gasteiz wist te winnen. In Zaldibia beginnen we na een rotonde aan een officieuze klim. De komende 5,5 kilometer gaat het aan 4,2% omhoog naar Larraitz, een klim die door altimetrias.net wordt omschreven als mooi en rustig. De spectaculaire berg Txindoki schittert gedurende de hele klim op de achtergrond. Een typische Gipuzkoaanse klim met een landscahp vol boerderijen en groene weiden. De klim begint met een kilometer vals plat aan 2,5%, daarna gaat het een kilometer aan 4,5% voor we te maken krijgen met een kilometer aan 7%. Enigszins veeleisend, maar het valt wel mee. Na de wat lastigere kilometer gaat het nog even omhoog aan 5% voor het richting de top afzwakt naar 3%. Overal in het Baskenland kun je zwaardere beklimmingen vinden, de renners worden behoorlijk gematst.




Txindoki of Larrunarri is een iconische berg (1.346 m) gelegen in de regio Goierri, Gipuzkoa. Het wordt ook wel de Baskische Matterhorn genoemd vanwege zijn piramidale vorm. Zo! Het vormt het westelijke uiteinde van het Aralar-gebergte, een gebergte dat we vooral kennen vanwege enkele beklimming van San Miguel de Aralar in de Vuelta. Dat is vaak wel aan de andere kant van het gebergte, ginder in Navarra. De weg omhoog, met dus continu een blik op de berg Txindoki, is mooi en goed. Vrij bochtig, maar ach. Na de top, waar enkele leuke restaurantjes te vinden zijn, is het eigenlijk anderhalve kilometer zo goed als vlak. Daarna dalen we vier kilometer af, via Abaltzisketa rijden de renners naar Amezketa. De andere kant van Larraitz is eigenlijk een stuk lastiger, voorbij het dorpje Abaltzisketa, waar een dikke kerk staat, gaat het meteen een kilometer heel steil omlaag. Wel een zeer brede en goede weg, ondanks een aantal bochten mogen we hier toch niet al teveel problemen verwachten. Voor we het weten bereiken we na 119 kilometer koers Amezketa, waar we bij een rotonde linksaf slaan. Even later komen we een tweede rotonde tegen en daarna volgen we vijf kilometer dezelfde zo goed als vlakke weg. Helemaal vlak is het hier uiteraard nooit, maar voor Baskische begrippen is het dat wel. Via het piepkleine dorpje Ugarte rijden de renners richting Alegia, maar dat plaatsje gaan ze nooit bereiken. Vlak voor Alegia slaan we in een klein gehuchtje rechtsaf en daarna loopt de weg twee kilometer aan 7% omhoog richting Altzo. We rijden ineens over terrein dat we wellicht nog kennen, want tijdens de afgelopen Itzulia reden we ook al door deze contreien. Wel van de andere kant, maar ook toen gingen we naar Amezketa en Altzo. Nu steevast in tegengestelde richting, maar alsnog, we kunnen het vast nog dromen. De weg omhoog naar Altzo is smal, het bos is donker, er komen een aantal bochten voorbij en het is steil. Een ongecategoriseerd klimmetje, net als de klim naar Larraitz. Daar snap ik heel weinig van. Hoe dan ook, in de eerste kilometer van de klim gaat het aan 7,5% omhoog, in de tweede kilometer aan 6,5%. Zo kom je uit op twee kilometer aan 7%, logisch. Na 127 kilometer komen we uit in Altzo, een klein dorpje met een groot verhaal. In Altzo werd Mikel Jokin Eleizegi Arteaga, de Reus van Altzo. Mikel leed aan een ziekte waardoor hij eindeloos bleef groeien, hij werd liefst 2,42 meter lang. Met die lengte zou hij nu opvallen, maar halverwege de 19e eeuw al helemaal. Hij werd een levende circusvoorstelling, hij werd van hot naar her gesleept om hem overal tentoon te stellen. Zijn leven is verfilmd, ooit stond die film zelfs op Netflix. Nu niet meer, jammer. Handia, alsnog een aanrader. Ter nagedachtenis aan de reus vinden we in Altzo een standbeeld en zelfs een heus museum. Tijdens zijn leven werd hij al uitgebuit door anderen die een slaatje uit zijn ziekte probeerden te slaan, na dat zijn dood is dat doodleuk zo gebleven.



De afdaling die volgt na de klim in Altzo kennen sommige renners zeker, die hebben we amper een paar maanden geleden nog gezien in de Itzulia. Het gaat vrij kort vrij steil omlaag over een weg door een donker bos. Het is een bochtige weg, we komen een paar zeer scherpe bochten tegen. Breed is het niet, twee auto's kunnen elkaar hier met moeite passeren. Het wordt dus een technische afzink, maar de recente Itzulia heeft ons geleerd dat hier geen ongelukken hoeven te gebeuren. Al is de Tour wel een totaal andere koers met net wat meer belangen. Ik zou alleen niet teveel risico nemen tijdens deze afdaling, de finish is nog ver weg, het is het niet waard. Ga het liefst maar zo rustig mogelijk omlaag, dat is hier wel verstandig. Na een afdaling van amper twee kilometer komen we uit in Txarama, hier slaan we linksaf en dan bereiken we een brede weg die ons rechtdoor naar Tolosa zal brengen. Een aantal kilometer rijdt het peloton over brede en redelijk rechte wegen, eenmaal in Toloso komen we een paar bochten en wat rotondes tegen. We steken een keer de Oria over, maar heel schokkend zijn de bochten allemaal niet. Het is een vrij eenvoudige tocht langs het gezellige Tolosa, de stad van Xabi Alonso. De voormalig voetballer die tegenwoordig trainer is van Bayer Leverkusen en daar ook flink aan de weg aan het timmeren is. Josu Agirre komt ook uit Tolosa, een wielrenner die ooit nog een paar jaar voor Euskaltel reed. Het zijn niet allemaal toppers die ze daar hebben gehad. Maar er komt mogelijk wel weer een nieuwe topper aan. Voormalig basketballer Gorka Sorrarain, pas sinds twee jaar actief als wielrenner, werd op het recente Spaanse kampioenschap zomaar vijfde. Wellicht een nieuwe Baskische topper, dat zou geestig zijn. Basketbal hadden we nog niet gehad, weer eens wat anders. In de buurt van Tolosa ligt Ibarra, dat is dan weer de woonplaats van Unai Iribar en Unai Zubeldia. De ene is al prof bij Euskaltel, de andere gaat dat volgend jaar worden. Grote talenten, nu nog een keer wat beter begeleiding en dan kan het iets gaan worden. En dan heb je nog Naia Amondarain, van de vrouwenploeg van Euskaltel, ook al afkomstig uit Ibarra, jeminee, wat een broeinest van talent. Na wat bochten in Tolosa fietsen we rechtdoor langs de Oria naar Anoeta, het dorp van Abraham Olano. De winnaar van de Vuelta van 1998, en de wereldkampioen van 1995 in Duitama. Doordat hij werd gezien als opvolger van Miguel Indurain vielen zijn prestaties wat tegen, maar hij heeft alsnog een erelijst om jaloers van te worden. Zoveel Basken zijn er niet die een grote ronde hebben gewonnen, Olano is het toch maar mooi gelukt. Na zijn carrière is Olano bondscoach geworden van Gabon, dat vind ik altijd heel geestig. Een bijbaantje, mag je wel zeggen. Ieder jaar kruipt hij rond La Tropicale Amissa Bongo uit z'n holletje. Dat is een koers in Gabon en tijdens die koers is hij de ploegleider van de nationale ploeg van Gabon. Die jongens halen vaak de finish niet, dus de invloed van Olano is beperkt. Na La Tropicale keert Olano weer terug naar Anoeta en dan horen ze niks meer van hem. Hooguit slaat hij in een interview wild om zich heen, dat al die jongens de finish niet halen ligt niet aan hem maar aan de Gabonese wielerbond. Olano haalde de Gabonezen ooit naar het Baskenland, hij neemt zijn taak dus echt serieus en hij wordt vooral tegengewerkt door de bond. Enfin, dit terzijde. Rechtdoor langs de Oria fietsen naar Anoeta, dat is wat we doen. In Anoeta gaan we linksaf slaan om heel snel aan de volgende klim te beginnen. Als we in Anoeta rechtdoor zouden fietsen kwamen we uit op het industrieterrein van Irura. En op dit industrieterrein vinden we het hoofdkantoor van Etxeondo, de bekende producent van wielerkleding. Kwalitatieve fietskleding, koop al je zooi van Etxeondo. Al was het maar omdat Haimar Zubeldia tegenwoordig ambassadeur van het merk is. Over Zubeldia gesproken, die schijnt samen met Joseba Beloki deze rit ontworpen te hebben. Volgens Pedro Horrillo heeft Pedro Horrillo de eerste rit ontworpen en zijn Beloki en Zubeldia verantwoordelijk geweest voor de tweede en derde rit. Dan weten we wie we de schuld moeten geven als deze ritten helemaal kut worden. Pedro Horrillo is dan alvast redelijk door de keuring gekomen, voor Zubeldia en Beloki begint de dag des oordeels.



In het Anoeta van Abraham Olano volgt er een bocht naar links, een paar flauwe bochten later beginnen we aan de klim naar Alkiza. We wijken af van de route van de recente Itzulia, toen doken we hier een smal en steil geitenpad in, nu gaan we over een brede weg wat geleidelijker omhoog. Volgens de organisatie volgt er een klim van 4,2 kilometer aan 5,7%, de altimetriasgoden houden het op 4,5 kilometer aan 6%. Buiten het centrum van Anoeta gaat het gelijk vrij stevig omhoog, een kilometer aan 7% met een piek tot 10%. In de kilometer daarna gaat het zelfs aan 7,5% omhoog, maar die hoge percentages houden we niet vast. Tijdens de derde kilometer van de klim gaat het kort naar beneden, dat drukt het gemiddelde nogal. Over een niet gigantisch brede weg kronkelen we ons een weg omhoog, het is hier weer ontzettend groen en dus ziet het er weer gezellig uit. Het stuk in dalende lijn stelt weinig voor, heel snel gaat het opnieuw omhoog en dat wederom op een vrij steile manier. Nog een kilometer aan 7,5%, waarna we in de laatste halve kilometer van de klim een strook van 6,5% tegenkomen. Vlak voor de top komen we uit in het dorpje Alkiza, een knus plaatsje. Rood asfalt hier, en een paar flinke bochten in het centrum. Na de top van de klim, eentje van derde categorie, is het een kilometer zo goed als vlak. Daarna gaat het vier kilometer aan bijna 7% omlaag richting Asteasu. Hoewel de weg omlaag niet de allerbreedste van allemaal is valt deze afdaling wel mee, we komen weinig opmerkelijke bochten tegen. Eén wat scherpere bocht in het begin, en richting het eind nog een keer een haarspeldbocht. Beneden in Asteasu slaan de renners rechtsaf, waarna ze op weg gaan naar Villabona. Maar niet voordat we het hebben gehad over Julen Lopetegui. Deze voormalig keeper is tegenwoordig trainer van Wolverhampton Wanderers, een club die actief is in de Premier League. Lopetegui is volgend seizoen liefst een van de vier trainers uit het Baskenland die actief is in de PL. Alle vier komen ze ook nog eens uit de provincie Gipuzkoa. Een broeinest van talent, het is ongekend. Lopetegui is uit Asteasu afkomstig, net als Bernardo Atxaga. Dat is een van de bekendste Baskische schrijvers. Atxaga is een pseudoniem, eigenlijk heet hij Joseba Irazu Garmendia. Hij schrijf in het Baskisch en desondanks heeft hij het voor elkaar gekregen dat zijn boeken in allerlei talen zijn vertaald. Vier van zijn boeken zijn ook naar het Nederlands vertaald en die heb ik in mijn bezit. Obabakoak, aanrader. Belangrijk schrijvertje, die Atxaga. Asteasu is tevens de plaats van de Aiztondo Clasica, een belangrijke wedstrijd voor de beloften. Vorig jaar werd die koers nog gewonnen door Fernando Tercero, een renner die met die naam altijd derde hoort te worden. In ieder geval, in het dorp van Atxaga en Lopetegui slaan we rechtsaf en daarna rijden we drie kilometer over een brede weg rechtdoor richting Villabona. Een vlakke weg, ook nog eens.



Het blijft toch een merkwaardige sport hè, dat wielrennen.
  Moderator zondag 2 juli 2023 @ 07:52:35 #2
198822 crew  Rellende_Rotscholier
Robbertje matten met de wouten
pi_209728504
Villabona kunnen we nog kennen, de derde rit van de afgelopen Itzulia eindigde in die plaats. Dat was een beetje een gekke aankomst, in de slotkilometer moesten de renners via een bizar steile weg naar een wijndomein fietsen. Jonas Vingegaard was toen iedereen te snel af, hij zal goede herinneringen hebben aan deze regio. Van een steile klim naar een bodega is overigens geen sprake deze keer, we slaan bij een rotonde in Villabona linksaf en we rijden vervolgens een kilometer of 10 over behoorlijk vlakke wegen richting Hernani. Niet helemaal vlak, de komende tien kilometer komen we een paar knikjes omhoog tegen, maar op een klimmetje van een kilometer aan 4% na mag dat totaal geen naam hebben. Na de bocht in Villabona krijgen we voorlopig nite met mooie wegen te maken, we fietsen vooral van het ene industrieterrein naar het volgende. Een tijdje is de weg iets smaller en bochtiger, maar over het algemeen komen we vooral weer brede wegen tegen. Na 150 kilometer koers, op 60 kilometer van het eind, rijden we weer eens over de Oria. Aan de andere kant van de rivier slaan we linksaf en dan betreden we het centrum van Andoain. Dit is de stad van Mikel Moreno, een zanger. Hij was eerst de frontman van de band Kauta, een band met een paar aardige nummers. Nu is hij solo gegaan en heeft hij met Itsaslabarrean een knaller van een hit afgeleverd. Aanrader!


De passage in Andoain is niet heel bijzonder, de renners komen een paar rotondes en een aantal bochtjes tegen en fietsen daarna buiten de stad rechtdoor verder naar Urnieta. Op een aantal rotondes na en dat korte klimmetje van een kilometer aan 4% na maken we nu weer weinig mee. Toch is het wel leuk dat we in Urnieta uitkomen, kan ik meteen vertellen dat Mikel Iturria uit die plaats afkomstig is. Mikel Iturria is een renner van Euskaltel die in dienst van het magische Euskadi-Murias een rit won in de Vuelta van 2019. Hij won die rit ook nog eens in het Baskenland, dat was een schitterende dag. Euskadi-Murias hield op te bestaan, hij trok naar Euskaltel-Euskadi en daarna vernamen we nog heel weinig van hem. Niet zijn schuld, wel die van Azanza. Vraag dat maar aan Mikel Alonso. Die werd overgeheveld naar Euskaltel als een van de grootste Baskische talenten van het moment, maar hij droop met de staart tussen de benen een paar jaar later af. Niet de stap kunnen zetten, wat logisch is, want met Azanza aan het roer ben je altijd vissenvoer. Mikel Alonso komt ook al uit Urnieta, net als Lourdes Iriondo. Dat is dan weer een van de bekendste Baskische zangeressen ooit. Haar muziek is niet helemaal mijn ding, dus we gaan snel door. Van Urnieta trekken we naar Hernani, over een gigantisch brede en behoorlijk rechte weg. Het is ook praktisch vlak, de enige moeilijkhier hier is dat we een keer een rotonde tegenkomen. Na 159 kilometer fietsen we vervolgens door het centrum van Hernani, waar we zijn aangekomen in het land van de cider. Ook het land van bier, want na een paar bochten en rotondes in het centrum komen we terecht op een industrieterrein en op dat industrieterrein vinden we de brouwerij van Basqueland. Heel veel bierbrouwerijen zijn er niet in het Baskenland, maar ze bestaan. De bekendste Baskische brouwerij is Basqueland en de bieren van Basqueland vinden gelukkig hun weg naar Nederland. Daardoor kan ik regelmatig hun bieren drinken en geheel objectief als ik ben kan ik niet anders dan concluderen dat het een fantastische brouwerij is. Zie je bij de slijter een blikje Basqueland staan, meteen meenemen. We rijden langs de achterkant van de brouwerij, een brouwerij die zit in een typisch gebouw op een Baskisch industrieterrein. Er zitten hier allemaal bedrijven op een rijtje in wat in feite een uit de kluiten gewassen garagebox is. In een van die garageboxen zit dus een geniale brouwerij, als we door Hernani fietsen zit ik kwispelend voor de buis. En ik ga niet stoppen met kwispelen, want we fietsen zometeen ook nog eens naar Astigarraga. Uit Hernani is overigens Xabi Solano afkomstig, een geweldige muzikant. Met zijn band Esne Beltza boekte hij vele hits, zijn solowerk doet er niet veel voor onder.



We fietsen dus eerst door het centrum van Hernani en daarna dwars door het industrieterrein van de stad. Op dat industrieterrein ligt de fantastische brouwerij van Basqueland, tevens liggen er vier rotondes. Na de vierde rotonde rijden we rechtdoor Astigarraga binnen, ook weer via een industrieterrein. Na nog eens vier rotondes komen we terecht op de belangrijkste straat van Astigarraga. Astigarraga is de ciderhoofdstad van het Baskenland, en eigenlijk vind ik dat ze simpelweg de ciderhoofdstad van de wereld zijn. Op iedere heuvel rond het dorp stikt het van de appelbomen en van al die appels maakt men cider. Astigarraga beschikt over minstens 20 ciderhuizen, het kunnen er zelfs makkelijk meer zijn. Nergens ter wereld kom je zoveel ciderhuizen tegen. In het Baskisch noem je zo'n ciderhuis een sagardotegia, op iedere hoek van iedere straat in Astigarraga kom je ze tegen. Vooral in de Kale Nagusia, letterlijk de grote straat. Aan het begin van deze straat vinden we het Sagardoetxea - Sagardoaren museoa. Hier moet je beginnen als je naar Astigarraga gaat. Eerst naar het cidermuseum, om alles te leren over deze appelwijn. Met het hele ontstaansproces van de cider en alle gebruiken en tradities in het achterhoofd ga je vervolgens een ciderhuis bezoeken. Een paar meter voorbij het museum ligt Zapiain, een bekende en goede cidermaker. We fietsen langs het museum en langs Zapiain, even later fietsen we langs Sidras Bereziartua Sagardoak, het ciderhuis van Bereziartua. En wat wil het toeval, ik heb een fles cider van Bereziartua in huis. Die fles gaat vandaag op, geen enkel probleem. Er zijn nog veel meer bekende ciderhuizen in het dorp, Astarbe bijvoorbeeld, of Petritegi. De cider van een aantal van die ciderhuizen is zelfs in Nederland te verkrijgen en ik kan het absoluut aanraden om een zo groot mogelijke hoeveelheid cider in te slaan. De Baskische cider is niet van die zoete meuk, het is ontzettend droog met een zuurtje. Al kan dat per ciderhuis verschillen, natuurlijk. Over het algemeen is het fantastisch, maar ja, nouja, ik ben dus niet objectief. Als ik je enthousiast heb gekregen om naar Astigarraga af te reizen dan moet je alleen nog even rekening houden met het feit dat je het beste hier kunt zijn tijdens het ciderseizoen. Van januari tot en met april kun je de cider rechtstreeks uit het vat drinken. Je gaat naar een ciderhuis, neemt je glas mee naar een ruimte vol houten vaten, iemand draait het kraantje voor je open en je vangt van een afstand de verse cider op met je glas. Je drinkt de boel heel snel op en gaat dan snel door naar het volgende vat, waar dan weer andere cider uit zal komen. Dit proces herhaal je tot je niet meer kunt staan, idealiter. Tussendoor eet je ontzettend veel vis en vlees, het is erg ongeschikt voor vegatariërs. Het belangrijkste woord hier is txotx, dat roep je te pas en te onpas als je cider aan het drinken bent. Een man die je waarschijnlijk alles kan vertellen over de cider van Astigarraga is Mathieu Hermans. De Nederlandse sprinter woonde jarenlang in dit dorp en hij werd zelfs ereburger van Astigarraga. Geen sinecure voor een niet-Bask. Als veldrijder kwam hij toevallig een keer in het Baskenland te rijden en door zijn prestaties werd hij opgepikt door een Baskische ploeg, die hem later ook op de weg lieten rijden en op de weg bleek hij heel snel te zijn, zo won hij 10 etappes in de Vuelta. Dat was genoeg reden om een ereburger van hem te maken, dat snappen we. Maar goed, in Astigarraga, en in mindere mate in Hernani, draait het dus vooral om cider. En eten. Cider en eten. Als je ooit in de buurt bent van Donostia moet je zeker even een uitstapje maken naar Astigarraga, ook buiten het ciderseizoen kun je bij de ciderhuizen terecht, al krijg je dan wel gewoon te maken met cider uit de fles. Ook niet verkeerd. Txotx!




Als je toevallig een flesje Baskische cider in huis hebt: zo hoog mogelijk inschenken. Lekker spetteren en het liefst de helft naast het glas flikkeren, dat is zoals het hoort. Alle aroma's komen dan helemaal op gang, zeggen ze. Het wordt tevens tijd dat de rit ook weer wat meer aroma krijgt, wat toch al een beetje lukt als we in de straat vol sagardotegia gaan klimmen. De heuvels hier staan vol met appelbomen en we gaan de heuvels een beetje verkennen. Van Astigarraga fietsen we naar Ventas de Astigarraga, de weg loopt anderhalve kilometer omhoog aan 6%. Een weg waar normaal veel paaltjes staan, vooral als we nog in Astigarraga zijn. Buiten het dorp en voorbij de ciderhuizen wordt de weg wat breder en verschijnen de paaltjes. Door de brede weg lijkt het niet eens heel erg omhoog te gaan, maar dit is toch weer een pittig ongecategoriseerd klimmetje. Boven komen we uit in Ventas de Astigarraga, of Astigarraga Benta. Dit is een klein plaatsje waar we vooral wat restaurants tegenkomen. Een van die restaurants draagt de naam Perurena, en dat is een naam die nu heel relevant gaat worden. Van Ventas de Astigarraga fietsen we naar Oiartzun, na de klim gaat het een kilometer of twee vals plat omlaag over een gigantisch brede weg. De bochten die we tegenkomen vallen daardoor amper op, het moet geen probleem zijn om Oiartzun op een veilige manier te bereiken. Door een groene omgeving zetten we koers richting Oiartzun, een plaats die we na 170 kilometer bereiken. Oiartzun was de geboorteplaats van een Baskische legende, Txomin Perurena. Perurena is wellicht de succesvolste Baskische wielrenner ooit, hij boekte volgens Steef 123 profzeges, Wikipedia heeft het dan weer over 139 UCI-zeges. Perurena won vooral veel ritten in de Vuelta, hij werd daar ook een keer tweede in het klassement. In de Tour was hij minder succesvol, maar hij veroverde wel een keer de bergtrui. Perurena werd geboren in Oiartzun en groeide daar ook op, toch werd hij toegeschreven aan Astigarraga. Dat had te maken met het feit dat zijn ouders uitbaters waren van een restaurant in Ventas de Astigarraga. Het restaurant Perurena waar ik het net over had. De kleine Txomin bracht zodoende vele uren door in Ventas de Astigarraga en daarom ging men hem zelfs de Leeuw van Astirraga noemen, maar hij kwam toch echt uit Oiartzun. Afgelopen maand kwam hij op 79-jarige leeftijd om het leven. Kanker. Tot het eind van zijn leven bleef hij naar wielrennen kijken. Amper een week voor zijn overlijden had hij nog contact met een journalist. Perurena keek naar de Giro en hij had een pittige mening over wat hij zag. “Did you see the stage of the Giro de las Tres Cimas de Lavaredo a week ago? What a shame, an attack at 200 meters, what contempt for the most beautiful port in the Dolomites”. Perurena was een van ons, een ekte ekte. Een geweldige renner, maar na zijn carrière bleef hij betrokken bij de sport. Eerst als ploegleider, later simpelweg als supporter en mascotte. Als er een koers werd georganiseerd in het Baskenland dan was hij altijd van de partij. Altijd met een glimlach, altijd met een babbel. Het scheen een onwaarschijnlijk sympathieke man te zijn geweest. Het was schitterend geweest als hij de Tour had kunnen zien passeren in zijn eigen dorp, nu moeten we het dan maar zien als een eerbetoon aan deze grootheid uit het verleden. Officieel heette ie trouwens Domingo, want hij komt uit de tijd dat je van Franco alleen maar een Spaanse naam mocht hebben. Zodra Franco was opgetyft ging hij zichzelf Txomin noemen, de Spaanse naam werd Baskisch gemaakt. Een hele generatie Basken is opgegroeid met doodsaaie namen als José en Antonio en Federico en noem het maar op, tegenwoordig hebben de Basken gelukkig weer Baskische namen. Fuck Franco. Een broer van Perurena zat overigens bij ETA en werd vermoord door leden van GAL, het illegale moorcommando dat door de Spaanse overheid werd opgericht om ETA te bestrijden. Dat was de vuile oorlog, we hopen vandaag op een schone oorlog.



Txomin Perurena lustte ook wel een glaasje cider, zo kom je nog eens ludieke foto's tegen. Zijn neef was overigens Xabier Lete, een van de belangrijkste Baskische zangers uit het verleden. Onderdeel van een groepje muzikanten dat in de tijd van Franco toch in het Baskisch zong. Lete kwam ook uit Oiartzun, maar hij trouwde met Lourdes Iriondo en ging daarna in haar Urnieta wonen. Teveel detail? Ongetwijfeld. Enfin, Perurena was dus een grootheid, maar Oiartzun beschikt zelfs over nog meer bekende inwoners. Miguel Maria Lasa hebben we ook nog, we noteren 55 profzeges. Zes ritten in de Vuelta, vier in de Giro, twee in de Tour, Lasa kon wel wat. Actief in de jaren '70 en het begin van de jaren '80, inmiddels 75 jaar oud. Niet eens zoveel jonger dan Perurena, was ik in die tijd maar een fan van het Baskische wielrennen geweest. Goed, we rijden door het Oiartzun van wijlen Perurena en Lasa en in dat dorp begint de volgende klim. De komende 2,6 kilometer gaat het aan 4,7% omhoog naar het volgende dorp, Guruzte. Het begint al te klimmen in Oiartzun, maar heel steil wordt het nooit. Een klimmetje van niks, over een brede weg gaat het omhoog naar Guruzte. Het kan hier wel al voorzichtig nerveus gaan worden, want na 174 kilometer zullen we de top van de klim van vierde categorie bereiken en dan is het nog maar 35 kilometer fietsen tot de finish. De Jaizkibel komt er nu snel aan, het tempo zal omhoog gaan in het peloton. In de buurt van de top van de klim ligt de kasteelruïne van Beloaga, die zou ik vooral bezoeken vanwege het uitzicht.




Na de klim volgt er een afdaling van drie kilometer richting Irun. Het is een afdaling over een brede weg zonder noemenswaardige bochten, dit stelt dus helemaal niets voor. Beneden komen we na een bocht naar links uit bij een rotonde in Ventas. Bij die rotonde gaat het naar links en daarna slaan de renners rechtsaf, waarna ze drie kilometer dezelfde weg gaan volgen. Een vlakke weg, rechtdoor, ware het niet dat ze in die drie kilometer liefst zes rotondes tegenkomen. We fietsen door Irun, de stad waar vorig jaar nog een rit van start ging in de Vuelta. Die rit zou eindigen in Bilbao, een stad die we inmiddels heel goed kennen. Tijdens het coronajaar 2020 ging de Vuelta zelfs van start in Irun, in deze stad zijn we de afgelopen jaren dus best vaak geweest. Het is met name de stad van Juanma Garate en José Maria Errandonea. Garate zit momenteel in de ploegleiderswagen bij EF, hij mag door zijn eigen stad scheuren. En dat mag hij morgen nog eens herhalen, want ook tijdens de derde rit komen we nog eens door Irun. Na de zoveelste rotonde in Irun slaan de renners linksaf en dan rijden ze behoorlijk rechtdoor over een vlakke en brede weg verder naar Hondarribia. De renners fietsen langs het Donostiako Aireportua, het vliegveld van Donostia. Na 182 kilometer bereiken ze Hondarribia, een stad waar de Itzulia vorig jaar van start ging. Een korte tijdrit in de straten van deze plaats werd gewonnen door Primoz Roglic. Een jaar eerder eindigde er ook al een rit in Hondarribia, die rit werd dan weer gewonnen door Ion Izagirre voor Pello Bilbao. Hondarribia is een prachtige vissersplaats met tal van schitterende vakwerkhuisjes, gehuld in alle kleuren van de regenboog. Unai Emery en Patxi Vila, dat zijn de jongens waar je aan moet denken bij deze plaats. Unai Emery is een van de vier Baskische trainers in de Premier League, Patxi Vila is dan weer een voormalig wielerprof die tegenwoordig de lijnen uitzet bij Movistar. Performance leader, sports director en coach, zo bescheiden vat Patxi zijn taken samen. Movistar is wel al Mas kwijt, dus al zijn plannetjes zullen in het water gevallen zijn. Zijn Hondarribia is overigens niet alleen een vissersdorpje, er is ook een middeleeuws gedeelte met een kicken stadspoort en shit. Oja, Hondarribia ligt ook aan de voet van de Jaizkibel.




Na een aantal rotondes en een tocht vol bochten in het centrum van Hondarribia gaan we buiten de stad beginnen aan de beslissende klim. De Jaizkibel gaat beginnen, een klassieke klim. De Jaizkibel maakt altijd onderdeel uit van de Klasikoa, al is het wel zo dat we zeker de laatste jaren de Jaizkibel steevast van de andere kant beklimmen. We dalen dan af richting Hondarribia om vervolgens de loodzware klim naar Erlaitz mee te paken en daarna in de finale nog eens groots uit te pakken met de Murgil Tontorra. Door alle parcourswijzigingen van de afgelopen jaren is de Jaizkibel eigenlijk steeds minder belangrijk geworden, in dat kader is het wel mooi om te zien dat de klim nu een prominente plek inneemt. Vanuit Hondarribia is de Jaizkibel 8,2 kilometer lang, gemiddeld gaat het aan 5,3% omhoog. De Jaizkibel is een beklimming van de tweede categorie die we in tweeën kunnen splitsen. Er is het eerste deel van de klim, het gaat om te beginnen drie kilometer omhoog richting het heiligdom van Guadalupe. Guadalupeko Ama Birjinaren Santutegia, zo kun je het ook noemen. De Jaizkibel begint met een kilometer aan 4,5%, daarna gaat het een kilometer aan 7,7% omhoog. Dit wordt weer een lastige dag voor de renners die het gisteren ook al lastig hadden, als er hier een ploeg doortrekt ligt er meteen een hoop af. Na een kilometertje aan 5% bereiken we het heiligdom, even verderop ligt er ook een fort met dezelfde naam. Voorbij het heiligdom is het even gedaan met klimmen, er volgt een kilometer in licht dalende lijn. De Jaizkibel is voorzien van een brede en goed geasfalteerde weg, dat komt goed uit tijdens dit stukje in dalende lijn. Veel gekke bochten komen we overigens niet tegen, het is voor iedereen een moment om even rustig op adem te komen. Na deze kilometer begint het tweede deel van de Jaizkibel, daar waar de benen echt pijn gaan doen. Na een kilometer aan 4% gaat het in de laatste drie kilometer richting de top aan 7,7% omhoog. Dit is weer te zwaar voor bepaalde types, dat kun je probleemloos noteren. Na 192,4 kilometer, op 16,5 kilometer van het eind, komen de renners boven op de Jaizkibel. Op de top van de klim van tweede categorie ligt een bonussprint op de renners te wachten, dat lijkt me een gratis kans voor Pogacar om wat extra secondjes te pakken. Als hij tenminste niet afgeleid is door het uitzicht, richting de top van de Jaizkibel krijg je een prachtig uitzicht aangeboden over zee. Imposante vergezichten op de Jaizkibel, een van de hoogste heuvels aan de Cantabrische Zee. Op de bergkam vinden we tevens allerlei ruïnes van verdedigingstorens uit de Carlistische Oorlogen tegen, terwijl we dus ook al langs het fort Guadalupe en het gelijknamige heiligdom zijn gefietst. De Jaizkibel is een beetje een atypische klim in de zin dat er hier amper mensen wonen en dat er dus niet ooit een weg is aangelegd om een huis te kunnen bereiken. Nee, de enige reden dat hier een weg ligt heeft te maken met militaire redenen. Een robbertje matten op de Jaizkibel, dat is in het verleden regelmatig gebeurd. Nu mogen de renners elkaar gaan bestoken.





De Jaizkibel is een klim die we allemaal kennen, maar tijdens de Klasikoa wordt ie de laatste jaren dus steevast van de andere kant beklommen. We gaan nu dus omlaag over een weg die de meeste renners niet op deze manier kennen. Acht kilometer zal er gedaald worden richting Lezo, de eerste twee kilometer gaat het vooral rechtdoor vals plat omlaag terwijl we continu een prachtig uitzicht krijgen aangeboden. De zee ligt daar te blinken, het moet een genot zijn om hier te fietsen. Na twee kilometer verliezen we de zee uit het oog en dan begint de afdaling echt. Het wordt bochtiger en het gaat steiler naar beneden. Toch blijft het vrij simpel, ik zie tot halverwege de afdaling geen enkele écht lastige bocht. Halverwege volgt er dan een kort knikje omhoog, een hupje van een paar hectometer waar we zo voorbij zijn wegens de meegenomen snelheid uit de afdaling. Na dit knikje omhoog volgt het tweede deel van de afdaling en dat deel is een stuk lastiger. Het gaat nog wat steiler omhoog, periodes boven de 8% en we komen veel meer bochten tegen. Een aantal haarspeldbochten, die wel prima te doen zouden moeten zijn met dank aan de brede en goede weg. Al bij al is het een simpele afdaling, helemaal niet zo technisch. Een paar wat lastigere bochten, maar nee, perfect te doen. Bijna beneden slaan we bij het bereiken van het mooie oude gedeelte van Pasaia rechtsaf, waarna we even later beneden uitkomen in Lezo, waar we worden onthaald door heel wat industrie. Bij een joekel van een rotonde die we bereiken gaan we uiteindelijk naar links, waarna we rechtdoor Donostia tegemoet gaan fietsen. Over een gigantisch brede en vlakke weg fietsen we door het nieuwe gedeelte van Pasaia, waar we op vijf kilometer van het eind een rotonde tegenkomen. Pasaia is de plaats van voormalig wielrenners Iñigo Chaurreau en Mikel Astarloza, neefjes. Paco Rabanne schijnt ook geboren te zijn in Pasaia, terwijl Victor Hugo hier een jaar van zijn leven heeft doorgebracht. Het absolute icoon Chente Garcia Acosta schijnt geboren te zijn in Pasaia, maar hij groeide dan weer op ergens in Navarra. We fietsen altijd langs de haven en het moderne deel van de stad, maar het oude vissersgedeelte vergeten we vaak. Moeten we niet doen.




Nog vijf kilometer te gaan in Pasaia, de koers kan vermoedelijk nog alle kanten op. Wellicht is er iemand of een groepje weggereden op de Jaizkibel, wellicht komt alles nu weer samen en gaan er nieuwe renners in de aanval. Spanning en sensatie. Na de rotonde op vijf kilometer van het eind rijden we behoorlijk rechtdoor tot op vier kilometer van de finish. Het is de klassieke weg richting de finish van de Klasikoa, ik word er helemaal nostalgisch van. Met iets minder dan vier kilometer te gaan komen we een nieuwe rotonde tegen, waar we rechtdoor gaan. Daarna volgt er een flauwe bocht naar rechts, waarna de gigantisch brede weg ineens omhoog begint te lopen. In de finale van de rit is nog een klimmetje verstopt van 900 meter aan 4,5%. De perfecte locatie voor een late demarrage, al loopt de brede weg lang rechtdoor en blijf je dus ook lang in het zicht. Maar toch, als je nog wat over hebt in de benen kun je hier de tegenstand knakken. Bij de volgende rotonde die we tegenkomen gaan we schuin naar links, we bevinden ons nu op drie kilometer van het eind en tot op anderhalve kilometer van het eind gaan we nu rechtdoor. Op 2,6 kilometer van de finish komen we boven op dat laatste knikje, genaamd de Mirakruz Gaina. Na dit vervelende stukje in stijgende lijn volgt er een afdaling, maar de weg loopt volledig rechtdoor en dus is het alvast niet technisch. De snelheid zal hier hoog liggen, maar er lijkt weinig ruimte om een eventuele achterstand nog om te buigen. Op anderhalve kilometer van het eind volgt er een geleidelijke bocht naar rechts, waarna we rechtdoor de slotkilometer betreden. De weg loopt heel minimaal vals plat omhoog, maar dat moeten we gewoon plat noemen. We rijden rechtdoor tot op 600 meter van het eind, dan volgt er een lopende bocht naar links en na die bocht gaan de renners doodleuk rechtdoor fietsen naar de finish over een brede en vlakke weg. Langs het strand van Zurriola eindigt de langste rit van de Tour voor de deuren van Kursaal, een bouwwerk van de architect Rafael Moneo aan de moning van de Urumea in Donostia. Het kursaal is de belangrijkste locatie van enkele grote evenementen, zoals het Internationaal filmfestival van San Sebastian en het Jazzfestival van San Sebastian. En dus de finish van de tweede rit van de Tour de France.





De tweede rit eindigt in Donostia, een stad die mensen soms merkwaardig genoeg ook wel San Sebastián plegen te noemen. Donostia is een stad waar 189.000 mensen wonen, daarmee is het na Bilbao en Gasteiz de derde stad van het Baskenland. Aan het eind van de 19e eeuw verkoos koningin Isabella II San Sebastián als zomerresidentie. Zij verbleef in het Paleis van Aiete dat in 1878 was gebouwd. Nadat zij het land moest ontvluchten en de troon overliet aan haar zoon, Alfons XII, bracht ook hij, met zijn vrouw koningin Maria Christina de zomers door in de stad. Ook na het overlijden van haar man bleef Maria Christina, nu regentes van Spanje, naar de stad komen en gaf opdracht tot de bouw van het Paleis van Miramar aan de rand van de baai La Concha. Onder haar invloed ontwikkelde San Sebastián zich tot een elegante badplaats, de voornaamste zomerbestemming voor de Spaanse aristocratie en bourgeoisie en zodoende ook tot een belangrijk vakantie-oord voor aristocratie van elders uit Europa. De stad groeide in deze tijd snel, met de aanleg van het uitbreidingsplan Ensanche de Cortázar dat deze elegantie moest weerspiegelen en waar veel gebouwen in art-nouveaustijl zijn opgetrokken. Dit deel zou zich later ontwikkelen tot het eigenlijke centrum van de stad, aangezien de oude binnenstad, Parte Zaharra, met zijn kleine, smalle straatjes, niet voldeed aan de eisen van een modern stadscentrum. Mijn Donostia is in het verleden nogal gekoloniseerd, op een gegeven moment kwam zelfs die gek van een Franco hier zijn vakanties vieren. Dat was niet best. Het ziet er mooi uit, al die gebouwen, vooral langs La Concha, maar er zit dan wel weer een duistere geschiedenis achter. Donostia ligt aan een baai van de Golf van Biskaje, La Concha, en bij de monding van de rivier de Urumea. De binnenstad en het centrum van de stad liggen aan de zuidkant van de heuvel Urgull, ingeklemd tussen La Concha en de Urumea. Het westen van de stad wordt gekenmerkt door La Concha, waarlangs twee stranden liggen: Playa de La Concha en Playa de Ondarreta. De opening van de baai aan de zeekant wordt omgeven door de heuvel Igueldo in het westen, de Urgull in het oosten, en in het midden van de opening ligt het eilandje Santa Clara. Topshow, dat eilandje. Donostia is een waanzinnig mooie stad, ook een waanzinnig dure stad. Je hebt er ongeveer een miljoen pintxosbarretjes in het centrum, maar ze vragen vaak ook een miljoen voor hun eten. Donostia is een ontzettend culinaire stad, naast alle pintxosbarretjes heb je ook meerdere restaurants met Michelinsterren. Nergens ter wereld ga je meer van die sterren zo dicht bij elkaar tegenkomen, Donostia is uniek. De Basken zijn op ieder gebied bijzonder, maar dat wisten jullie al. Ideale stad voor een citytrip, zou ik zeggen. Dan hoef je maar één dag die dure pintxos te eten, dat is te doen. Als je bier wil drinken kan ik Basqueland Izakaia aanraden, waar je de bieren van Basqueland uit Hernani kunt drinken onder het genot van enkele Japanse versnaperingen. In Donostia heb je ook nog de brouwerij van GROSS, daar heb ik gisteren een biertje van gedronken en dat viel niet tegen. Ik weet verder niet zo goed wat voor tips jullie allemaal willen. Ga even gezellig naar Monte Igeldo en het pretparkje op de top, flaneer lekker een beetje over La Concha, loop een rondje door het oude centrum en steek daar wat pintxos in je mik, en dan is de dag al voor een groot deel geslaagd. Je kunt nog naar het San Telmo Museoa, om alles te leren over de Baskische geschiedenis, of je gaat gezellig naar het Aquarium. Volgens José de Cauwer moet je in de haven zijn voor de beste hapjes, dus ga lekker naar de haven. Je zit niet snel verkeerd als je eenmaal in Donostia bent, alles is hier waanzinnig mooi en leuk.



Donostia is natuurlijk ook de stad van Real Sociedad, de voetbalclub die ook ooit als filosofie had om alleen maar met Basken te spelen, maar dat doen ze niet meer. Wel is nog altijd het merendeel van de ploeg Baskisch, ook La Real zet heel erg in op de jeugdopleiding. En dat sorteert effect, Real Sociedad gaat volgend seizoen zelfs de Champions League in. Bijzonder genoeg is het niet de eerste keer dat de Tour in Donostia is, de stad debuteerde zelfs al in 1949. Tijdens de achtste rit van die Tour reden de renners van Bordeaux naar onze finishstad van vandaag, de Fransoos Louis Caput ging bepaald niet kapot en pakte de zege. Daarna was er natuurlijk de Tourstart van 1992, ik heb het al veelvuldig de revue zien passeren. De ronde begon met een korte tijdrit en die werd gewonnen door Miguel Indurain. Een Bask die wint tijdens een Tourstart in het Baskenland, daar hadden we gisteren natuurlijk ook op gehoopt. Na de tijdrit in Donostia volgde er een dag later een rit in lijn van Donostia naar Donostia. In de finale wist Dominique Arnould na een late uitval net uit de greep van het peloton te blijven, terwijl Indurain zijn gele trui verspeelde. Ook op de derde dag van die Tour gingen we weer van start in Donostia, ditmaal eindigden we ergens anders en ergens anders won de Bask Javier Murguialday de rit. We rijden vandaag bijna door zijn Agurain, maar net niet helemaal. Ik wacht nog steeds op de definitieve doorbraak van zijn zoon Jokin. Maar nouja, die ritzege in 1992 pakken ze hem in ieder geval nooit meer af. Donostia is verder uiteraard de thuisbasis van de Klasikoa. Altijd een week na de Tour, vaak een prooi voor de renners die met overschot uit de Tour zijn gekomen. De laatste jaren dan weer vooral een prooi voor Remco Evenepoel. In dit soort koersen is hij niet te kloppen, hij gaat tot het einde van zijn carrière ieder jaar Luik en de Klasikoa winnen, geen leuk vooruitzicht. De Klasikoa blijft een leuke koers, alleen is het jammer dat de uitzending altijd zo kort is. En in zekere zin jammer dat de Jaizkibel tegenwoordig slechts een bijrolletje vervult, ter compensatie krijgt ie nu de hoofdrol toebedeeld. Er komen heel wat bekende personen uit Donostia, ook een hoop wielrenners. Ik denk dan in eerste instantie vooral aan Pello Ruiz Cabestany, een man die in de jaren '80 ritten won in Giro en Tour. José Luis Arrieta, de vader van Igor, werd hier geboren. Tegenwoordig kijken we vooral naar de familie Azparren, Xabi Mikel en Enekoitz zijn jongens uit Donostia en ze zijn allebei bezig met het veroveren van de wereld. Xabi Mikel zien we volgend jaar waarschijnlijk in de World Tour, Enekoitz op termijn ook. Er komen ook een hoop voetballers uit de stad. Mikel Arteta, bijvoorbeeld. Weer zo'n Baskische trainer actief op het hoogste Engelse niveau, er zitten echt vreemde dingen in het Baskische water. Toverdrank, wonderlijk. Bekende Baskische schrijvers als Pio Baroja en de filosoof Fernando Savater komen ook uit Donostia, naast de kunstenaar Eduardo Chillida. Zijn beelden kom je door het hele Baskenland en ver daarbuiten tegen. Ook qua muziek komt er genoeg uit het Baskenland. Ik denk dan vooral aan Mikel Laboa, de vertolker van Txoria Txori. Een van de volksliederen van de Basken. Zet een groep Basken bij elkaar en de kans is groot dat ze spontaan Txoria Txori beginnen te zingen. Het lied gaat grofweg over een vogel die wil ontsnappen uit z'n kooitje. De vogel wil vliegen. De vogel wil vrij zijn. De vogel is uiteraard een Bask. Het is bijna onmogelijk om het Baskenland te bezoeken en niet ergens op een random moment dit nummer te horen. Ik ben fan.



De tweede rit gaat om 12:15 van start. De neutralisatie zal ditmaal iets korter zijn, na tien minuten verlaten we Gasteiz en begint de rit officieel. De NOS schijnt pas om 13:12 live te gaan, mis je daar gewoon bijna een uur van de koers. VRT1 is pas om 13:30 op de afspraak zelfs, wtf. Moeten we dus noodgedwongen kijken naar Eurosport. Jan, die we toch het beste kunnen omschrijven als een kameel zonder bulten, en Bobbie, een olifant zonder slurf, zijn om 12:00 al van de partij. Muten en genieten van de beelden, dat gaat 'm worden. De aankomst wordt verwacht tussen 17:04 en 17:31. In Gasteiz zou het overdag 24 graden moeten worden, terwijl het zonnetje schijnt. Beetje wind vanuit het noorden, dan staat ie tijdens het eerste deel van de rit vooral tegen. Een klein stukje zal ie wat schuiner staan, maar ik trap nergens in. Aan de kust in Donostia zouden we getrakteerd kunnen worden op een regenbui. De kans is groter dat het droog blijft, maar het blijft het Baskenland en dus neem je maar beter je paraplu mee. Iets frisser aan de finish, 22 graden. Minder wind daar, dat is dan wel weer opmerkelijk. Klein beetje tegenwind in de laatste kilometers. Het is niet veel, maar het is alsnog ongunstig voor de aanvallers. Dan ga je ineens toch denken aan een sprint.



Dit is weer een rit die alle kanten op kan gaan. Het is een rit waar Pogacar en Vingegaard elkaar weer kunnen bestoken. Die jongens hebben niet veel nodig om de rest van het peloton te lossen, de Jaizkibel is genoeg. Ik denk alleen niet direct dat ze vandaag heel veel moeite gaan doen. Ik verwacht een koers die veel meer gesloten gaat zijn, wat heel wat meer renners een kans op de ritzege gaat geven. Eventueel een heel tactisch steekspel na de Jaizkibel, dat lijkt me wel geestig. Over het algemeen ben ik minder tevreden met deze rit, vooral omdat we onderweg alle lastige beklimmingen uit de weg gaan. Het is geen makkelijke rit, maar je had met je ogen dicht een moeilijkere rit kunnen ontwerpen. Het einde is dan weer prima. Jaizkibel en dan nog dat hupje in de laatste kilometers, dat wil ik graag meemaken. Ik ga er verder niet teveel over nadenken en ik ga me laten verrassen. Ik weet niet of de rit heel fantastisch gaat worden. Of nouja, dat weet ik eigenlijk wel. De rit gaat behoorlijk tegenvallen, maar de Jaizkibel gaat dan weer een hoop goedmaken. Linksom of rechtsom eis ik wel verbetering van de Basken.
1. Aranburu. Nu dan maar alsnog. Hij rijdt vandaag langs het huis van zijn moeder en langs zijn familie, dat moet hem dusdanig veel motivatie geeft dat hij vleugels krijgt. Op zich was hij gisteren niet slecht, maar er moet nog wel een schepje bij. Als hij over de Jaizkibel weet te komen kan hij iets proberen in de afzink. En anders heeft hij altijd nog een punch in zich, ik vind gewoon dat hij nu wel gaat winnen.
2. Van Aert. Had kunnen winnen als Vingegaard iets voor hem had gedaan. Hahahaha.
3. Pogacar. Ik weet nu al dat ik me weer drie weken ga ergeren aan de werken van UAE. Iñigo San Millán, afkomstig uit Gasteiz, heeft de jongens natuurlijk laten pieken om optimaal voor de dag te komen in zijn Baskenland. Doctor Iñigo is een beangstigend fenomeen.
4. Strong. Die is wel sterk, ja.
5. Skjelmose. Naar, heel naar.
Het blijft toch een merkwaardige sport hè, dat wielrennen.
pi_209728551
Mooi op tijd voor het ontbijt! :D

Of zijn we pas op een kwart van de voorbeschouwing?
pi_209728583
quote:
0s.gif Op zondag 2 juli 2023 08:05 schreef johannes_vermeer het volgende:
Mooi op tijd voor het ontbijt! :D

Of zijn we pas op een kwart van de voorbeschouwing?
R_R is ook op hoogtestage geweest op de Teide, kan niet anders. Daarna nog wat begeleiding van dr Inigo. Bloedvorm nu. Qua teksten zullen er vele KOM's verbroken worden. Schrijven aan 8w/kg. Kan allemaal
pi_209728595
Wellicht een vraag die al vaker gesteld is RR, maar waarom schrijf je dit niet voor bijvoorbeeld een Wielerflits ofzo?
U MAD?
  zondag 2 juli 2023 @ 08:15:03 #6
213134 Momo
WLR en ESF hooligan
pi_209728598
Lange OP genot
  zondag 2 juli 2023 @ 08:24:24 #7
473366 AllesKaputt
pelotonvulling
pi_209728636
quote:
0s.gif Op zondag 2 juli 2023 08:13 schreef de_boswachter het volgende:
Wellicht een vraag die al vaker gesteld is RR, maar waarom schrijf je dit niet voor bijvoorbeeld een Wielerflits ofzo?
Je vraagt Ludwig van Beethoven toch ook niet om eens wat leuke deuntjes voor Frans Bauer neer te pennen?
pi_209728649
quote:
0s.gif Op zondag 2 juli 2023 08:24 schreef AllesKaputt het volgende:

[..]
Je vraagt Ludwig van Beethoven toch ook niet om eens wat leuke deuntjes voor Frans Bauer neer te pennen?
Of een andere website. Ludwig van Beethoven schrijft nu symfonieën voor 40 users.
U MAD?
pi_209728651
Mooie OP.
Op woensdag 9 november 2016 06:02 schreef Anonymousz het volgende:
#superniger2020
pi_209728662
Wat een prachtig werk wederom _O_

@Rellende_Rotscholier sta je open voor vrijwillige bijdrages via iets als https://www.buymeacoffee.com/ ofzo? Aangezien alle tijd die je erin stopt, voel ik mij bijna schuldig dit gratis te lezen. _O- Ik bedoel, andere mensen betalen voor AD premium voor de stukjes van Thijs :'(
Jack does it in real time...
pi_209728682
Ik krijg spontaan zin in zo'n Baskische cider, daar moet ik dan eens op gaan letten.

En ik weet dat @Mani89 daar ook groot fan van is.
  zondag 2 juli 2023 @ 09:07:54 #12
454292 Koffieplanter
Straight Cash Homie
pi_209728943
quote:
0s.gif Op zondag 2 juli 2023 08:29 schreef johannes_vermeer het volgende:
Ik krijg spontaan zin in zo'n Baskische cider, daar moet ik dan eens op gaan letten.

En ik weet dat @:Mani89 daar ook groot fan van is.
Dus wat je eigenlijk zegt is dat @Mani89 alcoholist is?
Put these foolish ambitions to rest.
  Redactie Sport / Supervogel zondag 2 juli 2023 @ 09:24:15 #13
270182 crew  Pino112
Pino van Luna O+
pi_209729077
quote:
0s.gif Op zondag 2 juli 2023 08:05 schreef johannes_vermeer het volgende:
Mooi op tijd voor het ontbijt! :D

Of zijn we pas op een kwart van de voorbeschouwing?
Was te laat voor het ontbijt :{

Zat al op de fiets voor een rondje. Nu broekje uit op de bank _O_
  Eindredactie Sport / Forummod zondag 2 juli 2023 @ 09:25:19 #14
284411 crew  heywoodu
Van bijna dood tot olympiër:
pi_209729091
quote:
14s.gif Op zondag 2 juli 2023 09:24 schreef Pino112 het volgende:

[..]
Was te laat voor het ontbijt :{

Zat al op de fiets voor een rondje. Nu broekje uit op de bank _O_
Mooi op tijd op pad gegaan :o
Van bijna dood op weg naar de Olympische Spelen, tot olympiër in 2026? Elk beetje hulp wordt bijzonder gewaardeerd!
https://www.gofundme.com/(...)he-spelen-na-ongeval
  zondag 2 juli 2023 @ 09:36:29 #15
168304 Mani89
We try not to sexualize them.
pi_209729189
quote:
0s.gif Op zondag 2 juli 2023 08:29 schreef johannes_vermeer het volgende:
Ik krijg spontaan zin in zo'n Baskische cider, daar moet ik dan eens op gaan letten.

En ik weet dat @:Mani89 daar ook groot fan van is.
❤❤❤
Reis ver, drink wijn, denk na, lach hard, duik diep. Kom Terug.
  Redactie Sport / Supervogel zondag 2 juli 2023 @ 09:38:58 #16
270182 crew  Pino112
Pino van Luna O+
pi_209729221
quote:
0s.gif Op zondag 2 juli 2023 09:25 schreef heywoodu het volgende:

[..]
Mooi op tijd op pad gegaan :o
7.20u, de vrouw moest nog eerder weg. Mooi lange dag nu ^O^
  zondag 2 juli 2023 @ 09:55:28 #17
241690 kibo
Semper Fidelis
pi_209729367
Mooi stukje proza voor de zondagochtend, thx ^O^
  zondag 2 juli 2023 @ 10:04:02 #18
194695 franklop
Fran knock
pi_209729448
Zie dat half België alweer boos is op Vingregaard
Cancellara; "Tweede worden is gemakkelijker dan eerste worden"
FOK!sport *O* ✩ ✩ ✩ Ajax O+
  zondag 2 juli 2023 @ 10:05:47 #19
213134 Momo
WLR en ESF hooligan
pi_209729464
quote:
10s.gif Op zondag 2 juli 2023 10:04 schreef franklop het volgende:
Zie dat half België alweer boos is op Vingregaard
Gelukkig doet Vingegaard niet zelf zijn sociaal media :)
  zondag 2 juli 2023 @ 10:10:56 #20
147172 THEFXR
Alpha Bear
pi_209729509
Hele goed, leuke OP, thanks
pi_209729760
quote:
14s.gif Op zondag 2 juli 2023 09:24 schreef Pino112 het volgende:

[..]
Was te laat voor het ontbijt :{

Zat al op de fiets voor een rondje. Nu broekje uit op de bank _O_
Dat zijn de echte, 3u voor de start al broekje uit.
Jack does it in real time...
pi_209729764
Echt zo'n etappe waarin de eerst 180km overleven is voor ons kijkers. Hoe vaak zullen ze bij Sporza vandaag de vraag stellen of Vinjego voor Wout had moeten rijden?
  zondag 2 juli 2023 @ 10:49:40 #23
108913 Godshand
guide4you
pi_209729920
quote:
10s.gif Op zondag 2 juli 2023 10:04 schreef franklop het volgende:
Zie dat half België alweer boos is op Vingregaard
En straks zijn ze boos op de vrouw van van Aert als ze hun kind niet binnen kan houden. Want dan stapt van Aert uit de Tour zodra de bevalling begint.
[b] Op zondag 14 november 2010 18:11 schreef liesje1979 het volgende:[/b]
Zo is daar Godshand, met zijn sarcastische toon,
Die regelmatig een topic voorziet van spot en hoon.
  zondag 2 juli 2023 @ 10:52:02 #24
213134 Momo
WLR en ESF hooligan
pi_209729943
quote:
1s.gif Op zondag 2 juli 2023 10:49 schreef Godshand het volgende:

[..]
En straks zijn ze boos op de vrouw van van Aert als ze hun kind niet binnen kan houden. Want dan stapt van Aert uit de Tour zodra de bevalling begint.
Maar de vrouw van Wout is Belgische dus dan zal dat wel meevallen
  zondag 2 juli 2023 @ 10:52:15 #25
213134 Momo
WLR en ESF hooligan
abonnement Unibet Coolblue Bitvavo
Forum Opties
Forumhop:
Hop naar:
(afkorting, bv 'KLB')