quote:
Sneijder: altijd balanceren op de grens
Door SJOERD MOSSOU
AMSTERDAM - Als Wesley Sneijder op een vrije dag met een neefje naar de speeltuin gaat, zet hij een grote zonnebril op. Want: ,,Je weet maar nooit wat voor figuren je tegenkomt.’’
Hij vertelt het alsof het in zijn beleving normaal is geworden. ,,Ik weet niet anders’’, zegt Sneijder. ,,Als ik vroeger in de jeugd van Ajax met mijn sporttas op het station in Utrecht stond, moest ik al op mijn hoede zijn. Dat heeft meer met bepaalde supportersgroepen te maken dan met mijzelf, denk ik. Buiten Amsterdam heeft iedereen een hekel aan Ajax, lijkt het wel.’’
Voor het grote publiek is Sneijder, een Utrechter nota bene, de personificatie van Amsterdamse bravoure. Die status heeft invloed op zijn privéleven.
,,Mijn vrouw ging van de week lekker winkelen in Rotterdam. Ik zou best meewillen, maar daar hoef ik niet eens over na te denken. Geen optie. Misschien hoort het wel bij het vak tegenwoordig. Nou ja, in elk geval in Nederland dan. Ik vind het jammer dat het zo moet.’’
In de Galgenwaard zingen duizenden verdwaasden jaarlijks dat zijn moeder een hoer is.
,,Daar heb ik maling aan, wat moet ik anders? Het duurt maar negentig minuten, denk ik altijd. Ik wil die wedstrijd winnen en dan weer de bus in. Het maakt me juist sterk. Het geeft kracht om in de Kuip of de Galgenwaard te spelen, dat maakt die wedstrijden ook speciaal. Ik ben er vaak op mijn best.’’
Dat is iets anders dan dat het hem koud laat. ,,Natuurlijk doet het wat met je. Natuurlijk voel ik me er niet prettig bij. Mijn moeder is de laatste jaren mee geweest naar Utrecht. Dan zit er dus iemand drie stoelen verderop over haar te zingen. Ze is er zelf meestal vrij rustig onder, net als ik. Maak er maar twee, Wes, zegt ze dan. Dan krijg je ze wel stil.’’
Heel even slaat zijn stem over. ,,Wie in Nederland weet hoe dat voelt? Wie kan zich voorstellen hoe het is als twintigduizend mensen je moeder uitschelden? Als een voetballer zich één keer laat gaan, staat iedereen met zijn mening klaar. Een schande vinden ze het allemaal. Ik ga daar niet over zeuren, wij hebben een voorbeeldfunctie. Geen probleem. Maar kijken die mensen ook naar de andere kant?’’
Op subtiele wijze zocht Marco van Basten vorige week de strijd met Sneijder. Zo, haal eerst die neus maar even uit de wolken, leek de bondscoach te willen zeggen. Sneijder begon op de bank tegen Rusland, om later alsnog de hoofdrol op te eisen.
,,Ik zou liegen als ik zeg dat ik niet verrast was door die reservebeurt,’’ zegt de voetballer. ,,Nee, een specifieke uitleg heb ik niet gekregen. Je merkt gewoon dat de trainer voor een ander middenveld gaat kiezen. Dan heb ik dat te accepteren.’’
De brug naar Van Bastens feestdageninterviews is snel bewandeld. De bondscoach was in december kritisch over het gedrag van Sneijder, waarin het ontploffingsgevaar zo hardnekkig lijkt opgesloten. Houding en imago, benadrukte de bondscoach, hebben invloed op prestaties. ,,Dat bepaalt óók of je wel of niet goed bent,’’ zei Van Basten. ,,Mijn mening is simpel. Je moet je gewoon leren beheersen.’’
Sneijder kent die woorden. Na het vermaarde tyfushond-incident op het Kasteel belde de middenvelder met Van Basten. Om het uit te leggen. ,,Hij zei dat ik op sommige momenten slimmer moet zijn,’’ aldus Sneijder. ,,Dat begrijp ik ook, natuurlijk. Voor mijn gevoel was het wel uitgepraat. Maar het zou kunnen dat het vorige week nog meespeelde in zijn gedachten, inderdaad. Ik weet het niet.’’
De Ajacied bezweert dat het allemaal niet nog eens zal gebeuren. Na het ‘fukjoe’ in de richting van trainer Ronald Koeman, de scheldpartij tegenover ploeggenoot Wesley Sonck en dit seizoen zijn tirade bij Sparta-uit, is het tijd voor volwassenheid.
,,Ik mag niet meer met het excuus aankomen dat ik nog jong ben,’’ zegt Sneijder (22). ,,Dat moet voorbij zijn. Tegen mezelf heb ik dat heel duidelijk gezegd. Ik heb veel meegemaakt, positieve en negatieve dingen. In dik vier jaar heb ik de nodige ervaring opgebouwd, ik heb een EK en een WK achter de rug. Dan moet ik dat ook uitstralen. Ik weet duizend procent zeker dat ik dat kan, dat het echt de laatste keer is geweest. Let maar op.’’
Sneijder moet voordurend een balans zien te vinden tussen gezonde en ongezonde agressie. Het gif in zijn lijf heeft hem óók gebracht waar hij is. ,,Ik moet precies óp de grens blijven. Dat besef is er nu voortdurend. Ik wil een constante speler worden, dan is dat de enige manier.’’
De geboorte van zijn zoon Jessey, in augustus vorig jaar, vermenigvuldigt het nut van onbesproken gedrag. ,,Ik wil een voorbeeld zijn voor hem. Altijd. Scheldpartijen of weet ik veel wat, horen daar gewoon niet bij. Met mijn vrouw heb ik het ook over dat soort dingen. Er wordt vaak gezegd dat je verandert als je kinderen hebt. Ik ervaar dat ook écht zo.’’
Aan de bal is Sneijder dit seizoen onomstreden. De Ajacied maakt een uitstekend seizoen door, met dertien treffers als bewijs. Slechts in de laatste maand van 2006 stokte de motor af en toe.
,,Ik was echt vermoeid. Na het WK begon het seizoen alweer snel, dan is het volgens mij wel te verklaren dat je een terugslag krijgt. Een aantal wedstrijden heb ik met een spuit gespeeld en met een grote band tape om mijn middel. Ik wilde graag spelen. Achteraf is het misschien niet verstandig geweest.’’
Het geflirt vanuit Barcelona heeft hem in die periode niet geraakt, zegt Sneijder. ,,Dat doet me niets. Ik hoor het wel als ze mij of mijn zaakwaarnemer bellen.’’
Het buitenland lonkt niettemin steeds nadrukkelijker. ,,Ik heb altijd gezegd dat het gevoel goed moet zijn. Vorig jaar had ik dat nog helemaal niet, maar dit seizoen merk ik dat ik steeds constanter word. Nu ben ik er klaar voor, zo voel ik dat. Als er iets moois komt, zal ik daar over nadenken. Ik ben ambitieus. Maar dat wil zeker niet zeggen dat ik hier volgend seizoen weg ben. We zien het wel.’’
Met Edgar Davids in zijn rug is Sneijders spel vrij van zorgen. ,,Dat scheelt zó veel. Edgar praat voortdurend, hij zorgt dat alles en iedereen goed staat. Daardoor kan ik meer risico’s nemen. Het systeem dat we nu bij Ajax spelen, vind ik ideaal. Met twee controleurs, want die hebben we nu met Davids en Gabri. Voor de spits is het ook fijn als er steeds iemand in zijn buurt is.’’
De afstemming tussen Sneijder en Klaas Jan Huntelaar is nog altijd niet optimaal. ,,Klopt, dat vind ik ook. Ik had het ook liever anders gezien. Vóór de winterstop speelden we met één controleur en twee middenvelders die vanaf de zijkant kwamen. Dat was aanvallend wat moeilijker. Het zal een kwestie van wennen zijn, maar zo’n proces mag natuurlijk niet te lang duren. Het loopt gewoon nog niet soepel.
,,Met Patrick Kluivert heb ik niet veel wedstrijden samen gespeeld, maar met hem klikte het gewoon. Hij wist wat ik wilde in het veld en andersom. Dat is niet altijd uit te leggen. Of ik er wel eens met Klaas Jan over praat? Ja hoor, zeker in het verleden hebben we het veel gehad over bewegen, hoe je een bal aanspeelt, dat soort details. Ook nu doen we dat nog.’’
Dat Sneijder de spits bewust overslaat of extra hard inspeelt, zoals her en der wordt gesuggereerd, ontkent hij krachtig. ,,Daar ga ik niet eens op in, wat een onzin. Ik heb ook wel eens gehoord dat ik alleen maar zelf zou schieten. Slaat nergens op. Als íemand continu loert op de steekbal, ben ik het. Mensen moeten gewoon altijd wat hebben om over te praten.’’