abonnement Unibet Coolblue
  Moderator woensdag 24 augustus 2022 @ 05:09:01 #1
198822 crew  Rellende_Rotscholier
Robbertje matten met de wouten
pi_205727998
Etapa 5: Irun - Bilbao, 187,2 km

Zoals ik misschien wel eens terloops heb laten merken ben ik wel een fan van het Baskenland. Ik zat dan ook broekloos klaar voor de vorige rit, want zodra ik met het vlaggetje kan zwaaien gaan alle kledingvoorschriften de prullenbak in. Maarja, eigenlijk was er niet veel aan. Nee, dit was een rit om gewoon een broek te dragen. In het begin reed er een kopgroepje van zes weg, met daarin wel Lutsenko als grote naam. Al snel begonnen Bora en Jumbo te controleren en werd het duidelijk dat de koplopers kansloos waren. Zaten we dus vervolgens alleen te kijken naar de strijd om de bergpunten en de tussensprint, wat de regie weer iedere keer wist te missen. Netjes. De kopgroep dunde langzaam uit, en uiteindelijk werd ruim op tijd iedereen ingerekend. Een strijd tussen de favorieten, derhalve. Zou er op de Puerto de Herrera al iets gebeuren? Nee, niet echt. Een paar renners die moeten lossen, zelfs een paar verrassende namen, maar nog geen aanvallen. In de afdaling een valpartij van Repa, dat was waarschijnlijk het meest spectaculaire moment. Alles zou beslist worden op de steile helling in Laguardia. Wel een nerveus gedoe in die slotkilometer, iedereen was elkaar aan het kwakken. Roglic kwam een paar keer bijna in de problemen, maar hij wist toch zijn weg te vinden. Op een meter of 250 van het eind zette hij de straalmotor aan en weg was ie. Mads Pedersen werd heel knap tweede, maar wel op een lichtjaar van Roglic. Enric Mas warempel derde, op zo'n aankomst, jeetje. Roglic is dus goed in vorm, goed hersteld na de Tour, en over Mas kunnen we voorlopig hetzelfde zeggen. Roglic neemt de rode leiderstrui over en is daarmee de vierde verschillende Jumbo op rij die de leiderstrui draagt. Verder? Joan Bou neemt de bergtrui over en zorgt voor een voorzichtig succesje voor Euskaltel. De Baskische ploeg wilde zich tonen in het Baskenland, nou, die eindigden allemaal achteraan. Pijnlijk om die ploeg zo te zien worstelen, ze kunnen er echt helemaal niets van. Anders nog iets? Ja, wat kleine tijdsverschillen. Iemand als Yates verliest zeven tellen, plus natuurlijk de 13 bonificatieseconden die Roglic onderweg opraapte. Bonussprint gepakt, en de eindsprint. De Sloveen slaat meteen een slag, maar Madrid is nog ver. We gaan eerst verder met de volgende rit in het Baskenland, een rit die hopelijk iets leuker gaat worden. Gisteren had je net zo goed alleen de laatste kilometer kunnen kijken, dan had je alles wel gezien. Vandaag gaan we het opnieuw broekloos proberen, maar gezien het profiel ben ik toch een beetje bang voor een nieuwe sof. Degene die deze Baskische ritten heeft ontworpen verdient een pak slaag.




We zijn terug op de plaats waar de Vuelta van 2020 van start ging. Dat was toen niet de bedoeling, nee, in 2020 hadden we eigenlijk van start moeten gaan in Utrecht. Maarja, 2020 was het vermaledijde coronajaar, dus heel veel dingen gingen niet door. Op 20 oktober begon een Vuelta van 18 ritten, drie minder dan normaal dankzij het ontbreken van de Nederlandse start. Na drie dagen in Nederland had men na de rustdag verder moeten gaan in Irun, maar zonder de Nederlandse Gran Salida werd deze stad op de grens tussen Spanje en Frankrijk ineens het startpunt van de ronde. Voor het eerst in bijna 60 jaar ging de Vuelta weer eens van start in Baskenland, gekkenhuis. Dat is de organisatie toen zo goed bevallen dat men direct aan de lokale autoriteiten heeft gevraagd of een snelle terugkeer naar Irun een optie was. Gezien het feit dat we nu weer in Irun zijn was dat inderdaad een optie. De Nederlandse start is er met twee jaar vertraging dan toch gekomen, en zoals in 2020 de bedoeling was komen we na de nutteloze Nederlandse dagen opnieuw in Irun terecht. Uiteraard ligt deze stad in het Baskenland, het mooiste stukje van de wereld. Irun ligt aan het uiteinde van de autonome regio Baskenland, aan de overkant van de rivier de Bidasoa ligt de historie provincie Lapurdi, Labourd in het Frans. Frans-Baskenland, Frankrijk, plak er maar een naam op die je het beste uitkomt. Bij Irun mondt de Bidasoa uit in de Cantabrische Zee, mede daardoor is de stad een belangrijk commercieel en logistiek centrum. Ook omdat de grens dichtbij is, uiteraard. Vooral de uitgebreide spoorweginfrastructuur valt op. Wie met de trein naar Baskenland wil gaan moet flink veel geduld hebben. Aan de grens moet je uitstappen in Hendaye, om vervolgens over te stappen op een ander spoor. In Spanje vonden ze het namelijk lang geleden een goed idee om een breder spoor aan te leggen, waardoor de treinen vanuit Frankrijk niet door kunnen rijden. Ooit moet die fout hersteld worden, voorlopig ben je dus lekker lang bezig om met het OV Irun te bereiken. Terwijl je Irun natuurlijk wel graag wil bereiken, want het ligt in het Baskenland. Al is dat niet voor iedereen de overweging, je kan hier namelijk ook goedkoop tanken en goedkoop sigaretten halen, de accijnzen schijnen hier wat lager te zijn. Eerlijk gezegd is Irun niet de mooiste plaats van het Baskenland. Dat ligt voor een deel aan de Spaanse burgeroorlog, toen hebben ze hier nogal wat gesloopt. Desalniettemin een prima startpunt voor iedere Baskische reis. Biertje drinken bij de Bidassoa Basque Brewery, niks mis mee. Daarna naar het Oiasso Erromatar Museoa, een museumpje waar je alles kunt vinden over de Romeinse geschiedenis van de stad. In een van de vele winkels nog wat spullen kopen en dan snel door naar een van de steden in de omgeving, zou ik zeggen. Hoewel, bij de startplek van 2020 ligt ook het restaurant van Iñigo Lavado, schijnt een aanrader te zijn. We gaan nu alleen een paar meter verderop van start, in het centrum van de stad, tussen een hoop gezellige eettentjes in. Je hoeft geen honger te lijden in deze stad, ze weten hier wel wat lekker is. We bevinden ons om precies te zijn in de provincie Gipuzkoa, een van de drie provincies van de autonome regio Baskenland. Na San Sebastian is Irun de grootste stad van deze provincie. Enkele bekende wielrenners komen uit deze stad. José Maria Errandonea bijvoorbeeld, in de jaren '60 en '70 een sterke renner. Juan Manuel Garate is misschien een nog wel bekendere naam. Voormalig renner van Rabobank, tegenwoordig ploegleider bij EF. Irun is ook de stad van Fermin, Iñigo en Jabier Muguruza, misschien wel de bekendste muzikale familie van het Baskenland. Niet echt mijn persoonlijke favorieten, maar historisch gezien wel significant. Vooral Fermin, die heeft zo'n beetje eigenhandig de ska geïntroduceerd in het Baskenland. Nou, dat hebben ze geweten hier, zo'n beetje de meest voorkomende muziekstijl daarna. Irun is ook de stad van Real Union, een bijzonder oude voetbalclub. Ook een van de clubs die er als eerste bij was toen men de Primera Division besloot op te richten. Lang hielden ze het daar niet vol, tegenwoordig zijn ze actief op het derde niveau. Nouja, Irun, laten we zeggen dat we mooiere plaatsen tegen gaan komen vandaag. Al is het lokale gemeentehuis nog wel oké, bovendien is er natuur genoeg dankzij de monding van de Bidasoa. Het parkje van Plaiaundi is prima. Voor de start in 2020 was het lang geleden dat de Vuelta hier nog eens was geweest. Helpt niet mee dat we meer dan 30 jaar überhaupt niet in het Baskenland zijn geweest, maar ook voor die tijd was Irun al een beetje uit de gratie gevallen. In 1969 vertrok hier een rit, voor een aankomst moeten we zelfs helemaal terug naar 1956. Ook in de Itzulia is Irun niet buitengewoon populair, maar Valverde won hier wel mooi in 2006. Wel rijden we in allerlei koersen in deze omgeving rond. Bijvoorbeeld in de Klasikoa, onderweg naar Erlaitz, na de afdaling van de Jaizkibel. Ook weer geen onbekende stad, dus.



De renners gaan dus van start in het centrum van Irun, net wat verder van de grens dan in 2020. Geen FICOBA, het lokale evenementengebouw, wel een straat vol eetzaakjes en vooruit, een hoop appartementen. De start is dan misschien niet exact hetzelfde, maar de eerste 50 kilometer van deze rit zijn dat wel. We werken precies dezelfde route af als in de Vuelta van 2020, tot in Zumaia. De uitzending begint toch pas om 14:30 dus wat we tijdens het eerste deel van de rit doen maakt niet uit, zal de organisatie hebben gedacht. Nou, dan maakt het mij ook niet uit. We kopiëren het stuk van 2020 dan maar. Na de start rijden we een flink rondje door de stad, waarna we koers gaan zetten richting San Sebastian. We hadden lollig kunnen doen en vanuit Irun naar Hondarribia kunnen fietsen om vanuit deze prachtige kustplaats aan de Jaizkibel te beginnen, maar de renners worden gespaard. We volgen een grote weg richting San Sebastian. Die is in ieder geval breed, maar aan recht en vlak doen ze in het Baskenland niet. Het gaat wat op en af, door een omgeving die uiteraard zo groen als wat is. Tussen dat groen door veel industrie, welkom in een van de weinige welvarende delen van het schiereiland. Al die hupjes opnoemen heeft weinig zin, ga er maar gewoon vanuit dat het glooiend is. We komen tussendoor ook een aantal dorpjes tegen, Errenteria bijvoorbeeld. Da's mooi voor Aritz Bagües, renner van Caja Rural. In 2020 was hij aanwezig, nu niet, da's dan weer minder mooi voor hem. Ane Santesteban komt hier ook vandaan, renster van BikeExchange. Van Errenteria rijden we naar Pasaia, wat dan weer de stad is van Iñigo Chaurreau en zijn neef Mikel Astarloza. Ook de stad waar Victor Hugo ooit een jaar woonde, hij was er nogal van onder de indruk. Pasaia is ook best mooi, we slaan het mooiste gedeelte alleen over. We fietsen langs het spoor en de haven, de vissershuisjes aan de overkant van het water komen niet optimaal in beeld. Het zijn wel bekende wegen voor de renners, vooral voor de oudere renners. Tijdens de Klasikoa reden we vroeger hier in de finale, tegenwoordig ziet de route er net wat anders uit. Via een aantal rotondes rijden we vervolgens San Sebastian binnen. Van de wijk Gros rijden we naar het oude gedeelte van de stad, de renners worden getrakteerd op een tocht langs het bekendste strand van de stad, La Concha. Dan hebben we toch al mooi 12,5 kilometer afgewerkt, van de bijna 190. Over San Sebastian, of Donostia zoals ik het eigenlijk hoor te noemen, valt enorm veel te vertellen. Wel open deuren vooral, toch een van de bekendste steden van het Baskenland. Overal barretjes waar je pintxos kan eten. Om de paar meter een sterrenrestaurant. Luxueuze villa's aan de baai, waar vroeger al het rijke volk naartoe trok waardoor San Sebastian zo bekend is geworden. Fascist Franco bracht hier ook zijn vakanties door in een van de paleizen, dat is dan weer een minpuntje. Aan iedere kant van de baai vinden we een heuveltje, met aan de ene kant een kasteeltje en aan de andere kant een pretparkje. Monte Igeldo en Monte Urgull, moet je geweest zijn hoor. Santa Clara in het midden, met het bootje naartoe, hup. Nou, ga zo maar door. Gewoon een fantastische stad, Donostia. Real Sociedad, mooie club. Donostia is verder ook de stad van de familie Azparren. Vader Mikel brak nooit door als prof, zijn kinderen beschikken over meer talent. We kennen nu vooral Xabier Mikel Azparren, die momenteel bezig is aan zijn tweede Vuelta. Fietst bij Euskaltel, zou volgend jaar zomaar voor Movistar kunnen fietsen. Terwijl zijn jongere broer, Enekoitz, tegen die tijd wel eens prof zou kunnen zijn geworden bij Euskaltel. In het verleden moesten ze het hier vooral van Pello Ruiz Cabestany hebben, verder valt de oogst in Donostia eigenlijk wel mee. Wel nog wat figuren die in het verleden voor Euskaltel hebben gereden, maar daar ga ik me niet aan wagen. José Luis Arrieta zou hier geboren moeten zijn, maar woont samen met zijn familie al heel lang in een klein dorpje in Navarra, waar ook de kleine Igor het levenslicht zag. Nog steeds boos dat Igor niet aanwezig is in de Vuelta. Achja, volgend jaar dan maar. Donostia is verder natuurlijk vooral de stad van de Klasikoa, de koers die jaarlijks wordt gewonnen door een smurf uit België. De Vuelta kwam hier in de beginjaren altijd langs, omdat de koers in die tijd werd georganiseerd door een Baskische krant. Het begon dus mooi, de Vuelta. Ergens in de jaren erna is de klad er een beetje ingekomen. San Sebastian is overigens ook de stad van Mikel Laboa, de bekendste vertolker van het iconische Txoria Txori. Sowieso een muzikale stad, er komen hier nogal wat - lokaal - bekende bands vandaan. Beetje muziek maken, wat pintxos eten, cider in je mik, wat een leven. Hieronder presenteer ik het favoriete nummer van Mikel Oyarzabal, de helaas geblesseerde sterspeler van La Real. Deze band met een naam die in het Noors staat voor naakt komt uit Donostia en ze kunnen wel aardig pingelen, ik geef Oyarzabal niet eens ongelijk.



Ooit, in 1992, ging de Tour de France van start in Donostia. Volgend jaar keert de Tour weer terug. Een Grand Départ in het Baskenland, ik ben nu al de dagen aan het aftellen. Een start in Bilbao, daarna fietst men op de tweede dag van Gasteiz naar Donostia, waar de finish zal volgen na een beklimming van de Jaizkibel. Ik ben nog lang niet klaar met schrijven over al deze steden, zoveel is duidelijk. Eduardo Chillida kwam overigens ook uit Donostia, de Basken hebben ook een behoorlijk boontje voor deze beeldhouder met zijn abstracte sculpturen. Enfin, door. Voorbij het strand rijden we nog een tijd door San Sebastian. We volgen nog steeds een brede weg, op een paar rotondes na komen we voorlopig weinig tegen. Eenmaal buiten de stad slaan we rechtsaf, daarna volgen we een tijd de loop van de Oria. De weg langs deze rivier is bochtig en glooiend, het gaat steeds een beetje op en af. Prachtige weg wel. Groen, uiteraard, in het altijd bosrijke Baskenland. Af en toe komen we ook een dorpje tegen, Usurbil bijvoorbeeld. Het thuis van de familie Zubeldia. We kennen natuurlijk allemaal Haimar, vooral omdat we hem niet kennen. Joseba is er ook nog, die werd op de bagagedrager ook prof bij Euskaltel. Toch nog een jaar of zes prof geweest, zonder talent. Haimar bleef langer prof, maar de ninja is inmiddels ook alweer vijf jaar gestopt. Tijd vliegt, joh. Xuban Errazkin komt ook uit Usurbil. Dat had de nieuwe Baskische wonderklimmer moeten worden, maar hij is vakkundig kaltgestellt door de autoriteiten. Aangezien hij moeite had om zonder doping door het leven te gaan is hij tegenwoordig een halve bodybuilder geworden. Even verderop rijden we door Aginaga, waar een goede sagardotegia zit. Een ciderhuis, in het Spaans sidrería, dit is wel de streek van de cider. De hoofdstad van die streek is Astigarraga, waar Mathieu Hermans ereburger is, maar ook in een paar andere dorpjes in de buurt proberen ze wat leuks te doen met appels. Txotx! Een paar bochten en wat korte hupjes later fietsen we door Orio, niet te verwarren met oreo. Orio is dan weer de geboorteplaats van Benito Lertxundi, naast Mikel Laboa een van de veteranen van de Baskische muziek. Maakten ook allebei onderdeel uit van Ez Dok Amairu, een beweging die het Baskische lied nieuw leven in wist te blazen na de pogingen van Franco om het Baskisch de nek om te draaien. Hulde voor deze artiesten, dus. Het befaamde Txoria txori is bijvoorbeeld eigenlijk gewoon een protestlied. Maar dit terzijde. Na een rotonde en wat bochten in Orio rijden we over de Oria, aan de andere kant van de rivier moeten we kort klimmen. Bord langs de kant van de weg zegt 7%, dat valt voor Baskische begrippen nog mee. Duurt ook maar een kilometer, geen paniek. Brede wegen nog steeds, ze matsen de renners. Na de klim gaat het kort naar beneden zonder gekkigheden, vervolgens zetten we koers richting Zarautz. Daar komt Jokin Aranburu vandaan, die was tot vorig jaar prof bij Euskaltel. Julian Alaphilippe won in dit stadje aan de kust de eerste rit van de Itzulia in 2018, voor Roglic. Voorbij Zarautz rijden we een aantal kilometer langs de kust, dit is een prachtige weg jongens. Heerlijk uitzicht over de zee, en dan komen we ook nog eens langs een van de mooiste plekjes van het Baskenland. Getaria! Hier hebben ze twee specialiteiten: vis en txakoli. Txakoli is de Baskische witte wijn, die vooral in de heuvels rond Getaria en Zarautz wordt verbouwd. Ook een beetje op de flanken van de Jaizkibel, maar het is een bijzonder klein wijngebied. Een flesje Txomin Etxaniz is niet te versmaden. Aanrader. Op zo'n fles txakoli kom je een keurmerk tegen, DOC Getariako Txakolina. Plaatje van een walvis erbij, want vroeger joeg men in al deze plaatsjes aan de kust vooral op walvissen. Toen ze de hele Golf van Biskaje hadden leeggevist trokken die gekke Basken helemaal naar de nieuwe wereld, naar wat nu Canada is, om daar walvissen te vangen. Ze hadden dat deel van de wereld al lang ontdekt voor Columbus, maar ze gaven er geen fuck om omdat ze alleen kwamen om te vissen. Dat vissen gebeurt nu nog steeds, alleen niet meer op walvissen. De vangst van de dag kun je direct oppeuzelen in een van de vele goede restaurants die Getaria rijk is. Glaasje txakoli erbij, en eventueel eerder op de dag een bezoekje aan het Cristobal Balenciaga museoa. Balenciaga, juist ja, die van die ontzettend lelijke en extreem dure kleding en schoenen. Komt gewoon uit Getaria, van origine althans. Juan Sebastián Elcano was ook van hier, de eerste man die helemaal rond de wereld wist te varen. Zijn naam gaan we over een aantal dagen nog eens horen, als het peloton zich in Sanlucar de Barrameda bevindt.



Vijf kilometer verderop rijden we door Zumaia, tegen die tijd hebben we 50 kilometer afgewerkt. Nog eens vijf kilometer langs de prachtige kust over een vrij bochtige weg, maar da's logisch. Relatief vlak, maar nooit helemaal natuurlijk. In Zumaia lieten we in 2020 de kust achter ons, nu gaan we afwijken van de route van toen. Niet zonder de mededeling dat Zumaia de thuisbasis is van Iban Iriondo, iemand die ooit nog prof was bij Euskaltel, en Jon Agirre, die momenteel prof is bij het sympathieke Kern Pharma. Al vind ik het dan wel weer minder sympathiek dat ze met deze Agirre, Igor Arrieta en Ibon Ruiz bijna al hun Basken thuis hebben gelaten. Alleen Urko Berrade is van de partij, maar die komt dan weer uit Navarra en rijdt niet door zijn thuishaven. Enfin, na Zumaia laten we stiekem wel heel even de kust achter ons, maar dat duurt niet lang. Heeft wel tot gevolg dat we moeten klimmen, het Baskische binnenland is onverbiddelijk. Over een brede weg die wel wat rotondes kent rijden we naar de voet van de Alto de Itziar, na een stuk of vier vlakke kilometers begint er vervolgens een klim van zeven kilometer aan 3% gemiddeld. Dat klinkt heel makkelijk, maar er is wel wat nuance te vinden. Zodra de klim voorbij Arroa Bekoa echt begint komen we bijvoorbeeld een kilometer aan 5% tegen, terwijl we door een donker bos fietsen. Even later wordt het dan wel weer wat vlakker en het gaat zelfs een tijd naar beneden, waarna de renners voorbij een restaurant met de naam Santuaran beginnen aan het tweede deel van de klim. Nog wat werk aan 4 à 5%, met in de buurt van het dorpje Itziar zelfs een steile passage aan 10%. Goed, niet heel schokkend uiteindelijk, maar het gaat wel weer allemaal bij elkaar optellen. Na de klim volgt er een afdaling van zeven kilometer richting Deba. De andere kant van deze klim is beduidend lastiger, maar de weg omlaag is breed en kent niet ontzettend veel lastige bochten. Al moet je als renner altijd blijven opletten, onze Tsjechische vriend Repa reed gisteren ook in een niet al te lastige afdaling rechtdoor het skoekeloen in. Maar nee, normaliter mag dit geen problemen opleveren, of je moet afgeleid worden door de prachtige omgeving. Bijna beneden zien we de zee weer liggen, de Mirador Virgen de Itziar zou normaal gesproken een goede plek zijn voor een korte pauze. Korte splitsing van de weg beneden in Deba, waarbij je de optie hebt om door een tunneltje te fietsen. Daarna is het dalen wel gedaan en zien we het fraaie Deba liggen, met op het oog een prima strandje. In Deba werd ooit de Ekaingrot gevonden, met allemaal kicken rotstekeningen van heel lang geleden. Schiet je niets mee op, de replica van de grot staat in Zestao en dat is een eind verderop. Verder won ONZE Menno Huising hier een rit in de Gipuzkoa Klasika, een koers voor junioren. Dat moet het nieuwe fenomeen worden, geen druk verder.




De vorige keer dat er een rit vertrok in Irun eindigden we op Arrate, waar wie anders dan Primoz Roglic won. Ditmaal een net iets andere route voorbij Zumaia dus. We zijn nu in Deba en volgen tot in Ondarroa de kust, een route die we dan weer kunnen kennen van de Itzulia. Afgelopen jaren best vaak in de buurt geweest van dit stukje kust. Volgend jaar in de Tour gaan we deze route ook weer zien, maar dan in tegengestelde richting. Tijdens de derde rit rijden we van Amorebieta-Etxano naar Frankrijk, grotendeels over deze wegen. Ondarroa, Deba, Getaria, Orio, Donostia, het komt dan allemaal weer voorbij. De toeristische route langs het water, het Baskenland gaat in het zonnetje gezet worden. Vandaag net iets minder, aangezien we waarschijnlijk pas ter hoogte van Deba live zullen gaan. Of als het weer 15:00 wordt dan pas in Markina-Xemein, weg van de kust. Niet handig. Goed, de weg tussen Deba en Ondarroa is wat de Spanjaarden rompepiernas noemen, continu op en af. Hoe de Basken dat noemen, nouja, waarschijnlijk vlak. Geen echte klimmetjes, maar wel lastig terrein. In Deba vinden ze trouwens surfen leuk, zoals je aan de mural hierboven kunt afleiden. Sowieso überhaupt weer veel murals hier, ieder afgetakeld gebouw wordt opgeknapt met een likkie verf. Geen slecht idee. Tussen Deba en Zumaia in kom je aan de kust ook het bijzondere natuurfenomeen van de flysch tegen. Mag je zelf naar gaan googlen, maar absoluut een aanrader. Tussen Deba en Ondarroa komen we ook nog een aantal andere dorpjes tegen, en een passage over de rivier de Deba, waarna men ook nog even door een tunnel moet fietsen. Onderweg komen we naast glooiend terrein, de kust en een hoop groen onder meer Mutriku tegen, het dorp van de voormalige prof Peio Arreitunandia. Reed onder meer voor Euskaltel en Barloword, dan ben je toch wel een ultiem fenomeen. Kan alleen Txurruka over meepraten. Paar bochten in Mutriku, maar het zijn bepaald geen Nederlandse dorpjes. Na 76 kilometer bereiken we vervolgens Ondarroa, waar Mikkel Honoré vorig jaar nog een rit won in de Itzulia. Kreeg ie cadeau van ploeggenoot Cerny, de schat. Ook het dorp van Iñigo Martinez en Kepa Arrizabalaga, maarja, dat zijn voetballers. Mooi plaatsje, waar we de kust achter ons gaan laten. In de Tour van volgend jaar fietst men nog wat verder langs de kust en rijden we door tot Lekeitio, het dorp van deelnemer aan de Vuelta Ander Okamika. Die ziet nu net een passage door zijn dorp aan zich voorbij gaan, maar oké, close enough. Van Ondarroa is het 14 kilometer fietsen naar de voet van de eerste officiële klim van de rit. De renners mogen een tijd door de vallei rijden, wat niet wil zeggen dat het heel makkelijk gaat zijn. Toch meer dan 250 hoogtemeters in dit stuk, het is weer aardig wat werk op en af. Paar bochten erbij ook nog eens, zelfs een paar lastige in dalende lijn. Al bij al geen heel lastig stuk van de rit, maar je begint je ondertussen toch af te vragen of de renners niet liever die vlakke Nederlandse wegen hadden. Via Berriatua rijdt men naar Markina-Xemein, het dorp van Txomin Juaristi. Renner van Euskaltel, maar niet aanwezig in de Vuelta. Laatst wel 10e geworden in de Volta, had er hier dus gewoon bij moeten zijn, zeker als je alle Euskaltellers op iedere drempel ziet lossen. #nietmijneuskaltel



Eén detail dat ik nog even over het hoofd heb gezien is dat we ons sinds een paar kilometer in Bizkaia bevinden. We hebben de provincie Gipuzkoa verlaten en bevinden ons nu dus in een andere provincie. In Bizkaia gaat het echte klimmen beginnen, vooral als we een paar kilometer na Markina-Xemein in Aitzabel rechtsaf slaan. De afgelopen kilometers waren relatief eenvoudig, met brede en tamelijk vlakke wegen, maar nu gaat het leuker worden. In het groene hart van het Baskenland, waar je naast wat dorpjes ook met enige regelmaat een uitgestrekt industrieterrein aantreft, liggen ook een hoop heuvels. We doen nog redelijk ons best om de lastigste heuvels te ontwijken, maar alles ontwijken lukt niet. Er volgt nu een klimmetje dat sommige renners nog kunnen kennen, want het volgende klimmetje zat in de finale van de 17e rit van de Vuelta van 2018, toen we van Getxo naar Monte Oiz fietsten. Balcón de Bizkaia, werd die klim ook wel genoemd. Dat was toen een beetje een leugen, omdat Balcón de Bizkaia halverwege de klim naar Monte Oiz ligt. Nu gaan we wel daadwerkelijk klimmen naar Balcón de Bizkaia, maar niet voordat we de klim van Gontzagarigana hebben afgewerkt. Vijf keer achter elkaar uitspreken. Gontzagarigana. Gontza-gari-gana. Valt mee. De weg omhoog is breed en stelt in het begin niet veel voor, het gaat in het begin aan amper twee procent omhoog. In totaal gaat deze klim van de derde categorie 5,3 kilometer aan 4,5% omhoog, waarbij het vooral voorbij het dorpje Ziortza-Bolibar ergens op begint te lijken. Na een kilometer aan 3% toch nog drie kilometer rond de 6%, waarna de renners met 96 kilometer in de benen de top bereiken. Na de klim volgt er een listige afdaling van iets meer dan twee kilometer richting Munitibar-Arbatzegi Gerrikaitz. Spreek dat ook maar eens even allemaal uit. De afdaling kent de nodige bochten en dat lijkt me vooral het probleem, de weg is verder breed en het asfalt goed, dus daar ligt het dan weer niet aan. Een paar scherpe bochten onderweg, maar al vrij snel zijn we beneden in Munitibar, waar een lastige bocht naar links volgt. Na die bocht beginnen we meteen aan de klim naar Balcón de Bizkaia, het eerste deel van de klim naar Monte Oiz. Goh, Monte Oiz, dat was me ook wat zeg. Michael Woods won die rit, voor Dielon Teuns, vanuit de vlucht. Teuns leek even te winnen, maar de steile betonweg bleef maar duren en aan het eind was het dan toch Woods die aan het langste eind trok. Sindsdien niet meer in koers gezien, ik had ondertussen eigenlijk al wel een terugkeer verwacht. Achja, vandaag in ieder geval een halve terugkeer, het gaat 4,2 kilometer aan 5,6% omhoog naar het balkon van Bizkaia. De steile kilometers slaan we over, de renners worden gematst. In Gerrikaitz loopt de weg direct vrij lastig omhoog, een kilometer aan 6% met blijkbaar een uitschieter tot boven de 10%. In de twee daaropvolgende kilometers gaat het zelfs aan 7% gemiddeld omhoog, de klim is nog lastiger dan je zou vermoeden. De brede weg omhoog door het groene landschap kent de nodige bochten, terwijl we na verloop van tijd een splitsing bereiken. Ga je hier naar links, dan kom je direct terecht op de steile betonweg die je naar de top brengt van de Monte Oiz. Doen we niet, we gaan rechtdoor. We rijden verder over de brede asfaltweg en deze vlakt af, waarna er zelfs een paar meters in dalende lijn volgen. Daarom is het gemiddelde dus niet zo indrukwekkend, dat wordt gedrukt door deze meters. Hierna gaat het nog even een halve kilometer omhoog aan 5%, waarna we het balkon van Biskaje bereiken. Bizkaiko begiratokia, in het Baskisch. Kun je mooie dingen zien vanaf dit balkon? Oh jazeker.





Op de top van de Bizkaiko begiratokia hebben de renners 102 kilometer afgewerkt, nog 85 te gaan. Na dit klimmetje van derde categorie volgt er een afdaling van acht kilometer. Deze afdaling begint lastig, we komen meteen een aantal scherpe bochten tegen terwijl het een tijdje steil naar beneden gaat. Niet heel lang, even verderop wordt het zelfs vlak. Ook komen de renners nog wat later een kort knikje omhoog tegen, waarna het tweede deel van de afdaling begint. In de resterende vijf kilometer gaat het heel steady aan 4% omlaag, waardoor je bijna begint te vermoeden dat het een makkelijke afdaling is. Toch wel opletten geblazen hoor, de bochten blijven komen. Een hoop snelle bochtjes achter elkaar, zelfs nog een paar haarspeldbochten, maar afijn, de weg in het bos is wel lekker breed. Zou moeten lukken, deze opdracht. Eenmaal beneden slaan we rechtsaf en dan is het een kilometer of vijf zo goed als vlak, terwijl we koers zetten richting Gernika. Gernika bereiken we alleen net niet, want na een paar kilometer in de vallei slaan we in Muxika linksaf. Jammer, net niet door de historische hoofdstad van het Baskenland en de geboorteplaats van onder meer Pello Bilbao, Roberto Laiseka en Joane Somarriba. Maar nu heb ik ze toch genoemd, mij vatten ze niet. Weten jullie trouwens wie er uit Muxika komt? Nou, Beñat Intxausti! Tweevoudig ritwinnaar in de Giro, die zijn carrière vroegtijdig zag eindigen na jarenlang geklungel met de ziekte van Pfeiffer Is tegenwoordig actief als scout van A&J All Sports, het kantoor van de familie Carera, die onder meer Pogacar en Biniam begeleiden. Beñat mag op zoek naar Spaans talent, voorlopig lijkt hij daar met het werven van Marc Brustenga niet direct in te slagen. Eind vorig jaar ook nog betrokken bij een zwaar auto-ongeluk, zit allemaal niet mee. Maar goed, in Muxika slaan we dus linksaf en dan fietsen we richting Ugarte, terwijl de volgende klim gaat beginnen. De renners klimmen naar de Alto de Morga, een klim die we in het Baskisch ook wel Aretxabalgane noemen. Deze klim is in totaal 8,6 kilometer lang, gemiddeld gaat het aan 3,5% omhoog. Dit gemiddelde kun je meteen weggooien, want het is een klim in twee delen. In eerste instantie gaat het 3,5 kilometer aan 4% omhoog naar Gerekiz. Kilometer aan 3,5%, dan eentje aan 5%, dan een aan 4,5% en dan vlakt het af naar de top van Gerekiz, waar een bocht naar links volgt en dan een korte maar pittige afdaling over een brede weg. Kleine kilometer naar beneden, waarna het tweede deel van de klim volgt. Een onregelmatig tweede deel. Na een kilometer aan 6% volgt er eentje aan 2,5%, dan gaat het weer omhoog aan 4,5% en in de laatste meters naar de top zelfs aan 6,5%. De top van de Aretxabalgane, een paar kilometer na het passeren van het dorpje Morga, bereiken we na 125 kilometer. Klimmetje van de derde categorie, zonder veel moeite te doen zou je iets moeilijkers kunnen vinden in het Baskenland.



(vergeet de eerste twee kilometer bij deze)


Brede wegen omhoog, waar blijven mijn Baskische geitenpaden? Ik heb me laten vertellen dat Joseba Beloki deze en de vorige rit heeft ontworpen en mijn conclusie is dat Beloki, ja, een mietje is. Roberto Laiseka, die kan tenminste een parcours ontwerpen. Dit is naar mijn smaak allemaal net wat te makkelijk. Gelukkig is het uitzicht op de top in ieder geval mooi. De afdaling is net iets meer dan vier kilometer lang en begint op een steile en bochtige manier. Meteen wat bochten en een haarspeldbocht in het begin terwijl het aan 7% omlaag gaat. Het wegdek lijkt hier ook wat slechter, al weet je nooit of men in de tussentijd een nieuwe laag heeft neergelegd. Na dit lastige begin wordt de afdaling een stuk makkelijker, het gaat wat meer rechtdoor en de percentages nemen af. Ondertussen rijden we langs de wijngaard van Gorka Izaguirre, gezien de toegevoegde u neem ik aan dat het om een andere Gorka gaat. Zo niet, leuke hobby. Beneden komen we uit in Goikolexea, waarna het een aantal kilometer zo goed als vlak zal zijn tot in Galdakao, waar de voet ligt van de volgende klim. Eigenlijk is het gewoon tien kilometer vlak, wat de koers waarschijnlijk niet echt ten goede komt. Een moment om op adem te komen voor de finale begint, zullen we maar zeggen. Voorbij Goikolexea passeren we al vrij snel Larrabetzu, de plaats waar Jesus Loroño vandaan komt. Een van de grote Baskische wielrenners, vooral omdat hij in 1957 de Vuelta wist te winnen. Vaak dolf hij het onderspit ten opzichte van Bahamontes, maar 1957 was het wonderjaar van Loroño. Ook Mikel Artetxe komt uit Larrabetzu, maar die won de Vuelta dan weer nooit. Voorbij Larrabetzu komen we een paar rotondes tegen, maar eigenlijk zijn dat zo'n beetje de enige obstakels. Verder is de weg breed, recht en vlak, tot in Galdakao. Door de vallei rijden we naar de geboorte- en woonplaats van iedereens favoriete renner aller tijden ooit, Igor Antón. We rijden dwars door deze voorstad van Bilbao en passeren daarbij een aantal rotondes, totdat we na 139,4 kilometer rechtsaf slaan en de welbekende Alto del Vivero begint. Deze klim hebben we sinds 2011 in meerdere koersen zien verschijnen, in de Vuelta zien we hem vanaf deze kant voor de derde keer. Van deze kant, de originele kant, is de Vivero 4,6 kilometer lang. In deze 4,6 kilometer gaat het gemiddeld aan 8% omhoog, dat is toch de moeite waard. Kort achter elkaar twee bochten naar rechts, dan eentje naar links, door het tunneltje door en dan begint de hel. In de eerste kilometer van de klim gaat het direct aan 9% omhoog, met uitschieters tot 13%. De weg is een stuk smaller geworden, en zal door de ongetwijfeld talrijk aanwezige fans nog wat smaller worden. De beklimming van de tweede categorie zou je kunnen omschrijven als een typisch Baskische klim, hij is kort, steil en ontzettend onregelmatig. In de tweede kilometer van de klim gaat het aan 7% omhoog, met een maximum van 10%. In de derde kilometer van de klim gaat het opnieuw steil omhoog aan 8,6%, met uitschieters naar 13%. Richting de top wordt de klim wat makkelijker, 6% gemiddeld, maar ook weer wat stroken boven de tien procent. Niet de lastigste klim in deze regio, maar zeker wel een mooie klim. Vooral vanwege de geschiedenis, en omdat de fans natuurlijk op de afspraak zullen zijn. Bij het onderstaande profiel moet je trouwens even de laatste kilometer vergeten. De pijl bij Vivero wijst de plek aan van onze top. De eerste van twee beklimmingen van de Vivero zit er na 144 kilometer op, op iets meer dan 40 kilometer van het eind.




Een finale van een Vueltarit met een dubbele beklimming van de Vivero vanuit Galdakao kennen we, dit is de derde keer dat we dat gaan doen. Toch is er wel sprake van enige vernieuwing, want de afdaling richting Bilbao is ditmaal anders. Hoewel, het is grotendeels gelijk aan wat we kennen. We komen boven op 14 kilometer van het eind, in het verleden was dat 13 kilometer, en beginnen dan aan de afdaling van de Vivero over een brede weg. De afdaling kent wel het een en ander aan bochtenwerk, maar er zit eigenlijk geen enkele écht lastige bocht tussen. Na een paar kilometer dalen komen de renners uit bij een rotonde, waar ze rechtdoor moeten. Vervolgens rijden ze langs een van de toeristische trekpleisters van Bilbao, de berg Artxanda. De berg is van beneden te bereiken met de funicular, de kabeltrein. Boven op de berg heb je het mooiste uitzicht over de stad, maar daar kopen de renners niet veel voor. Die pakken vooral wat bochten mee, in plaats van mooie vergezichten. Ze komen nog een rotonde tegen, terwijl het verder helemaal niet steil naar beneden gaat. In de Tour van volgend jaar gaan de renners ook geconfronteerd worden met de berg Artxanda, in de finale van de eerste rit van de Tour van 2023 mogen de renners ook de Alto del Vivero beklimmen, waarna een uitsmijter volgt in de vorm van Pike Bidea. We dalen dan na de Vivero een andere kant op en beginnen daarna aan de steile Pike Bidea, die ons dus naar Artxanda brengt. Vervolgens komen we uit op de weg waar we ons nu bevinden, die ons naar Bilbao gaat brengen. De laatste afdaling van de eerste rit van de Tour, dat zou dus niet heel lastig mogen zijn. En inderdaad, lastig is het allerminst. De weg is ontzettend breed, goed geasfalteerd en we komen weinig gekke bochten tegen. Wel wat bochten, maar goh, nee, perfect te doen tot nu toe. Pas op vijf kilometer van het eind, wat nu nog niet vijf kilometer van het eind is aangezien we nog een rondje moeten, komen we de eerste listigere bochten tegen. Op ongeveer vier kilometer van de finish volgt een scherpe naar links, waarbij men moet opletten voor de vluchtheuvel. Vervolgens gaat het eigenlijk quasi rechtdoor naar beneden over een snelweg. We zien rechts Bilbao liggen en we zien ook dat de weg niet veel voorstelt. Op ongeveer twee kilometer van het eind komen we wel een wegversmalling tegen, daarna rijden we een tunneltje in. Buiten de tunnel is het nog maar ongeveer 1,5 fietsen, als je vergeet dat je nog een rondje moet, en we komen dan een bocht naar links tegen. Het is inmiddels vlak, want we hebben de oevers van de Nervion bereikt. We zien het schitterende stadion van Athletic Club de Bilbao liggen, San Mamés. Langs het water en langs San Mamés fietsen we een opmerkelijke brug tegemoet, die ons naar de overkant van het water brengt. De Euskalduna zubia, waar het warempel een paar meter omhoog loopt, gekkenhuis. Op de brug bevinden we ons in de laatste kilometer, een geleidelijke bocht naar rechts is het eerste wat we in die slotkilometer tegenkomen. Vervolgens komen we een gigantisch grote rotonde tegen, met een appartementencomplex in het midden. Vind ik altijd een bijzonder beeld, de wereld mag er vandaag ook van gaan genieten. We rijden rechts om dit gebouw heen over de rotonde, wat een lange bocht naar links oplevert. Aan het eind van de rotonde botsen we op het lokale jezusbeeld, waar we ook weer rechts omheen moeten. Daarna slaan we de Gran Via Don Diego López de Haro in, kortweg de Gran Via, de finishstraat. In de laatste 600 meter gaat het rechtdoor tot aan deze finish over deze prachtige boulevard. Na 158 kilometer, op 29 kilometer van de finish, passeren we hier voor het eerst. Tijd voor het lokale rondje, niet voordat we bij de eerste passage aan de finish hebben gesprint. Tussensprinttijd.




Na de eerste passage aan de meet rijden we dwars door Bilbao verder. Het is tien kilometer fietsen tot aan de voet van de slotklim, tien zo goed als vlakke kilometers. Nou, niet helemaal trouwens. Aan het eind van de Gran Via komen we een rotonde tegen, waar het uiteindelijk naar links gaat. We rijden nu rechtdoor naar het Guggenheim en naar de brug van La Salve. Een prachtig beeld, daar mag geen twijfel over bestaan. Aan de andere kant van het water rijden we naar het park van Etxebarria en de basiliek van Begoña. Renners die in 2023 de Tour willen rijden moeten nu goed opletten, want hier ligt in 2023 de streep. Op een oplopende strook langs het park van Etxebarria wordt in 2023 de eerste gele trui uitgereikt, toch fijn dat de testkoers die wij de Vuelta plegen te noemen ons alvast een blik biedt op de toekomst. Het loopt hier dus omhoog. Hoe zwaar? Nou, dan moet je dus kijken en het zelf ervaren. Voorbij dit klimmetje rijden we een tunnel in en daarna zal het vlak zijn tot aan de voet van de slotklim. Door de buitenwijken en de voorsteden van Bilbao rijden we voor de tweede keer vandaag naar Galdakao. We fietsen bijna door Basauri, de geboortegrond van de man, de legende, Matxin! Brede weg langs de Nervion, een paar bochten en wat rotondes en verder is het gewoon wachten op die laatste klim. Eenmaal in Galdakao slaan we na 168 kilometer linksaf, dan rechtsaf, even later nog eens linksaf en dan beginnen we voor de tweede keer aan de Vivero. Opnieuw gaat het 4,6 kilometer aan 8% omhoog, het recept mag ondertussen bekend zijn. De renners mogen zich opnieuw een weg omhoog worstelen door een uitzinnige Baskische menigte. Het zal weer lijken alsof er geen doorkomen aan is voor de renners, maar dat komt altijd wel goed. Ik merk dat mensen soms wel eens bang zijn voor zo'n menigte, maar dat is in het Baskenland nergens voor nodig. Die jongens weten precies wat ze doen, gaan altijd op het juiste moment aan de kant en bewaren het respect voor de coureurs. Op meerennen staat hier de doodstraf. De Basken hebben ontzettend veel respect voor de renners, kennen ze ook allemaal bij naam en halen daarom minder rare fratsen uit dan die mafketels in Frankrijk. Op 14 kilometer van de streep komen we dan weer boven. Hopelijk zal de rit lastig genoeg zijn om voor verschil te zorgen, in het verleden is alleen gebleken dat dit vaak tegenvalt. Na de klim krijgen we uiteraard te maken met dezelfde afdaling richting Bilbao, die niet echt lastig is. Op een aantal kilometer van de streep wordt het dan ook uiteraard weer vlak en gaat het na de brug en de rotonde behoorlijk rechtdoor richting de streep. Na de laatste bocht op 600 meter van de streep is het dan afwachten wie er gaat winnen in Bilbao. Wie het ook wordt, de editie van 2011 gaan we in ieder geval niet meer overtreffen.



Na drie jaar zijn we weer terug in Bilbao, het ongeëvenaarde Bilbao. In de Vuelta van 2019 ging de zege naar de vluchters, in een rit met een andere finale. Ook toen beklommen we de Vivero, maar dan van een andere kant. Na de Vivero volgde er daarna nog de bijzonder steile klim van Arraiz, ontdekt door Roberto Laiseka. Op die klim wist Philippe Gilbert zijn medevluchters achter te laten. In de afdaling kwamen Fernando Barcelo en Alex Aranburu nog dichtbij, maar Gilbert hield stand en won zodoende op de Gran Via in Bilbao. Dat was vrij zuur voor Barcelo en Aranburu, maar het was verder wel een vermakelijk slot van de rit. In 2016 kregen we helaas wel een flopshow opgediend, de rit zou eindigen in een sprint van een uitgedunde groep. Twee keer de Vivero, net als nu. De Vivero was lastig, maar niet lastig genoeg. Met iets meer dan 40 man trokken we naar Bilbao en daar zagen we Jens Keukeleire de sprint winnen. Hij versloeg Maxime Bouet en Fabio Felline, een gigantische teleurstelling. Pello Bilbao was de beste Bask, maar hij kwam niet verder dan de zesde plaats. Dat was best jammer allemaal, terwijl de Vueltarit met aankomst in Bilbao in 2011 zo geniaal was. Ik schreef daar toen een veel te lang stuk over en dat ga ik nu gewoon kopiëren. Moet kunnen, die rit is nog steeds niet overtroffen. Een stukje wielergeschiedenis dat onderdeel zou moeten uitmaken van ieders basiswielerkennis.

De rit in de Vuelta van 2011, van Noja naar Bilbao. De mooiste rit ooit. Vroeger kwam de Vuelta bijna jaarlijks in Bilbao, maar door allerlei politieke spanningen, waar ik niet teveel over uit zal weiden, kwam daar in 1978 een eind aan. In die editie waren er nogal wat protesten van Baskische nationalisten, waarna werd besloten het Baskenland een tijd te ontlopen. Naarmate de tijd vorderde werden er steeds meer redenen verzonnen om niet meer naar het Baskenland te gaan. Angst voor de ETA en dat soort gelul, je kent het wel. Uiteindelijk duurde het meer dan 33 jaar voor de Vuelta terugkeerde naar de regio waar de koers vroeger jaarlijks kwam. De negentiende etappe van de Vuelta van 2011 zorgde ervoor dat we na 33 jaar weer terug waren op heilige wielergrond. Na zo'n lange tijd waarin het Baskenland werd vermeden moest dit heuglijke feit groots gevierd worden, dus kwamen alle Basken naar buiten en werd de rit zo'n beetje de drukbezochtste rit ooit. Overal stonden mensen, van het binnenrijden van Euskadi tot de finish in Bilbao. De Basken hadden voor de Vuelta begon één grote droom. Ze wilden Igor Antón in de rode leiderstrui zien passeren. Antón was de sterkste in de Vuelta van 2010, maar door een valpartij schakelde hij zichzelf uit. Nu, één jaar later en ook een jaar sterker, moest hij dan de Vuelta van 2011 maar gaan winnen. Al snel bleek dat dit niet ging lukken. Voorafgaand aan de Vuelta van 2011 werd Igor ziek. Met een slechte conditie begon hij aan de ronde en al snel werd hij in meerdere ritten op grote achterstand gereden. Hij zou de Vuelta van 2011 vrij duidelijk niet gaan winnen.


Hij toonde zich strijdbaar. Richting het eind van de Vuelta begon hij te herstellen. Hij reed sterk op de Angliru, deed het nog wat beter op Peña Cabarga en besloot daarom zijn plannen maar te veranderen. Niet de rode leiderstrui in Bilbao, maar een ritoverwinning behoorde nog wel tot de mogelijkheden. Op 9 september 2011 viel hij aan. Hij kreeg drie mensen mee. Ten eerste zijn ploeggenoot, de eeuwige knecht, Gorka Verdugo. Een oersterke klimmer, die zich altijd wegcijferde voor andere renners. Alexandr Dyachenko, een Kazach, sloot zich ook aan. Ook Marzio Bruseghin, de man van de ezels, sloot zich bij het geschelschap aan. Met z'n vieren reden ze voor het peloton uit. Het peloton dat niet echt rustig reed, maar ook nooit echt heel erg dicht in de buurt kwam. Het parcours dat we toen afwerkten was vergelijkbaar met het parcours van vandaag. Ook twee keer de Vivero, alleen zag de afdaling er anders uit. Dankzij de beklimming van de Vivero vanuit Galdakao reed reed Igor dus door zijn eigen dorp, wat als renner toch altijd heel speciaal is. De eerste beklimming van de Vivero was al een gekkenhuis. Heel Galdakao was uitgelopen om hun Igor aan te moedigen. Al zijn vrienden, familie, kennissen, iedereen stond op de berg. Allemaal schreeuwden ze hem naar voren. Veel gebeurde er nog niet. Het was nog een aardig eind tot de finish. Gorka Verdugo reed de longen uit zijn lijf om de voorsprong op het peloton groot genoeg te houden. De tweede keer dat de koplopers aan de voet van de Vivero kwamen hield Verdugo het voor gezien. Igor wachtte niet lang. Op de klim, waar hij als klein kind al begon met fietsen, ging hij er meteen vandoor. Hij kende de klim uiteraard perfect, kon iedere meter precies inschatten. Hoewel de grap is dat Igor deze kant van de Vivero eigenlijk altijd ontweek. Je kunt de klim van vier kanten bedwingen en het liefst bedwong hij de Vivero vanuit Lezama. De kant vanuit zijn eigen Galdakao was eigenlijk te lastig, dan werd het meteen een hele zware training. Maar alsnog beschikte hij over meer parcourskennis dan de concurrentie, en die dag ook over betere benen. Marzio Bruseghin had geen antwoord op zijn demarrage. Antón ging en pakte meteen een grote voorsprong. Luid aangemoedigd door iedereen op de berg fietste hij weg van iedereen. Het peloton kwam ook niet meer dichterbij, zijn voorsprong begon zelfs op te lopen.



Op de top had hij ongeveer een halve minuut voorsprong op Bruseghin. Zolang de weg omhoog liep was hij ontketend, maar de logica zei dat hij het in de afdaling en op het vlakke moeilijk zou hebben om zijn voorsprong te behouden. De logica gooiden we tijdens deze glorieuze rit uit het raam. Het was nog nooit vertoond, maar Igor pakte in de afdaling tijd op Bruseghin. Zijn voorsprong werd groter en groter. Op het vlakke, in de straten van Bilbao, kwam de auto van Euskaltel nog een keer langs hem rijden. Hij werd nog maar eens luid aangemoedigd door Miguel Madariaga, de oprichter van de ploeg, die hem als kleine Igor ook nog eens had ontdekt. Madariaga schreeuwde zijn Fuji nog maar eens naar voren. Dat is de bijnaam van Antón, want zijn eerste fiets was een Fuji. Zijn naam kenden ze nog niet, maar dat kleine kotertje op die Fuji ging wel verdomd hard, zo ontstaan die bijnamen daar dan blijkbaar. Ook op het vlakke bleeft Antón maar uitlopen op Bruseghin, terwijl die laatste toch bekend stond als een goede tijdrijder. Het was de dag van Antón, en niemand die daar wat aan kon doen. In de laatste kilometers begon het geluid steeds harder te worden. Steeds werd omgeroepen dat de voorsprong van Antón groter werd en steeds begon het publiek uitzinniger te worden. In de laatste kilometer pakte Igor uitgebreid zijn moment. Hij ging nog maar eens naar de auto, om de hand van Madariaga te schudden. Daarna vierde hij uitgebreid de overwinning, zijn vierde ritzege in de Vuelta. De mooiste van allemaal. Het publiek klapte de handen stuk en was nog nooit zo voldaan. De perfecte rit. Na 33 jaar zonder rit in het Baskenland won de beste Bask van dat moment op een legendarische wijze de rit. Een kind van de stad, die door zijn eigen dorp en over zijn eigen klim mocht soleren naar de overwinning. Met afstand de mooiste overwinning ooit. Wielrennen is een sport van verhalen en dit is voor mij het allermooiste verhaal. De romantiek spat er vanaf. Dit was perfect. In 2016 kregen we helaas geen herhaling en inmiddels is ie alweer heel wat jaren met pensioen, andere Basken zullen heden ten dage voor het Baskische orgasme moeten zorgen.



Deze voorbeschouwing is weer enigszins uit de hand gelopen, dus denk ik dat ik mijn inhoudelijke kruit over Bilbao nog maar even droog ga houden. Sowieso gaat de volgende rit hier ook van start, dus kan ik tegen die tijd nog wel even wat moois in elkaar draaien. Kort samengevat: Bilbao is de hoofdstad van de provincie Biskaje. Het is ook de grootste stad van het Baskenland, met meer dan 350.000 inwoners. Een prachtige stad, want het is Baskisch. Er zijn verschillende dingen te zien. Het oude centrum bijvoorbeeld, maar ook de wijk bij het voetbalstadion is hartstikke leuk. Al is dat ook meer iets voor morgen, want dan gaan we net als in 2019 van start bij het stadion. Hopelijk niet weer dat lullige rondje door het stadion, maar daar komen we later wel achter. Dan benadruk ik nog maar even dat het Guggenheim echt fantastisch is, beste museum ooit. Ontworpen door Frank Gehry dus, die ook het hotel in Elciego ontwierp, dat merkwaardig genoeg niet eens in beeld werd genomen gisteren, tss. Rond het Guggenheim heb je ook de puppy van Jeff Koons, bestaande uit levende bloemen. En de spin, de gevreesde spin. Veel Baskische wielrenners hebben hun roots in Bilbao liggen, maar die zijn niet aanwezig in de Vuelta. Jonathan Lastra was hier wel geweest als ze Caja Rural hadden uitgenodigd, maarja, dat is dus niet gebeurd. Nu Lastra toch niet hoeft te fietsen kan hij zich misschien mengen in het feestgedruis, want het is feest in Bilbao. Aste nagusia, de grote week, wordt momenteel gevierd. Het grootste evenement van het jaar, naar het schijnt. Negen dagen lang gaan ze hier helemaal los. Geen idee wat ze precies allemaal doen, maar het ziet er op de foto's wel gezellig uit. Dit jaar viert men van 20 tot en met 28 augustus feest. Ze zijn nu ongeveer halverweg dus. Ik hoop dat de inwoners nog wat energie over hebben om het grote Vueltafeest te vieren. Tot zover voor vandaag, morgen meer.



In Irun wordt het overdag 31 graden, terwijl de kans op regen naarmate de dag vordert steeds meer toeneemt. Echt Baskisch, zo hoort het. Bijna geen wind, dat speelt geen rol. In Bilbao, of Bilbo, zoals je het eigenlijk in het Baskisch moet noemen, wordt het overdag zelfs 34 graden. Ook daar steeds meer kans op regen naarmate het later wordt. We zouden een vochtig slot van de rit kunnen krijgen. Beetje wind uit het noorden in Bilbao, beetje tegenwind dus in de finale, tot aan de laatste paar kilometer. Het is een relatief lange rit en dus gaan we relatief vroeg van start, om 12:45. Na een neutralisatie van om precies te zijn 12 minuten beginnen ze er om 12:57 echt aan. Daar merken wij weinig van, want Eurosport is er pas om 14:30 weer bij. Sporza pas om 15:50 en de NOS, ja, nouja, niet. Missen we heel veel Baskisch genot, het leven is oneerlijk. De finish wordt verwacht tussen 17:18 en 17:42.



Deze rit kan twee kanten op. Het kan een rit voor de vluchters worden, anders wordt het een uitgedunde sprint. In 2016 zagen we dat je hier best met een groep kunt sprinten, al moet je dat niet willen want dan wint iemand als Keukeleire. Blijft een smet op het blazoen van deze stad. Dat je vanuit de vlucht vaak leukere resultaten krijgt zagen we in 2011 en 2019. Ik zou eigenlijk verder ook niet weten welke beter klimmende sprinters hier kansen zien, op Pedersen na. Maar gaat Trek de hele dag alles controleren? Veel steun zullen ze vermoedelijk niet krijgen. Roglic heeft zijn ritzege binnen en wat bonificaties gepakt, dat kunstje vandaag herhalen zal moeilijk zijn. Dit lijkt eerder het moment om die trui voor een paar dagen weg te geven. Ik geef de vluchters bijzonder veel kans. Ineos zou kunnen rijden voor Hayter, maar dat gaan ze niet doen. Jumbo heeft al helemaal geen goede reden om te controleren, tenzij er iemand in de vlucht zit die echt gevaarlijk is. Bora zal de fout van gisteren niet herhalen. Te zwaar voor Bennett en de spillebeentjes van Higuita zijn blijkbaar te min. Wat houden we dan over? Nouja, Trek dus, en verder eigenlijk niks. Het scenario zou eventueel nog kunnen veranderen als het daadwerkelijk gaat regenen, maar met droog weer denk ik dat de klassementsrenners zich verder niet druk gaan maken. Hierna volgt ook een aankomst bergop, nee, die nemen een halve snipperdag. Ze hadden voor klassementsgeweld nog wat extra klimmetjes moeten toevoegen aan deze rit. Beetje vlees noch vis, wat eigenlijk een doodzonde is als je in het Baskenland bent. Maarja, tja, we doen het er toch maar mee. Tijd voor vijf random namen, want de vlucht gaat het dus redden.
1. Battistella. Gisteren waren Lutsenko en Battistella al van plan om de vlucht van de dag te halen, Lutsenko slaagde ook daadwerkelijk in die opzet, maar omdat het peloton de boel controleerde kwam er van zijn snode plannetje weinig terecht. Wel hebben ze alvast verklapt op welke twee renners van Astana we moeten letten. Ik ga voor de geblondeerde haren van Battistella, met zo'n kapsel moet je gewoon een rit winnen. For old times sake, weet je wel.
2. Een lul van Bahrein. Luis Leon Sanchez, Fredje Wright, Santi Buitrago, je mag kiezen.
3. Berrade. Ik heb het idee dat Urko Berrade, een van de Kern PharmaGoden, van plan is voor een anoniem aanklampklassement te gaan. De kans dat hij vandaag in de vlucht van de dag zit is derhalve bijzonder klein. Maarja, probeer maar eens een Bask te verzinnen die wél de vlucht van de dag kan halen en dan ook nog een rol kan spelen in de finale. Op basis van wat ik tot nu toe heb gezien is Berrade dan zo ongeveer de enige. Alle figuren van Euskaltel hangen al dagen in de mongolenwaaier. Zelfs hun eigen regio weet ze niet te motiveren, hoewel het natuurlijk ook gewoon zo is dat niets helpt als je er geen reet van kan. Met het oog op een eventuele ritzege moet Berrade de Baskische meubelen gaan redden, van de rest gaat het niet komen.
4. Meurisse. Die zag ik vrij vroeg lossen gisteren, geen goed signaal, maar wellicht lukt het vanuit de vlucht wel. Hij schijnt deze Vuelta te rijden met het oog op ritzeges en met het oog op het in stand houden van het winnaarsinstinct. Niet het hele jaar knechten voor iedereen, af en toe je eigen kansen pakken. Nou, laat maar zien dan.
5. Herrada. Jesus, uiteraard. Op 600 meter van de finish rijden de renners langs een gouden beeld van Jezus, dat moet Jesus dan maar inspireren om in de aanval te gaan. Al hoeft dat van mij niet, ik kan prima zonder Jesus, maar het is wel iemand die naar de Vuelta is gekomen voor dit soort ritten, gok ik zomaar.

[ Bericht 0% gewijzigd door Rellende_Rotscholier op 24-08-2022 05:15:01 ]
Het blijft toch een merkwaardige sport hè, dat wielrennen.
pi_205728477
Wivco gister negende zie ik nu, wat een ongekend fenomeen.
Jack does it in real time...
pi_205728537
Het lezen van de voorbeschouwing duurt inmiddels langer dan een gemiddelde etappe :s)
  woensdag 24 augustus 2022 @ 10:03:21 #4
268045 Boezeidekoe
Ik ben een tong80 fan,jij ook?
pi_205729110
Bilbo. Had Jan Boskamp toch gelijk.
pi_205729123
Goede reminder om weer eens een bezoekje aan Bilbo te brengen.
Wind extinguishes a candle and energizes fire
pi_205729267
Spaanse VVV is R_R weer eeuwig dankbaar ^O^
  Moderator woensdag 24 augustus 2022 @ 10:22:15 #7
213134 crew  Momo
WLR en ESF hooligan
pi_205729305
Zou Trek vandaag niet gaan rijden voor Mads?
pi_205730696
quote:
0s.gif Op woensdag 24 augustus 2022 10:22 schreef Momo het volgende:
Zou Trek vandaag niet gaan rijden voor Mads?
Dat zal dan zonder Daan Hoole moeten gebeuren.

twitter
pi_205730771
Balen voor Daan
Wind extinguishes a candle and energizes fire
  Moderator woensdag 24 augustus 2022 @ 12:50:37 #10
198822 crew  Rellende_Rotscholier
Robbertje matten met de wouten
pi_205730785
twitter


IGOR IGOR IGOR
Het blijft toch een merkwaardige sport hè, dat wielrennen.
pi_205731093
Matige groep als dit weg is
[i]Put me on a pedestal and I'll only disappoint you
Tell me I'm exceptional and I promise to exploit you
Give me all your money and I'll make some origami honey
I think you're a joke but I don't find you very funny[/i]
  Moderator woensdag 24 augustus 2022 @ 13:21:56 #12
362868 crew  Slobeend
of all places
pi_205731284
quote:
The attackers are caught again

13:43

The battle for the break has been ongoing for 37km.

16 riders at the front

13:42

Will they make the break?

Back together at km 34

13:41

What a battle for the break!

6 riders at the front

13:39

The peloton are right on their heels at km 33.
Spanning en sensatie.
Citius, Altius, Fortius.
pi_205731321
San Sebastian is één van de leukere steden van Spanje.

U las het hier.
[i]Put me on a pedestal and I'll only disappoint you
Tell me I'm exceptional and I promise to exploit you
Give me all your money and I'll make some origami honey
I think you're a joke but I don't find you very funny[/i]
  Moderator woensdag 24 augustus 2022 @ 13:53:30 #15
198822 crew  Rellende_Rotscholier
Robbertje matten met de wouten
pi_205731368
quote:
0s.gif Op woensdag 24 augustus 2022 13:48 schreef Mexicanobakker het volgende:
San Sebastian is één van de leukere steden van Spanje.

U las het hier.
Stop hier eens mee.
Het blijft toch een merkwaardige sport hè, dat wielrennen.
pi_205731394
quote:
0s.gif Op woensdag 24 augustus 2022 13:53 schreef Rellende_Rotscholier het volgende:

[..]
Stop hier eens mee.
Jij bent het oneens met mij?

Of moet ik Donostia zeggen?
[i]Put me on a pedestal and I'll only disappoint you
Tell me I'm exceptional and I promise to exploit you
Give me all your money and I'll make some origami honey
I think you're a joke but I don't find you very funny[/i]
  Moderator woensdag 24 augustus 2022 @ 13:59:50 #17
198822 crew  Rellende_Rotscholier
Robbertje matten met de wouten
pi_205731421
quote:
0s.gif Op woensdag 24 augustus 2022 13:56 schreef Mexicanobakker het volgende:

[..]
Jij bent het oneens met mij?

Of moet ik Donostia zeggen?
Dat moet inderdaad. :)

En Euskal Herria, natuurlijk!
Het blijft toch een merkwaardige sport hè, dat wielrennen.
pi_205731442
quote:
0s.gif Op woensdag 24 augustus 2022 13:59 schreef Rellende_Rotscholier het volgende:

[..]
Dat moet inderdaad. :)

En Euskal Herria, natuurlijk!
Baskenland is een prima provincie. Een stuk beter dan als we weer eens door dat ellendige Extremadura fietsen.
[i]Put me on a pedestal and I'll only disappoint you
Tell me I'm exceptional and I promise to exploit you
Give me all your money and I'll make some origami honey
I think you're a joke but I don't find you very funny[/i]
  Moderator woensdag 24 augustus 2022 @ 14:04:58 #19
362868 crew  Slobeend
of all places
pi_205731458
quote:
0s.gif Op woensdag 24 augustus 2022 13:59 schreef Rellende_Rotscholier het volgende:

[..]
Dat moet inderdaad. :)

En Euskal Herria, natuurlijk!
Waarom heeft Bilbao geen Spaanse naam zoals San Sebastian dat in het geval van Donostia is?
pi_205731477
quote:
1s.gif Op woensdag 24 augustus 2022 14:04 schreef Slobeend het volgende:

[..]
Waarom heeft Bilbao geen Spaanse naam zoals San Sebastian dat in het geval van Donostia is?
Bilbo?
  Moderator woensdag 24 augustus 2022 @ 14:07:55 #21
245701 crew  naatje_1
Naatzipiraat
pi_205731479
Na dit heuveltje moet er toch wel een kopgroep weg gaan rijden die voor de dagzege mag gaan lijkt me
Hier schreef Aoibhin het volgende: Beter autist in de kist dan een feestje gemist w/ *O*
  woensdag 24 augustus 2022 @ 14:07:58 #22
262211 hhh38
Duistere driften en afgoderij
pi_205731480
quote:
0s.gif Op woensdag 24 augustus 2022 13:44 schreef Aguero het volgende:

[..]
Spanning en sensatie.
50km per uur gemiddeld genot.

Niks kunnen zien ANTIGENOT
pi_205731487
1 minuut voor de livebeelden is een flopgroep van 20 weg _O_

Briefje
  Moderator woensdag 24 augustus 2022 @ 14:08:44 #24
198822 crew  Rellende_Rotscholier
Robbertje matten met de wouten
pi_205731489
quote:
1s.gif Op woensdag 24 augustus 2022 14:04 schreef Slobeend het volgende:

[..]
Waarom heeft Bilbao geen Spaanse naam zoals San Sebastian dat in het geval van Donostia is?
Bilbao is de Spaanse naam, in het Baskisch is het Bilbo.
Het blijft toch een merkwaardige sport hè, dat wielrennen.
  Moderator woensdag 24 augustus 2022 @ 14:09:10 #25
198822 crew  Rellende_Rotscholier
Robbertje matten met de wouten
pi_205731494
quote:
10s.gif Op woensdag 24 augustus 2022 14:02 schreef Mexicanobakker het volgende:

[..]
Baskenland is een prima provincie. Een stuk beter dan als we weer eens door dat ellendige Extremadura fietsen.
Autonome regio dan toch, op z'n minst.
Het blijft toch een merkwaardige sport hè, dat wielrennen.
abonnement Unibet Coolblue
Forum Opties
Forumhop:
Hop naar:
(afkorting, bv 'KLB')