abonnement Unibet Coolblue
  Moderator woensdag 13 juli 2022 @ 03:19:23 #1
198822 crew  Rellende_Rotscholier
Robbertje matten met de wouten
pi_205323363
Etappe 11: Albertville - Col du Granon Serre Chevalier, 151,7 km

Ja, de rit naar Megève, dat was een etappe. Wat was het begin spannend hè? Allemaal demarrages, maar niemand kwam weg! Zelfs Mathieu van der Poel reed even in beeld, maar dat duurde niet lang. Tot m'n stomme verbazing zag ik zelfs Froome een keer in beeld rijden, dat was me wat allemaal. Het duurde ontzettend lang voor de vlucht van de dag vertrok en ergens tussendoor zagen we zelfs Pogacar zelf nog een keer een gat dichten op een groepje. De gele trui houdt steeds minder knechten over, want George Bennett moest met corona de Tour verlaten. Majka had ook al corona, maar mocht wél blijven. Het is een beetje een farce, als we heel eerlijk zijn. Sneltestjes van de organisatie die met de Franse slag door de neus worden geduwd, waarna iedereen negatief is. En dan een paar dagen later zijn er toch renners positief, ja daahaaag. Vooral de ASO slaat hier een modderfiguur, regel gewoon fatsoenlijke tests of laat het helemaal zitten. Schone schijn heeft niemand wat aan. Maar goed, uiteindelijk vertrok er een kopgroep, mannetje of 20. UAE op kop van het peloton, toch proberend de boel een beetje te controleren. Al werd mij gedurende de dag nu nooit helemaal duidelijk wat hun plan was. Wel of niet de gele trui afstaan? Uiteindelijk hield Pogacar de gele trui vast, maar het verschil was zo beperkt dat er van een doelbewust plan amper sprake kan zijn geweest. Matxin doet maar wat, het is dat zijn kopman zo goed is en alles voor hem oplost. In de kopgroep zaten heel wat grote namen, wat te denken van een Alberto Bettiol, nochtans ooit de winnaar van de Ronde van Vlaanderen. Alberto ging in z'n eentje in de aanval, en toen ontstond er nogal wat spanning en sensatie. Een groepje klimaatactivisten lijmde zichzelf vast aan de weg. Bettiol kon ze net ontwijken, maar de rest kon er niet voorbij. Een neutralisatie tijdens de koers, dat zie je zelden. Ieder klimaatprotest moeten we toejuichen, ook als het de Tour treft. Misschien zelfs juist als het de Tour treft, want wielrennen kampt met een merkwaardige paradox. Het promoten van fietsen is geweldig en behoorlijk klimaatvriendelijk, maar het hele circus rond de Tour is zo vervuilend als wat. Een reclamekaravaan die een shitload aan plastic over het parcours smeert, een hele colonne auto's, al dat gereis voor, na en gedurende die drie weken, en nouja, ga zelf maar na wat er allemaal bij zo'n koers komt kijken. Daar valt nog winst te behalen. Al zal dat ongetwijfeld niet de belangrijkste boodschap zijn geweest van de demonstranten. We hebben nog minder dan 1000 dagen om de planeet te redden, zoiets. Feitelijk onjuist, we hebben al verloren, maar dat neemt niet weg dat we alsnog alles moeten doen wat binnen onze macht ligt om de gevolgen zoveel mogelijk te beperken. Dus, prima protest. Beetje lachwekkend om het niet in beeld te brengen, maar daarom babbelen we er graag nog even over na.

Na dit protest werd er opnieuw gekoerst, en dat leverde vooraan een behoorlijk vermakelijke finale op. Bettiol die werd ingelopen en daarna nog eens in de aanval ging. Een stuk of 100 mislukte aanvalspogingen, onder meer van Kämna. Dan Luis Leon Sanchez die ineens een mooi gat had, maar die werd richting het slot toch weer ingehaald door Nick Schultz en Matteo Jorgenson. En dan was daar vanuit de achtergrond ineens Van Baarle die ook weer kwam aansluiten. Van Baarle besloot niet lang daarna meteen weer te demarreren, inmiddels in de slotkilometer, maar Jorgenson reageerde. Een beetje raar, aangezien hij de snellere Schultz in het wiel had, maar wielrennen blijft dan ook een gekke sport. Nadat Van Baarle werd gegrepen viel het op het vliegveld van Megève helemaal stil, waarna zo'n beetje de hele kopgroep toch weer bij elkaar kwam in de laatste meters. Nouja, toch al snel een man of 10. Fredje Wright zat er ineens ook weer bij, een ploeggenoot van Luis Leon Sanchez. Die Sanchez zette vervolgens heel vroeg aan, maar Fredje Wright kon niet mee. Daardoor zag het er een beetje lullig uit en leek Sanchez de sprint aan te trekken voor Nick Schultz, die als een rasechte Australiaan in zijn vuistje aan het lachen was. Hij wachtte op de laatste meters om er voorbij te gaan, maar hij kreeg een koekje van eigen deeg. Ergens vanuit de achtergrond doemde ook nog Magnus Cort op, die gedurende de klim een keer of 100 werd gelost maar toch steeds weer wist terug te komen. Ook in die laatste meters moest hij nog van ver komen, maar hij vond het wiel van Schultz en drukte in de laatste 15 centimeter van de rit zijn wiel voorbij het wiel van Schultz. Een vermakelijke finale, het veranderde continu. Benjamin Thomas die als een rund op kop reed, je zou bijna alles wel kunnen noemen. Kämna kwam te kort voor de dagzege, hij werd flink geschaduwd, wat nu eenmaal je lot is als je bekend staat als rittenkaper van formaat. Maar, er lag nog een troostprijs in het verschiet, hij kon eventueel het geel overnemen van Pogacar. Maarja, dat lukte dus net niet. Ook omdat Pogacar zelf er nog een sprintje uitgooide aan het eind, waarmee hij Vingegaard nog bijna een seconde aansmeerde. Hij's snel, die gozer. Een dubbele klap voor Kämna, maar hij staat nu wel mooi tweede in het klassement. Begint wel steeds meer de Tour van Cort te worden. De eerste dagen was hij nog een act, een beetje in je eentje op kop rijden omdat de start toevallig in je eigen land is, maar nu heeft hij gewoon een ritzege te pakken. Op de Australiaanse manier, maar toch, knap. Tussen de klassementsrenners gebeurde op dat sprintje van Pogacar na verder helemaal niets. Viel ook niet te verwachten. Iedereen is aan het wachten op de volgende ritten. Twee bergritten achter elkaar. De eerste komt er nu aan. We gaan naar de Col du Granon en daar heb ik zin in.




Deze belangrijke bergrit gaat van start in Albertville, waar ik vorig jaar het volgende over schreef:
quote:
We gaan van start in Albertville, een plaats waar we tegenwoordig bijna jaarlijks passeren. Het is de zesde keer dat we hier zijn, de vijfde keer sinds 2012. De vierde keer sinds ik stukjes tik, dus is het wat mij betreft ook wel tijd voor een tik op de vingers van de organisatie. Pleur ondertussen maar even een paar jaar op met je Albertville, zeker als je het als startplaats gaat gebruiken voor een vlakke floprit. Volgens Prudhomme keren we weer terug naar Albertville vanwege de goede infrastructuur en de warme atmosfeer. Hoewel het ook zomaar zo kan zijn dat de lokale burgemeester fan is van de koers en steeds wat geld opzij laat zetten voor de Tour. In 2019 waren we voor het laatst in Albertville, toen was er wel het een en ander aan de hand. We zouden voor we in Albertville van start zouden gaan aankomen in Tignes, maar dat ging vanwege de modderstromen in de afdaling van de Iseran niet door. De volgende dag kon men wel van start gaan in Albertville, maar het parcours moest aangepast worden. De Cormet de Roselend was door modderstromen eveneens onbegaanbaar geworden, waardoor men ervoor koos om vanuit Albertville dwars door de vallei richting Val Thorens te fietsen. Het werd daardoor een rit van amper 60 kilometer, nogal pover voor een laatste bergrit. Na weer wat fantastische tactieken van Movistar wist Vincenzo Nibali zijn vlucht succesvol af te ronden in Val Thorens, terwijl Egan Bernal zijn eindzege wist veilig te stellen. Steven Kruijswijk wist zich dan weer op het podium te fietsen, het laatste hoogtepunt van zijn carrière. Na twee jaar keren we dus weer terug naar Albertville, een plaats in de vallei van de rivieren L'Arly en de Isère. Er wonen ongeveer 20.000 mensen in dit wintersportoord in het departement Savoie. In Albertville werden in 1992 de winterspelen georganiseerd. Veel van de evenmenten vonden plaats in de bergen in de omgeving, maar het Olympisch park en het Olympisch huis stonden wel in Albertville. De Tour komt best vaak voorbij Albertville, aangezien de plaats strategisch gezien best lekker tussen de bergen ligt. Desondanks kwam hier slechts één keer kwam een rit aan, in de fameuze Tour van 1998. De zestiende rit van de 'Tour de Dopage' die gewonnen werd door Jan Ullrich eindigde in de stad. De volgende dag zou men vanuit Albertville vertrekken richting Aix-les-Bains, maar dat kwam er niet helemaal van. Festina was inmiddels al uit de Tour gegooid en ook TVM lag nog steeds onder vuur. In Albertville viel de politie binnen in het hotel waar TVM verbleef en in het peloton vond men dat het ondertussen verdacht veel op een heksenjacht begon te lijken. Dus ging men staken. Ploegen als ONCE, Banesto en Riso Scotti gingen zelfs naar huis. In 33 kilometer tijd stopte men twee keer met fietsen en na die tweede staking reed men met een slakkengangetje richting de finish. Na 1998 ontweek de Tourorganisatie de stad een tijd, maar in 2012 keerde de Tour terug naar deze stad. De elfde rit van die Tour bracht de renners van Albertville naar La Toussuire en Pierre Rolland won. Daarna kwam de Tour in 2016 ook nog eens langs in Albertville. De 19e rit van die Tour begon hier en eindigde in Saint-Gervais Mont-Blanc. De winst ging naar Romain Bardet. Ook in 2018 ging er hier een rit van start, dat was de elfde rit van die Tour. Een aankomst boven op La Rosière, waar Geraint Thomas wist te winnen. Hij was Dumoulin en Froome de baas, veroverde de gele trui en zou die trui niet meer uit handen geven. Als je ooit, om wat voor reden dan ook, in Albertville bent, moet je eigenlijk naar Conflans. Dat is een middeleeuws citadelletje gelegen op een heuvel aan de rand van de stad, hier staan wat kicken gebouwtjes. Maison Rouge enzo, zit ook een museum in. Oude poort, kasteeltje, nouja, dat soort werk. Merken de renners verder vrij weinig van, want zoals altijd gaan ze weer van start voor de deuren van het lokale gemeentehuis.
We kunnen veilig stellen dat mijn tik op de vingers weinig indruk heeft gemaakt. Voor de zevende keer zijn we in Albertville, de zesde keer sinds 2012 en de vijfde keer sinds ik stukjes tik. Een absurde statistiek, als je het mij vraagt. Vorig jaar reden we van Albertville naar Valence, we gingen midden in de Alpen van start maar reden de ganse dag door de vallei om vervolgens in Valence Mark Cavendish de massasprint te zien winnen. Wéér een start in Albertville, het zal voor de organisatie makkelijk zijn maar ik krijg er een punthoofd van. De enige aanpassing is dat we dit jaar van start gaan in het Parc Olympique Henry Dujol, tussen het Olympisch stadion en de Halle Olympique d'Albertville in. Nou, geweldig. Die OS in Albertville liggen inmiddels wel 30 jaar achter ons, ik stel voor dat we hier over tien jaar terugkeren voor het volgende jubileum.



Hoewel deze rit ons de formidabele combinatie Galibier-Granon brengt snap ik één ding al sinds de presentatie niet. Waar is de Madeleine? Vanuit Albertville bereik je in minder dan 20 kilometer de voet van deze klim, waarna je na de klim en de afdaling na 60 kilometer uitkomt in La Chambre. En La Chambre bereiken we nu na 40 kilometer. Door slechts 20 kilometer en één geweldige klim aan je rit toe te voegen heb je ineens de koninginnenrit te pakken. Een rit waar niemand iets op kan aanmerken. Zwaar, maar nu ook weer niet buitenaards. We kunnen de oorzaak vinden in het interview van Gouvenou: hij wil geen zware bergritten met vier of vijf passen want dan kijkt iedereen de hele dag naar z'n wattagemeter, maar dat vind ik echt een heel erg slecht excuus om nooit meer aan dat soort ritten te beginnen en ons en de renners af te schepen met dit soort juniorenritten. De Giro della Valle d'Aosta gaat toevallig vandaag van start en in die rittenkoers voor beloften zitten zwaardere bergritten dan in deze Tour. De bergritten die we in de Tour zien zijn de laatste jaren echt beschamend, profwielrennen onwaardig. En dat hele probleem had Gouvenou in dit geval heel simpel op kunnen lossen door alleen de Madeleine toe te voegen aan deze rit. Eén klim van buitencategorie erbij en zijn kostje was gekocht. Maar nee, het mag allemaal niet te ingewikkeld worden, want dan is de koers misschien wel beslist voor de laatste rit, stel je voor. Dankzij muurbloem Thierry rijden we vanuit Albertville niet naar het oosten, nee, we trekken richting het zuidwesten en rijden dwars door de vallei over een weg die moeilijk veel vlakker kan zijn. Een vlakke aanloop van 46 kilometer tijdens een bergrit in het midden van de Alpen, je bent volkomen ongeschikt als je als parcoursbouwer dit wanproduct aflevert. Zelfs als je de Madeleine een te heftige toevoeging vindt waren er in het begin van de rit meerdere opties geweest om in ieder geval iets toe te voegen, maar nee, het zal 46 kilometer lang volledig vlak zijn. De Tour is een parodie op een grote ronde. Na een lange neutralisatie waarin we dwars door Albertville rijden gaat de rit van start buiten de stad in de buurt van Notre-Dame-des-Millières. Van Notre-Dame-des-Millières rijden we over een brede - en dus vlakke weg - gigantisch lang door de vallei. Via Sainte-Hélène-sur-Isère en Aiton rijden we al vrij snel naar de tussensprint van de dag toe. In de dorpjes komen we wat vluchtheuvels en bochtjes tegen, maar spannend wordt het vooralsnog niet. In Aiton komen we een aantal rotondes tegen, waarna we van vallei gaan veranderen. We volgen niet langer de door de Isère uitgesleten vlakte, in plaats daarvan volgen we nu de loop van de Arc. Langs dit riviertje ligt Aiguebelle, waar na 16,5 kilometer de tussensprint van de dag volgt. Vroeg op de dag, maarja, zou het wat uitmaken ondertussen? Leuke omgeving, maarja, Thierry, er liggen hier bergen, pik.



Waarom, oh waarom, waarom, waarom, waarom deze vlakke aanloop? Het is lastig om in dit geval een uitleg van Gouvenou te vinden, maar ik vermoed zomaar dat hij de combinatie van Galibier en Granon lastig genoeg vindt en dat er dus verder niets nodig is vandaag. Dus rijden we voorbij de tussensprint ontzettend lang over een brede weg door de vallei. Het is wel een mooie weg aangezien er in de vallei genoeg te zien valt, maar het is ook meteen de meest vlakke weg die je je kunt voorstellen. In 30 kilometer tijd komen we niet eens 200 meter hoger uit, het is als een tocht door de polders, maar dan met bergen op de achtergrond. Je zou veel kunnen vertellen over deze tocht, maar dat is helemaal niet nodig. Het gaat vooral rechtdoor over een brede en vlakke weg, af en toe komt er een vluchtheuvel voorbij, heel sporadisch ligt er een bocht op het parcours, maar het is vooral helemaal niks. De strijd om in de vlucht van de dag terecht te komen kan daardoor weer lekker lang duren, het valt niet uit te sluiten dat dat duurt tot aan de voet van de eerste klim. Na 40 kilometer komen de renners uit in La Chambre, waar dus de voet ligt van de Madeleine, of het eindpunt van de afdaling als je van de andere kant komt. Het had zo mooi kunnen zijn, nu is het enige obstakel in La Chambre een rotonde. Buiten La Chambre rijden we nog een zestal kilometer rechtdoor over een vlakke en brede weg langs de Arc richting Pontamafrey, waar dan eindelijk, na 46 lange kilometers, de eerste klim van de dag gaat beginnen. We verlaten de doorgaande weg aan de rechterkant, slaan even verderop linksaf waarna we onder de brede weg door de vallei door gaan fietsen. Vervolgens slaan we na een flauwe bocht naar rechts scherp linksaf en dan zijn we vertrokken. De meest cameragenieke klim van Frankrijk staat op het punt van beginnen, we gaan weer allemaal wegzwijmelen door de mooie plaatjes en vergeten direct hoe kut het begin van deze rit was. Lacets de Montvernier, kom er maar in. Een beeldschone klim die door de organisatie in 2015 werd ontdekt en een rol speelde in de slotfase van de 18e rit met aankomst in Saint-Jean-de-Maurienne. Het werd een rit voor de Fransen, Romain Bardet zou uiteindelijk winnen voor Pierre Rolland. In het peloton werd ook nog wel gekoerst, onder meer Alberto Contador probeerde aan te vallen. Daar had alleen niemand echt aandacht voor, we waren te druk bezig met het bewonderen van de klim. Lacets de Montvernier is met 3,4 kilometer aan 8,2% geen bijzondere klim, zou je zeggen. Het gaat anderhalve kilometer omhoog aan 8%, daarna iets meer dan een kilometer aan 9% waarna het richting de top afzwakt naar 5%. Niet heel boeiend, normaal gesproken. Maar, Lacets de Montvernier beschikt over een stuk of 17 haarspeldbochten, die dicht tegen elkaar aanliggen. Dat levert hele fraaie beelden op. Zagen we in 2015 al en in 2018 volgde er een herhaling. Toen zat dit klimmetje in de rit naar Alpe d'Huez. Na de Madeleine (het kan dus wel :( ) reden we over deze klim, om daarna nog de Croix de Fer en Alpe d'Huez af te vinden. Die laatste twee beklimmingen zien we morgen terug, vandaag zien we na vier jaar de terugkeer van deze haarspeldbochtophoping. Valt me nog mee, ik had verwacht dat ASO dit klimmetje meer zou gaan uitmelken. Na vier jaar mag het wel weer eens, al had ik liever meer klimwerk op voorhand gezien. Dit klimmetje is lastig genoeg om een kopgroep te laten ontstaan, dat dan weer wel. Na exact 50 kilometer komen we boven op deze klim van de tweede categorie.





Het nadeel van de Lacets de Montvernier is wel altijd dat de weg zo smal is dat er geen mensen welkom zijn op de klim. Of is dat juist een voordeel? Mag u zelf bepalen. Boven op de top van het klimmetje gaat het niet meteen naar beneden. We rijden langs het dorp Montvernier en daar volgt nog een kort knikje naar boven. Als dat knikje gedaan is wordt er gedaald richting Hermillon over een weg met aanzienlijk minder haarspeldbochten. Alsnog wel een stuk of vier, dus helemaal simpel is deze korte afdaling niet. Buiten Hermillon steken de renners na een tweetal rotondes de Arc over en zetten ze koers richting Saint-Jean-de-Maurienne. Hier kwam de 18e etappe van de Tour van 2015 aan, gewonnen door Bardet. Daarna ging hier in de Tour van 2019 de memorabele etappe richting Tignes van start. Memorabel, omdat we dankzij een gigantische berg modder op de weg Tignes nooit zouden bereiken. In Saint-Jean-de-Maurienne kun je beginnen aan de Croix de Fer, maar dat bewaren we voor morgen. Bij deze gelegenheid rijden we Saint-Jean-de-Maurienne binnen over een weg vol rotondes, slaan we in het centrum linksaf en verlaten we de plaats weer door een vrij smalle straat die ook wel wat obstakels kent. Eenmaal buiten het centrum wordt het weer wat breder, waarna we opnieuw op zoek gaan naar de hoofdweg door de vallei. Na de 17 haarspeldbochten van Lacets de Montvernier zijn we uiteindelijk toch weer terug bij af, in de vallei. Eenmaal op het industrieterrein van Saint-Jean komen we drie rotondes tegen, bij de derde gaat het naar rechts en dan zitten we weer op de bekende hoofdweg dwars door de vallei. Van Saint-Jean-de-Maurienne fietsen we nu naar Saint-Michel-de-Maurienne, in z'n totaliteit is de afstand tussen beide plaatsen 13 kilometer. In deze 13 kilometer komen de renners 150 meter hoger uit. Het gaat dus wel wat vals plat omhoog tijdens dit deel van de rit, maar het echte klimwerk zal pas volgen zodra we Saint-Michel-de-Maurienne verlaten. Op een paar rotondes na is de weg richting Saint-Michel verder doodsimpel, er is nog genoeg tijd om links en rechts de bergen te aanschouwen. Paar rotswandjes erbij, het water van de Arc soms in beeld, de plaatjes gaan weer mooi zijn. Na pakweg 71 kilometer slaan we rechtsaf in het centrum van Saint-Michel-de-Maurienne en beginnen we aan de loodzware tweede helft van deze etappe. De kaarten gaan eindelijk grondig geschud worden.



We rijden over de rivier de Arc en zien dan in de verte een paar stevige bergen liggen. Daar gaan we nu wel echt naartoe. Aan de andere kant van het water loopt de weg bijna meteen omhoog, we zijn begonnen aan de Col du Télégraphe, het eerste deel van de Col du Galibier. Deze klim van de eerste categorie is een echte klassieker, al meer dan 30 keer kwam de klim voor in de Tour. Als je de Galibier van deze kant wil beklimmen, moet je eerst over de Télegraphe, er zit niets anders op. Voor het eerst sinds 2017 rijden we weer via de Télégraphe naar de Galibier, in dat jaar kwam ene Primoz Roglic hier als eerste boven. Vanuit de vlucht, net een ander verhaal. De passage daarvoor dateert alweer van 2011, toen Gorka Izagirre als eerste boven was op deze klim. De Télégraphe is 12 kilometer lang en kent een gemiddeld stijgingspercentage van 7,1%. Het is een vrij regelmatige klim, op het begin na. Na een makkelijk begin aan 5,5% gaat het drie kilometer omhoog aan 8%, dan nog een kilometer aan 7,5% en daarna gaat het tot de top eigenlijk steevast omhoog aan 7%. Een brede weg omhoog, flink wat haarspeldbochten onderweg, en vooral een groene omgeving. Na 84 kilometer bereiken we de top van deze Col du Télégraphe, waarna we gaan afdalen richting Valloire. Deze afdaling is pakweg vijf kilometer lang en heeft weinig om het lijf. De weg is breed, behoorlijk goed, kent in dit stuk weinig bochten en het gaat niet eens zo steil naar beneden. Totaal niet zelfs. Vooral lange stukken rechtdoor en een paar niet al te scherpe bochten, de passage in Valloire zelf is vanwege een paar rotondes en wat vluchtheuvels misschien nog wel het lastigst. Valloire zouden we kunnen kennen vanwege de Tour van 2019, toen won Nairo Quintana hier een rit. De Galibier werd beklommen van de andere kant en na een finish in dalende lijn stak Quintana zijn handjes in de lucht. Ik kan me vooral nog herinneren dat hij toen met zijn eten had gemorst, waardoor het leek alsof hij een enorme bloedvlek op zijn pakje had zitten. Maar dit geheel terzijde.




We bevinden ons in Valloire, dus gaat nu het echt interessante deel van de klim beginnen. Nu beginnen we écht aan de Col du Galibier. De mythische Col du Galibier, zou ik bijna durven te zeggen, een beklimming van de buitencategorie. Al is het wel minder mythisch dat we 'm deze Tour meteen twee keer doen, maar afijn. Voor het eerst sinds 2017 dat de Galibier van deze kant bedwongen wordt, toen was het Primoz Roglic die zijn medevluchters en ook een opstomende Alberto Contador met speels gemak afschudde en naar de zege soleerde in Serre Chevalier. In 2015 hadden we hier ook moeten passeren, maar toen gooide een of ander instortend tunneltje of iets in die geest roet in het eten en moest het parcours gewijzigd worden. In 2011 waren we dan weer getuige van een ontzettend lange aanval van Andy Schleck die hij winnend wist af te ronden op de top van de Galibier. Broer Frank kwam twee minuten later pas binnen, vlak voor Cadel Evans. In een nog verder verleden kom je uit bij namen als Stefan Schumacher, Mauricio Soler, Michael Rasmussen, Alexandre Vinokourov, Stefano Garzelli, Santiago Botero, Marco Pantani en ga zo maar door. Een episch en toch ook wel eclectisch gezelschap. Na vijf jaar nog eens deze kant van de Galibier, die 17,7 kilometer lang is en gemiddeld aan 6,9% stijgt. Het begin is ontzettend onregelmatig, vanuit Valloire rijden we zo'n beetje rechtdoor omhoog en dan gaat het van 5% naar 8%, naar 3%, naar 2,5%, naar 5% en dan wordt het pas een beetje interessant. In de zesde kilometer van de klim gaat het aan 6% omhoog en daarna wordt het zwaar. De omgeving begint steeds imponerender te worden, de vegetatie verdwijnt en de rotsen verschijnen. De bochten verschijnen ook, en daar kun je soms goed vaststellen dat het steiler wordt. Drie kilometer aan iets meer dan 8%, waarna we na een slappe kilometer aan 4,5% beginnen aan het steile slotstuk van de klim. In de laatste acht kilometer van de klim wordt het loodzwaar. We bevinden ons inmiddels op grote hoogte en krijgen te maken met een kilometer aan 8%, dan eentje aan 8,5%, dan eentje aan 9% en dan zelfs twee aan 8,5%. Onderweg passeren we een monumentje ter ere van Marco Pantani, die tijdens de Tour van 1998 de tegenstand degradeerde op de Galibier, in barre weersomstandigheden. Dit terzijde, het wordt richting de top weer wat onregelmatiger, maar het blijft lastig. Een paar vlakkere strookjes, en vooral een heel aantal steile stroken. Dankzij die wat makkelijkere strookjes komt er nog een kilometer aan 7,5% voorbij, waarna we in de laatste twee kilometer te maken krijgen met een voorlaatste kilometer aan 9% en een laatste kilometer aan 10%. De kale Galibier is onverbiddelijk, in die laatste paar haarspeldbochten mogen de mannen van de jongens gescheiden worden, meer dan 2000 meter boven de zeespiegel.



Na 107 kilometer komen de renners boven op de Galibier. Op de top ligt voor de eerste renner die hier passeert nog een mooie prijs, de Galibier is dit jaar de hoogste top van de koers en daardoor wordt hier de Souvenir Henri Desgrange uitgereikt. Ook altijd prettig als dat op de Galibier gebeurt, want op de top staat een monument ter ere van de beste man, die lang geleden de Tour de France voor het eerst liet organiseren. Toch weer 5000 euro erbij voor in de prijzenpot, ze zouden er bij Astana een moord voor doen. Na deze eerste klim van de buitencategorie gaan we dalen richting de volgende klim van buitencategorie, de ellende is nog lang niet voorbij. Van de laatste 35 kilometer gingen er 30 omhoog aan 7%, en helemaal op de top bevinden we ons liefst 2642 meter boven zeeniveau. Pittig, heel pittig. De eerste negen kilometer van de afdaling zou ik ook als vrij pittig willen omschrijven. De weg is niet ontzettend breed en het is vooral heel erg bochtig. De nodige haarspeldbochten, maar ook genoeg andere bochten. We rijden door een prachtige omgeving, maar daar zal weinig aandacht voor zijn onder de renners. Het gaat ook nog redelijk steil naar beneden, hoewel de andere kant wel nog net een tikkeltje steiler is. Na negen kilometer in dalende lijn bereiken we de Col du Lautaret, hier is een bocht naar links, waarna de renners op een bredere weg terechtkomen. Vanaf dat moment wordt de afdaling steeds makkelijker. Deze weg is in het begin nog wel even bochtig, maar al snel gaat het toch voornamelijk rechtdoor. Erg steil gaat het ook niet meer naar beneden, richting het einde wordt het zelfs zo goed als vlak. Een ideale bijtrapafdaling, geen afdaling om veel verschil te maken. Richting het eind van de afdaling kun je wel nog vrij behoorlijk een gat dichten als iemand op de Galibier zijn duivels heeft ontbonden. Heb je richting het eind van de afdaling nog knechten dan ben je spekkoper. Na 128 kilometer, 21 kilometer na de top van de Galibier, bereiken we Mônetier-les-Bains. Hier is het dalen eigenlijk wel gedaan, waarna we in de 11 kilometer daarna tot aan Saint-Chaffrey ongeveer 150 meter lager uitkomen. Vals plat naar beneden, praktisch rechtdoor over een gigantisch brede weg. Vlak voor we Saint-Chaffrey bereiken rijden we door Serre Chevalier, waar wel wat rotondes liggen. Dat is wel een beetje het grootste obstakel tijdens dit deel van de rit, verder gaat het gewoon oneindig lang rechtdoor over een gigantisch brede weg. Hier zit je liever niet alleen, tenzij je flink veel wind in de rug hebt. Serre Chevalier kennen we overigens van de Tour van 2017, toen Primoz Roglic hier in zijn eerste Tour ook meteen zijn eerste rit won. De organisatie spreekt als ze het hebben over de aankomst van Col du Granon Serre Chevalier, men wil dus graag nog wat aandacht voor Serre Chevalier. Een skigebied, of wat had u gedacht. Nou, kunnen ze krijgen.



Lotto-Jumbo, those were the days. Enfin, na 139 kilometer komen de renners uit in Saint-Chaffrey en hier slaan ze bij een rotonde linksaf, een mooie bocht van 180 graden, om vervolgens te gaan beginnen aan wat het hoogtepunt van deze Tour moet worden. De Col du Granon, een onbekende maar zeker niet onbeminde klim. In Saint-Chaffrey rijden we na de rotonde over een smal bruggetje, terwijl de weg al wat omhoog begint te lopen. Niet veel later begint de klim echt, we beginnen aan een klim van de buitencategorie. Eentje die 11,3 kilometer lang is en een gemiddeld stijgingspercentage van 9,2% kent. Meer hoef je er dan eigenlijk niet aan toe te voegen, het is duidelijk waarom er veel wordt verwacht van deze klim. Het is niet de langste klim, maar de percentages liegen er niet om. Een eerste belangrijk gegeven is dat het nooit aan minder dan 8% zal stijgen, gelijk in de eerste kilometer van de klim krijgen we te maken met klimwerk aan 8,2%. De Granon kent een zekere mate van regelmaat, in de volgende kilometer gaat het omhoog aan 8,6% en in de derde kilometer zelfs aan 9,1%. De Granon is steil en biedt geen moment van rust, of je moet het feit dat het in kilometer vier en vijf aan 8,8% omhoog gaat als relatieve rust beschouwen. Nee, het gaat vooral eindeloos gelijkmatig mokersteil omhoog, een sloper van een klim. Vooral als we het gehucht Les Tronchets bereiken. In de eerste kilometers rijden de renners nog wel door een bosrijke omgeving over een weg die niet ontzettend breed is en over wat ruwer asfalt beschikt, om de boel nog wat lastiger te maken. Al lees ik dan wel weer dat ze naar het schijnt de hele berg opnieuw geasfalteerd hebben. Op zich niet onlogisch, komt vaker voor als de koers passeert, maar soms is het zonde. Vorig jaar werd de Gamoniteiro in de Vuelta ook ineens een stuk makkelijker dankzij een verse laag asfalt. Met dat ruwere asfalt was het hier nog wat heftiger geweest, maar goed, het zal nog steeds volstaan zeker. Wie weet hebben ze ook niet de hele berg opnieuw geasfalteerd, maar alleen een paar slechte stroken, maar ik vrees er een beetje voor. Naarmate we hoger komen neemt de vegetatie af en wordt het steeds meer een kale berg. Een berg vol bochten, je bent hier wat sneller uit beeld en dat zou de aanvalstlust moeten prikkelen. Als we na vijf kilometer klimmen het gehucht Les Tronchets bereiken gaat de klim pas echt los, drie kilometer aan meer dan 10%. Twee kilometer eigenlijk precies 10%, en dan die derde kilometer, bijna 11%. We hebben lang op een fatsoenlijke aankomst bergop moeten wachten, maar hier is ie dan. Dit is geen kwestie meer van inhouden of lafjes afwachten, hier moeten de kaarten op tafel worden gelegd. Door een volledig kale vlakte bijna loodrecht omhoog, van een broekje is tegen deze tijd geen sprake meer. Niet te vergeten: richting het eind van deze loodzware strook bevinden we ons op meer dan 2000 meter hoogte. Die hoogte gaat z'n rol spelen, in combinatie met de te verwachten hitte en de hoge stijgingspercentages. Het wordt happen naar adem, adem die je op deze hoogte niet zo makkelijk meer kunt vinden. Na die zware kilometer aan 11% moet er nog iets meer dan drie kilometer geklommen worden. Zo lastig wordt het in die kilometers niet meer, maar makkelijk wordt het ook niet. Een kilometer aan 8,6%, zo makkelijk wil de Granon het nog wel voor je maken. Minder zit er niet in, meer wel. Tot aan de finish gaat het in de laatste 2,3 kilometer omhoog aan meer dan 9%. Succes ermee, haha. Heel wat bochten in de slotkilometer trouwens, heel kort voor de finish ook nog een, maar aangezien deze klim zo mokerzwaar is en aangezien het steil blijft tot aan het eind verwacht ik hier niet direct een massasprint.




Voor ik begin met een heel verhaal over de Granon moeten we eerst Stéphane Boury een veer in zijn reet steken. In het interview met Gouvenou dat ik gisteren deelde stond ook een passage over de aankomst op de Col du Granon. Lang was een aankomst hier niet mogelijk, omdat er op de top - blijkbaar - niet voldoende plek was. Maar Stéphane Boury is door de ASO ingehuurd om alles zo efficiënt mogelijk te laten verlopen en dankzij zijn magie behoort een aankomst op de Granon nu wél tot de mogelijkheden.

quote:
I've been hearing about the return of the Granon from ASO for a long time. There was an opportunity, an opportunity to put it on, and we're taking advantage of it. This symbolizes above all our enormous progress, these last years, with Stéphane Boury, on our technical zones at the finish. We now manage to make arrivals with a minimum of material. That allows us to arrive on sites like this one, it is a real change for ASO.
Dat biedt dan nog wel hoop voor de toekomst, dat een aankomst op zo'n klim mogelijk is. Het laat ook wel zien hoeveel ruimte de Tour normaal nodig heeft, want als ik de beelden van de top zie valt het mij vooral op dat er eigenlijk genoeg ruimte is. Enfin, linksom of rechtsom, pas voor de tweede keer in de Tourgeschiedenis komt er een rit aan op de Col du Granon. Over die eerste aankomst hier is al veel gezegd, maar ik vind het helemaal niet erg om in herhaling te vallen. Al wil ik wel graag wat meer aandacht voor de eigenlijke winnaar van de rit. We noteren de 17e etappe van de Tour de France van 1986, een rit van 190 kilometer tussen Gap en de Col du Granon. Heel vroeg op de dag gaat Eduardo Chozas in de aanval en zijn hele tocht heeft hij zelf beschreven op zijn eigen website. Op de Col de Vars ging Eduardo al solo in de aanval en hij reed snel een grote voorsprong bijeen. Als eerste kwam hij boven op de Vars, en heel wat later ook op de Izoard. Na een gigantische solo van 140 kilometer bereikte hij vervolgens als eerste ooit de top van de Col du Granon, met meer dan zes minuten voorsprong op zijn naaste achtervolgers. Hij verloor nog wel wat van zijn pluimen, want hij begon met een voorsprong van tien minuten aan de klim.

quote:
Toen ik Briançon passeerde aan de voet van de Col du Granon, had ik 10 minuten voorsprong op mijn achtervolgers, ik voelde me nog steeds sterk ondanks de geweldige slagen die ik op mijn lichaam kreeg door alleen vol gas te rijden. Ik kende de klim niet, maar ze hadden me verteld dat het erg moeilijk was, ik maakte een aluminium tandwiel klaar dat ik had voor klassementsproeven met een grote 24-tandenkroon met 39 kleine kettingbladen en ik begon die eeuwige 12 km van constante klim naar 10-12% helling zonder pauzes langs een smalle en veerkrachtige weg vol met mensen.

Met nog 3 km te gaan zei mijn lichaam genoeg, ik hield het niet meer, ik had geen energie meer, ik begon dat koude zweet te voelen dat voorafgaat aan de neergang, ik zat in de "pre pájara", bovenop dat de referenties verwarrend waren, ik wist niet wat ik echt kreeg en die klim eindigde nooit. In de auto moedigde de tweede directeur van mijn team, Teka, Sebastián Pozo me aan door zoveel te schreeuwen als hij kon, maar ik kon het niet meer aan, zonder verwijzing naar mijn voordeel, we wisten dat de leider was achtergelaten en dat de race op zijn kop stond. Na 2 eindeloze km met een lijden aan de grens van het kwellende, de onmacht voelend dat ik niet meer op de fiets kon staan, kreeg ik zin om te huilen, de meters gingen niet voorbij!

Ik heb eindelijk de vlag van de laatste km bereikt, wat een lijden, wat een lijdensweg! Ik denk dat het me meer dan 20 minuten kostte om de laatste 3 km te doen, de klim was nog steeds erg zwaar, ik had al lang "de reserve op" gehad, zei ik tegen mezelf: Eduardo, je hebt maar 5 minuten lijden links, dit is gedaan! Ik zag eindelijk de finish op een korte rechte lijn van 50 meter, ik was verborgen, ik hief mijn armen om de triomf te vieren die ik had behaald met een gigantische inspanning, ik zou zeggen bovenmenselijk. Ik bereikte een historische prestatie bijna in de anonimiteit van de Franse productie die verheugd was over het lijden van de gevallen leider Bernard Hinault en de nieuwe ster van de Tour die vanaf deze dag sterk begon te schitteren de Amerikaan Greg Lemon een jonge man van 25 jaar slaagde erin de hegemonie van de grote Hinault te doorbreken.


quote:
Ik kende de klim niet, bijna niemand kende hem, de andere twee waren bekend, ik had de Col de Vars en de Col d'Izoard op de Dauphiné beklommen, maar de Col du Granon is na die dag nog de grote onbekende. Het is echter een echte "HC" uit de categorie, het is een van de zwaarste beklimmingen die ik heb meegemaakt in de Tour de France, moeilijker dan de mythische Izoard, col du Galibier, col du Tourmalet, col d'Aubisque en andere beklimmingen de bekendste van de Tour, jammer is dat er bovenaan geen skigebied is dat het gebied wil promoten, er is enkel een militaire basis en de weg eindigt bovenaan, je kan enkel verder over een onverharde weg. De Col du Granon verdient het om opnieuw deel te nemen aan de Tour, het zou zeker weer een verschil maken.
Een lekker brakke vertaling, maar de essentie van het verhaal van Eduardo is duidelijk. En zijn gebeden zijn verhoord, de Granon keert terug in de Tour. Hij snijdt een paar goede punten aan, het klopt inderdaad dat we op de klim een militaire basis tegenkomen. Ergens rond de jaren '30 van de vorige eeuw aangelegd vanwege de spanningen die ontstonden tussen Frankrijk en het fascistische Italië. Het is officieel een bergpas, omdat er aan de andere kant van de klim wel een weg ligt, maar die weg is onverhard. Het verhaal van Chozas hebben we nu gehad, kunnen we nog even dat andere verhaal afraffelen. Want ja, dit is voor de Fransen toch vooral een klim die onlosmakelijk is verbonden met de ondergang van Hinault. Bernard Hinault had het tijdens deze dag niet zo naar zijn zin. Blijkbaar had hij al last van kniepijn en moest hij op de Izoard al lossen. Greg LeMond profiteerde en reed samen met Urs Zimmermann weg van Hinault. Best opvallend, te meer omdat Hinault en LeMond in die Tour ploeggenoten waren. LeMond liet dus zijn leider achter, daar zouden we tegenwoordig topics over vullen. De achterstand van Hinault was ineens gigantisch, maar het is eigenlijk een misvatting om te stellen dat hij sneuvelde op de Granon. Nee, dat gebeurde eerder al. Desondanks was het wel de laatste dag dat hij de gele trui droeg. Het roadbook heeft het over 79 dagen in het geel, zijn laatste meters in die trui werkte hij af op de Granon. Die rit kwam hij als 13e over de streep, een kleine 10 minuten achter winnaar Chozas en ongeveer 3:30 achter Zimmermann en LeMond. LeMond nam de gele trui over en stond die trui niet meer af. In zekere zin sloeg Hinault nog wel terug, want net als nu eindigde de volgende rit op Alpe d'Huez en daar won hij. Ook won hij nog de tijdrit in Saint-Étienne een paar dagen later, maar het geel terugveroveren zat er niet meer in. Aan het eind van dat jaar hing hij de fiets aan de wilgen, in zekere zin waren we op de Granon dus wel getuige van het einde van het tijdperk Hinault. Nu hopen we op de laatste dag in het geel van Tadej Pogacar. L'histoire se répète.



Nog een nutteloos feitje: tot er in de Tour van 2011 een rit eindigde boven op de Galibier was de Granon heel lang de hoogste aankomst ooit in de Tour. Dat is allemaal al lang achterhaald, maar 2400 meter boven zeeniveau blijft de moeite waard. Op de top van de Col du Granon zal het 22 graden zijn, een piepkleine kans op regen en een heel voorzichtig windje in de rug. Al heb ik weer eens te maken met bronnen die elkaar tegenspreken. De wind zou uit het zuiden kunnen komen, maar net zo goed uit het westen. Als de wind inderdaad uit het westen komt staat er wind in de rug in de afdaling van de Galibier en het vals platte stuk omlaag richting de voet van de slotklim. Met het oog op actie zou dat fantastisch zijn, dus ik hoop op die bron. Op de slotklim zouden we met westenwind de wind een beetje schuin tegen hebben, op de laatste pakweg drie kilometer na. Vooral richting de top een open klim, dus dat zou zeker wel z'n invloed kunnen hebben. In startplaats Albertville wordt het overigens een stuk warmer, 34 graden in de middag aldaar. Geen kans op regen en niet veel wind, dat wordt een puffend begin in de vallei. Stop je panty vooral vol met ijs en leg hem in je nek, anders gaat dit helemaal mis. De rit is relatief kort, toch gaan we behoorlijk vroeg van start. Om 12:15 staan de renners al klaar in Albertville, waarna ze na een neutralisatie van een kwartier om 12:30 echt gaan beginnen. Deze rit is zowaar integraal live te volgen bij Sporza, om 12:05 zijn ze er al bij. Tussendoor wel een keer zappen naar Canvas ten tijde van het heilige journaal, maar goed, wel integraal dus. Ook de NOS en Eurosport 1 zijn meteen op de afspraak, je zou voor minder. Finishen doen we behoorlijk vroeg, is het idee althans. Als we het snelste schema aanhouden is de rit om 16:40 al voorbij. Het langzaamste schema houdt het op 17:13.



Dit wordt een bijzonder interessante rit. Ik ben heel benieuwd wat het idee is van ploegen als Jumbo en Ineos. Dit lijkt dé ideale kans om de ploeg van Pogacar eens onder druk te zetten. Ten eerste is de kans vrij groot dat Pogacar bij de eerste de beste versnelling geïsoleerd zit. Bennett en Laengen zijn verdwenen, Majka schijnt met een besmetting rond te lopen, Soler is al de hele Tour aan het kwakkelen, net als Hirschi. Dan heb je zowat alleen McNulty over. Even doortrekken op de Télégraphe en Pogacar zit al alleen. Maarja, wat dan? Pogacar is vreselijk sterk, en dus in staat om zo'n beetje iedere aanval te counteren. Tenzij de fabel geen fabel is en hij daadwerkelijk niet tegen de hitte kan. Of tenzij ze hem op een bepaalde manier toch weten uit te putten. Je kunt makkelijk een droomplan schrijven voor deze rit. De vlakke aanloop gebruiken om een mannetje in de kopgroep te posteren. Vervolgens op de Galibier aanvallen en de man in de kopgroep als bruggenhoofd gebruiken in de afdaling richting de Granon. Maarja, zulke droomplannen komen niet vaak uit. Zo makkelijk is het nu ook weer niet om met zo'n vlakke aanloop in de kopgroep terecht te komen, en dan moet je daarna als bruggenhoofd ook nog de Galibier zien te overleven. UAE doet er goed aan om Van Aert heel kort te houden, in ieder geval. Jumbo moet er daarentegen alles aan doen om hem in de kopgroep te krijgen, daar kun je later heel veel profijt van hebben. Goed, er valt nogal wat te speculeren. Ik hoop vooral dat de ploegen nu direct gaan toeslaan. Ze zouden ook kunnen wachten op de volgende rit, op de Alpe d'Huez. Dat is ook een lastige rit, dus misschien nemen ze vandaag nog een halve snipperdag. Die kans bestaat, maar dat zou wel mensonterend zijn. De mate van actie zal waarschijnlijk afhangen van wel of geen bruggenhoofd in de kopgroep en van de staat van de wind. Is er inderdaad sprake van rugwind in de afdaling van de Galibier, dan is een aanval daar ineens een stuk aantrekkelijker. Roglic mag zijn kunstje van 2017 daar nog eens herhalen. De Granon als slotklim is zwaar en schreeuwt om actie. We moeten vandaag toch gewoon iets te zien krijgen en het moet toch gewoon eindigen in een gevecht tussen de klassementsrenners. Hoewel de koplopers dankzij die lange aanloop mijns inziens niet kansloos zijn, eis ik simpelweg dat we hier voor het eerst écht een gevecht tussen de klassementsrenners krijgen te zien.
1. Pogacar. Alle theorieën ten spijt gaat hij vandaag al onze mondjes snoeren. Zwakke ploeg? Boeiend, ik regel het zelf. Te warm? Ik duw een extra ijspanty in m'n nek en ze maken me niks meer. Vingegaard heel sterk? Ja, maar ik tien keer zo sterk. De boeken gaan nu echt definitief toe. Corona? Dat is iets voor knechten, niet voor kopmannen. Wint met minstens een minuut voorsprong, ik voel het aan mijn theewater.
2. Vingegaard. Al dan niet geplaagd door rugpijn gaat Vingegaard het onderspit delven ten opzichte van Pogacar. Welk wonderbaarlijk plan ze bij Jumbo ook bedenken (spoiler: geen), Pogacar zal altijd komen bovendrijven aangezien hij de beste is. Vingegaard blijft natuurlijk maar een simpele jongen van de visafslag, daar lachen ze in Slovenië om.
3. Roglic. Als liefhebbers van de edele wielersport hopen wij natuurlijk dat hij op de Galibier al in de aanval gaat, maar bij Jumbo zullen ze vast denken dat Parijs nog ver is en hem in de kooi houden. Mag ie daarna op de Granon tot de conclusie komen dat hij de derde man is.
4. Quintana. Laten we eens gek doen. Dit lijkt me wel echt een klim voor Quintana, in deze regio is hij al eens succesvol geweest, kortom, redenen genoeg.
5. Thomas. Of Yates, dat zou ook nog best kunnen. In ieder geval, de mannen van Ineos eindigen een tijdje achter de Jumbo's en Pogacar. Daar kunnen ze echt alleen maar de Tour winnen door heel gek te doen en een keer ontzettend vroeg te gaan, daar hopen we dan maar op.
Het blijft toch een merkwaardige sport hè, dat wielrennen.
pi_205323423
Genot.
Je hebt in totaal 88 likes gekregen van onze moderators.
pi_205323523
Eindelijk een echte finish _O_
Gaat voor de BHFH-award 2005!
Humanitas est in bestias bonitas.
I am the hole I can't get out of.
pi_205323549
Matige aanloop, flut kopgroep in the making.
Wind extinguishes a candle and energizes fire
pi_205323576
Ben benieuwd of dit nog van invloed gaat zijn en of ze opeens favorieten ertussen uit zien vallen:
quote:
Er komen mogelijk in deze Tour de France al bloedcontroles vlak voor de start en direct na de finish. ITA, het International Testing Agency dat de testen voor de internationale wielerunie UCI uitvoert, heeft dit aan WielerFlits verklaard.

Eerder meldde WielerFlits al dat een aantal WorldTour-ploegen zich hard wil maken om bloedcontroles vlak voor de start en direct na de finish in te voeren. Zij gaven aan dat ze hier bij de UCI, WADA, en ITA op aan gaan dringen. Iwan Spekenbrink (Team DSM), Richard Plugge (Jumbo-Visma) en Jonathan Vaughters (EF Eductation-Easy Post) bevestigden hier voorstander van te zijn.

Sinds 2020 heeft ITA op verzoek van de UCI de anti-dopingtests van het anti-dopingagentschap CADF overgenomen. Volgens de wielerbond heeft de samenwerking de wielersport veel voordelen bieden, bijvoorbeeld op het gebied van research, innovatie, informatiegaring en onderzoek, maar ook zijn er gunstige vooruitzichten wat betreft het delen van kosten en middelen.

“Bloedcontroles vlak voor de start van een wedstrijd in teambussen of direct na de finish zijn inmiddels al ingevoerd in het kader van het anti-doping testprogramma voor de wielersport”, geeft Marta Nawrocka namens ITA aan.

“Een dergelijke aanpak met bloedcontroles vlak voor de start en direct na de finish kan op elk moment in elk evenement worden gevolgd, ook al in deze Tour de France. ITA is momenteel in de Tour aanwezig om testen uit te voeren.”

“Dit is mooi nieuws”, liet Plugge weten. Spekenbrink reageerde: “Dit zou goed nieuws zijn. Al zou het beste zijn wanneer dit op structurele basis gaat gebeuren. Maar daarvoor moet ook voldoende budget zijn.”
Gaat voor de BHFH-award 2005!
Humanitas est in bestias bonitas.
I am the hole I can't get out of.
  Redactie Sport woensdag 13 juli 2022 @ 07:57:54 #6
274204 crew  Mexicanobakker
pi_205323649
quote:
0s.gif Op woensdag 13 juli 2022 07:38 schreef Steven184 het volgende:
Matige aanloop, flut kopgroep in the making.
Wat er ook voor zorgt dat de kopgroep nauwelijks kans gaat maken, tenzij ze uren krijgen
[i]Put me on a pedestal and I'll only disappoint you
Tell me I'm exceptional and I promise to exploit you
Give me all your money and I'll make some origami honey
I think you're a joke but I don't find you very funny[/i]
  woensdag 13 juli 2022 @ 08:17:02 #7
14505 OProg
A Life in Music
pi_205323746
Froome gister op 20 seconden van de favorieten aangekomen. Dat valt dat ook weer niet tegen. Benieuwd of hij nog in de ontsnapping mee gaat.
"Het is oorlog, bedankt Vannoppen, bedankt Van der Linden. Dit is het laatste dat ik voor de Belgische ploeg gedaan heb. Ze kunnen allemaal de boom in."
Improv: Rich Tapestry of Life
  woensdag 13 juli 2022 @ 08:28:20 #8
311468 Van_Poppel
Voormalig kopman van Gertje
pi_205323797
Zou mooi zijn als Jumbo en INEOS wat mannetjes kunnen meesturen in de vlucht. Al is het alleen om Pogi en z'n ploeg nerveus te maken.
pi_205323852
quote:
0s.gif Op woensdag 13 juli 2022 08:28 schreef Van_Poppel het volgende:
Zou mooi zijn als Jumbo en INEOS wat mannetjes kunnen meesturen in de vlucht. Al is het alleen om Pogi en z'n ploeg nerveus te maken.
Goede kandidaten lijken me toch wel een WvA, Benoot, Ganna, eventueel Martinez ... dan Roglic wegsturen op de Galibier, kijken of hij een gat krijgt en dan keihard gang maken in de vallei.

Overigens zal het voor Pogi dan ook weer niet zo heel lastig zijn om daar op te reageren denk ik. Hij gaat gewoon mee (en alleen Vingegaard kan nog volgen). :P
Gaat voor de BHFH-award 2005!
Humanitas est in bestias bonitas.
I am the hole I can't get out of.
  woensdag 13 juli 2022 @ 08:42:57 #10
311468 Van_Poppel
Voormalig kopman van Gertje
pi_205323875
quote:
0s.gif Op woensdag 13 juli 2022 08:37 schreef JohnDDD het volgende:

[..]
Goede kandidaten lijken me toch wel een WvA, Benoot, Ganna, eventueel Martinez ... dan Roglic wegsturen op de Galibier, kijken of hij een gat krijgt en dan keihard gang maken in de vallei.

Overigens zal het voor Pogi dan ook weer niet zo heel lastig zijn om daar op te reageren denk ik. Hij gaat gewoon mee (en alleen Vingegaard kan nog volgen). :P
Het is ook de bedoeling dat ze met z’n drieën wegfietsen. Dan is het twee tegen één. Ik betwijfel trouwens of Roglic al op de Galibier gaat aanvallen. Er volgt daarna nog een lange vallei naar de voet van de Granon. Roglic nu al opofferen zou zonde zijn.
pi_205323907
Granon, wat een kutberg _O_ Ik ben er zelf niet super veel opgefietst, maar dit was wel de zwaarste ja. Geen moment kun je even bijkomen ;(
pi_205323992
quote:
0s.gif Op woensdag 13 juli 2022 08:42 schreef Van_Poppel het volgende:

[..]
Het is ook de bedoeling dat ze met z’n drieën wegfietsen. Dan is het twee tegen één. Ik betwijfel trouwens of Roglic al op de Galibier gaat aanvallen. Er volgt daarna nog een lange vallei naar de voet van de Granon. Roglic nu al opofferen zou zonde zijn.
Roglic moet met zijn achterstand wel een alles-of-nietspoging doen denk ik. Gaan op de laatste berg kan echt te laat zijn, hoewel tsja, mocht hij vandaag een minuut pakken en morgen ook, dan is alles weer open.
Gaat voor de BHFH-award 2005!
Humanitas est in bestias bonitas.
I am the hole I can't get out of.
pi_205324013
Greg Lemon _O_
Jack does it in real time...
pi_205324018
Zin in
pi_205324244
quote:
0s.gif Op woensdag 13 juli 2022 08:59 schreef JohnDDD het volgende:

[..]
Roglic moet met zijn achterstand wel een alles-of-nietspoging doen denk ik. Gaan op de laatste berg kan echt te laat zijn, hoewel tsja, mocht hij vandaag een minuut pakken en morgen ook, dan is alles weer open.
Het liefst wil je Rogla ook niet laten ploffen zodat je nog steeds 2 man op acceptabele afstand hebt.
Wind extinguishes a candle and energizes fire
  Moderator woensdag 13 juli 2022 @ 09:29:57 #16
213134 crew  Momo
WLR en ESF hooligan
pi_205324261
Renners hebben wel geluk dat volgende maandag rustdag is, dat lijkt de warmste dag te worden in Frankrijk van de hittegolf.





Alle modellen gaan voor tenminste 43 graden :+
pi_205324317
quote:
0s.gif Op woensdag 13 juli 2022 09:29 schreef Momo het volgende:
Renners hebben wel geluk dat volgende maandag rustdag is, dat lijkt de warmste dag te worden in Frankrijk van de hittegolf.

[ afbeelding ]

[ afbeelding ]

Alle modellen gaan voor tenminste 43 graden :+
Klimaat is stuk.
Je hebt in totaal 88 likes gekregen van onze moderators.
  Eindredactie Sport / Forummod woensdag 13 juli 2022 @ 09:39:27 #18
284411 crew  heywoodu
Van bijna dood tot olympiër:
pi_205324343
Benieuwd of we vandaag weer debieltjes krijgen die zich aan het wegdek vastplakken. En dan weer een Wiggo erbij die ze voor van alles en nog wat uitmaakt en een official die ze met harde hand de greppel in dondert _O_

En dan Bobbie met z'n geniale idee dat je dit soort wauzen 'eigenlijk gewoon even een paar minuten hun zegje moet laten doen, zodat we door kunnen'. Ja, nee, topidee. Voortaan elke etappe even onderbreken omdat wat lui hun dingetje moeten doen :9
Van bijna dood op weg naar de Olympische Spelen, tot olympiër in 2026? Elk beetje hulp wordt bijzonder gewaardeerd!
https://www.gofundme.com/(...)he-spelen-na-ongeval
pi_205324370
Vandaag gaat de tour beginnen _O_
Het beste adres voor al uw primeurs!
  woensdag 13 juli 2022 @ 09:45:20 #20
498835 Wienerschnitzels
mit kartoffelsalat
pi_205324388
quote:
0s.gif Op woensdag 13 juli 2022 09:43 schreef Scorpion_17 het volgende:
Vandaag gaat de tour beginnen _O_
We zijn al op de helft.
pi_205324417
quote:
0s.gif Op woensdag 13 juli 2022 09:45 schreef Wienerschnitzels het volgende:

[..]
We zijn al op de helft.
De eerste pannekoek is voor de kinderen.
Het beste adres voor al uw primeurs!
  woensdag 13 juli 2022 @ 09:52:02 #22
423121 Fretwork
Acte d'éloquence
pi_205324437
Nee ik kan vandaag niet kijken, moet werken, daarom.

Dus waarschijnlijk liveticker aan tot poep de ventilator raakt of tot begin Granon en dan terugkijken.
Stilaan weer op topniveau na z'n dikke jaren als fietsende hamburger
  woensdag 13 juli 2022 @ 10:03:24 #23
262211 hhh38
Duistere driften en afgoderij
pi_205324579
ThuiswerkenGod
  Moderator woensdag 13 juli 2022 @ 10:09:19 #24
213134 crew  Momo
WLR en ESF hooligan
pi_205324645
twitter


Nooit tekort aan voedsel en drank voor bocht 7 volk, arme studenten die elke keer die berg op moeten fietsen :+
  Moderator woensdag 13 juli 2022 @ 10:13:08 #25
213134 crew  Momo
WLR en ESF hooligan
pi_205324670


Magnus had gisteravond ook wel iets te veel op of niet?
abonnement Unibet Coolblue
Forum Opties
Forumhop:
Hop naar:
(afkorting, bv 'KLB')