abonnement Unibet Coolblue
  Moderator dinsdag 24 augustus 2021 @ 00:10:55 #1
198822 crew  Rellende_Rotscholier
Robbertje matten met de wouten
pi_201048284
Etapa 10: Roquetas de Mar - Rincón de la Victoria, 189 km

Nou, nou, nou, nou, nou, nou, dat was de eerste week alweer jongens. En wat een week was het. We begonnen aan onze bedevaart voor de deuren van de kathedraal in Burgos. De korte tijdrit in de straten van deze stad werd uiteraard gewonnen door Primoz Roglic, die op het laatste moment Alex Aranburu wist te onttronen. De dag daarna gingen we na een rondje door de provincie sprinten in Burgos, alwaar Jasper Philipsen ervoor zorgde dat iedere eerste massasprint in een grote ronde dit jaar door Alpecin-Fenix gewonnen werd. Lelijk valpartijtje in de finale, maar verder een vrij zorgeloos begin van de Vuelta. Op de derde dag moest er al geklommen worden, we gingen naar Picón Blanco. Roglic reed in het rood, maar wilde eigenlijk wel graag van zijn leiderstrui af. Dus kreeg een kopgroep zoveel voorsprong dat een paar vluchters wisten te overleven op de steile slotklim. Van die vluchters was de bijna vergeten Rein Taaramae de sterkste, hij won de rit en pakte ook meteen de rode trui mee. Veel plezier beleefde hij daar niet aan, want de volgende twee dagen lag hij steeds op z'n plaat. Onderweg naar Molina de Aragón was hij de enige die viel, in de laatste drie kilometer. Daardoor mocht hij zijn rode trui wel houden, terwijl we zagen dat Fabio Jakobsen naar de zege sprintte. Amper een jaar daarvor was Jakobsen praktisch overleden, nu is hij weer volledig onder de mensen. Een rit winnen in een grote ronde na alles wat hij heeft meegemaakt, het blijft een mirakel. Rit 5 werd een nerveuze rit, vanwege de wind. Die stond niet gunstig, maar als we naar Albacete gaat is het peloton altijd nerveus. Normaal staat de wind daar altijd gunstig, dus was het dringen geblazen. Het leverde in de finale een grote valpartij op, met behoorlijk veel slachtoffers. Nieve en Bardet waren op het eerste oog het zwaarst getroffen, maar in de dagen daarna bleken andere renners toch meer hinder te ondervinden. Rein Taaramae lag er dus weer bij en deze keer gebeurde de valpartij buiten de laatste drie kilometer. Hij reed voor wat hij waard was, maar moest zijn rode trui toch afgeven aan Kenny Elissonde. In de straten van Albacete werd er vervolgens gesprint, Jasper Philipsen was tot grote vreugde van Michel Wuyts opnieuw de rapste. Zijn tweede ritzege, de loftrompet galde door de speakers heen.

De zesde rit eindigde boven op een steile berg boven Cullera, het werd een malle rit. Weer nervositeit door de wind en ditmaal zagen we zowaar enige waaiervorming. Kleine Kenny Elissonde in z'n rode truitje werd glad uit het peloton geblazen, terwijl ook iemand als Hugh Carthy in de problemen kwam. Ondanks al dat nerveuze gedoe en het hoge tempo in het peloton reed er toch nog steeds een kleine kopgroep vooruit. In die kopgroep was Cort de grote motor. Hij begon met zijn vluchtgenoten met een seconde of 25 voorsprong aan de steile slotklim van twee kilometer. In het peloton werd alles uit elkaar geblazen door Ineos, maar merkwaardig genoeg wist Cort toch stand te houden. Ondanks allerlei aanvallen bleef hij steeds net vooruit, Roglic strandde uiteindelijk aan zijn wiel. Een fraaie overwinning voor Cort, en weer een signaal van Roglic. De verschillen waren nog niet groot, maar hij liet wel weer zien de sterkste te zijn. De dag daarna reden we naar Balcón de Alicante, weer een onbekende klim. Het zou weer een dag voor de vluchters zijn, na een lange aanvangsfase vol aanvallen. Een grote kopgroep reed uiteindelijk weg, met even later allerlei tactische spelletjes tot gevolg. Vooral DSM was goed vertegenwoordig en zij wisten het uiteindelijk af te ronden. Michael Storer was de gelukkige renner, hij wist op de slotklim zijn vluchtgenoten achter te laten en boekte zo zijn derde zege in een maand tijd. Tussen de favorieten gebeurde verder niet zo gek veel, behalve dan dat we zagen dat iemand als Landa niet echt over wonderbenen beschikte. In het tweede weekend waren we dan weer getuige van een vlakke rit richting Murcia. Die rit werd verreden zonder de Murciaan Valverde, hij viel letterlijk weg. Onderweg naar Balcón de Alicante ging hij in de aanval en probeerde hij iets te forceren, maar het had een opgave tot gevolg. Blijft zuur, Murcia moest haar bekendste zoon missen en wij gaan Piti de komende weken ook nog missen. Het was een rit met waaiergevaar, maar uiteindelijk hebben we ondanks alle ritten door windgevoelige regio's maar bijzonder weinig waaiers gezien. Ook in La Manga del Mar Menor, een vervuild en wegzakkend gebied, was de wind niet echt op de afspraak. Daardoor werd het gewoon een sprint, die gewonnen werd door Fabio Jakobsen. Is Jakobsen misschien toch de rapste? Arme Michel. Twee ritzeges voor Jakobsen, je moet toch blijven benadrukken dat het eigenlijk volkomen krankzinnig is. Een wonder, serieus.

De rit voor de rustdag leverde wel het een en ander op. Een zware bergrit, met onderweg deels de beklimming van Calar Alto en een aankomst bergop op de Alto de Velefique. Het werd wederom een rit voor de vluchters, dat dan weer wel. Bahrein had het geweer al voorzichtig van schouder veranderd en stuurde Damiano Caruso in de aanval. Op 70 kilometer van de finish reed Caruso weg uit de kopgroep, de Italiaan is dit jaar uit het niets ineens zo belachelijk goed geworden dat hij ook dit soort krankzinnige solo's succesvol kan uitvoeren. Z'n hele leven lang nooit iets gewonnen, dit jaar een renner om enorm veel rekening mee te houden. Bahrein, bijzonder verhaal. Alleen jammer dat Mikel Landa niet aanwezig was toen de nieuwste dieettips werden uitgedeeld. Ineos reed behoorlijk lang en behoorlijk hard in het peloton, maar niemand kon in de buurt van Caruso komen. Die liep gewoon uit, minuut per minuut. Van twee minuten naar vier minuten, al lag dat ook wel deels aan Ineos dat het na een tijd opgaf. Jumbo mocht toen weer het commando overnemen, maar die hadden er niet enorm veel zin in. Roglic had al een paar keer geprobeerd de rode trui af te geven aan een ander, maar dat wilde maar niet lukken. Ook voor de rustdag lukte het niet, sterker nog, hij kwam steviger in het rood te staan. Op de Velefique verdampte de voorsprong van Caruso gelukkig nog wel een beetje, er zat toch een menselijk tintje aan.

Op de slotklim probeerde Ineos het tempo nog een keer te verhogen, waardoor Landa al vrij snel moest lossen. Pijnlijke beelden. Bahrein vliegt massaal, maar Landa doet niet mee. Zijn voorbereiding was ook verre van optimaal, na de blessure opgelopen in de Giro was de tijd te kort om hier echt iets moois te laten zien. Hij blijft de morele winnaar natuurlijk, als hij niet was gevallen in de Giro had hij natuurlijk wel alles gewonnen. Na het werk van Ineos ging Adam Yates in de aanval, wat er toch vooral voor zorgde dat Carapaz en Bernal in de problemen kwamen. Op papier was de ploeg van Ineos briljant, in de praktijk is het eigenlijk gewoon een drama. Yates en Lopez reden wel even weg van Roglic en de rest, maar Roglic maakte met speels gemak de oversteek. Mas zag er ook bijzonder scherp uit en die indruk werd even later bevestigd. Na nog wat aanvalswerk waren het uiteindelijk Roglic en Mas die weg wisten te rijden van de rest. Mas in de aanval, Roglic op het wiel. Lang nam Roglic niet over, maar uiteindelijk besloot hij toch rond te draaien met Mas. Ze liepen flink uit op de rest en kwamen ook nog behoorlijk dicht in de buurt van Caruso. Na een lange solo hield de Italiaan uiteindelijk iets meer dan een minuut over. Weer een ritzege in een grote ronde voor hem, maar het podium is ditmaal ver weg. Op het eind sprintte Roglic nog weg van Mas, uiteraard. Wel een beetje een gek beeld, hij leek nog in te houden. Alsof hij Mas na al dat werk niet op zo'n lullige manier op achterstand wilde zeggen, ofzo. Maarja, wel een seconde gepakt en wat bonificaties, waardoor hij nu 28 seconden voorsprong heeft op Mas in het klassement. De Spanjaard lijkt de enige overgebleven concurrent, de rest staat op meer dan een minuut. Lopez, Haig, Bernal, Yates, ze moesten allemaal passen. Haig is alsnog een positieve verrassing, nadat hij uitviel in de Tour is hij sneller weer onder de mensen.

Het klassement ligt nog lang niet in de plooi, ook al lijkt Roglic voorlopig vrij onaantastbaar te zijn. Nog nergens echt tijd verloren, alleen op Picón Blanco reed Mas aan het eind even bij hem weg. Voor de rest is hij soeverein en begint zijn ploeg na een slecht begin ook steeds beter te draaien. Met Roglic in het rood beginnen we aan de tweede week, een week die ons misschien niet veel wijzer gaat maken. We beginnen met een rit langs de kust, die aan het eind een klimmetje kent. Kan een dag voor de vluchters zijn. Daags daarna gaan we naar Valdepeñas de Jaén, waar de lokale loeisteile muur weer eens op het programma staat. Daar gaat met tellen gestrooid worden, niet met minuten. Rit 12 eindigt in Córdoba, er zit een niet al te lastige dubbele beklimming in deze rit. Ook daar zullen de verschillen niet gigantisch zijn, het kan zelfs een prooi zijn voor beter klimmende sprinters. We trekken vervolgens naar Extremadura, waar gesprint gaat worden in Villanueva de la Serena. Op zaterdag gaat er geklommen worden in Extremadura, een aankomst bergop bij de militaire basis van Pico Villuercas. Een redelijk serieuze bergrit, dat wel. Op de dag voor de volgende rustdag trekken we naar El Barraco, thuis bij de families Jimenez en Sastre. Een rit met vier beklimmingen onderweg. Lange beklimmingen, maar niet al te hoge percentages. Een lastig ritje, kan gebruikt worden voor een hinderlaag, maar in principe op papier niet de rit waar je het meeste spektakel verwacht. Een relatief tamme tweede week, als je het zo bekijkt. Maar wel weer genoeg Spaanse toestanden, typisch de Vuelta. We beginnen deze week in Roquetas de Mar en trekken naar Rincón de la Victoria. Lang fietst men langs de kust, maar in de finale zoeken we weer een steile muur op, Escartin heeft het weer voor elkaar.




Nadat de renners de rustdag hebben doorgebracht in Almeria gaan ze na de rustdag van start in Roquetas de Mar, een van de twee grote resorts aan de Costa de Almería. In de gemeente wonen ongeveer 98.000 inwoners, maar het doet vooral dienst als een vakantieoord. Het hele jaar door zijn er hier veel toeristen en tijdelijke bewoners te vinden, vanwege het klimaat dat eigenlijk altijd wel in orde schijnt te zijn. Meer dan 3000 uur zon per jaar, da's niet mis. In Roquetas de Mar hebben ze een strand, uiteraard. Er staan hier krankzinnig veel hotels, appartementen en andere ongein. De renners gaan van start in een op het oog behoorlijk nieuw stukje Roquetas de Mar, een stukje ten zuiden van het centrum. Dit hele gebied wordt volgebouwd om aan de toestroom der toeristen te voldoen. Toch zijn er ook nog wel wat originele elementen aanwezig in Roquetas de Mar. Een kasteel bijvoorbeeld, aan het water. Castillo de Santa Ana, ziet er redelijk acceptabel uit. Naast het kasteel ligt ook nog een klein haventje. Verder vind ik niet dat Roquetas bijzonder veel te bieden heeft. Het schijnt niet het allerdrukste oord te zijn, waardoor je genoeg ruimte hebt op het strand. Je hoeft geen sprintje te trekken om je ligbed te claimen, hoewel je gezien die nieuwe aanbouw het vermoeden hebt dat het hier toch aardig druk moet zijn. Roquetas de Mar schijnt vooral populair te zijn onder Spanjaarden, al kun je hier ook Britten, Ieren en Duitsers aantreffen. Oei, toch maar uit de buurt blijven dan. Het hinterland van Roquetas de Mar verdient ook wel wat aandacht, we bevinden ons hier in de Poniente Almeriense, ook wel bekend als el mar de plástico. De plastic zee, omdat dit hele fucking gebied is volgebouwd met kassen. Echte liefhebbers weten dit, want er komt jaarlijks een koers aan in Roquetas de Mar en als je naar die koers kijkt is er geen ontkomen aan de helikopterbeelden die alle broeikassen in beeld weten te brengen. De Clasica de Almeria eindigde in 2013 in Roquetas de Mar en keerde in 2018 terug, sindsdien komt deze voorjaarskoers die altijd uitdraait op een massasprint hier jaarlijks aan. In 2013 won Mark Renshaw deze koers, sinds 2018 staan er plotseling alleen nog maar grote namen op de erelijst. Caleb Ewan, Pascal Ackermann (2x) en Giacomo Nizzoli, niet mis. Roquetas de Mar is na Almeria de grootste stad van de provincie Almeria, dus op zich kan het wel dat de Clasica de Almeria in deze stad eindigt. De Vuelta is hier ook wel eens gepasseerd, in 2002 bijvoorbeeld. Bij die gelegenheid keken we ook naar een sprint, gewonnen door Mario Cipollini. Alleen in de Vuelta van 2018 zagen we een afwijkend scenario, we zouden weer aankomen in Roquetas de Mar maar ditmaal had men wat beklimmingen in het binnenland opgezocht. Het werd een rit voor de vluchters, een van die vluchters was Bauke Mollema. Hij kreeg het niet voor elkaar om van zijn vluchtgenoten af te komen op de laatste helling, daarna volgde een lange afdaling en een vlak stukje richting Roquetas de Mar. Hier bleven uiteindelijk drie renners bij elkaar, waarvan Simon Clark de snelste bleek te zijn. Hij won, voor Mollema en De Marchi. Voor de verandering een keer geen sprint, daar houden we vandaag ook geen rekening mee. Voor de verandering vertrekken we ook een keer vanuit Roquetas de Mar, goed voor de variatie.



Tijdens de neutralisatie rijden we een rondje door Roquetas de Mar, waarna we pas een eind buiten de stad van start zullen gaan. Buiten La Mojonera, midden in het Westland van Spanje, gaat de rit echt beginnen. Tussen de kassen door rijden we de eerste kilometers van de rit over een brede en vlakke weg, grotendeels rechtdoor. Ergens wel zonde dat dit het begin van de rit is, hierdoor lopen we alle helikopterbeelden van de kassen mis. Na een paar kilometer komen de renners uit in Las Norias, waar een meertje ligt. Heel wat rotondes ook, maar dat gaat in de kilometers hierna alleen maar erger worden. We rijden een tijdje terechtdoor verder en slaan dan in de buurt van Santa Maria del Águila linksaf om vervolgens rechtdoor naar El Ejido te fietsen. In het land van groente en fruit komen we in de komende zes kilometer een rotonde of zes tegen. Het peloton rijdt dwars door El Ejido, de stad waar een van mijn minst favoriete renners vandaan komt. Cristian Rodriguez, momenteel renner van Total Energies. Cristian kent u niet, want hij komt nooit in beeld. Hij wordt altijd 25e, zonder dat iemand hem ooit in beeld ziet. Tot hij plotseling de Ronde van Rwanda won, de mooiste ronde op aarde gewonnen door zo'n onzichtbare non-valeur. Cristian, neuk je moeder. Hij is er niet bij in de Vuelta, want zijn ploeg doet niet mee, dus gaan we zijn bestaan weer negeren. In El Ejido, een van de grootste steden van Spanje zonder station, loopt de weg een tijdje wat vals plat omhoog, maar we mogen het toch gewoon een vlakke en makkelijke start noemen. In El Ejido komen de renners wel wat vluchtheuvels tegen en soms wordt de weg wat langer in tweeën gesplits, maar meer dan dat is het niet. Buiten de stad komen we weer wat rotondes tegen, we rijden onder de snelweg door en zetten koers richting de kust. De weg naar de kust is wel een beetje mal, we rijden langs de snelweg over een weg die dan weer breed en dan weer smal is. Paar bochten erbij, maar het blijft wel vlak. Eenmaal aangekomen bij de kust volgt er een ellenlange tocht langs het water, waarbij we het ene na het andere dorpje passeren. We beginnen in Balanegra, waar een paar rotondes liggen. Buiten het dorp rijden we over een licht bochtige weg verder naar El Puente del Rio, terwijl we ons nog steeds in het gebied van de tuinbouw bevinden. Kassen en doeken, overal kassen en doeken. Tijdens deze tocht fietsen we ook langs Albufera de Adra, een meertje tussen de kassen in. Voorbij El Puente del Rio rijden we verder naar Adra, waar we na 32 kilometer gaan passeren. De weg naar Adra toe is breed en wordt alleen af en toe onderbroken door een rotonde, verder komen we eigenlijk echt helemaal niets tegen.



Het kan een leuke tocht worden als het hard waait, want open is het terrein hier meestal wel. In de eerste kilometers van de rit schijnt het wel flink te gaan waaien, vooral in de buurt van startplaats Roquetas de Mar en El Ejido. Daar lijkt de wind ook redelijk goed te staan, dus het kan een vermakelijk begin van de rit worden. In de buurt van Adra lijkt de wind wel af te zwakken en te draaien, waardoor eventueel waaiergenot niet lang zal duren. Enfin, in Adra komen we flink wat rotondes tegen, daarna rijden we een aantal kilometer langs het water over een licht bochtige maar brede weg. Adra staat overigens ook wel bekend als Abdera, wat dan weer een oude Carthaagse en Romeinse nederzetting was. Hoe dan ook, een paar kilometer later komen we uit in El Lance de la Virgen. Mooie tocht langs het water wel, heel pittoresk. Voorbij dit dorpje blijft het ook nog een tijd mooi, terwijl de weg iets glooiender wordt. We zien het water continu in beeld en rijden zo nu en dan beetje op en af, vooral in de buurt van La Rábita. Hier rijden we iets meer het binnenland in en pakken we een paar bochten mee, maar het blijft een vrij simpele tocht die de renners vooral veel gelegenheid zal geven om te genieten van het uitzicht. Alhoewel, het is ook een belangrijke dag voor de vluchters, dus misschien zitten we tegen deze tijd nog wel naar allerlei ontspanningspogingen te kijken. Op de ticker, uiteraard. Ook in deze omgeving komen we weer veel kassen tegen, een terugkerend beeld. Hoewel dit blijkbaar niet eens de beste regio is voor al die kassen, want door een tornado in 2018 werd liefst 200 hectare aan kas gesloopt. Nou, ben je lekker mee. We bevinden ons inmiddels in de provincie Granada, de provincie Almeria hebben we achter ons geslaten. De Costa Granadina of Costa Tropical, daar gaan we nog een tijd langs blijven fietsen. In La Rábita hebben ze een kasteeltje, een rotonde en een paar bochten, voorbij het dorp volgen we 20 kilometer de kustlijn. Deze weg mogen we behoorlijk glooiend noemen, het gaat zo'n beetje continu op en af. Echte klimmen zitten er niet tussen, maar we verzamelen toch heel wat hoogtemeters. De weg is heel breed, dus dat er af en toe een bocht op het parcours ligt maakt niet uit. Het is een prima, aangename tocht. Fraaie plaatjes, weinig obstakels. De renners rijden langs heel wat kustplaatjes af, maar de brede weg loopt hier steeds dwars doorheen zonder rotondes of wat dan ook. Een van die plaatsjes is La Mamola, hier staat boven op een bult een kicken torentje. De renners rijden onder de bult door via een tunnel, veel meer maken we niet mee. We zien soms dat een heuvel ook is volgebouwd met kassen, wel creatief. We zien de zee, och jongens, wat fraai. Na een kilometer of 65 gaan we uitkomen in Castell de Ferro, vlak voor we dit plaatsje bereiken gaat het voor het eerst vandaag wat langer omhoog en omlaag, maar heel denderend is het nog steeds niet. We komen we wat bochten en rotondes tegen en dan rijden we door Castell de Ferro, waar een kasteel staat. Of nouja, een overblijfsel daarvan.



Wegens het heldere water en de prachtige stranden is Castell de Ferro blijkbaar enorm geliefd, ofschoon er door een gebrek aan infrastructuur niet enorm veel toerisme is. Ze produceren hier vooral groente, zoals komkommers en avocado's. Een vissersdorpje ook, maarja, dat is natuurlijk de origine van al die plaatsjes aan de kust. Voorbij Castell de Ferro rijden we tien kilometer over een bochtige weg richting Calahonda, door een lekker ruige omgeving. Je zou vanuit dit plaatsje kunnen beginnen aan een paar serieuze beklimmingen in het binnenland, maar doordat we de kustlijn blijven volgen wil de rit nog niet echt ingewikkeld worden. Het gaat blijkbaar wel twee kilometer aan 5% omhoog onderweg, maar dat zal van weinig belang blijken te zijn. We rijden weer door een tunneltje, pakken heel wat brede bochten mee en glooien wat af, terwijl we langs Playa de La Rijana fietsen. Blijkbaar best een populair strand, sowieso een mooie locatie. Even later komen we na 76 kilometer koers uit in Calahonda, een behoorlijk fraaie plaats. Gelegen tussen het strand en de rotsen in, als de renners richting Calahonda rijden zien ze in de verte al dat fraais al liggen. Voorbij Calahonda rijden de renners vier kilometer rechtdoor over een brede weg tussen de kassen in, de tuinbouw wil ons niet verlaten deze rit. Een paar rotondes onderweg, maar het is wel een paar kilometer volledig vlak. Vervolgens rijden we weer een paar kilometer over een iets bochtigere weg langs de kust, die weg brengt ons langs Torrenueva waar ook weer wat rotondes liggen. Een licht stukje in stijgende lijn hier, maar heel spannend is het niet. Voorbij Torrenueva gaat het een tijdje vrij rechtdoor verder naar Motril, op een vrij vlakke manier. Heel wat rotondes onderweg, zeker als we de hoofdweg verlaten voor een blokje om richting Motril. In deze stad ging in de Vuelta van 2017 nog een keer een rit van start, die rit zou eindigen in Antequera waar de grappenmaker Tomasz Marczynski wist te winnen. In Motril overleed de Belgische koning Boudewijn, veel meer hebben ze hier niet op hun geweten. In Motril komen de renners liefst acht rotondes tegen, daarna verlaten ze de stad om een aantal kilometer hetzelfde parcours als in de Vuelta van 2017 af te werken. Tot aan de tussensprint in Torre del Mar, 60 kilometer verderop, rijden we over de weg die vier jaar geleden ook al werd afgelegd. Buiten Motril rijden we een aantal kilometer over een brede, rechte en vlakke weg richting Salobreña. Kicken plaatsje is dat hoor, een wit dorpje gelegen op de flanken van een heuvel met op de top van de heuvel een gaaf kasteeltje. Voorbij deze mooie plaats wordt de weg een stuk bochtiger en krijgt de rit ook weer een glooiend karakter. We gaan fietsen naar Almuñécar, een plaatsnaam die u in de toekomst nog vaker gaat horen.



Almuñécar is namelijk de plaats waar een van de grootste talenten van Spanje is geboren en getogen. In El Ejido reden we door de woonplaats van Cristian Rodriguez, nu gaan we fietsen door de woonplaats van een andere C. Rodriguez. Een veel betere C. Rodriguez, ik heb het uiteraard over Carlos Rodriguez. De renner van Ineos werd na zijn tijd als junior meteen prof en heeft al wat mooie dingen laten zien. Afgelopen zondag nog, prima timing van Carlos. Hij begon in de laatste rit van de Tour de l'Avenir aan een imponerende solo. Het was bijna een volledige machtsgreep, maar aan het eind kwam hij zeven tellen tekort om de eindzege af te pakken van Tobias Johannessen. Hij hield er in ieder geval een prachtige ritzege aan over en gaf toch maar mooi zijn visitekaartje af. Carlos Rodriguez, onthouden die naam. Uit Almuñécar, een plaats die we bereiken na een kilometer of tien over een glooiende en bochtige weg te zijn gereden. Het gaat een keer een kilometer aan 5% omhoog, verder stelt het niet gek veel voor. We fietsen onderweg weer vooral langs de kust en zien aan de rechterkant van de weg vooral wat ruige natuur. Af en toe passeren we een nederzetting, maar het is wel een vrij rustige tocht. Na 107,5 kilometer komen we uit in Almuñécar, de belangrijkste badplaats van de Costa Tropical. Ook een kasteeltje hier, met een scheve toren, maar vooral veel hotels en appartementen voor de toeristen. We rijden in Almuñécar vooral door alle nieuwe urbanizacións, het kustgedeelte van dit voormalige vissersdorpje blijft behoorlijk uit beeld. Voorbij de stad van Carlos Rodriguez rijden we naar Nerja, de komende 22 kilometer blijft de weg breed, doch bochtig en glooiend. We blijven de kustlijn volgen en komen heel wat korte klimmetjes tegen. Ook komen we wat tunneltjes tegen, en wat witte dorpjes. La Herradura bijvoorbeeld, wat toch een opmerkelijke naam is. Je dorp zal maar hoefijzer heten, gekkenwerk. Een redelijk afdalinkje hier, waarna de weg twee kilometer omhoog zal lopen aan een procent of vijf. Na dit klimmetje slaan de renners bij een rotonde linksaf waarna ze een tijdje over een bochtige maar redelijk vlakke weg gaan rijden. Soms rijden we een tijdje het binnenland in, maar we komen steeds weer uit bij de fraaie kust. Toch wel een beetje Milaan-San Remo-vibes. Vlak voor we Nerja bereiken gaat het nog een keer een kilometertje wat steviger omhoog, maar al bij al is het nog steeds een waanzinnig simpele rit. In en rond Nerja, dat we na 130 kilometer bereiken, komen de renners een paar rotondes tegen. Nerja is een mooie stad met veel witte huisjes en in de omgeving is er ook genoeg te beleven. Zo kom je aan de rand van de stad boven op een klif een opvallend hotel tegen, Balcón de Europa. Een deel van dit hotel hangt over de rand van de klif, boven het water. Op de lange termijn niet de meest gunstige locatie, maar voorlopig ziet het er wel tof uit. In de nabijheid van Nerja staat ook nog een bijzonder fraai en behoorlijk groot aquaduct, terwijl je even verderop ook nog een bezoekje kunt brengen aan Cueva de Nerja, een bijzondere druipsteengrot.



Na Nerja wordt het parcours beduidend simpeler. We blijven langs de kust fietsen, maar na Nerja is er een weg die ook daadwerkelijk direct langs het water ligt. Hier zijn geen heuveltjes te vinden, waardoor het de komende kilometers volledig vlak gaat zijn. Tot aan de tussensprint gaan we amper iets beleven, het gaat een kilometer of 20 behoorlijk rechtdoor langs de kust tot in Torre del Mar. De renners komen tal van rotondes tegen, terwijl ze het ene na het andere witte dorpje passeren. De meeste van die dorpjes liggen prachtig op een heuvel, fraaie beelden ook. Ook de zee blijft fraai, terwijl we een tijd langs een flinke rotswand mogen fietsen. Alles is mooi, behalve dan het feit dat het hier bijna volledig vlak is en er dus geen reet gaat gebeuren. In Torrox zien we een torentje op een heuveltje staan, het is vooral de lokale VVV die we de winnaar van deze rit mogen noemen. De laatste kilometers voor we Torre del Mar bereiken fietsen de renners eigenlijk continu door de bebouwde kom, van het ene plaatsje aan de kust naar het volgende. De boel is hier aardig volgebouwd, is het niet met huizen of hotels dan wel met rotondes. Na 150 kilometer komt het peloton uit in Torre del Mar, waar de tussensprint van de dag ligt. In de Vuelta van 2017 reden we na Torre del Mar rechtdoor richting Rincón de la Victoria, waar nu de finish ligt. Dat pakken we nu anders aan, we slaan in Torre del Mar voorbij de tussensprint rechtsaf en gaan voor het eerst vandaag het binnenland bekijken. Via een weg vol bochten en rotondes rijden we naar Vélez-Málaga, waar in de Vuelta van 2018 nog een rit van start ging. Die rit zou eindigen in de Sierra de la Alfaguara, waar de erg lelijke Ben King zou winnen. In Vélez-Málaga, waar Ferrnando Hierra uit afkomstig is (voetbal is geen sport), komen de renners nog veel meer bochten en rotondes tegen, het is weer een heerlijke tombola. Eenmaal buiten de stad rijden we naar de voet van de eerste echte klim van de dag, ook meteen de enige. Buiten Vélez-Málaga rijden we kort over een brede, vlakke en rechte weg, vooraleer we linksaf een smallere weg inslaan. Deze weg volgen we richting een brug over een drooggevallen rivier, voorbij deze brug is het nog een kleine vijf kilometer fietsen tot de voet van de belangrijkste uitdaging van de dag.



In die vijf kilometer komen de renners toch een aantal bochten tegen. Na een kilometer slaan ze rechtsaf, waarna ze een kilometer redelijk rechtdoor rijden over een nog steeds vrij vlakke weg tussen de boomgaarden in. Na een tijd wordt de weg wat kronkeliger en gaat het alvast een kilometer omhoog aan 4%, dit hoort nog niet bij de klim die dadelijk begint. Na dit stukje in stijgende lijn gaat het kort naar beneden, met een scherpe bocht naar rechts onderweg. Even later wordt het weer vlak, waarna we na de volgende bocht naar rechts via een brug over een andere drooggevallen rivier fietsen. Deze drooggevallen rivier doet nu dienst als mountainbikeroute, ook een optie. Aan de andere kant van de brug loopt de weg meteen omhoog en beginnen we aan de Puerto de Almáchar, een beklimming van de tweede categorie. Het gaat 11 kilometer omhoog aan 5% gemiddeld, een gemiddelde waar we werkelijk niets aan hebben. De voorzichtig gesponsorde Pedro Delgado is hier geweest en zijn bevindingen laten aan duidelijkheid niets te wensen over: Oei, oei, oei, ai, ai, ai, oef. Hij vindt het klimmetje best zwaar, dus. Het begint ook meteen op een leuke manier, in de eerste kilometer gaat het aan 8,5% omhoog. Daarna blijft het nog een halve kilometer vrij steil, voor het zo goed als vlak wordt. Even later gaat het zelfs een kilometer naar beneden, met een paar bochtjes onderweg. Het gaat vervolgens weer twee kilometer omhoog, als je puur kijkt naar het profiel. Twee kilometer aan 2% gemiddeld, dat lijkt niet veel te zijn. Het probleem is alleen dat het vooral omhoog en omlaag gaat, ietwat steiler stukje omhoog en dan weer een bocht in dalende lijn. Lastig zijn die bochten niet, maar er moet sowieso een hoop gestuurd worden. Na dit golvende stuk gaat het nog een kilometer volledig naar beneden, op weg naar het witte dorpje Almáchar dat we in de verte op een heuvel zien liggen. Aan het eind van dit stuk in dalende lijn komen we een iets scherpere bocht naar rechts tegen, even later slaan we heel scherp linksaf en dan rijden we via een ietwat smallere brug over de Rio del Borge, een rivier die de naam rivier wegens een gebrek aan water niet meer mag dragen. We rijden nu richting Almáchar en dit is volgens de locals het punt dat de klim pas echt begint. Op die eerste anderhalve kilometer na hebben de renners nog weinig lastig klimwerk voor de kiezen gehad, het echte werk begint nu. De resterende 4,7 kilometer van de klim gaat het aan 8,8% gemiddeld omhoog, het wordt ronduit steil. In en rond het dorp beginnen we met een bochtrijke kilometer aan 8%, met richting het eind van die kilometer een strook aan 11%. We komen uit bij een rotonde, waar je geen last van hebt als je zo slim bent om aan de rechterkant van de weg te blijven. De volgende kilometer gaat het meer rechtdoor omhoog, een stuk steiler. Er wordt geklommen aan 11% gemiddeld, met een steilste strook aan 14% halverwege. Straffe kost, het is een rit voor de vluchters maar hier zou je zelfs in het peloton een bommetje kunnen gooien. De derde kilometer van het echte deel van de klim lijkt met een gemiddelde van 7,5% wat makkelijker, maar dat heeft te maken met een vlakker stukje richting het eind van deze kilometer. Ook in deze kilometer gaat het geregeld aan meer dan 10% omhoog, met een steilste strook aan 12%. Richting het eind van deze kilometer wordt het dus wat makkelijker, een welkome adempauze. Na dit vlakkere stukje gaat het weer doodleuk een kilometer aan 10% omhoog, met stroken tot 13%. Niet de mooiste klim verder, het is dat er wat bomen staan om de boel nog van enig karakter te voorzien. Maar wel een enorm pittige klim dus, dit zijn heftige stroken. In de laatste 700 meter wordt het wat makkelijker, het zwakt af richting 7%. Alsnog goed genoeg om hier een mooi gevecht te laten ontstaan, vooral in de kopgroep. Met wat mazzel ook in het peloton, wie weet kan het gegeven dat hier op de top een bonussprint ligt de renners inspirereren. Haha, nee, natuurlijk niet. De top van de Puerto de Almáchar bereiken we na 174 kilometer, op 15 kilometer van de finish. Tweede categorie en een bonussprint, spannend.





Een klim in twee delen, vooral de muur in het tweede deel van de klim is de moeite waard. Die muur noemt men ook wel eens letterlijk La Pared, lachen joh. Een renner die hier een voorschot op de zege heeft genomen moet vervolgens wel de afdaling richting Rincón de la Victoria zien te overleven. Blijkbaar wordt deze klim ook wel Alto de Moclinejo genoemd, naar het dorpje dat we tijdens de afdaling gaan passeren. Heeft wel eens in de Ruta del Sol gezeten, nu maken we 'm mee in de Vuelta. De afdaling is grofweg 14 kilometer lang, pas heel kort voor de finish zijn we beneden. Het wordt wel een beetje een gekke afdaling, met veel bochten en wisselende percentages. In de eerste drie kilometer rijden we over een niet gigantisch brede weg naar Moclinejo, we komen meteen een heleboel bochten tegen. Gemiddeld gezien gaat het niet steil naar beneden, met name omdat er wat vlakke stukken en zelfs wat stijgende stroken te vinden zijn. Zodra het wel naar beneden gaat wordt het over het algemeen meteen vrij steil, er zit een stukje aan 11% tussen bijvoorbeeld. Paar scherpe bochten erbij, geen sinecure. Voorbij Moclinejo is het een kilometer zo goed als vlak, waarna het kort steil naar beneden gaat voordat het nog eens anderhalve kilometer vrij vlak is. Wel continu bochtig, maar als het niet zo steil naar beneden gaat maakt dat niet veel uit. Vervolgens gaat het vier kilometer wél steil naar beneden, richting Benalgabón. De weg lijkt iets breder te zijn geworden, maar het blijft wel bijzonder bochtig. Toch zou dit moeten lukken, want de omgeving is wel vrij overzichtelijk geworden. Bijna geen bomen, waardoor de vele bochten goed in te schatten zouden moeten zijn. In de buurt van Benagalbón komen we zowaar een paar haarspeldbochten tegen, maar die zien er niet al te lastig uit. Voorbij het dorp loopt de weg zowaar een kilometer vals plat omhoog, heftig man. Na dit stukje in stijgende lijn gaat het nog een kilometer wat feller naar beneden, maar de weg is voorbij Benagalbón nóg breder geworden. Dit stelt dus helemaal niets meer voor. We komen aan in de laatste vijf kilometer van de rit en komen weer een vrij vlakke kilometer tegen. Beetje op, beetje af, geen gekke bochten. We rijden de laatste vier kilometer binnen en dan gaat het wel weer even naar beneden, met een paar brede en lange bochten onderweg. Geen enkel gevaarlijk punt, als je het mij vraagt. Op iets meer dan drie kilometer van het eind komen we uit bij een rotonde, hier volgt een bocht naar links. Het is nu nog niet helemaal vlak, maar wel zo ongeveer. Een halve kilometer later volgt een scherpe bocht naar links, een beetje een terugdraaiende bocht zelfs. Na deze bocht botsen we snel tegen de volgende rotonde aan, waar we rechtdoor gaan langs de linkerkant. Het gaat wat vals plat naar beneden tot op twee kilometer van het eind, waarna de weg zelfs even vals plat omhoog loopt als we ons in die laatste twee kilometer bevinden. Dat duurt niet lang, al snel slaan we schuin rechtsaf en gaat het weer wat naar beneden. We komen uit bij een dubbele bocht naar rechts, bij twee rotondes waar we geen last van gaan hebben. Na die dubbele bocht naar rechts gaat het een paar meter rechtdoor over een brede en vlakke weg, waarna we linksaf slaan. Weer een paar meter later slaan we rechtsaf en dan rijden we rechtdoor de laatste kilometer binnen. In deze laatste kilometer gaat het rechtdoor tot aan de finish over een brede en vlakke weg. Na 189 lange kilometers finishen we in Rincón de la Victoria. De afdaling richting deze plaats begint lastig, maar gaandeweg wordt het steeds makkelijker. Eenmaal in Rincón de la Victoria komen we flink wat bochten en rotondes tegen, maar in de laatste kilometer gaat het rechtdoor over een weg die warempel helemaal vlak is.



Rincón de la Victoria is een plaats in de provincie Málaga en de regio Andalusië met ongeveer 48.000 inwoners. Het is blijkbaar een fantastische plaats om te wonen, de plaats met de hoogste levensstandaard in de provincie Málaga en het hoogste gemiddelde inkomen van de hele regio Andalusië. Desondanks is het een plaats waar de Vuelta nog niet vaak is geweest, terwijl men toch genoeg geld zou moeten hebben om de koers binnen te halen. Een paar jaar geleden reed men wel dwars door Rincón de la Victoria, maar veel verder kwamen we nog niet. De Andalusische koers bij uitstek, de Ruta del Sol, kwam hier in het verleden wel een paar keer langs. Tussen 1980 en 1983 kende die koers steevast een aankomst in deze stad, maar ook in latere tijden is men hier wel eens gepasseerd. Alejandro Valverde wist in 2013 een rit te winnen in de Ruta del Sol in Rincón de la Victoria, ik bedoel maar. De overwinningshoek, als we het even letterlijk vertalen. De bekendste inwoner schijnt Ruben Ruzafa te zijn, een voormalig veldrijder en mountainbiker die vooral bekend werd als triatleet. Tenminste, ik neem aan dat hij bekend is, want men heeft de lokale sporthal zelfs naar hem vernoemd. De Spaanse schrijver en columnist Manuel Alcantara heeft hier ook gewoond, ik denk dat hij ook wel een belangrijk figuur was want de beste man heeft zijn eigen standbeeld in de stad. De belangrijkste toeristische attractie van Rincón de la Victoria vormt de Cueva del Tesoro, de schatgrot. Stukje Google translate: Rincón de la Victoria heeft een unieke waarde in heel Europa , de Cueva del Tesoro . Het is een van de weinige drie grotten van mariene oorsprong die in de wereld bekend zijn . De andere twee bevinden zich in Azië en Midden-Amerika. Voor alle inwoners, bezoekers en toeristen van Malaga zou het een must moeten zijn. Geschiedenis, archeologie en legendes komen samen in de Cueva del Tesoro, ook wel bekend als de Cueva del Higuerón. In de galerijen werden overblijfselen uit het paleolithicum en de bronstijd gevonden, evenals monsters van rotskunst. Tijdens een comfortabele wandeling door de holtes kunt u genieten van de merkwaardige vormen die het water millennia lang heeft achtergelaten. Misschien vind je met een beetje geluk de beroemde schat die, zo zeggen ze, nog steeds in de grot ligt. Aanrader dus, je hoort het al. De boel is hier al lang bewoond, de mensen uit Carthago zijn hier ook geweest. In die tijd heette het hier Bezmiliana, waarna het later Benagalbón werd genoemd. Dat dorpje bestaat nog steeds, maar sinds 1949 noemen we het deel aan de kust Rincón de la Victoria. De kust noemen we dan weer de Costa del Sol, toch wel een begrip. Er is een strand, en dus zijn er ook wel wat toeristen te vinden in Rincón. Maar het schijnt toch vooral een slaapstadje te zijn, waar veel mensen wonen die werken in Málaga. Al heeft Rincón zelf ook haar eigen industrie en een bruisende dienstensector, het is niet voor niets een rijke stad. Enkele opvallende bouwwerken in Rincón de la Victoria: Castillo de Bezmiliana. Niet gelegen op een heuvel, maar gewoon doodleuk op de boulevard. In de slotkilometer rijden de renners langs dit kasteel. Er schijnen ook wat oude Romeinse overblijfsels te zijn in deze stad, maar blijkbaar heeft men de boel dusdanig geplunderd dat er speciaal een documentaire moest worden gemaakt om het belang van deze historische vindplaatsen te onderstrepen. Nee, je kan het beter bij die grot en het kasteel houden. En het strand natuurlijk. Oh, en er is nog een torentje, de Torre Vigía de El Cantal. Onder de toren bevindt zich een smal tunneltje, schijnt ook nog een belangrijke trekpleister te zijn. Een tunnel, het is wat. Rincón de la Victoria, mensen.



In startplaats Roquetas de Mar wordt het overdag 29 graden, er is een minimale kans op regen en er staat behoorlijk veel wind uit het zuidwesten. In El Ejido is het ongever hetzelfde verhaal, al ligt dat iets verder landinwaarts en zwakt de wind daar iets af. Toch hebben we de eerste kilometers van de rit te maken met perfecte omstandigheden voor waaiers. Wind schuin in de rug en een aantal kilometer vol open terrein. In El Ejido zelf is het natuurlijk beschut, maar buiten deze plaats is het tot aan de kust een aantal kilometer rechtdoor fietsen met wind schuin in de rug. De wind staat hier hard genoeg, maar gedurende de rit neemt de wind af. Des te verder we komen, des te minder wind en ook de windrichting zal veranderen. Ondanks het feit dat we bijna de hele dag langs de kust fietsen lijkt het erop dat het juist langs de kust niet zal gaan gebeuren. Niet hard genoeg, verkeerde richting. Wel wat kans op regen, des te verder we naar het westen gaan. Alleen kans op waaiers in de eerste kilometers van de rit, daarna niet meer. Het is heel specifiek dat kleine hoekje van Spanje waar het wel vaker hard schijnt te waaien, zodra we voorbij die hoek zijn is de wind meteen ribbedebie. Ter hoogte van Almuñécar en Nerja draait de wind steeds verder, we krijgen steeds meer met tegenwind te maken. Wel weinig wind, waardoor we er niet echt veel last van zullen hebben. Maar alsnog, eventuele waaiers in het begin gaan niet de hele rit dragen, dus komt alles wel weer bij elkaar als er überhaupt iets zou gebeuren. Richting de ene klim van de dag hebben we een tijdje wind in de rug, op de klim zelf een klein beetje tegenwind en ook in de afdaling zal dat zo zijn, maar veel verschil zal dat waarschijnlijk niet maken. In Rincón de la Victoria wordt het 27 graden, maar geen kans op regen. Ergens halverwege de rit zou het een beetje kunnen gaan regenen, maar aan de finish blijft het droog. Een beetje wind vanuit zee, voor wat het waard is. De rit is vrij lang en begint daarom relatief vroeg, om 12:15 staan de renners aan het vertrek. Na een neutralisatie van 32 volle minuten gaan ze tussen de kassen van start. Was leuker geweest om de neutralisatie wat korter te maken en de renners eerder door de wind te laten rijden, maarja. Enfin, Eurosport 1 en de PLAYER zijn er om 14:35 weer bij, maar om 14:50 begint het pas echt. Sporza doet om 16:00 pas mee, tien minuten later dan normaal. Vanwege de paralympics, ook belangrijk natuurlijk. De aankomst wordt verwacht tussen 17:17 en 17:45.



Op papier is dit een rit voor de vluchters. Het is een rit die te zwaar is voor de sprinters en eigenlijk ook voor de puncheurs. Met bijna vijf kilometer aan 8% zou de klim te zwaar moeten zijn voor een type als Matthews, en zelfs als hij de klim zou overleven is het nog maar de vraag wie er bij hem is om de finale te controleren. Voor de klassementsrenners is het ondanks die steile klim ook niet interessant genoeg, je moet daarna immers ook nog een kilometer of 15 uit de greep van het peloton weten te blijven. Daardoor ligt het voor de hand dat niemand zich druk gaat maken om deze rit en dat men een groepje vluchters de zege gunt. Er zijn wel nog twee kanttekeningen. De eerste is dat het best wel eens zou kunnen waaien in het begin. Als we waaiers krijgen zal de rit natuurlijk anders verlopen. Al heeft het er wel alle schijn van dat eventuele waaiers niet lang gaan duren en dat we daarna nog een lange tocht voorgeschoteld krijgen zonder veel wind. Dan zullen de ploegen waarschijnlijk niet veel zin hebben om de hele dag door te rijden, en zal er alsnog een groepje vluchters een flinke voorsprong krijgen, maar dan met wat vertraging. Waar je ook rekening mee moet houden is de ontstellende domheid van een ploeg als BikeExchange. Die dachten ook dat Matthews op dat bergje boven Cullera kon winnen, misschien denken ze nu hetzelfde. De kans is aanwezig dat een ploeg zijn huiswerk niet goed doet en toch besluit te rijden, waardoor de vluchters een vogel voor de kat zijn. Maar nee, normaliter verwacht ik hier toch een vrij grote vluchtgroep, die een behoorlijk grote voorsprong zal krijgen. Het is sowieso al de Vuelta van de vluchters en daar gaat deze week vermoedelijk niet veel verandering in komen.
1. Bagioli. Een ideale rit voor hem. Een puncheur van formaat, die altijd volledig uit beeld verdwijnt als er in het hooggebergte geklommen moet worden. Daardoor heeft hij in ieder geval dusdanig veel tijd verloren dat hij nu lekker in de aanval kan gaan. Ik hoop dan ook dat hij dat doet en niet gaat wachten op een eventueel sprintje. Samen met Mauri voor de ritzeges gaan, dat zou toch het beste zijn.
2. Cort. Ook weer een rit voor Cort. Als je kan winnen op de berg van Cullera dan kun je hier ook een eind komen. Moet wel weer vanuit de vlucht gebeuren, als het even kan.
3. Kron. Schijnt wat ziekjes te zijn geweest in het begin van de Vuelta. Ging al eens in de aanval, maar toen lukte het allemaal net niet. Als hij inmiddels wat is aangesterkt kan hij alsnog een paar mooie uitslagen bij elkaar fietsen en oom Karsten trots maken.
4. Aranburu. Even gewoon alle puncheurs noemen, wel zo makkelijk.
5. Lazkano. En dan gooien we André er nog bij, want die hebben we nog niet vaak genoeg in beeld gezien deze Vuelta. Hij moet alles zetten op het feit dat hij vanaf nu in iedere vlucht moet zitten.

Het blijft toch een merkwaardige sport hè, dat wielrennen.
pi_201048914
Zin in. w/
Op woensdag 9 november 2016 06:02 schreef Anonymousz het volgende:
#superniger2020
pi_201049640
Leuke regio.
[i]Put me on a pedestal and I'll only disappoint you
Tell me I'm exceptional and I promise to exploit you
Give me all your money and I'll make some origami honey
I think you're a joke but I don't find you very funny[/i]
pi_201050631
Smerig klimmetje, dacht toen ik het profiel zag dat Matthews wel mee zou doen, maar dit is veel steiler dan gedacht. :D
Jack does it in real time...
pi_201051581
twitter
  dinsdag 24 augustus 2021 @ 11:47:23 #6
311938 Kopiko
We were so happy...
pi_201051619
quote:
0s.gif Op dinsdag 24 augustus 2021 00:10 schreef Rellende_Rotscholier het volgende:
Op papier is dit een rit voor de vluchters
Hup Goatzon _O_
pi_201052088
Bagioli is zondag nogal hard gevallen. Blijkbaar
Cancellara; "Tweede worden is gemakkelijker dan eerste worden"
FOK!sport *O* ✩ ✩ ✩ Ajax O+
pi_201052317
Matig dat er geen full coverage is
pi_201052386
quote:
0s.gif Op dinsdag 24 augustus 2021 00:10 schreef Rellende_Rotscholier het volgende:
Waar je ook rekening mee moet houden is de ontstellende domheid van een ploeg als BikeExchange.
quote:
Here’s how Josef Cerny and Deceuninck-Quick Step anticipate the day: “I think with weather conditions like that, it’s always nervous. Everybody wants to be at the front with some possibility of echelons. So I think the start will be all nervous. And then we’ll see if the break earns some time or it will be about the last climb. We also want to try with Fabio [Jakobsen] to survive the climb. We will see how the situation is, maybe the breakaway arrive, or we will go for the sprint.”
Telt deze ook?
pi_201052411
quote:
0s.gif Op dinsdag 24 augustus 2021 12:42 schreef showtimer het volgende:

[..]
[..]
Telt deze ook?
(lol)
pi_201052471
quote:
0s.gif Op dinsdag 24 augustus 2021 12:42 schreef showtimer het volgende:

[..]
[..]
Telt deze ook?
Mond vol tanden... Wou het ook komen posten :{ :{
  dinsdag 24 augustus 2021 @ 12:47:55 #12
478082 VoMy
Seksloos kutventje
pi_201052472
quote:
0s.gif Op dinsdag 24 augustus 2021 12:42 schreef showtimer het volgende:

[..]
[..]
Telt deze ook?
Ik zag deze quote en dit kan niet echt zijn toch? Gewoon zand in de ogen strooien.
  Redactie Sport / Supervogel dinsdag 24 augustus 2021 @ 12:53:06 #13
270182 crew  Pino112
Pino van Luna O+
pi_201052584
quote:
0s.gif Op dinsdag 24 augustus 2021 12:42 schreef showtimer het volgende:

[..]
[..]
Telt deze ook?
twitter


Not very difficult
  dinsdag 24 augustus 2021 @ 12:53:58 #14
168304 Mani89
We try not to sexualize them.
pi_201052593
quote:
10s.gif Op dinsdag 24 augustus 2021 12:53 schreef Pino112 het volgende:

[..]
[ twitter ]

Not very difficult
Deceunink is al aan het rijden voor Jakobsen.
Reis ver, drink wijn, denk na, lach hard, duik diep. Kom Terug.
pi_201052648
Die kijken het profiel gewoon van rechts naar links joh.
Cancellara; "Tweede worden is gemakkelijker dan eerste worden"
FOK!sport *O* ✩ ✩ ✩ Ajax O+
  Moderator dinsdag 24 augustus 2021 @ 13:06:39 #16
198822 crew  Rellende_Rotscholier
Robbertje matten met de wouten
pi_201052782
quote:
10s.gif Op dinsdag 24 augustus 2021 12:53 schreef Pino112 het volgende:

[..]
[ twitter ]

Not very difficult
Nee, dit kan niet.

Is hun abonnement op veloviewer verlopen ofzo?
Het blijft toch een merkwaardige sport hè, dat wielrennen.
pi_201052892
Blijft toch bizar dat zowat geen enkele ploeg echt precies weet hoe een finale of beklimming in elkaar zit en daarop de tactiek afstemt.

Hoe kom je bij deze klim uit op een tactiek dat je misschien met Fabio wil sprinten?
  dinsdag 24 augustus 2021 @ 13:18:56 #18
168304 Mani89
We try not to sexualize them.
pi_201052914
quote:
0s.gif Op dinsdag 24 augustus 2021 13:16 schreef Marcoss het volgende:
Blijft toch bizar dat zowat geen enkele ploeg echt precies weet hoe een finale of beklimming in elkaar zit en daarop de tactiek afstemt.

Hoe kom je bij deze klim uit op een tactiek dat je misschien met Fabio wil sprinten?
En op basis daarvan worden mijn poultjes altijd naar de tering gereden. Je moet je teams dus afstellen op de stupiditeit van de mensen die er het meest verstand van zouden moeten hebben.
Reis ver, drink wijn, denk na, lach hard, duik diep. Kom Terug.
pi_201052925
Gamper on the move.
Cancellara; "Tweede worden is gemakkelijker dan eerste worden"
FOK!sport *O* ✩ ✩ ✩ Ajax O+
pi_201052934
Schachtman doe eens iets vandaag.
♫ ~ Je kunt de massa niet beteugelen; het is een monster ~ Marcel van Roosmalen
pi_201052982
Meeus en Senechal of all places.
Cancellara; "Tweede worden is gemakkelijker dan eerste worden"
FOK!sport *O* ✩ ✩ ✩ Ajax O+
  dinsdag 24 augustus 2021 @ 13:26:06 #22
478082 VoMy
Seksloos kutventje
pi_201052994
quote:
0s.gif Op dinsdag 24 augustus 2021 13:21 schreef El-Stinho het volgende:
Schachtman doe eens iets vandaag.
Bora wil wel vandaag.
pi_201053001
twitter

Klinkt eigenlijk ook wel weer als een voorkeur richting controle.
pi_201053005
quote:
0s.gif Op dinsdag 24 augustus 2021 13:26 schreef VoMy het volgende:

[..]
Bora wil wel vandaag.
Berichten van DQS gelezen, die gaan sprinten met Laas
Cancellara; "Tweede worden is gemakkelijker dan eerste worden"
FOK!sport *O* ✩ ✩ ✩ Ajax O+
  Redactie Sport dinsdag 24 augustus 2021 @ 13:41:08 #25
274204 crew  Mexicanobakker
pi_201053172
Ik verwacht dat Demare wint.
[i]Put me on a pedestal and I'll only disappoint you
Tell me I'm exceptional and I promise to exploit you
Give me all your money and I'll make some origami honey
I think you're a joke but I don't find you very funny[/i]
abonnement Unibet Coolblue
Forum Opties
Forumhop:
Hop naar:
(afkorting, bv 'KLB')