abonnement Unibet Coolblue
  Moderator zondag 11 juli 2021 @ 05:29:48 #1
198822 crew  Rellende_Rotscholier
Robbertje matten met de wouten
pi_200308121
Etappe 15: Céret - Andorre-la-Vieille, 191,3 km

Allemachtig, wat een gek ritje was dat weer zeg. Het duurde bijna 100 kilometer voor de definitieve vlucht van de dag vertrokken was, de helft van de rit keken we naar aanvalspogingen. Hoewel, dat is niet helemaal waar. Tussendoor reed er twee keer een groep weg waarna het in het peloton volledig stil leek te vielen. We dachten een tijd dat we het met een kopgroep met daarin Rickaert en Turgis moesten doen, ook al kregen die mannen nooit meer dan een minuut voorsprong. Het eerste deel van de rit was vrij vlak, maar daarna kwamen de renners een paar lastige klimmetjes tegen. Het duurde uiteindelijk tot op die klimmetjes voor de vlucht van de dag vertrokken was. Op de steile Montségur rammelden een paar sterke renners de boel uit elkaar. In eerste instantie vooral renners die voor de bergtrui gaan, Poels en Woods. Zij werden later vergezeld door wat andere renners, die in schuifjes naar voren reden. Meintjes en Fraile waren nog vrij snel mee, Mollema volgde even later pas. Toen de voorsprong inmiddels een minuut of twee was gingen er ook nog een paar Fransen in de achtervolging. Kansloos, maar ze wisten uiteindelijk toch nog aan te sluiten vooraan. Het duurde best wel lang voor alles bij elkaar was, maar toen dat het geval was reden we met 14 renners verder. Het peloton viel echter nog steeds niet stil, het duurde heel lang voor de voorsprong begon op te lopen. Een maf dagje, wielrennen blijkt vaak een merkwaardige sport te zijn. Op een kilometer of 50 van het eind reden de renners over een lastig klimmetje, waar de net aangesloten Pierre Rolland een paar keer in de aanval probeerde te gaan. Dit lukte allemaal niet, maar Bauke Mollema had ondertussen genoeg gezien. Het draaide wel een beetje vooraan, maar niet echt perfect. Als hij zou demarreren was de kans groot dat ze hem niet meer terug zouden zien.

Hij wilde eigenlijk al aanvallen in de afdaling, maar nadat Woods op z'n muil ging raakte hij wat posities kwijt en moest hij even wachten. Na de afdaling reden de renners een tijdje vals plat naar beneden door een fraaie kloof. Hier besloot Mollema zijn beslissende aanval te plaatsen. Terwijl enkele renners op hun gemakje eten aan het halen waren bij de wagen gooide Mollema er een verschroeiende demarrage uit. Niemand reageerde direct, alleen Poels probeerde het nog even. Die kwam niet dichterbij, keek om, zag niemand overnemen en het kalf was verdronken. De samenwerking bleek inderdaad niet perfect te zijn en nu Mollema weg was wilde al helemaal niemand meer het werk doen voor een ander. Dus werd de voorsprong van Mollema vrij snel vrij groot, het ging zelfs richting de anderhalve minuut. Er moest wel nog een klim bedwongen worden, waar Mollema in eerste instantie veel leek in te leveren. Een demarrage van Higuita, een demarrage van Konrad. Speldenprikjes, het leidde allemaal tot niets. Die mannen daarachter kregen elkaar niet los, dus zakte het tempo weer en zodoende kon Mollema uit de greep van de achtervolgers blijven. Een goed moment uitgekozen voor zijn aanval, heel slim. Je kunt er vaak maar beter op tijd mee beginnen, want daarachter loopt de organisatie dan toch vaak in de soep. Toch een stukje koersinzicht en ervaring dat hem de zege heeft bezorgd in Quillan, zijn tweede ritzege in de Tour. De aanhouder wint, na een vrij matige Giro en een ook niet al te imponerende Tour tot nu toe wint hij op overtuigende manier een rit. Knap gereden, ik kan niets anders zeggen. Ik zou alleen nog kunnen zeggen dat we deze Mollema een paar jaar langer hadden kunnen zien, de klassementsjaren waren eigenlijk weggegooide jaren. Enfin, achter Mollema werd Konrad tweede voor Higuita. Ze hadden zich toch maar mooi laten ringeloren door die gekke Mollema, ik blijf me er toch altijd over verbazen dat je je in zo'n relatief kleine kopgroep toch zo in de maling kunt laten nemen. In het groepje daarachter zat Guillaume Martin, die was stiekem meegeslopen. Martin stond 9e in het klassement, maar na de rit van gisteren staat hij ineens 2e op vier minuten van Pogacar. Hij zal nog wel wat weg gaan zakken, maar het is toch slim bekeken. Normaal zie je in het peloton nog wel eens ploegen panikeren en dan op kop gaan rijden om hun verre ereplaats te beschermen, maar daar was nu geen sprake van. Er gebeurde helemaal niets, eigenlijk. Weer een soort van rustdag voor de klassementsrenners. Ze konden daardoor zelfs genieten van de laatste klim, met die mooie bocht. Ik vermoed dat we die klim nog wel eens terug gaan zien.

Voor Mollema was het een mooie dag, voor de koers was het gezien de eerste helft van de rit ook wel een bijzondere dag, maar we schoten er uiteindelijk weinig mee op. Geen actie tussen de klassementsrenners. Dat moet dan nu maar komen, we gaan naar Andorra. Een rit die er op papier niet heel spectaculair uitziet, maar goed, wie weet maken de renners er wat van. Laatste dag voor de rustdag, geen excuses.




Bijna helemaal in het uiterste zuidoosten van Frankrijk gaat de rit van start in Céret, een stadje met 7800 inwoners in het departement Pyrénées-Orientales, regio Occitanië. Het is voor het eerst dat het Tourcircus passeert in deze stad, er is hier überhaupt maar weinig koersgeschiedenis. De GP du Midi-Libre is een aantal keer gepasseerd, meer niet. Ze zijn in Céret bijzonder trots op het feit dat Martin Fourcade hier is geboren, de inmiddels gestopte biatleet die jarenlang alles heeft gewonnen wat er te winnen viel. Hij is hier wel alleen maar geboren, blijkbaar in een speciale kliniek waar je kon bevallen op een 'natuurlijke manier', uh ja, prima. Fourcade groeide niet op in Céret, maar op zijn geboorteakte staat deze plaats wel vernoemd dus claimen ze hem. Maurice Richard, die in 1933 en 1936 twee keer het werelduurrecord in zijn bezit had, stierf in deze plaats in 1998. Een andere lokale held is de mountainbiker Hugo Drechou, maar dat lijkt niet echt een fenomeen te zijn. In Céret is in een voormalig ziekenhuis, gebouwd in 1649, het Muziekinsturmentenmuseum gevestigd. Dit museum heeft zelfs een eigen Wikipediapagina, vol met gortdroge informatie: Het museum vindt zijn oorsprong in de eerste lokale verenigingen voor de dansstijl sardana: de Foment de la sardane de Céret (geleid door Roger Raynal en Joseph Burch) de Féderation sardaniste du Roussillon (waarin sinds 1976 de verschillende verenigingen van het departement zijn verenigd) en het Institut de musique populaire et méditerranéenne (IMPEM, instituut voor volksmuziek en mediterrane muziek). Het IMPEM werd tevens opgericht door Raynal en bestrijkt een groter gebied dan het departement alleen. Op 28 september 1983 tekenden de stad Céret en IMPEM een contract voor renovatie van het oude ziekenhuis Saint-Pierre en de uiteindelijke vestiging aldaar. Het Centre internacional de música popular (CIMP) werd in 1987 opgericht. Het herbergt ook vertegenwoordigers van de stad en van IMPEM. Het CIMP is sindsdien de nieuwe beheerder van het gebouw en staat onder leiding van Raynal. Het muziekinstrumentenmuseum van Céret werd op 18 mei 2013 in aanwezigheid van senaatsvoorzitter Jean-Pierre Bel geopend. In de eerste circa vier maanden sinds de opening, van half mei tot september 2013, trok het museum 3300 bezoekers. Drukbezocht, dus. Het museum beschikt over ongeveer 2500 stukken, waarvan er 400 aan het publiek worden getoond. Een bijzondere deelcollectie betreft een verzameling hobo's van over de hele wereld. De verzameling werd bijeengebracht door het koppel Heinz Stefan Herzka en Verena Nil en wordt gerekend tot een van de grootste collecties hobo's ter wereld. Daarnaast zijn er de voornamelijk traditionele Catalaanse instrumenten te zien die het CIMP in de collectie had. Behalve dit fantastische museum is er blijkbaar ook een openluchttheater en aan de rand van het stadscentrum vinden we de 'porte d'Espagne', een overblijfsel van de middeleeuwse stadsmuur. In het voormalig Karmelietenklooster is het Museum voor Moderne Kunst gevestigd, dat dan weer geen eigen pagina heeft. Men heeft dit museum gesticht omdat verschillende grote kunstenaars tijd hebben doorgebracht in deze regio, van Picasso tot Chagall. Werken van al dit soort grote kunstenaars zijn blijkbaar ook te bewonderen in het museum, al zal dat momenteel niet lukken. Het museum is tijdelijk gesloten omdat ze de boel aan het verbouwen zijn, wat een pech. Er is blijkbaar wel een Engelstalige Wikipagina, die zelfs rept over 78 werken van Picasso, waarvan hij er 57 zelf zou hebben geschonken. Amai. Buiten de stad vinden we de Pont du Diable, de duivel heeft toch flink wat bruggen laten bouwen in dit land. Daarna begint het roadbook te oreren over een fontein, de Fontaine des Neuf Jets, nouja, dan weet je dat je de hoogtepunten wel hebt gehad.



In Céret, waar ze vooral veel kersen produceren, gaan de renners van start voor de deur van het muziekinstrumentenmuseum. Heel hip noemt men dit museum ook wel MúSIC, daar is over nagedacht. Tijdens de neutralisatie rijden we dwars door het centrum van Céret en tijdens deze onderneming passeren we ook dat andere museum, met alle werken van Picasso, Gaudi en noem ze allemaal maar op. Pittoresk centrumpje, zonder meer. De renners komen ook nog een kicken poort tegen, daarna verlaten ze het centrum en rijden ze nog een tijd verder buiten de stad op weg naar de officiële start. We passeren even later de Pont de Diable, de toeristische afdeling laat er weer geen gras over groeien. Voorbij deze brug slaan we linksaf en even later begint de rit dan. Het wordt een leuk begin, want er moet meteen geklommen worden. De eerste 6,5 kilometer van deze etappe rijden we over een bochtige weg omhoog naar de Col de Llauro, gemiddeld gaat het aan 3% omhoog. Niet echt een gigantische klim, maar allicht beter dan een vlakke start. Niet de breedste weg van allemaal, dus enthousiastelingen doen er goed aan toch maar een beetje van voren te beginnen. De klim is dus bochtig, terwijl er lagns de kant van de weg behoorlijk wat bomen staan. Steil wordt het nooit, al zou het door een aantal vlakkere stukken tussendoor ook een aantal keer aan wat meer dan 3% omhoog moeten gaan. In het begin blijkbaar, een paar stroken aan 6%. Hoe dan ook, na 6,5 kilometer komen we uit op de top van de Coll de Llauro. Col of Coll, het mag hier allebei. Dit is praktisch Catalonië, al zullen de Fransen dat niet graag horen. Op de top slaan we linksaf, en dan blijkt de top al snel helemaal geen top te zijn.




Na de bocht naar links rijden we verder naar Oms, een mooie stad die dankzij het gebrek aan een k niet te ver weg is. De bochtige weg door het bos loopt nog eens twee kilometer omhoog, eigenlijk pakken we direct na de start dus een klim van meer dan acht kilometer mee. De weg is nog steeds niet enorm breed, maar het asfalt is hier wel prachtig. Steil wordt het nog steeds niet, nadat het klimmen - voorlopig - gedaan is volgt er een vlak stukje van twee kilometer. Hierna gaat het nog eens twee kilometer licht omhoog, het blijft bochtig en bossig. We passeren in Oms, waar we dwars door het centrum fietsen. Buiten Oms is het nog even een tijdje vlak, alvorens we kort af gaan dalen richting Calmeilles. Dit stuk in dalende lijn duurt niet lang, maar is wel vervelend. De weg is dus niet al te breed, bovendien rijden we door een bos waar het lekker bochtig is. De renners komen een paar lastige bochten tegen, als Mike Woods dat maar weet te overleven. Zodra we het dorpje Calmeilles bereiken begint de weg dan weer omhoog te lopen, we gaan beginnen aan de ongecategoriseerde Col de Fourtou. De top van dit klimmetje gaan we na 18,5 kilometer bereiken, in de vier kilometer daarvoor gaat het gemiddeld aan 4% omhoog. Vooral in het begin zitten er een paar steile stroken tussen, met zelfs wat stukjes aan 8 à 9%. Daar moet je wel meteen je demarrage plaatsen, want richting de top wordt het steeds vlakker. De bochtige weg omhoog voert nog steeds door een bos, terwijl we weinig tekenen van beschaving aantreffen. Nadat we de top hebben bereikt zit het klimmen er voorlopig op, we gaan 17 kilometer dalen richting Bouleternère. Hoewel dat het ingewikkelder laat klinken dan het is, het zal niet continu op een indrukwekkende manier naar beneden gaan. Wel in de eerste vier kilometer, het gaat in het begin aan een procent of vijf naar beneden over een smalle en bochtige weg. We bidden opnieuw voor Woods. Een aantal onoverzichtelijke bochten en een paar snelle bochten kort achter elkaar, als dat maar goed gaat. We blijven door het bos fietsen, wat sommige bochten lastig in te schatten maakt. Na de eerste kilometers van de afdaling blijft de weg bochtig, maar het verschil is wel dat we minder hard afdalen. Het gaat wat vals plat naar beneden, dat maakt het wat aangenamer. Al zal er van ontspanning weinig sprake zijn, want we fietsen van de ene bocht naar de volgende. In Boule-d'Amont komen we bijvoorbeeld een paar pittige bochten tegen, met een passage over een smalle brug erbij cadeau.




Het blijft bochtig en het blijft link, todat we na 35 kilometer Bouleternère bereiken. Ik zal blij zijn als de renners hier zijn, want dit weggetje vertrouw ik niet zo. Ook omdat het asfalt er niet overal fantastisch uitziet, al weet je nooit of ze in de tussentijd een nieuw laagje hebben aangelegd. Het scheelt in ieder geval wel echt dat het na die eerste kilometers niet meer zo hard naar beneden loopt. Aan het eind van de afdaling komen we na heel wat kilometers in vals platte lijn omlaag zelfs nog een knikje omhoog tegen, kilometertje aan 2,5%. Daarna gaat het nog een kilometer wat steviger naar beneden, alvorens we Bouleternère na nog een paar vals plat dalende kilometers bereiken. Hier slaan we na een paar bochten uiteindelijk linksaf, op weg naar Andorra. Eigenlijk is dit bijzonder jammer. Dat zal ik even uitleggen: we bevinden ons nu in de oostelijke Pyreneeën. Daar komt de Tour eigenlijk nooit. Nu zijn we er een keer en wat doen we? We gaan naar Andorra, daar waar zo'n beetje ieder jaar een grote ronde naartoe gaat. Is het niet de Tour, dan wel de Vuelta. Saai, repetitief, zonde. Ik had graag wat onuitgegeven klimmetjes gezien in dit deel van de Pyreneeën, maarja, helaas. Er valt hier weinig geld te schrapen, dus brommeren we door. Al is de eerstvolgende klim die we tegenkomen ook niet zo bekend, dat dan weer wel. Maar goed, voor we daar zijn moeten we eerst een stuk door de vallei afwerken. Na de bochtenrijke doortocht in het centrum van Bouleternère slaan we bij een rotonde linksaf, vervolgens rijden we 15 kilometer over een brede en behoorlijk rechte weg. Deze weg loopt steeds heel lichtjes vals plat omhoog, maar het zal toch als een contract gaan aanvoelen. Geen bochten, geen smalle weg, nee, breed en rechtdoor. We rijden onderweg een keer over het spoor en daarna onder een spoorbrug door, verder maken we weinig mee. Het gaat eerst wat omhoog naar de Col de Ternère en even later volgt er een korte duik, maar op wat vluchtheuveltjes na hoeven we verder met weinig dingen rekening te houden. Na het korte duikje loopt het weer vooral wat vals plat omhoog, terwijl we een tijd langs het stuwmeer van Vinça fietsen. Dat gaat weer fraaie plaatjes opleveren, twijfel daar maar niet aan. Voorbij het stuwmeer zetten we koers richting Prades, wat mij een mooie ode lijkt aan Edu en Benjamí. Eduard Prades kent een verloren seizoen na een ongelukje tijdens het skiën, Benjamin Prades werd Spaans kampioen bij de amateurs. Catalanen, terwijl dit eigenlijk ook een stukje Catalonië is, dat past allemaal wel.



Prades bereiken we na 50 kilometer koers. Voor die tijd zijn we ook nog even door Marquixanes gereden, waar flink wat vluchtheuvels liggen. Tussen de dorpjes in gaat het vooral rechtdoor over een extreem brede weg, die toch iets glooiender is dan gedacht. Paar keer flink omhoog en omlaag, toch wel. In Prades gaan we dwars door het centrum rijden, tijdens deze tocht komen we een rotonde, een paar bochten en flink wat verkeersmeubilair tegen. Drempeltjes, versmallingen, de hele mikmak. Als we door Prades fietsen zal ongetwijfeld vermeld worden dat Jean Castex, de huidige premier van Frankrijk, jarenlang burgemeester was van deze plaats. Het is ook de stad van Pablo Casals, de beste cellist van zijn tijd. Een Catalaan, maar hij kwam hier wonen toen Franco aan de macht kwam in Spanje. Er is tegenwoordig nog een muziekfestival dat zijn naam draagt in Prades. De foto hierboven is overigens geen afbeelding van Prades, maar van het dorp dat hierna op de route ligt. Buiten het centrum van Prades slaan we linksaf en rijden we over een brede weg verder naar Villefranche-de-Conflent, dat zes kilometer verderop ligt. Tussendoor rijden we door Ria-Sirach, waar flink wat vluchtheuvels liggen en een paar flauwe bochten. Verder gaat het vooral rechtdoor, overwegend vals plat omhoog. Lichtelijk glooiend weer, dus ook een beetje op en af, maar het echte klimwerk volgt pas later. Als we uitkomen in Villefranche-de-Conflent merken we dat de omgeving steeds mooier wordt, we rijden weeral door een soort van kloof. Op een strategische plek ligt Villefranche-de-Conflent, een plaats waar mijn grote vriend Vauban heeft huisgehouden. Het is pas de eerste keer dat hij deze Tour vermeld wordt, maar we kunnen nu weer los. De middeleeuwse stad is door Vauban gefortificeerd, zodra we bij een rotonde in Villefranche rechtsaf slaan zien we de fortificatie meteen in beeld verschijnen. Een indrukwekkend bouwwerk, we kunnen weer niets anders zeggen. Als de renners een blik omhoog werpen zien ze boven de stad op de heuvel een fort liggen, ook al een kunstwerk van Vauban. Het Fort Libéria, Vauban is een fenomeen. Aan de rand van de stad liggen ook wat grotten, de Grottes des Grandes Canalettes, daar heeft Vauban dan weer niets mee te maken. Voorbij het prachtige Villefranche-de-Conflent rijden de renners over een brug, hierna volgen ze tien kilometer lang dezelfde brede weg door de vallei. In deze tien kilometer gaan ze 200 meter hoger uitkomen, dat kunnen we moeilijk vlak noemen. Het gaat ook nu weer een paar keer op en af, waardoor die stukjes omhoog soms zelfs meer gaan zijn dan vals plat. Een hinderlijke opdracht, door een fraaie omgeving. Zonder veel obstakels bereiken we na 67 kilometer Olette, waar de tussensprint van de dag gaat volgen. Sonny en Michael mogen weer aan de slag, dat wordt weer een totale mislukking. Het sprintje volgt voor we het centrum van het middeleeuwse Olette betreden, richting de sprint gaat het wat vals plat omhoog. Leuk dorpje verder wel, dat Olette. Niet zo leuk als het vorige dorp alleen, nog even genieten hoor.



Voorbij de tussensprint gaat het even kort naar beneden in het centrum van Olette, een passage zonder veel gevaar. Buiten het dorp slaan we linksaf over een brug en daarna gat het naar rechts, waarna we weer over een brede weg verder mogen fietsen. Vrij snel hierna begint de weg serieus omhoog te lopen en zijn we vertrokken voor een lange en verwarrende tocht. Verwarrend, omdat de organisatie ons een loer probeert te draaien. We beginnen zometeen aan de Montée de Mont-Louis, dat doen we blijkbaar voor het eerst in de geschiedenis van de Tour. Volgens de organisatie is deze klim 8,4 kilometer lang en gaat het in deze kilometers aan 5,7% gemiddeld omhoog. Het is daardoor een klimmetje van de tweede categorie. Maar dit is helemaal niet het hele verhaal joh. Nog niet eens het halve verhaal. We gaan namelijk 26 kilometer omhoog naar Font-Romeu, 26 (!) kilometer. Gemiddeld gaat het aan meer dan 4% omhoog, waarom heeft hem alleen het steilere middenstuk uitgeroepen tot klim? De eerste tien kilometer negeren ze volkomen, de laatste acht kilometer ook. Zonde, stom, vervelend. Door een schitterende omgeving rijden we over een brede en enigszins bochtige weg in de eerste twee kilometer van de klim aan 5% omhoog, waarbij we ook een keer een tunneltje passeren. Langs de schitterende rotswanden is het vervolgens een kilometer of vier wat minder interessant. Het gaat omhoog aan 2 à 3%, met tussendoor zelfs een kort stukje in dalende lijn. Genietend van de prachtigste vergezichten gaat het vervolgens vier kilometer aan 5% omhoog, wat voor de organisatie nog steeds niet sexy genoeg is. In de buurt van Fontpédrouse rijdt het peloton onder een imponerende spoorbrug door, niet veel later begint volgens de organisatie de klim pas echt. Zodra het échte deel van de klim begint gaat het een kilometer omhoog aan 6%, daarna volgt zelfs een kilometer aan 7%. De weg blijft ontzettend breed en lichtelijk bochtig, terwijl de omgeving net zo schitterend blijft, ook als het in de twee kilometer hierna aan 5% omhoog zal gaan. Als we de helft van de officiële klim hebben bereikt volgt er een strook van twee kilometer aan 7%, waarna het in de laatste twee kilometer van de klim aan 4% omhoog zal gaan. Onderweg naar de top komen we zelfs een paar haarspeldbochten tegen, tevens rijden we een keer over het spoor. Nadat we door het dorpje Fetges zijn gereden komen we na 86,3 kilometer uit in Mont-Louis, alwaar ik zo hard als ik kan op de Vaubanclaxon druk. Zo hoor je twee weken niets van die man, zo komt ie in een paar kilometer twee keer voorbij.




'Boven' komen we dus uit in Mont-Louis, volgens bepaalde toeristische websites de stad van de zonnekoning. Mont-Louis, één van de negen steden volledig gebouwd door Vauban, is ideaal gelegen om de nieuwe Franse grenzen te verdedigen. In 1679 keurt Lodewijk XIV de bouw van Mont-Louis goed, om zo de toegang naar de Roussillon te verdedigen. Mont-Louis, dat in 1681 werd ingewijd, staat als laatste op de defensielijn die vanaf de Middellandse Zee loopt. Deze militaire vestingwerken uit de 17e eeuw, vanuit het niets ontworpen door Vauban, zijn een uitdrukking van zijn creativiteit. En Mont-Louis heeft zijn militaire functie behouden: het Centre National d’Entraînement Commando - 1er Choc huist er nog steeds. Het hoogst gelegen fort van Frankrijk, het best bewaarde fort van Frankrijk, alle superlatieven vliegen je om deo ren. Prachtig, schitterend. Werelderfgoedlijstje van UNESCO, alles. Ze schijnen in Mont-Louis overigens nog meer bijzonderheden te hebben, zo staat hier ook de eerste zonne-oven van de wereld. Vanaf 1947 was ingenieur Félix Trombe, van het Centre national de la recherche scientifique (CNRS), actief met het ontwerp en bouw van deze installatie. Zo'n 860 licht holle spiegels concentreren het zonlicht op een vaste plaats waardoor de temperatuur sterk oploopt tot meer dan 3000°C. Dit wordt gebruikt om legeringen te testen die bestand zijn tegen zeer hoge temperaturen en die gebruikt worden in vliegtuigen, raketten, satellieten en ultra vuurvaste materialen. Pff, boh. Maar goed, terug naar de koers. We zijn volgens de organisatie nu boven op een klim van de tweede categorie, maar we zijn gans niet boven. We moeten nog acht kilometer verder klimmen naar Font-Romeu joh. Het gaat nog eens zes kilometer omhoog aan 3%, waarna het in de laatste kilometers van de klim aan 4% zal stijgen. Voor de organisatie dus niet interessant genoeg, maar ik geef het je toch maar te doen. We blijven voorbij het schitterende en imponerende Mont-Louis over een brede weg fietsen, buiten het dorp komen we een rotonde tegen en even later rijden we na een bocht naar links veder door het bos. De omgeving wordt iets minder imponerend, net als het gemiddelde stijgingspercentage. Onderweg komen we vervolgens zelfs nog meer rotondes tegen, want naast een populaire toeristische bestemming omwille van de werken van Vauban is het ook nog eens een omgeving vol wintersportoorden. Als we na 95 kilometer Font-Romeu bereiken is het klimmen gedaan, we kunnen een tijd gaan dalen. Font-Romeu is overigens geen onbekende plek voor de Tour, in de Tours van 1968 en die van 1976 ging hier een rit van start. 't Is maar dat je het weet, hè. Font-Romeu schijnt ook een favoriete uitvalsbasis te zijn voor heel wat sporters. De slechthorende Mo Farah heeft hier blijkbaar nogal wat tijd doorgebracht, bijvoorbeeld. Martin Fourcade, die dus werd geboren in Céret, was ook kind aan huis in Font-Romeu. Wielrenners zien ze hier ook wel eens, zo vond het trainingskamp van Total Energies vorig jaar plaats in dit wintersportoord. Hadden ze niet veel aan, maar toch.



Als we door Font-Romeu rijden gaat het al naar beneden, maar voorlopig komen we weinig lastige bochten tegen. De weg is breed en goed in dit toeristische oord, dat scheelt altijd weer. Buiten het centrum van deze stad gaan we verder met een lange afdaling van liefst 14 kilometer. Al komen we maar een meter of 600 later uit, erg steil naar beneden zal het dus niet gaan. Na drie kilometer gedaald te hebben zonder lastige bochten onderweg komen we uit bij een rotonde, waar we rechtsaf slaan. Daarna dalen we nog heel wat kilometers verder, zonder dat we veel problemen gaan tegenkomen. De weg blijft breed, het asfalt goed en de bochten die we tegenkomen zijn verre van spectaculair. Wel rijden we door wat dorpjes, zoals Targassonne. Hier ligt wat verkeersmeubilair, da's dan nog het grootste probleem. Hier ligt ook een rotonde, waar we rechtdoor gaan. Voorbij deze rotonde rijden we even direct op de grens tussen Frankrijk en Spanje, spannend. In deze omgeving komen we warempel ook een paar haarspeldbochten tegen, maar als de weg 100 meter breed is schiet je daar ook weinig mee op. Veel stevige keien langs de kant van de weg, even wat natuurschoon tussendoor. Als we die paar niet al te lastige haarspeldbochten hebben gehad zijn we eigenlijk alweer praktisch beneden. Het gaat nog wel een paar kilometer verder naar beneden, op een eenvoudige manier. Wel rijden we weer door een dorpje, in dit geval Angoustrine. Paar flauwe bochten hier, terwijl de weg tijdelijk iets minder breed is. Bij een rotonde aan het eind van dit dorp gaat het naar links, waarna de weg weer lekker breed is. Een paar niet al te lastige bochten later komen we uit in Ur, goede naam. Dit is de bodem van de afdaling, na een paar listige bochtjes in het dorp zelf zijn we beneden. Voorbij het smallere centrum slaan we rechtsaf, waarna de renners zes kilometer over een brede en licht glooiende weg naar Latour-de-Carol. We mogen dus verwachten dat Pierre in de aanval gaat, ook al slaat zijn brein op hol zodra hij moet dalen. De weg naar Latour-de-Carol is redelijk vanzelfsprekend, het gaat vooral rechtdoor. Brede weg, alleen in een dorpje wordt het even smaller. Ook in Latour-de-Carol zelf is het wat smaller, maar verder zijn er weinig problemen. Glooiend, dat wel. Toch een beetje op en af, al stelt het in vergelijking met alles wat nog gaat komen weinig voor. Voorbij Latour-de-Carol rijden we een aantal kilometer verder door de vallei over een brede weg, een iets minder mooie vallei. In deze vallei begint de weg omhoog te lopen, de organisatie gaat ons voor de tweede keer vandaag flikken. Over een tijdje zou de Col de Puymorens moeten beginnen, een klimmetje van de tweede categorie. Maar, voordat we aan dit klimmetje mogen beginnen gaat het al een tijd omhoog, bedrog.






Buiten Latour-de-Carol loopt de weg vier kilometer amper merkbaar omhoog, aan 1 à 2%. Onderweg passeren we het bovenstaande kasteel, waarna we langs het spoor verder omhoog gaan rijden naar Porta. Zes kilometer aan 3%, min of meer. Soms iets steiler dan dat, vaak ook niet. Heel denderend is het niet, maar we nemen het toch mee in de benen. Voorbij het dorpje Porta gaat de brede weg even naar beneden, ergens in deze omgeving slaan we rechtsaf en fietsen we verder naar Porté-Puymorens. Het gaat nu nog een paar kilometer aan 3% omhoog, alvorens de Col de Puymorens volgens de organisatie echt gaat beginnen. Vooral een beklimming van de tweede categorie wegens de hoogte, neem ik aan. Qua percentages stelt het niets voor, zodra we door het dorpje Porté-Puymorens zijn gereden gaat de klim echt beginnen hoor. We komen een brede haarspeldbocht naar links tegen, waar de weg zal stijgen aan 4,5%. Daarna gaat het zelfs twee kilometer aan 5% omhoog, terwijl het uitzicht wel bijzonder fraai is. We fietsen ook nog eens langs een watervalletje, wat een genot. Al zijn de percentages minder fraai, het gaat na de twee kilometer aan 5% twee kilometer aan 4% omhoog, waarna we in het laatste stuk naar de top weer aan 5% mogen klimmen. Richting de top van deze klim, die we na 133 kilometer gaan bereiken, komen we nog een paar extreem brede haarspeldbochten tegen, het is een snelweg omhoog. Behoorlijk open terrein ook richting de top, de wind kan hier dus een helpende of juist beperkende factor worden. Op de top staat niet veel, een paar verdwaalde huizen en een berg puin. Niet de meest idyllische locatie, wel een locatie met een grote geschiedenis in de Tour. De Col de Puymorens zat vooral voor de Tweede Wereldoorlog bijna jaarlijks in het parcours, daarna durfde men blijkbaar niet meer zo dicht in de buurt van Franco te komen. Voor de Tweede Wereldoorlog werd deze col liefst 20 (!) keer beklomme, Marcel Buysse zou al in 1913 de eerste worden die hier als eerste boven wist te komen. Na de Tweede Wereldoorlog werd de klim nog maar zeven keer opgenomen in het parcours. Fenomenen als Julio Jimenez en Txomin Perurena kwamen hier als eerste boven, de Colombiaan Oliverio Rincon zou in 1993 de voorlopig laatste zijn. Na een kleine 30 jaar krijgt hij opvolging, werd wel tijd dus.



Het is een verlaten plek, deze bergtop. Ooit was hier meer bedrijvigheid, nu is er troosteloosheid. Daarom fietsen we maar snel verder, het gaat drie kilometer naar beneden. Nog steeds over een gigantisch brede weg, wat ook meteen de verklaring is waarom het hier maar niet steil wil worden. Hoewel we een paar bochten tegenkomen is de afdaling dus ook prima te doen, we hoeven hier zelfs geen kaarsje te branden voor Woods, Wouter en Wielco. Aan het eind van deze afdaling volgt misschien we de lastigste bocht, we gaan schuin naar links en dan zijn we meteen begonnen aan de klim die ons naar Andorra gaat brengen. Port d'Envalira, een klim van 10,7 kilometer aan 5,9%. Deze klim zouden we kunnen kennen, want in de Tour de France van 2016 beklommen we 'm ook. Wel van de andere kant, alleen. Toen reden we hier juist naar beneden. Normaal gesproken is deze Port d'Envalira een stuk langer, als je er vanuit Ax-les-Thermes aan begint is ie 30 kilometer lang, nu houden we het dus op een kleine 11 kilometer. De klim is voorzien van een eigen Wikipagina, dat mag je niet missen. De Port d'Envalira is een bergpas in de Pyreneeën en ligt in de parochie Encamp van Andorra. Met 2401 meter is het de hoogste bergpas van dat gebergte waar een weg over gaat en tevens is het de hoogste bergpas van Europa die het gehele jaar door geopend is. De pas scheidt het stroomgebied van de Ariège, aan de Atlantische zijde van de Pyreneeën, van dat van de Valira, aan de Middellandse Zeezijde, respectievelijk de noord- en zuidzijde. De weg over de pas is de enige verbinding tussen Frankrijk en Andorra en verbindt de dorpen El Pas de la Casa en Soldeu. Sinds 2002 ligt er een toltunnel (de Envaliratunnel) onder de pas. Nou, van die tunnel maken we geen gebruik. We pakken de weg, die inderdaad naar 2401 meter hoogte gaat. Het is daardoor de hoogste bergtop van deze Tour de France, dus ligt er voor de eerste op de top een mooie geldprijs klaar. De Souvenir Henri Desgrange, 5000 euro als ik me niet vergis. Voor we deze prijs kunnen oprapen moet er eerst nog wel wat geklommen worden dus, het gaat eerst zeven kilometer op een niet al te boeiende manier omhoog. We beginnen met twee kilometer aan 5,5%, daarna een kilometer of drie aan iets meer dan 5%, met vervolgens zelfs een kilometertje aan 4,5%. De brede weg omhoog kent wat bochten, verder valt er niet veel over te zeggen. Het was nogal mistig toen Google passeerde, ik zie geen hand voor ogen. Het lijkt wel redelijk open te zijn, waardoor de wind weer een rol kan spelen. Na een tijd fietsen we voorbij de douane, door de tolpoortjes heen. Het gaat nog eens een kilometer aan 5,5% omhoog, voordat we aan het leukere deel van de klim gaan beginnen. De coureurs komen uit in El Pas de la Casa, waar een rotonde ligt. In dit dorpje, precies op de grens, gaat na de rustdag de volgende rit van start. Dan rijden we de Envalira weer omlaag, topidee. In El Pas de la Casa, waar we na de rustdag meer over gaan vertellen, komen de renners nog wat meer verkeersmeubilair tegen, waaronder een rotonde. Buiten deze plaats gaat het nog vier kilometer behoorlijk pittig omhoog. Een kilometer aan 7,6% klinkt misschien niet heel spannend, maar wel als je weet dat we hier al dik boven de magische grens van de 2000 zitten. Ademnood, we zetten een streep door Valverde. Na twee kilometer aan 6,3% gaat het in de slotkilometer van de klim nog eens aan bijna 8% omhoog, wat door die brede weg niet zo lijkt. Een paar haarspeldbochten later bereiken we na 147 kilometer de top van de Port d'Envalira, een beklimming van de eerste categorie.




De hoogste klim van de Tour is gedaan, de behoorlijk hoge Envalira. In principe geen topklim, maar we rekenen dan maar op de hoogte. Het zal de tiende keer zijn dat deze berg in het Tourparcours wordt opgenomen. In het verleden kwamen onder meer Julio Jimenez en Federico Bahamontes hier als eerste boven, in latere tijden kreeg Richard Virenque het zelfs twee keer voor elkaar om hier als eerste boven te zijn. Rui Costa was in 2016 de laatste, maar toen beklommen we de berg dus wel van de andere kant. De kant die we nu gaan afdalen, het gaat een eeuwigheid naar beneden richting het hart van Andorra. Het is weer zover, we zijn weer Andorra. In El Pas de la Casa reden we over de grens, daar stierf weer een stukje R_R af. Vorig jaar was er dankzij corona een jaar zonder Andorra, maar dit jaar zijn we er helaas weer. Daar, in het belastingparadijs waar tegenwoordig het halve peloton woont. Waar ze maar tien wegen hebt zodat we ondertussen zelfs als we hier niet wonen iedere klim kennen. Geen renner zal zich op onbekend terrein begeven, je woont hier of je bent hier al eens in koers geweest, dat kan bijna niet anders. Op de top van de Envalira zien we liefst drie (!) tankstations, want de benzine is goedkoop in Andorra. Verderfelijk land, voor verderfelijke centenschrapers. Kan me ook moeilijk voorstellen dat je er veel aan hebt als je met je auto naar 2400 meter hoogte moet, beneden in het dal blijven zal minder brandstof kosten, me dunkt. Enfin, van de ijle lucht gaan we weer op zoek naar wat normale omstandigheden. In totaal gaan we meer dan 20 kilometer afdalen, maar het zijn is vooral in de eerste zes kilometer te doen. De brede snelweg omlaag kent hier redelijk veel bochten, waaronder een aantal haarspeldbochten. Door de brede weg en het feit dat het nooit ergens extreem steil wordt zou dit verder geen enkel probleem mogen zijn, bijna iedereen kent het hier dus ook. Dikke boeiend, noteren we. Na zes kilometer gedaald te hebben komen de renners uit bij een rotonde, wellicht het lastigste punt van de afdaling. Na deze rotonde dalen we in een kilometer of 16 nog een kleine 800 meter af, waardoor we in totaal aan een afdaling van 22 kilometer komen. In het begin gaat het nog wat steiler naar beneden, maar wel volledig rechtdoor richting Soldeu. Vier kilometer rechtdoor, lekker hoor. In Soldeu komen we een paar bochten tegen, maar ook dit stelt geen klote voor. Makkelijkste afdaling ooit, by far. Een brede weg, die ook nog eens goed onderhouden is, want Andorra. Zo'n beetje het enige voordeel aan dat land. De steilere percentages hebben we ondertussen gehad, het gaat hierna eerder vals plat naar beneden verder.



Het tweede deel van de afdaling mag totaal geen naam hebben. Je zou er een boek over kunnen schrijven, je zou ook simpelweg kunnen concluderen dat we in de komende 12 kilometer amper iets gaan tegenkomen. Een paar rotondes en een reeks onbeduidende bochten, dan ben je er wel. In het dorpje Canilo, al praktisch aan het eind van de afdaling, komen we iets meer verkeersmeubilair tegen. Rotonde buiten het dorp, waar we naar rechts gaan. Daarna gaat het nog eens rechtdoor lichtjes naar beneden richting Encamp, waar de voet van de slotklim ligt. Onderweg naar Encamp komen we nog een rotonde tegen, waarna we er in het dorp zelf drie gaan tegenkomen. Er staan hier normaal ook wel wat paaltjes, maar die zullen voor de gelegenheid ongetwijfeld verwijderd worden. Bij de eerste rotondes in Encamp gaan we rechtdoor, waarna we aan de rand van het dorp bij de laatste rotonde rechtsaf slaan, op weg naar de laatste klim van de dag. Een listige bocht, maar bijna direct daarna slaan we nog eens rechtsaf. Na deze bocht begint de weg al wat omhoog te lopen, de Col de Beixalis staat op het punt van beginnen. De Beixalis, die kent u wel. Debuteerde in de Vuelta van 2015, Omar Fraile werd de eerste die als eerste boven was. Het jaar daarna maakte de klim meteen haar opwachting in de Tour de France, toen was het de voorlaatste klim in een rit die zou eindigen op Ordino-Arcalis, waar ene T. Dumoulin in de zeikende regen wist te winnen. Daarna reden we tijdens de Vuelta van 2018 nog eens over deze klim, Bauke Mollema kwam toen als eerste boven. In de Vuelta van 2018 reden we zelfs twee keer over die klim, maar toch staat er in de archieven slechts één naam, matig. Enfin, hoe dan ook, alles geheel terzijde, deze Beixalis kennen we heel goed omdat we hier in de Tour van 2016 en de Vuelta van 2018 op dezelfde manier omhoog gingen, steeds vanuit Encamp. Als we een rotonde met een hardwerkende man in het midden tegenkomen slaan we linksaf en zijn we vertrokken, de komende 6,4 kilometer gaat het aan 8,5% gemiddeld omhoog. De Col de Beixalis, ook wel Collada de Beixalis genoemd, is een klim van de eerste categorie. Volgens de Spanjaarden is ie 7 kilometer lang aan 8%, de Fransen hebben een halve kilometer genegeerd zodat het gemiddelde wat hoger uitkomt.




Linksom of rechtsom gaat het na twee zware weken een lastige klim worden. De weg omhoog gaat direct steil omhoog, we beginnen met een kilometer aan 7,7%. Het is een iets smallere weg, zeker voor Andorese begrippen. Een bochtige weg, waardoor je goed ziet hoe lastig het is. In de tweede kilometer van de klim gaat het aan 11% omhoog, dat is wel een ideaal moment om je duivels te ontbinden. Buiten de bebouwde kom rijden we het bos in, waar de weg nog wat smaller wordt. Een waar geitenpad, dat alleen maar steiler lijkt te worden. In de derde kilometer van de klim gaat het zelfs aan 11,6% omhoog, al verschillen de bronnen altijd een beetje. We volgen nu de organisatie van de Tour, andere kaartjes laten dan weer zien dat de tweee kilometer er eentje is aan 10% en dat het in de derde aan meer dan 12% omhoog gaat. De overeenkomst is in ieder geval dat dit een enorm zware en steile klim is, waar de boel aardig uit elkaar gereden kan worden. Wordt ook wel een ferme sprint richting deze klim, want gezien het feit dat het hier wat smaller is wil je hier wel graag van voren beginnen. Het is overigens geen verrassing dat deze klim pas sinds 2015 deel uitmaakt van het profpeloton, want op de oude beelden valt te zien dat de klim in 2011 nog deels een grindweg was. Nu ligt er net als in de rest van Andorra een keurige laag asfalt, waardoor de renners zich om de haverklap een weg omhoog kunnen kronkelen. Het is enorm bochtig, om de zoveel meter weer een nieuwe bocht, niet te doen. Vooral omdat de percentages hoog blijven, hoewel het in de vierde en vijfde kilometer van de klim 'slechts' aan 7,7% omhoog gaat. Nog steeds behoorlijk lastig, zou ik durven te beweren. Richting de top wordt de weg breder en vlakker, het gaat in de laatste anderhalve kilometer van de klim aan 5% omhoog, je zal het verschil eerder moeten maken. Na 176,5 kilometer, op 15 kilometer van de finish, bereiken de renners de top van de Col(lada) de Beixalis. Op de top liggen bonificaties, wellicht heeft het nu wel een functie.



Volgens Thierry Gouvenou is de afdaling naar de finish erg technisch en tricky, volgens Rellende_Rotscholier valt dat wel mee. De afdaling is ongeveer acht kilometer lang en begint met een scherpe bocht naar rechts. Daarna wordt het eigenlijk een redelijk makkelijke afdaling. Er zitten een aantal haarspeldbochten in, maar deze zijn vrij simpel te nemen. De weg is breed en in een redelijk goede staat, dus dat levert in ieder geval geen problemen op. Na de eerste haarspeldbocht komen de renners wel een wat scherpere bocht naar links tegen, even later volgt er dan weer een relatief makkelijke haarspeldbocht. We rijden verder door het bos naar Anyós en komen een scherpere bocht naar rechts en nog een simpele haarspeldbocht tegen. Na nog wat bochtjes naar links en rechts komen we bijna uit in Anyós, waar het nog wel even aanpoten zal zijn. Als de eerste huisjes in beeld zijn volgen er kort achter elkaar drie bochten, waarbij vooral de tweede bocht wat lastiger in te schatten is. Als iedereen goed door die bochten komt moet de rest ook wel te doen zijn. Verder komen we in Anyós nog wat haarspeldbochten tegen, maar dat is verder allemaal wel goed in te schatten en de weg is hier nog wat breder. Beneden in Anyós bevinden we ons op een kilometer of acht van het eind, normaal gesproken zal iedereen hier wel heelhuids aankomen. Tijdens vorige edities heeft deze afdaling nooit voor veel problemen gezorgd, voor zover ik weet. Het verschil is wel dat de klim nog nooit in volle finale zat, daardoor kan de druk nu hoger zijn. Vermoeidheid kan ook een factor zijn, maar nee, dit zou toch goed moeten komen. Beneden slaan we, flink wat haarspeldbochten later, linksaf bij een rotonde. Het loopt nog wat verder vals plat naar beneden, terwijl we bij de volgende rotonde schuin rechtsaf slaan. Over een weg die is voorzien van een aantal tunneltjes blijven we in licht dalende lijn verder fietsen richting de hoofdstad. Het is een makkelijke weg, die we tot op vier kilometer van de finish blijven volgen. Op dit punt verplaatsen we ons naar de linkerkant van de weg, waarna we linksaf slaan en de volgende tunnel ontwijken. Over een iets smallere weg met een aantal flauwe bochten rijden we Escaldes binnen, waar het uit het niets ineens toch nog steil naar beneden gaat. Tussen kilometer 4 en 3 komen we blijkbaar nog een meter of 100 lager uit, ga maar na. Gelukkig wordt de weg snel weer breed en zijn er geen gekke bochten, waardoor het vooral heel snel gaat zijn. Op minder dan drie kilometer van het eind slaan we scherp rechtsaf en daarna meteen linksaf, waarna het even wat vlakker is. We komen uit bij een rotonde, waar het schuin naar rechts gaat, terwijl we de futuristische thermen van Andorra zien liggen. Hierna gaat het relatief rechtdoor naar de laatste kilometer, al duiken we wel weer even een tunneltje in. Eenbaansweg, tijdelijk, met toch wat verkeersmeubilair in de buurt. Tot in de slotkilometer blijft het lichtjes dalen, terwijl we over een weg met wat flauwe bochtjes inmiddels het centrum hebben betreden. Eenmaal in de slotkilometer komen we vier rotondes tegen, bij twee van die rotondes slaan we linksaf. Het wordt een lekker bochtige laatste kilometer dus, maar het is in ieder geval wel vlak ondertussen. Ik vind deze finale verder niet zo leuk, eigenlijk. Deze laatste kilometers zijn eerder tricky dan die laatste afdaling. Enfin, na de laatste rotonde gaat het in de laatste 300 meter van de rit rechtdoor over een brede weg. Dat dan nog wel. Na 191 kilometer zit de tweede week er vervolgens op.



Finishen doen we in Andorra la Vella, door de Fransen vrij chauvinistisch Andorra-la-Vieille genoemd. Het is een stad die ik niet mag, omdat we hier te vaak zijn. Voor het laatst in de Vuelta van 2019, toen we op weg gingen naar Cortals d'Encamp waar Tadej Pogacar voor het eerst enorm zou imponeren. In de Vuelta van 2017 eindigde er dan weer een rit in deze stad, gewonnen door Vincenzo Nibali. Na een beklimming van de Alto de la Comella volgde er een afdaling richting de hoofdstad van Andorra, nou, dan weet je dat Nibali niet kansloos is inderdaad. In de Tour van 2016 kwam hier geen rit aan, maar we reden onderweg naar Ordino-Arcalis wel door Andorra la Vella. Eigenlijk was dat geen al te beste rit, maar omdat ONZE Tom won zijn we dat vergeten. In principe had ik wel net als toen graag een aankomst bergop gezien, als we dan toch zo nodig naar Andorra moeten. Bergen genoeg hier, kom je aan in dit lelijke oord na een technische finale, zucht. Verder kwamen we hier langs in de Vuelta's van 2015, 2013, 2012, 2010 en de Tour van 2009. Ook toen een aankomst bergop bij Ordino-Arcalis, met de verrassende Brice Feillu als winnaar. Een dag later reden we van Andorra la Vella terug naar Frankrijk, in Saint-Girons zou Luis Leon Sanchez winnen. Daarna kun je nog verder naar het verleden gaan, naar 1964 bijvoorbeeld. Toen debuteerde Andorra in de Tour, met Julio Jimenez als eerste ritwinnaar in dit vervelende dwergstaatje. Vroeger werd er nog gedoseerd, tegenwoordig niet meer. Misschien wel de schuld van Joaquim Rodriguez, Purito heeft de boel hier zo'n beetje op de kaart gezet. Hij ontwierp ook de epische rit in de Vuelta van 2015 in Andorra, dat hebben ze sindsdien nooit meer weten te overtreffen. Een paar jaar terug kon ik nog schrijven dat bepaalde renners hier zijn gaan wonen, ondertussen moet ik schrijven dat het halve peloton hier woont. Zelfs een non-valeur als Willie Smit verblijft in Andorra, dan weet je dat het tijd wordt om andere oorden op te zoeken. Je kunt hier goed trainen, hehe. Je kunt hier vooral lekker weinig belasting betalen, iets mooier meegenomen. Wel benieuwd hoe het vandaag met Victor De la Parte zal gaan, hij werd aan het begin van zijn carrière ontslagen bij Caja Rural wegens betrokkenheid bij een dopingzaak die zich afspeelde in... Andorra! Lachen. Verder niet lachen, kutstad. Ik weiger er eigenlijk veel meer aandacht aan te besteden, iedereen kent het hier toch al. Parijs, Pau, Andorra. Als je toch iets wil weten over Andorra la Vella zoek je het maar lekker zelf op.



Het gaat weer een warme dag worden. In startplaats Céret zal het kwik 's middags naar 32 graden stijgen, terwijl er geen kans is op regen. Wel wat kans op wind, redelijk stevig briesje vanuit het oosten. In het begin van de rit vooral wind in de rug, derhalve. Dat kunnen de renners ook wel gebruiken, want het gaat een zware dag worden. In Andorra la Vella zou het iets minder warm moeten worden, maar met 28 graden spreken we nog steeds over een warme dag. Ook daar geen kans op regen, terwijl de wind wat meer vanuit het zuiden komt. Wat tegenwind op de Port d'Envalira waarschijnlijk, dat is wel enigszins vervelend. Op de slotklim zal de wind minder een rol spelen, we fietsen door een bos. Ook de afdaling vindt grotendeels plaats in een bos, en in de laatste kilometers rijden we ook vrij beschut verder naar de finish. Maar die Envalira, hmm, dat kan een probleem worden voor ambitieuze mannen. Hoewel het niet enorm hard zal waaien, waarschijnlijk. We gaan het allemaal beleven vanaf 12:20, dan gaat de rit officieus van start. Na een neutralisatie van tien minuten mogen de renners meteen klimmen, dat wordt lachen. Als je mee wil lachen kun je meteen inschakelen bij de NOS, die zijn zelfs om 12:10 al live. De Belg is er ook meteen bij, maar dan wel op Canvas. Het grote schakelmoment volgt later. Eurosport en de PLAYER, nouja, je kunt het wel raden. De aankomst wordt vrij laat verwacht, tussen 17:28 en 18:05.



Dit wordt een lastige rit. De beklimmingen zijn op zichzelf niet zo spannend, met uitzondering van de Beixalis, het zijn andere omstandigheden die het zwaar gaan maken. Het is het eind van de tweede week en het is warm, dan heb je al meteen twee bepalende factoren te pakken. De Envalira is op zichzelf een matige klim, maar door de hoogte wordt het ineens toch zwaar. Alleen jammer van die lange en simpele afdaling daarna, dat zal de aanvalslust niet aanmoedigen. Beetje tegenwind daar ook, helpt niet mee. De sprint richting de Beixalis zal wel geinig worden, volle bak met z'n allen naar dat smalle weggetje. Al vermoed ik wel dat het een achterhoedegevecht gaat worden, dit zou zomaar weer eens een dag voor de vluchters kunnen zijn. Het is een lange rit, met heel veel klimwerk. Het officiële klimwerk is niet lang, maar er zitten heel wat officieuze klimkilometers bij. 26 kilometer omhoog naar Font-Romeu bijvoorbeeld, terwijl de organisatie het over acht kilometer heeft, dat soort grappen. Veel succes met achtervolgen. Zeker ook omdat er waarschijnlijk een sterke groep gaat wegrijden. Meteen een klim aan het begin, ook al is het dan niet de zwaarste klim. Het gaat waarschijnlijk iets sneller in de plooi vallen dan gisteren. Een aantal sterke klimmers rijden weg en die zien ze vermoedelijk niet meer terug, zou ik zeggen. Tenzij de wind nog wat doet, na de klim aan het begin rijden we een tijdje voor een vallei waar we misschien worden geconfronteerd met stevigere wind. Zal wel geen rol spelen, waardoor we een overzichtelijke etappe te zien krijgen. Hoewel ik natuurlijk wel hoop op actie tussen de klassementsmannen. Pogacar is geen fan van de hitte en volgens zijn coach is hij eigenlijk helemaal niet zo goed in vorm, dus test hem dan maar eens uit. Een nieuwe aanval van Vingegaard zou wel leuk zijn, en Ineos moet ook nog altijd een keer met een succesvol plannetje komen. Of we dat nog gaan meemaken weet ik niet, maar er gaan sowieso wel veel renners met plannetjes zijn. Zoals gezegd, het halve peloton woont in Andorra. Ze kennen deze wegen allemaal en hebben de boel uitgebreid verkend voor de Tour begon. Nu heb ik alleen geen lijst van wie er allemaal in Andorra woont, da's dan weer jammer. In ieder geval zo'n beetje alle Colombianen, schrijf ze maar op. Heel wat renners zullen deze rit omcirkeld hebben, het gevecht om de vlucht van de dag te geraken wordt dus wel weer interessant. Met de mannen die in de vlucht belanden rijden we naar de finish. Gok ik. Maarja, toch deze rit maar niet onderschatten. Het nodigt niet uit tot aanvalswerk, maar het gaat wel zwaar en slopend zijn. Of we daar als kijkers van gaan profiteren, dat is nog een beetje de vraag. Je had leukere dingen kunnen doen als je dan toch naar Andorra ging, sterker nog, het is vrij moeilijk om iets te bedenken dat minder leuk is dan dit. Maar de renners maken de koers en daar hopen we dan maar weer op, waardoor we vrij zeker weten dat het een nutteloos dagje voor de vluchters wordt.
1. Higuita. Gisteren al in de aanval, dat was niet zo slim. Ik had hem al opgeschreven voor vandaag, maar nu komt daar dan toch ineens de twijfel. Nouja, fuck it, we doen het gewoon. Net als zo'n beetje alle Colombianen is Higuita woonachtig in Andorra. Gezien jongens als Quintana en Lopez slecht in vorm lijken te zijn moeten we voor een Colombiaanse overwinning wel kijken naar René, ofschoon het na gisteren niet meer zo waarschijnlijk is.
2. Izagirre. Weer een tweede plaats voor Ion. Al dat werk in dalende lijn aan het eind is in zijn voordeel, maar bergop zal het wel weer niet genoeg gaan zijn.
3. Woods. Onze nieuwe bollenman. Dat gaat ie wel volhouden tot in Parijs, gok ik. Al had hij gisteren beter wat krachten kunnen sparen, maar toch. Hij woont in ieder geval zeker in Andorra en is daarom extra gemotiveerd voor deze rit. Er staat ook nogal wat op het spel, een boel punten en een ritzege. Die ritzege komt er uiteraard niet.
4. Gaudu. Geen idee eigenlijk of hij alweer een beetje is bekomen van zijn zonnesteek. Als dat het geval is kan hij nu wel in de aanval gaan, zijn achterstand is groot genoeg. Eenmaal in de kopgroep is hij ook meteen een kanshebber, al denk ik niet dat je nog even een ritje komt winnen na zulke avonturen. Een ereplaats moet dan wel weer mogelijk zijn. Voor de zon ging schijnen was hij nochtans goed bezig.
5. Vingegaard. De sterkste van de favorieten, probeer me maar eens ergens anders van te overtuigen na de Ventoux. Als hij zo weer weet weg te fladderen op de Beixalis zien ze hem deze keer niet meer terug. Niet dat we er verder veel aan hebben, want Pogacar gaat ondanks zijn afkeer van de hitte niet ineens minuten verliezen. Maar toch, een soort van spanning en sensatie. Als het volgende week 40 graden wordt krijgen we misschien wel iets heel bijzonders te zien, maar dat gaat niet gebeuren. Schade beperken voor Pogacar, podiumplaats veiligstellen voor Vingegaard.
Het blijft toch een merkwaardige sport hè, dat wielrennen.
pi_200308307
Gebied rond Prades is echt prachtig. En wisten jullie dat er in de omgeving van Prades zoveel rood marmer in de rotsen zit dat ze er zelfs de trottoirs mee uitgerust hebben?

Zie hier:

  zondag 11 juli 2021 @ 08:53:45 #3
473366 AllesKaputt
pelotonvulling
pi_200308567
quote:
0s.gif Op zondag 11 juli 2021 07:48 schreef Bugno3 het volgende:
Gebied rond Prades is echt prachtig. En wisten jullie dat er in de omgeving van Prades zoveel rood marmer in de rotsen zit dat ze er zelfs de trottoirs mee uitgerust hebben?

Zie hier:

[ afbeelding ]
Ik vind dit er een tikkeltje morbide uitzien, alsof er bovenaan die straat zojuist een etnische minderheid naar keuze over de kling is gejaagd.
pi_200308614
quote:
0s.gif Op zondag 11 juli 2021 08:53 schreef AllesKaputt het volgende:

[..]

Ik vind dit er een tikkeltje morbide uitzien, alsof er bovenaan die straat zojuist een etnische minderheid naar keuze over de kling is gejaagd.
Ik vind het wat patserigheid uitstralen..
  Moderator zondag 11 juli 2021 @ 10:14:52 #5
245701 crew  naatje_1
Naatzipiraat
pi_200309083
Ik hoop op wat moois vandaag.
Hier schreef Aoibhin het volgende: Beter autist in de kist dan een feestje gemist w/ *O*
  Heeft over alles een mening 2022 zondag 11 juli 2021 @ 10:23:29 #6
31936 Dr_Flash
CubeMeister
pi_200309145
Bwooh die OP _O_
Salivili hipput tupput tapput äppyt tipput hilijalleen
  zondag 11 juli 2021 @ 10:54:23 #7
262211 hhh38
Duistere driften en afgoderij
pi_200309479
Op papier is dit een etappe voor de altijd leuke bruggenhoofdentactiek. Maar met die tegenwind op de Port d'Envalira zullen Jumbo, INEOS en EF dat wel niet aandurven.

De Mol denkt in ieder geval aan een putsch van Vingegaard :o
  Redactie Sport / Supervogel zondag 11 juli 2021 @ 10:57:44 #8
270182 crew  Pino112
Pino van Luna O+
pi_200309510
Hebben we het al gehad over de ophef rond Bouhanni op de Ventoux?

Lekker twee keer aan de auto omhoog :')
  Heeft over alles een mening 2022 zondag 11 juli 2021 @ 11:03:36 #9
31936 Dr_Flash
CubeMeister
pi_200309587
quote:
7s.gif Op zondag 11 juli 2021 10:57 schreef Pino112 het volgende:
Hebben we het al gehad over de ophef rond Bouhanni op de Ventoux?

Lekker twee keer aan de auto omhoog :')
Ophef? Is een fransoos, die mogen dat :Y
Salivili hipput tupput tapput äppyt tipput hilijalleen
  Moderator zondag 11 juli 2021 @ 11:07:19 #10
213134 crew  Momo
WLR en ESF hooligan
pi_200309618
quote:
7s.gif Op zondag 11 juli 2021 10:57 schreef Pino112 het volgende:
Hebben we het al gehad over de ophef rond Bouhanni op de Ventoux?

Lekker twee keer aan de auto omhoog :')
Zou wel grappig zijn als ze er iets aan doen vanwege een filmpje van Bas Tietema. Zag dat sporza het ook oppakte. Verwacht niet dat ze er iets mee doen omdat het van dagen geleden is en meer renners achteraan last hebben van plekkende bidonnen (al was dit een 1 bidon ride :') )
pi_200309621
Ik denk dat Mollema vandaag weer kan en gaat winnen. De echte bergetappes van later deze week zijn te hoog voor hem gegrepen.
  Moderator zondag 11 juli 2021 @ 11:09:53 #12
213134 crew  Momo
WLR en ESF hooligan
pi_200309647
twitter
pi_200309771
Het verderfelijke belastingparadijs Andorra.
  Redactie Sport zondag 11 juli 2021 @ 11:22:06 #14
274204 crew  Mexicanobakker
pi_200309809
Iemand de tijdschema’s? Hoe laat beginnen we ongeveer aan de Envalira.
[i]Put me on a pedestal and I'll only disappoint you
Tell me I'm exceptional and I promise to exploit you
Give me all your money and I'll make some origami honey
I think you're a joke but I don't find you very funny[/i]
  Heeft over alles een mening 2022 zondag 11 juli 2021 @ 11:31:45 #15
31936 Dr_Flash
CubeMeister
pi_200309916
quote:
0s.gif Op zondag 11 juli 2021 11:22 schreef Mexicanobakker het volgende:
Iemand de tijdschema’s? Hoe laat beginnen we ongeveer aan de Envalira.
vanaf een uurtje of 4 denk ik.
Salivili hipput tupput tapput äppyt tipput hilijalleen
  zondag 11 juli 2021 @ 11:35:20 #16
102912 crv
Screwed up
pi_200309956
quote:
0s.gif Op zondag 11 juli 2021 11:22 schreef Mexicanobakker het volgende:
Iemand de tijdschema’s? Hoe laat beginnen we ongeveer aan de Envalira.
Der is tegenwoordig een tour-site :7
https://www.letour.fr/en/stage-15

tabje Timeschedule
There are 2 Situations that drives an man Crazy: With and without wife
Wanneer een man de deur van zijn auto voor zijn vrouw openhoud is of de auto nieuw of zijn vrouw
Sorry, mind closed until further notice🍷
  zondag 11 juli 2021 @ 11:35:53 #17
102912 crv
Screwed up
pi_200309964
quote:
0s.gif Op zondag 11 juli 2021 11:31 schreef Dr_Flash het volgende:

[..]

vanaf een uurtje of 4 denk ik.
heee Flesmans :W sinds wanneer ben jij tourfanaat ?
There are 2 Situations that drives an man Crazy: With and without wife
Wanneer een man de deur van zijn auto voor zijn vrouw openhoud is of de auto nieuw of zijn vrouw
Sorry, mind closed until further notice🍷
  zondag 11 juli 2021 @ 11:38:06 #18
262211 hhh38
Duistere driften en afgoderij
pi_200309981
quote:
0s.gif Op zondag 11 juli 2021 11:31 schreef Dr_Flash het volgende:

[..]

vanaf een uurtje of 4 denk ik.
Half 5 zelfs pas volgens het middelste schema, jeetje. Sprinters komen in het donker aan dus.
  Heeft over alles een mening 2022 zondag 11 juli 2021 @ 11:38:21 #19
31936 Dr_Flash
CubeMeister
pi_200309984
fanaat niet hoor :D maar ik mag graag genieten van de mooie plaatjes van de sjatootjes en de Romeinse achterlaatselen. En van het slappe gelul van Ducrot natuurlijk ook.
Salivili hipput tupput tapput äppyt tipput hilijalleen
  zondag 11 juli 2021 @ 11:39:37 #20
102912 crv
Screwed up
pi_200309995
quote:
10s.gif Op zondag 11 juli 2021 11:38 schreef Dr_Flash het volgende:
fanaat niet hoor :D maar ik mag graag genieten van de mooie plaatjes van de sjatootjes en de Romeinse achterlaatselen. En van het slappe gelul van Ducrot natuurlijk ook.
Ducrot is een reden om het geluid te dempen tot niveau NUL
There are 2 Situations that drives an man Crazy: With and without wife
Wanneer een man de deur van zijn auto voor zijn vrouw openhoud is of de auto nieuw of zijn vrouw
Sorry, mind closed until further notice🍷
  zondag 11 juli 2021 @ 11:41:04 #21
473366 AllesKaputt
pelotonvulling
pi_200310013
quote:
0s.gif Op zondag 11 juli 2021 11:39 schreef crv het volgende:

[..]

Ducrot is een reden om het geluid te dempen tot niveau NUL
Of je trommelvliezen aan de wetenschap te doneren.
Verder is het natuurlijk maar een kleine stap van DRT naar TDF.
  zondag 11 juli 2021 @ 11:41:53 #22
102912 crv
Screwed up
pi_200310025
quote:
0s.gif Op zondag 11 juli 2021 11:38 schreef hhh38 het volgende:

[..]

Half 5 zelfs pas volgens het middelste schema, jeetje. Sprinters komen in het donker aan dus.
als ze al aankomen, ik vermoed dat Bouhani het makkelijk redt O-)
wordt het niet eens tijd dat men de "klimtijden" naderhand vergelijkt. zodra sprinters net zo hard een berg opkomen als een klimmer ....... :X
There are 2 Situations that drives an man Crazy: With and without wife
Wanneer een man de deur van zijn auto voor zijn vrouw openhoud is of de auto nieuw of zijn vrouw
Sorry, mind closed until further notice🍷
pi_200310132
Snelste schema rond 17u25 ze komen redelijk laat binnen
  zondag 11 juli 2021 @ 11:52:12 #24
262211 hhh38
Duistere driften en afgoderij
pi_200310144
quote:
0s.gif Op zondag 11 juli 2021 05:29 schreef Rellende_Rotscholier het volgende:
4. Gaudu. Geen idee eigenlijk of hij alweer een beetje is bekomen van zijn zonnesteek. Als dat het geval is kan hij nu wel in de aanval gaan, zijn achterstand is groot genoeg. Eenmaal in de kopgroep is hij ook meteen een kanshebber, al denk ik niet dat je nog even een ritje komt winnen na zulke avonturen. Een ereplaats moet dan wel weer mogelijk zijn. Voor de zon ging schijnen was hij nochtans goed bezig.
twitter

Hij wil wel, maar hij is 1 van de weinigen in het peloton die de wegen niet kent

(lol)
pi_200310365
Geen dag kijkers.
abonnement Unibet Coolblue
Forum Opties
Forumhop:
Hop naar:
(afkorting, bv 'KLB')