abonnement Unibet Coolblue
  Moderator donderdag 8 juli 2021 @ 03:33:42 #1
198822 crew  Rellende_Rotscholier
Robbertje matten met de wouten
pi_200261712
Etappe 12: Saint-Paul-Trois-Châteaux - Nîmes, 159,4 km

Dat was ook weer een rit. Twee keer de Ventoux, veel meer heb je niet nodig. Het duurde alleen wel even voor de Ventoux in beeld kwam. De rit begon met een vrij vlakke aanloop, waardoor het een tijd duurde voor de vlucht van de dag vertrokken was. Julian Alaphilippe was heel actief, hij leek over een stel wonderbenen te beschikken. Nairo Quintana schoof ook meteen mee, hij wilde graag voor de bollen gaan. Op het eerste - lullige - klimmetje van de dag haakte de Colombiaan alleen al af, het zou niet zijn dag worden. Alaphilippe moest noodgedwongen alleen verder en werd later bijgebeend door een drietal. Dan Martin, Pierre Rolland en Anthony Perez reden met hem mee, maar zouden uiteindelijk allemaal geen rol spelen tijdens de rit. Tony Martin lag ondertussen voor de derde, vierde of vijfde keer deze Tour op de grond en besloot er eindelijk de brui aan te geven, hij zou de eerste van vele opgevers zijn. Het weer was waarschijnlijk de grote boosdoener. Na een weekend vol regen was het nu ineens verstikkend warm, daar reageert menig mens slecht op. Liefst zeven abandons en één OTL, het was bijltjesdag. Het parcours hielp natuurlijk ook niet mee, het was een bijzonder zware rit. Achter de kopgroep van vier zagen we een achtervolgende groep van een mannetje of dertien ontstaan, met daarin kleppers als Van Aert en Mollema. Het verschil tussen beide groepen bleef lang rond de minuut hangen, terwijl we in het peloton zagen dat Ineos aan het controleren was. Waarom, waarvoor? De ritzege? De concurrentie onder druk zetten? Helemaal duidelijk is het nog steeds niet, maar ze kregen het in ieder geval wel voor elkaar om Ben O'Connor te kraken. De nummer twee van het klassement verloor veel tijd en staat nu vijfde. Door al dat werk van Ineos eindigde Rowe ook buiten de tijd, dat was dan weer een minder snuggere bijkomstigheid. Gaudu had ook een slechte dag, wat dat betreft is hij wel mooi de nieuwe Pinot.

In aanloop naar de eerste beklimming van de Ventoux, via de makkelijkere kant vanuit Sault, zagen we vooraan een samensmelting. Daarna bleek dat de makkelijke kant niet eens zo makkelijk is, het blijft linksom of rechtsom een loodzware klim. Op de klim waren we getuige van een flinke schifting vooraan, Alaphilippe leek nog steeds over wonderbenen te beschikken. Met zeven man reden we verder, even later werden het er acht. Mollema had zich laten verrassen, maar wist toch nog de oversteek te maken. Het verschil met het peloton bleef steeds rond de vijf minuten hangen, waardoor een mogelijke ritzege voor Carapaz eigenlijk nooit echt tot de mogelijkheden leek te behoren. In de eerste afdaling van de Ventoux zagen we dat het een makkelijke afdaling was, weer veel ophef om niets. We reden vervolgens naar Bédoin, waar de échte Ventoux begint. De loodzware kant, zonder makkelijke kilometers. We reden het befaamde bos binnen en daar zagen we vooral sterk werk van Trek-Segafredo. In de kopgroep van acht waren ze met drie man vertegenwoordigd. Bernard reed hard op kop, totdat zijn werk gedaan was. Daarna hadden we wellicht verwacht dat Elissonde op kop zou gaan rijden, maar Kenny had een ander idee. Hij viel aan en reed meteen een mooie voorsprong bij elkaar. Er werd gekeken, maar niet voor lang. Van Aert besloot te versnellen en meteen kon de rest niet mee. Alaphilippe en Mollema hadden het zitten. Alaphilippe was de hele dag al te actief geweest, Mollema had nog die inspanning moeten plaatsen om vanuit geslagen positie vooraan te verschijnen. Bovenal was er helemaal niets te doen aan Van Aert. De klim was amper begonnen en daar ging hij al, vertrouwen en kwaliteit genoeg. Hij kwam snel bij de kleine Elissonde uit, die daarna een aantal kilometer in het wiel mocht zitten. Totdat Van Aert nog een keer versnelde, toen was hij ribbedebie. Of scheute, maar dat vind ik toch wel zo'n lelijke term. Bah. Zoals Renaat op de motor ook wel enigszins overdreven de boel onder aan het kwijlen was, allememaggies. Wielergeschiedenis, alle superlatieven kwamen voorbij. Het was een bijzonder knappe prestatie van Van Aert, zeker met die verduivelde blinde darm in het achterhoofd, maar wielergeschiedenis? Wel weer een Belg die schittert op de flanken van de Ventoux, maar waarom zou dit memorabeler zijn dan de zege van Dylan Teuns in Le Grand-Bornand bijvoorbeeld? Nouja, enfin, wel genoten van de demonstratie van Van Aert. Ook wel mooi voor de ploeg, Jumbo-Visma heeft deze Tour haar portie ongeluk wel gehad en dan verdien je ondertussen ook wel een keer een succesje.

Alaphilippe en Mollema kwamen nooit meer in de buurt, Alaphilippe viel zelfs helemaal weg. Mollema reed nog wel naar Elissonde toe, met z'n tweeën werkten ze vervolgens het resterende deel van de Ventoux af en ook de afdaling werkten ze samen af. Elissonde mocht meer dan een minuut na de zege van de beste wielrenner van het moment (Wuyts sloeg ook weer door) als tweede over de finish komen, erg sympathiek van Mollema. In de groep der favorieten bleef het tempo onderhouden worden door Ineos. Thomas, Geoghegan Hart, Porte, allemaal mochten ze aan de bak. De beste knecht van de dag was opvallend genoeg Kwiatkowski, dat hadden we vooraf toch ook niet verwacht. Kwiatkowski bleef rijden tot hij echt niet meer kan en gooide 'm toen na wat gekke bekken opzichtig op de P. Carapaz viel daarna niet meteen aan, een veeg teken. Ook Pogacar, die het vrij warm leek te hebben, hield zich nog in. De aanval kwam uit onverwachte hoek, Jonas Vingegaard gooide er een sprint uit alsof die hele Ventoux eigenlijk vlak was. Ik weet niet wat ze bij Jumbo op de rustdag hebben gedaan, maar na een vreselijk matige eerste week waren Van Aert en Vingegaard nu wel ineens op de afspraak. Pogacar ging aanvankelijk mee met Vingegaard, maar moest even later lossen. Pogacar die lost, zeldzame beelden. Toch overkomt het hem meestal wel een keer tijdens een grote ronde, vaak zonder grote gevolgen. De mindere dag, nemen we nu aan. Het begin van het einde, nee, dat lijkt me niet. Tenzij het nóg warmer gaat worden, je ziet aan hem dat hij dat niet zo leuk vindt. Terwijl iemand als Van Aert juist wel houdt van het warme weer, dat zal hem gisteren ook hebben geholpen. Met een halve minuut voorsprong op Pogacar en nog een paar tellen meer op Uran en Carapaz begon Vingegaard aan de afdaling, maar daar kwam hij zichzelf en zijn weinige kilo's wel tegen. Wapperde vrolijk terug, waardoor hij uiteindelijk helemaal niets had aan zijn aanval. Ja, O'Connor verder in het verlies gereden, dat wel. Mas, die is ook weer wat verder in beeld. Maar nadat Pogacar, Uran en Carapaz in de laatste kilometer toch weer wisten aan te sluiten wist de jonge Deen geen goede zaken te doen met het oog op een podiumplaats. Hij zal ze nog een keer moeten lossen, wat afgaande op deze rit prima kan lukken.

Pogacar bedreigen lijkt voorlopig nog steeds een utopie. Hij kende een minder moment, maar wist zich in die afdaling toch weer te herpakken. Het is maar goed ook dat hij af en toe een minder moment heeft, dan lijkt ie zowaar menselijk. Vermakelijke rit verder wel weer, al weet ik uiteindelijk toch niet helemaal zeker of ik die afdaling veel vond toevoegen. Voor Vingegaard was het geen toevoeging, in ieder geval. Volgende keer toch maar weer een aankomst bergop, denk ik. Ondanks het feit dat de Ventoux natuurlijk een fenomenale berg is mag die volgende aankomst wel weer een paar jaar op zich laten wachten, zeker na de dubbele portie van gisteren geloven we het wel weer voorlopig. Bergop heeft Pogacar enige kwetsbaarheid getoond, al was hij nog steeds beter dan iedereen op één renner na, maar wellicht wordt het pas echt spannend als het tijdens een van de volgende ritten hard gaat waaien. We krijgen twee vlakke ritten voorgeschoteld, twee ritten die alleen gered kunnen worden door het weer. Anders gaan we sprinten, joepie.




Voor de vierde keer in de afgelopen tien jaar gaat er een Tourrit van start in Saint-Paul-Trois-Châteaux, een stadje met 9500 inwoners in de Drôme, gelegen aan het kanaal van Donzère-Mondragon. Deze plaats is al lang bewoond en ook de Romeinen zijn hier gepasseerd. Die vreemde jongens bedachten een moeilijke naam voor dit stukje aarde en die naam is later weer verkeerd vertaald naar het Frans, waardoor er nu geheel ten onrechte de indruk wordt gewekt dat er drie kastelen zijn in Saint-Paul. Geen sprake van, al staat er aan de overkant van het kanaal dan wel weer een kerncentrale. Ook leuk. Verder valt er in Saint-Paul weinig te beleven. Er staat een kerk uit de 12e eeuw en er is een archeologiemuseum. Voor de echte fijnproevers is er ook nog een truffelmuseum, want de zwarte truffel van de Tricastin is hier de lokale specialiteit. Het is een sportieve stad, je kan hier zo'n beetje alle sporten beoefenen. Je kan ook deelnemen aan verschillende evenementen, zoals een fietstocht die ze de truffeltocht noemen. Ook aan triatlon doen ze graag in Saint-Paul, mij niet gezien. Dankzij al die activiteiten hebben ze wel de aandacht van de ASO op zich weten te richten. In 2011 debuteerde Saint-Paul-Trois-Châteaux in de koers. De 16e rit van die Tour ging hier van start en zou eindigen in Gap, alwaar Hushovd zijn handjes in de lucht mocht steken. Eén jaar later keerde men terug, weer voor een vertrek in Saint-Paul. Ditmaal een aankomst in Le Cap d'Agde, waar Greipel won. Tussendoor kwam er ook nog eens een andere koers van de ASO voorbij. De vijfde rit van Parijs tegen Nice in 2016 zou starten in Saint-Paul en eindigen in Salon-de-Provence, waar Lutsenko won. Iets meer dan twee jaar later keerde de ASO weer terug naar dit stadje, de renners zouden een lastige rit door het Centraal Massief voorgeschoteld krijgen. Onderweg naar Mende leek Jasper Stuyven even op weg naar de overwinning, maar op de steile slotklim werd hij overvleugeld door niemand minder dan Omar Fraile. Dat was de beste tijd van Fraile, hij was toen een erkende rittenkaper. Tegenwoordig lijkt hij zijn oude vorm weer enigszins gevonden te hebben, na enkele mindere jaren. Drie jaar na de zege van Fraile in Mende gaat er weer eens een rit van start in Saint-Paul-Trois-Châteaux, waar om wat voor reden dan ook nooit een rit aankomt. Al vind ik al die vele vertrekken ondertussen ook wel leuk geweest, zo bijzonder is het hier niet. Aardig centrumpje en wel een aardig stadhuis, meer gaan we er niet van kunnen maken.



We gaan van start in het centrum van Saint-Paul-Trois-Châteaux, vervolgens gaan we zoals wel vaker pas buiten de stad echt beginnen. Als de neutralisatie voorbij is fietsen we over het kanaal, via een rechte weg zetten we koers richting naar Bourg-Saint-Andeol. De eerste negen kilometer rijden we over vlakke en brede wegen, met alleen wat rotondes tussendoor. In 2018 reden we ook over deze weg richting Bourg-Saint-Andeol, maar toen reden we dwars door het centrum om vervolgens buiten het dorpje over een smallere weg verder te rijden naar het dorpje met de prachtige naam Bidon. Nu slaan we in het centrum linksaf en verlaten we via een weg met een paar rotondes de bebouwde kom. In Bourg-Saint-Andeol zijn we overigens nog vaker geweest, in de Tour van 2016 ging hier een tijdrit van start. Die tijdrit zou eindigen bij La Caverne du Pont-d'Arc en werd gewonnen door ONZE Tom Dumoulin. Ook toen kozen we een andere weg dan nu, al is de overeenkomst wel dat we altijd door de kloof van de Ardèche gaan fietsen. De Franse VVV vindt dit leuk. Het kan wel een vrij leuk begin van de rit worden, want het schijnt nogal te gaan waaien vandaag. De eerste kilometers van de rit rijden we door volledig open terrein, het lijkt me geen verkeerd idee om toch even warm te fietsen voor de koers begint en een beetje van voren te beginnen. Nadat we door Bourg-Saint-Andeol zijn gereden volgen we acht kilometer een brede en vrij rechte weg richting Saint-Just-d'Ardèche, het is ook nog eens zo goed als vlak. Het gaat een keer een halve kilometer omhoog, maar ach, een makkelijke aanloop. Tenzij de wind verkeerd staat, want ook hier is het terrein behoorlijk open. In Saint-Just-d'Ardèche komen we twee rotondes tegen, bij de tweede slaan we rechtsaf. We fietsen hierna nog eens zes kilometer over een brede en rechte weg door een vrij lege omgeving, via Saint-Martin-d'Ardèche gaan we op weg naar de overbekende kloof van de Ardèche. Daar waar heel Nederland zich in de zomer verzamelt, ondanks de natuurpracht derhalve toch een afschuwelijke plek. Christian Prudhomme is zo trots als een hond met 85 lullen, voor het eerst werken we de héle weg af langs de magische kloof van de Ardèche. De afgelopen jaren hebben we vaak al een deel van de kloof gezien. Vorig jaar waren we hier nog, bijvoorbeeld. De tijdrit van 2018, de rit die in 2018 van start ging in Saint-Paul-Trois-Châteaux, etc. We komen hier vaker dan de gemiddelde toerist, maar de noviteit is dus dat we nu de hele kloof gaan zien. Fantastisch, prachtig, majestueus. Wonderschoon, wonderbaarlijk. Stukje kanoën. De komende 35 kilometer gaan we door de Gorges de l'Ardèche fietsen, wat wordt dat smullen jongens. Boh boh boh, we zitten klaar voor de helikoptershots.



Gorges de l'Ardèche is een kloof langs de rivier de Ardèche in de oude provincie Vivarais in het zuiden van de Ardèche in Frankrijk. Het kloofdal heeft enorme rotsformaties van kalksteen, uitgesleten door de rivier de Ardèche. De Gorges de l'Ardèche loopt van de plaats Vallon-Pont-d'Arc tot aan Saint-Martin-d'Ardèche. Er langs loopt de D290, een bochtige route met diverse uitzichtpunten. Ook per kano of kajak is de Gorges de l'Ardèche te verkennen. Er zijn diverse grotten. Bekend is vooral de Pont d'Arc nabij Vallon-Pont-d'Arc, een door de natuur gecreëerde boogbrug over de rivier. Bedankt Wikipedia, alleen fietsen wij nu van Saint-Martin-d'Ardèche naar Vallon-Pont-d'Arc, andersom dus. Ja, die Pont d'Arc is wel bekend ja, allemachtig, jaarlijks terugkerend ritueel zo'n beetje. Zodra we in de kloof fietsen is het al snel bochtig, maar de echte natuurpracht laat nog even op zich wachten. Het gaat de komende kilometers heel vaak op en af, maar we beginnen met een stuk van een kilometer of vijf in stijgende lijn. Geen enorm lastige klim, maar het mag wel meteen duidelijk zijn dat dit geen volledig vlakke sprintrit gaat worden. De weg is breed en het asfalt is prima, moet ook wel als er zoveel toeristen op bezoek komen. Op en af, links en rechts, omhoog, omlaag, bochtje, nog een bocht, weer een bocht, dat is de samenvatting van deze weg. Gevaarlijk wordt het nooit echt, tenzij het waait. We hebben hier tijdens die tijdrit in 2016 een paar renners van hun fiets zien waaien, Alaphilippe bijvoorbeeld. Maar goed, op de normale fiets is het een makkelijker verhaal. Je zou veel over dit stuk kunnen schrijven, maar het is beter om de renners het zware werk te laten doen en te genieten van de helikoptershots. Na 49 kilometer komen we uit bij Serre de Tourre, daar waar we altijd uitkomen als we door de kloof van de Ardèche fietsen. Een prachtig uitzichtpunt, fenomenaal, formidabel. Het wordt daarna alleen maar mooier, al moeten de renners wel even gaan opletten. Ze kennen de weg voorbij Serre de Tourre wel, maar toch. Het gaat een paar kilometer naar beneden, op een vrij steile manier. We rijden door een tunneltje en komen een haarspeldbochtje tegen, daarna komen we weer de talloze snelle bochten die de weg langs de Ardèche rijk is tegen. Voorbij de afdaling is het eigenlijk een aantal kilometer zo goed als vlak tot in Vallon-Pont-d'Arc, waar we na 57,5 kilometer gaan uitkomen. In de laatste kilometers langs de Ardèche fietsen we over een weg die bochtig blijft langs het hoogtepunt, de onvermijdelijke Pont d'Arc. Dit is een natuurlijke brug over de rivier de Ardèche. De rotsen vormen een brug die bijna 60 meter lang is en 34 meter hoog. In de winter staat het water hier blijkbaar heel hoog en op die manier is in de loop der jaren deze natuurlijke boog uitgesleten. Het is in de omgeving van deze boog hypertoeristisch, dat zal dankzij de vele passages in de Tour ongetwijfeld alleen maar erger zijn geworden. Campings, hotelletjes en vooral heel veel mensen. Mensen vinden het ook leuk om hier te kanoën, de leegheid van onze levens weet de bodem vaak uitstekend te vinden. Voorbij Pont d'Arc gaat het nog een aantal kilometer verder naar Vallon-Pont-d'Arc. Het wordt vlakker, maar het blijft bochtig en de natuur blijft beeldschoon. Het water komt soms in beeld, we rijden door wat tunneltjes en genieten vooral van de vele rotswanden die deze kloof rijk is.



Aan het eind van onze toeristische tocht door de kloof komen we dus uit in Vallon-Pont-d'Arc, waar twee rotondes liggen. Bij de tweede rotonde slaan we linksaf, waardoor we niet door dit dorpje gaan fietsen. De tocht langs de Ardèche ligt achter ons, wat een tocht. Het zal vermoeiend worden voor de renners vanwege de vele bochten en de knikjes op en af. Als de ploegen van Matthews en Bahrein hier tempo ontwikkelen los je de rest van de sprinters waarschijnlijk, maar het is natuurlijk nog ver naar de finish. Daardoor zal het ongetwijfeld eerder een tocht met een gematig tempo worden, maar toch goed om te weten dat de mogelijkheid eventueel bestaat. Na de rotonde in Vallon-Pont-d'Arc rijden we 11 kilometer over dezelfde weg naar Barjac. Het is een brede weg die een stuk minder bochtig is, al komen we in het dorp Salavas wel een rotonde en wat bochten tegen. Daarbuiten gaat het wat meer rechtdoor, een kilometer of vijf in licht stijgende lijn. In die vijf kilometer komen we 150 meter hoger uit, reken maar uit. Een procent of drie gemiddeld, zou ik durven beweren. Geen echte klim, maar blij zal de gemiddelde sprinter er ook niet van worden. Door een bos rijden we omhoog, ook voorbij de kloof blijven we beschut. We komen uit in Vagnas, waar het even naar beneden gaat, heel lichtjes. Vervolgens gaat het nog een kilometertje omhoog, met daarna een minimale afdaling van een kilometer of twee richting Barjac. Volledig rechtdoor over een brede weg, niets aan de hand. Nou, oké, niet helemaal niets. We komen voor we Barjac bereiken wel twee rotondes tegen, ook in het dorp zelf stuiten we op twee van die ronde punten. In de buurt van Barjac liggen er allerlei spectaculaire grotten, die van Aven d'Orgnac bijvoorbeeld. Vrij recent hebben ze nog een nieuwe grot gevonden die ook echt heel erg sick is, zo sick dat de boel nog niet bezocht mag worden door mensen. Zijn we mooi klaar mee, dan fietsen we maar snel Barjac voorbij.



Aan de rand van Barjac komen we nog wat verkeersmeubilair tegen, daarna rijden we over een brede en behoorlijk rechte weg verder naar Saint-Jean-de-Maruéjols-et-Avéjan. Ja, nee, inderdaad. De weg is ook nog eens zo goed als vlak, een makkelijke tocht dus. Voor het eerst in lange tijd is het terrein wat meer open, al komen we ook snel weer wat bomen tegen. Na 76 kilometer komen we uit in dat dorpje met de lange naam, waar ook heel wat verkeersremmers te vinden zijn. Voorbij het centrum slaan we linksaf, waarna we over een weg gaan rijden die steeds smaller wordt. We werken toe naar een klimmetje, het enige gecategoriseerde klimmetje van de dag. Via een paar bochten rijden we door een omgeving die rijk is aan bomen naar een brug toe, waar het helemaal smal gaat worden. Bijna een fietsbrug, joh. Eenmaal aan de andere kant van de brug wordt de weg weer iets breder, nu begint ook officieel de eerste en enige echte klim van de dag. De Côte du belvédère de Tharaux, een klim van de derde categorie. Hij is 4,4 kilometer lang, het gaat aan 4,6% gemiddeld omhoog. Bepaald geen spannende klim, op een stukje aan 7% in het begin na gaat het vooral aan 4 à 5% omhoog. Het verschil gaat hier niet gemaakt worden, normaal gesproken. Maarja, het is beter dan een volledig vlakke rit. En misschien hebben we waaiers vanuit het vertrek en breekt hier de veer, je weet het allemaal niet. Hoe dan ook komen we na een kleine 84 kilometer boven op deze klim, alwaar er een fraai uitzicht is over de omgeving. Niet zo fraai als een aantal kilometer geleden in de Ardèche, maar het is niet zo dat de natuur hier ineens spuuglelijk is. Na de klim rijden we tien kilometer verder naar Lussan, door Les Plus Beaux Villages de France erkend als een van de mooiste dorpen van Frankrijk. Na al die jaren stukjes schrijven over de Tour heb ik ondertussen wel het idee dat de helft van alle Fransen op de dorpjes deze lijst haalt en dat de lat niet echt hoog ligt. Lussan is ook niet buitengewoon bijzonder, al ligt het wel mooi op een heuvel. Kasteeltje erbij, je kent het wel. De renners rijden langs de heuvel af en komen daar ook nog een kasteeltje tegen, maar dan wel eerder een nieuwerwetse variant. Voor dit in beeld komt moeten ze wel eerst een kilometer of tien afleggen over een schizofrene weg. Het is eerst een paar kilometer enorm breed en vrij recht, terwijl het lichtjes naar beneden gaat. Even later wordt de weg ineens een stuk smaller en ook slechter, al zijn de beelden wel oud. Ik neem aan dat men in de tussentijd voor beter asfalt heeft gezorgd. Enfin, we komen wel wat meer bochtjes tegen en het gaat ook wat steviger naar beneden, al zou het al bij al niet zo'n probleem moeten zijn. Lang duurt het ook niet, even later wordt de weg weer breed en rijden we rechtdoor langs Lussan. Het dorp komt amper in beeld, wel komen we een rotonde tegen.




Voorbij de rotonde gaat het rechtdoor, op weg naar Vallérargues. De weg die inmiddels extreem breed genoemd mag worden loopt een kilometer of twee omhoog, door een landschap dat vrij leeg is geworden. Het gaat vals plat omhoog, het stukje afdaling dat hierna volgt kent een hoger percentage. Paar bochten onderweg, maar door de brede weg komen we veilig aan in Vallérargues. Hier slaan we rechtsaf bij een rotonde en gaan we een kilometer of zes dezelfde brede en licht glooiende weg volgen richting Seynes. Wat werk vals plat omhoog, paar bochten erbij, achja. Redelijk veel vegetatie hier, de open ruimtes vallen voorlopig nog mee, of tegen. In de buurt van Seynes slaan we rechtsaf, waarna we een kort stukje over een smallere weg gaan rijden zodat we dwars door dit dorpje kunnen fietsen. Geen idee waarom, want dorpje is eigenlijk nog veel eer, het lijkt meer op een gehucht. We hadden ook gewoon de doorgaande weg kunnen volgen, totaal nutteloos intermezzo met als gevolg wat nutteloze bochten, een nutteloos stukje smalle weg en wat nutteloze drempels in het centrumpje. Het erge is dat het me nog bekend voorkomt ook, en niet zonder reden naar nu blijkt. In 2019, toen we eveneens naar Nîmes gingen, reden we ook van Vallérargues naar Seynes. Ook toen namen we een omweg door het dorpje heen. Waarom? Omdat hier enkele rotswanden liggen die gebruikt worden door klimmers. Tien kilometer aan klauterroutes, voor ieder niveau wat wils. Een must in deze regio. Dat soort teksten, het is toch ook verschrikkelijk eigenlijk. Als je gewoon de doorgaande weg volgt komen deze rotswanden ook in beeld, maar oké. Enfin, we gaan snel weer verder, stik er maar in met je rotswand. We volgen een tijd dezelfde route als in 2019, maar er is toch ook nog wel enige variatie aanwezig. Nadat we buiten Seynes weer op de doorgaande weg terechtkomen zetten we koers naar Alès, maar in tegenstelling tot 2019 gaan we die stad nu niet bereiken. We volgen nog een kilometer of vier de vrij brede, rechte en vlakke weg, waarna we linksaf slaan. Hierna gaan we naar Saint-Just-et-Vacquières fietsen, weer zo'n dorp met een veel te moeilijke naam. Richting Saint-Just, zoals de organisatie het simpelweg noemt, gaat de weg een kilometer of twee wat omhoog. Verre van spannend, de brede weg gaat daarna ook nog eens twee kilometer op een totaal niet boeiende manier licht omlaag. Voorbij Saint-Just, waar eigenlijk alleen een random kerk is te vinden, rijden we vier kilometer verder over dezelfde weg. Licht dalende lijn, maarja, boeiend. Aan het eind van deze weg komen we twee rotondes tegen, waar we twee keer enigszins rechtdoor gaan. Hierna komen we wel op een andere weg terecht, die we de komende 18 kilometer gaan volgen tot in Uzès, waar na 133 kilometer de tussensprint van de dag zal volgen.



De weg naar Uzès is dus 18 kilometer lang. Het is continu behoorlijk breed en vooral in de eerste tien kilometer enigszins bochtig en licht glooiend. Paar korte klimmetjes, heeft allemaal weinig om het lijf. De bochten zouden het verschil ook niet moeten maken. Wel komen we onderweg wat vluchtheuvels tegen en ook een rotonde, levensgevaarlijk. Tijdens deze tocht rijden we langs het dorp Baron, leuke naam. Even later rijden we ook langs La Bouscarasse, een waterpark. Alle toeristische trekpleisters worden er aan de haren bijgesleept, het is zo'n dag. Het terrein is grotendeels beschut, sporadisch komen we wat open velden tegen. Ter hoogte van Serviers-et-Labaume komen we nog een rotonde tegen, daarna gaat het eigenlijk zes kilometer rechtdoor tot aan de tussensprint in Uzès. Vrij vlak en vrij recht, met tussendoor alleen nog een passage in een dorpje waar wat verkeersmeubilair ligt. Na 133 kilometer mag er aan de buitenrand van Uzès gesprint worden, waarna we rechtsaf slaan. Via nog een aantal bochten en een stuk of zes rotondes verlaten we Uzès weer, een stad met nogal wat geschiedenis. Uzès is de zetel van het hertogdom L'Uzège. Dit zou het eerste hertogdom ooit moeten zijn, wat toch altijd wel weer zo'n heerlijke niet te verifiëren claim is. In 2019 reden we hier dwars door het centrum, dat is nu niet anders aangezien we zodra we Uzès bereikt hebben dezelfde weg gaan volgen richting Nîmes. Lekker origineel weer Thierry, ouwe rucolarukker. Dan ga ik ook weer kopiëren joh, krijg maar mooi het heen en weer. Uzès bechikt over de nodige opvallende gebouwen, zoals de kathedraal Saint-Théodorit. Daarnaast valt de Tour Fenestrelle op, bovendien is er het Paleis van de Duc d'Uzès. De renners rijden dwars door het centrum van Uzès en komen dan ongetwijfeld tot de conclusie dat het een mooi centrum is. Het favoriete snoep van sommige renners wordt hier ook mede geproduceerd. Er staat een fabriek van Haribo in deze stad, omdat we ons in een regio bevinden waar nogal wat zoethout vandaan komt. Ook is er een museum, waar je alles te weten komt over de productie van deze snoepjes. Door de sponsoring van Haribo werd er vroeger ook een koers georganiseerd in Uzès, de Classic Haribo. Helaas bestaat deze wedstrijd sinds 2006 niet meer, terwijl de erelijst toch de nodige mooie namen bevat. In het verleden wonnen onder meer Jaan Kirsipuu, Thor Hushovd, Laurent Jalabert, Erik Zabel en ook Gans de Clercq deze wedstrijd. Dat de laatste twee edities werden gewonnen door nobuddies als Gorik Gardeyn en Arnaud Coyot zal de doodsteek zijn geweest.



Na flink wat bochten in het mooie Uzès rijden de renners een tijdje rechtdoor richting het zuiden. De komende negen kilometer rijden de renners over brede wegen die behoorlijk recht zijn. Het is ook behoorlijk vlak, al zou het buiten Uzès een tijdje naar beneden gaan. Dat valt met het blote oog amper waar te nemen, dus valt het wel mee. Een stuk of drie rotondes later bevinden we ons buiten het bebouwde gebied, hier neemt de natuur het weer over. Er staan redelijk veel bomen, toch weer redelijk wat beschutting tijdens dit deel van de rit. Na een stuk in zogenaamd dalende lijn loopt de weg nog een keer een kilometer vals plat omhoog, maar ook dat stelt weinig voor. Het loop vervolgens weer heel licht naar beneden, terwijl er koers wordt gezet richting de volgende brug van de dag. Ondanks het feit dat hier wat bomen staan is er ook wel wat open ruimte. Niet veel, maar aangezien de wind hier gedeeltelijk in de rug en gedeeltelijk schuin in de rug zal staan is dit wel het moment om even alert te zijn. Ik verwacht hier toch wel wat nerveus gedoe, mokzegge. Thierry heeft ook wel weer wat sterke teksten: "Staat de wind in deze regio gunstig en blaast ie hard genoeg voor waaiers, dan kan er serieuze schaden worden aangericht." Bedankt, Svenny Gouvenys. Op 16,7 kilometer finish komen we uit bij de Pont Saint-Nicolas. Voor we over deze brug fietsen rijden we eerst nog tussen twee rotswanden door, een fraai beeld. Het stuk buiten Uzès en de brug is waarschijnlijk het meest interessante stuk van deze finale, de paar open plekken die er zijn te vinden bieden toch een kansje op waaiers. Als de wind goed staat en hard genoeg waait, natuurlijk! Als we over de wat smallere brug zijn gereden slaan we linksaf, waarna we een tijdje langs de Gardon gaan fietsen. De weg langs deze rivier is adembenemend mooi, de toeristische afdeling van de Tour slaat ook aan het eind van de rit nog eens toe. Al weten we ondertussen dat het ouderwets knip- en plakwerk is, deze weg zagen we twee jaar geleden ook al We zouden dus kunnen weten dat het een bochtige weg is die ook nog eens een aantal kilometer omhoog zal lopen. Het gaat ongeveer vier kilometer omhoog, dat zullen de sprinters niet zo leuk vinden. Dylan Groenewegen met z'n bolle plofkop werd door zijn ploeg goed van voren gehouden maar zat hier twee jaar geleden af te zien bij de beesten. Nu is dat ook wel een parodie op een renner, maar toch. Eerst is het iets meer dan een kilometer vals plat, met daarna een stuk van 2,5 kilometer aan 4%. Heel zwaar is het niet, maar je begint hier als sprinter toch het liefste van voren, net als Groenewegen in 2019. Na deze strook gaat het een paar meter naar beneden, waarna er direct een volgende knikje omhoog volgt. Het gaat nog eens 500 meter omhoog aan 5%, toch hinderlijk voor de sprinters zonder klimmersbenen. Hierna is het anderhalve kilometer vlak, terwijl we over een enorm brede weg richting Nîmes rijden. We bevinden ons inmiddels op een kilometer of 10 van het eind.



Na het stuk vlak gaat het kort naar beneden, waarna het nog eens twee kilometer min of meer vlak is. Vervolgens volgt er een lange afdaling, over een weg die alleen maar breder lijkt te worden. Zonder lastige bochten gaat het vier kilometer naar beneden, tot aan de buitenrand van Nîmes. We rijden de buitenwijken in en daar begint het wat meer af te vlakken. Op wat flauwe bochten na komen we tot op vier kilometer van de streep weinig bijzonders tegen, alleen wat verkeersmeubilair. Wellicht ook nog wel rullevant om te vermelden: tijdens dit laatste deel van de rit gaat de wind veel minder invloed hebben. Meer beschutting, het zal eerder moeten gebeuren, als er überhaupt iets gaat gebeuren. Eigenlijk volgen we doodgemoedereerd het parcours van 2019 tot op ongeveer drie kilometer van het eind. Met iets meer dan drie kilometer te gaan komen we uit bij een rotonde, waar we linksaf moeten slaan. Hierna rijden we rechtdoor, lichtjes naar beneden. Bij het einde van deze straat gingen we in 2019 naar links, nu gaan we juist naar rechts. Toen moesten we hierna nog vier kilometer afleggen, nu nog minder dan drie. Een iets kortere finale, met net wat minder bochten. Na de bocht naar rechts volgt er vrij snel een schuine bocht naar links, waarna we rechtdoor fietsen tot op iets meer dan twee kilometer van het eind. Het is ondertussen zo goed als vlak geworden, al komen we toch een paar meter lager uit. De weg lijkt halverwege toch ineens wat smaller te worden, al kan dat ook gezichtsbedrog zijn. Op iets meer dan twee kilometer van de finish slaan de renners scherp linksaf zodra ze een palmboom in beeld zien verschijnen. Pittige bocht, de hertekende finale wordt niet ineens heel makkelijk ofzo. We rijden na deze bocht wel min of meer rechtdoor naar de slotkilometer, maar toch niet helemaal rechtdoor. Ergens halverwege rijden we onder de spoorbrug door, waar de weg ineens een stukkie smaller is. Voorbij de spoorbrug blijft het ook nog even smal en pakken we wat flauwe bochten mee, ik weet nog niet helemaal of het een vooruitgang is. Op anderhalve kilometer van het eind gaat het flauw naar links, ook hier is het weer even opletten voor een versmalling. Daarna rijden we wel over een brede en rechte weg rechtdoor de laatste kilometer binnen, in licht dalende lijn. In de slotkilometer komen we uit bij een rotonde, waar we rechtsaf slaan. Hierna zijn we weer terug op het parcours van 2019, we volgen in de laatste meters van de rit dezelfde weg. In de laatste meters van de rit rijden we eigenlijk gewoon vrolijk rechtdoor over een brede en vlakke weg. Er lijkt totaal niets meer aan de hand te zijn, tot we op 380 meter van het eind nog een rotonde tegenkomen. We passeren langs de rechterkant van deze rotonde en rijden daarna in de laatste 300 meter rechtdoor tot aan de finish. Vond ik in 2019 een beetje een ridicule finish omdat je ook makkelijk had kunnen eindigen voor de rotonde, we gaan de oude beelden eens opzoeken om te kijken of dat een terechte take was en of ik nu extra boos moet worden dat men voor dezelfde finish heeft gekozen.



Nou, de beelden van 2019 leren mij dat er een valpartij plaatvond in Uzès, gezien de kans op waaiers zal het in deze stad nu ook wel weer chaotisch worden. Een tweede valpartij vond plaats op een kilometer of vijf van het eind, bij het betreden van Nîmes. De rotonde aan het eind leverde geen problemen op, vooruit dan maar. In 2019 eindigde de rit logischerwijs in een sprint. Het klimwerk onderweg en ook aan het eind kon niet voor een verschil zorgen. Quick Step leverde weer een perfecte trein af. We zagen Asgreen, Morkov en Richeze de sprint aantrekken voor... Elia Viviani. Ja, dat werd dus niets hè. Caleb Ewan werd bepaald niet ideaal gebracht, maar kwam er aan het einde toch uit. Hij won, voor Viviani en Groenewegen. Een rit om snel te vergeten, derhalve. Erg jammer dat we nu weer terug zijn in het steeds onvermijdelijker wordende Nîmes. We zijn hier de afgelopen jaren al vaak geweest, en dan gaat de volgende rit hier ook nog eens van start. Heb genade. In 2019 haalde men overigens een andere truc uit, toen ging men na de aankomst in Nîmes de volgende dag van start bij de Pont du Gard, toch wel een van de bekendste bouwwerken in de omgeving. Aangezien we de afgelopen jaren veel te vaak in Nîmes zijn geweest ga ik weer knippen en plakken hoor, kom vechten dan Thierry. We zijn terug bij af, terug in Nîmes. Een stad met een stevige geschiedenis. Vooral een Romeinse geschiedenis, dat weten we eigenlijk alleen al dankzij die goed bewaarde arena in het centrum. Toch zijn er nog wel meer leuke feitjes over Nîmes te vinden, zoals het feit dat de naam denim oorspronkelijk afkomstig is van Nîmes, namelijk: "de Nîmes". Zo, koekoek. Goed, terug naar de Romeinse tijd. Onder keizer Augustus werd het een belangrijk centrum. We zien dat niet alleen aan de arena, maar ook aan het Maison Carrée, dat wordt beschouwd als de best bewaarde Romeinse tempel. Deze tempel was gewijd aan de "Prinsen van de Jeugd" (de kleinzonen van de keizer). De arena zelf zou dan weer het best bewaarde Romeinse amfitheater zijn, kan kloppen. Aan de rand van het stadscentrum bevindt zich het stadspark Jardins de la Fontaine. Deze tuinen zijn gelegen op de Cavalierberg. Beneden aan de zijkant van deze tuinen bevindt zich de Temple de Diane. Er is niet heel veel meer van over, maar de ruïne is op zichzelf interessant genoeg. De naam is ook vrij interessant, aangezien de tempel niets met de godin Diana te maken schijnt te hebben. Het was een gebouw ter ere van de keizer, niet van een godin. Op de top van de Cavalierberg komen we tot slot ook nog de Tour Magne tegen. Deze toren maakte deel uit van de Romeinse ringmuur en is eigenlijk zo'n beetje het enige wat daarvan nog over is. Buiten al dat moois hebben ze in Nîmes natuurlijk ook nog wel een aantal nieuwere gebouwen. De kathedraal Notre-Dame-et-Saint-Castor haalt het niet bij een Romeins bouwwerk, maar toch best aardig. Het gezelligste plein van Nîmes schijnt de Place du Marché te zijn. Hier komen we een palmboom tegen en een fontein met een krokodil, indrukwekkend. Naast het Musée de la Romanité hebben ze hier nog tal van musea, zoals het Carré d'Art. Ook is er een planetarium, moet allemaal kunnen. Met dit stukje herhaalde informatie over Nîmes mogen jullie het voorlopig doen. Ik ben wel een beetje klaar met deze stad, ondanks alle pracht. Om maar een simpel voorbeeld te geven: in 2019 eindigde de rit niet alleen in Nîmes, we gingen ook in deze stad van start. Een rondje, gewoon, maar waarom? Het enige voordeel is dat ik nu al twee stukken klaar heb staan over deze stad, het stukje wielergeschiedenis volgt morgen. Al loop ik nu wel de kans dat het onvermijdelijke archief van Sporza het gras tegen die tijd aardig voor m'n voeten zal hebben weggemaaid.



Het weer kan vandaag een belangrijke rol gaan spelen, om er meteen maar even een gewaagde uitspraak in te gooien. In startplaats Saint-Paul-Trois-Châteaux gaat het hard waaien, snelheden tot 30 km/u in de middag, met windstoten richting 55 km/u. Dat is meer dan genoeg voor waaiers, maar dan moet de wind uiteraard nog wel uit de goede richting komen. De wind komt vanuit het noorden, waardoor we in de eerste kilometers van de wind met zijwind te maken krijgen. Na een kilometer of negen slaan we linksaf en krijgen we te maken met wind in de rug. Daarna duiken we de kloof van de Ardèche in, waar de wind waarschijnlijk minder van tel zal zijn. In Saint-Paul-Trois-Châteaux zal het verder overigens een graad of 24 zijn, met een kleine kans op regen. Wel heel klein, het blijft ongetwijfeld gewoon droog. In Vallon-Pont-d'Arc, aan het eind van de kloof, waait het aanmerkelijk minder hard. Nog steeds wel vanuit het noorden, maar het is hier niet krachtig genoeg om voor verschil te zorgen. De renners moeten tijdens de eerste 20 kilometer van de rit goed opletten, daarna wordt het langere tijd relatief rustig. Onderweg zou het eventueel kunnen regenen, verder lijkt er in de omgeving van Vallérargues, na 96 kilometer, tijdelijk wat kans te zijn op wind schuin in de rug. Maar nergens waait het zo hard als in de omgeving van de startplaats, dus nee, ik denk dat het op het begin na niet heel spannend gaat worden. Toch wordt het ongetwijfeld heel nerveus in het peloton als we Uzès bereiken. Voor Uzès zou de wind overigens ook een paar kilometer enigszins schuin in de zij kunnen staan, maar hmm, ik twijfel toch wel een beetje. Na Uzès staat de wind deels vol in de rug, deels schuin in de rug. Al halen we nog steeds niet de snelheden van Saint-Paul-Trois-Châteaux. In plaats van 30 km/u spreken we hier over 15 km/u, dat lijkt dan net weer te weinig te zijn. Hoewel het richting het einde van de middag toch weer wat aan zou kunnen wakkeren, met 20 km/u komen we ineens ergens. Een nerveuze finale, maar ik druk toch niet heel erg hard op de waaierclaxon. Richting Nîmes komen we sowieso genoeg beschutting tegen, als we over de brug zijn gereden is het wel zo'n beetje klaar. Kleine window of opportunity, vrees ik. Enfin, in finishplaats Nîmes wordt het lekker warm, graadje of 27. Het blijft vermoedelijk gewoon droog. Door de temperaturen zetten we wel een streep door de naam van Colbrelli, die arme jongen had gisteren al bijna een zonnesteek opgelopen. Het is wel een korte rit, dus beginnen we pas vrij laat. Om 13:30 staan de renners aan het vertrek, tien minuten later begint de rit officieel. Kan een leuk begin worden, waaiers vanaf het vertrek zou heel geestig zijn. Als je die start wil zien ben je bij de NOS mooi aan het verkeerde adres, die beginnen er om 14:40 pas aan. Sporza is er wel meteen bij, na het heilige journaal. Eurosport 2 en de PLAYER beginnen er ook meteen aan, uiteraard. Inschakelen om 13:25, dit mag je niet missen natuurlijk. De aankomst verwachten we tussen 17:12 en 17:33.



Kan met een beetje mazzel toch een leuke rit worden, als het hard genoeg waait en als de wind goed staat. Doe ik het zo goed, Thierry? Nee, maar serieus, er is wel wat kans op waaiers. Welbeschouwd zou je eigenlijk de rit moeten omdraaien, in Saint-Paul-Trois-Châteaux waait het zo hard dat je daar ongetwijfeld waaiers had kunnen krijgen. Nu gaat dat misschien niet direct gebeuren omdat het nog ver is naar de finish, al laten ploegen zich daar niet altijd door tegenhouden. Ik denk meteen terug aan Guadalajara, Vuelta, 2019. Vanaf de allereerste meter waaiers, de boel kwam daarna nooit meer bij elkaar. Zoiets zou nu ook leuk zijn. Anders moeten we waarschijnlijk wachten op de laatste kilometers, waar de kans op echte waaiers mij niet gigantisch groot lijkt. Al zie je in zo'n Tourpeloton wel vaak dat het alleen al uit elkaar wordt gereden doordat iedereen keihard op kop begint te knallen richting zo'n punt. De ontwikkelde snelheid ligt vaak zo hoog dat renners alleen al daarom uitsturen en er vervolgens gaten ontstaan. Was een paar dagen geleden eigenlijk ook het geval. Nadeel daarvan is wel dat je alleen de mindere goden lost, in tegenstelling tot bij een echte waaier. Enfin, het zou dus leuk kunnen worden, maar dat kan ook heel goed niet het geval zijn. Het begin gaat het bepalen. Mocht het toevallig niet waaien en er rijdt een onbeduidend groepje weg dan gaan we kijken naar een nieuwe massasprint. Maar het kan ook zomaar zo zijn dat er een sterke groep gaat wegrijden die we nooit meer terugzien. Die kans is de komende ritten vaker aanwezig, vooral de lange rit naar Carcassonne lijkt perfect geschikt voor zo'n scenario. Omdat deze rit wat korter is en omdat ze bij Quick Step op zoek zijn naar een record kies ik toch maar voor een sprint. Lijkt vanzelfsprekend, maar is het toch niet echt. Je zit met de wind, maar ook met het parcours. Volledig vlak is het niet, de tocht door de kloof van de Ardèche is bijvoorbeeld behoorlijk heuvelachtig. Een ander nadeel is dat ze waarschijnlijk niet veel hulp gaan krijgen. DSM hielp de vorige keer mee, maar die missen ondertussen Benoot en zowel Eekhoff als Kragh Andersen zaten gisteren dik in de shit. Arkea is bijna iedereen kwijt, etc. Alle andere sprinters hebben ondertussen ook wel door hoe goed Quick Step is, de trein imponeert. Daardoor mag Quick Step het vandaag allemaal zelf op gaan lossen, waardoor het ook best wel eens niet zou kunnen lukken. Declercq zal meteen aan de bak mogen om de vlucht te controleren, of ze doen lollig en sturen Asgreen mee, wie zal het allemaal zeggen he.
1. Cavendish. 34. De evenaring is daar.
2. Philipsen. 0. We komen nooit meer van de hatelijke nul af.
3. Bouhanni. 0. Nee, ook Nacer niet. Wel zo'n jongen die op dat laatste klimmetje ook nog in de problemen zou kunnen komen, gisteren zowat als laatste binnen. Voor de zekerheid nog even controleren of er de vorige keer in Nîmes veel sprinters werden gelost. Eigenlijk alleen Cees Bol, maar die viel toen. Nee, de finale zou dus niet lastig genoeg mogen zijn.
4. Van Aert. 4. Indrukwekkend gisteren, dat gaat hij vandaag wel voelen. Alsnog kan hij hoog eindigen, als hij überhaupt mee gaat sprinten. Waarschijnlijk wel, ik neem aan dat hij de smaak te pakken heeft. Zo'n rit met wat hoogtemeters onderweg en mogelijke waaiers is ook alleen maar in zijn voordeel. Daardoor kon hij tijdens de vorige sprint al tweede worden, bijna eerste. Nouja, bij gebrek aan veel andere sprinters schuiven we hem toch maar naar voren.
5. Matthews. 3. Werd de vorige keer vijfde, meer hoeven we niet te weten.
Het blijft toch een merkwaardige sport hè, dat wielrennen.
pi_200262508
Markie Mark!
Wind extinguishes a candle and energizes fire
pi_200262632
Ik ben het met R/R eens. Ik had gisteren ook nooit het gevoel dat Pogacar in de problemen zat door de versnelling van Vingegaard. Het was Pogacar wel best, omdat hij ook al dicht bij de top zat
  donderdag 8 juli 2021 @ 08:41:42 #4
43584 Beregd
absolutely inch perfect
pi_200262654
Deze rit lijkt me iets moeilijker te controleren dan voorgaande, gezien het vele bochtenwerk en het feit dat we lichtjes dalen richting Nîmes. Maar vooralsnog gewoon een sprint. Vrijdag een betere kans voor de aanvallers.

We gaan wel weer langs prachtige plaatsten vandaag. _O_ (Ik heb echt nood aan vakantie)
pi_200262704
quote:
0s.gif Op donderdag 8 juli 2021 08:40 schreef Idisrom het volgende:
Ik ben het met R/R eens. Ik had gisteren ook nooit het gevoel dat Pogacar in de problemen zat door de versnelling van Vingegaard. Het was Pogacar wel best, omdat hij ook al dicht bij de top zat
Ik lees dat niet echt terug in de tekst, en ik kan me eerlijk gezegd echt niet voorstellen dat een absolute topsporter iemand in die situatie laat wegfietsen (om ietsje minder verdacht te zijn?)
pi_200262829
quote:
0s.gif Op donderdag 8 juli 2021 08:47 schreef _-_ratjetoe_-_ het volgende:

[..]

Ik lees dat niet echt terug in de tekst, en ik kan me eerlijk gezegd echt niet voorstellen dat een absolute topsporter iemand in die situatie laat wegfietsen (om ietsje minder verdacht te zijn?)
Lijkt me ook niet.

Eerder dat Pogacar het zwaar had en zich ook wel bedacht dat het gat dichtfietsen in de afdaling 'm minder kost dan nog even geforceerd aan blijven klampen.
  Moderator donderdag 8 juli 2021 @ 09:40:02 #7
213134 crew  Momo
WLR en ESF hooligan
pi_200263283
twitter
pi_200263948
Laat die waaiers maar komen
[b] Op zondag 14 november 2010 18:11 schreef liesje1979 het volgende:[/b]
Zo is daar Godshand, met zijn sarcastische toon,
Die regelmatig een topic voorziet van spot en hoon.
  Redactie Sport donderdag 8 juli 2021 @ 10:39:29 #9
274204 crew  Mexicanobakker
pi_200264025
Cav gaat sowieso nog 2 ritten proberen te winnen lijkt mij.
[i]Put me on a pedestal and I'll only disappoint you
Tell me I'm exceptional and I promise to exploit you
Give me all your money and I'll make some origami honey
I think you're a joke but I don't find you very funny[/i]
  donderdag 8 juli 2021 @ 10:44:16 #10
102912 crv
Screwed up
pi_200264084
staat toch niet genoeg wind ?
There are 2 Situations that drives an man Crazy: With and without wife
Wanneer een man de deur van zijn auto voor zijn vrouw openhoud is of de auto nieuw of zijn vrouw
Sorry, mind closed until further notice🍷
  donderdag 8 juli 2021 @ 11:20:02 #11
328924 Frozen-assassin
STAY STRONG APPIE
pi_200264611
quote:
10s.gif Op donderdag 8 juli 2021 09:40 schreef Momo het volgende:
[ twitter ]
Nieuwe geheime formule ;( Wielrenner uit een visfabriek halen
  Moderator donderdag 8 juli 2021 @ 11:21:52 #12
198822 crew  Rellende_Rotscholier
Robbertje matten met de wouten
pi_200264633
quote:
0s.gif Op donderdag 8 juli 2021 11:20 schreef Frozen-assassin het volgende:

[..]

Nieuwe geheime formule ;( Wielrenner uit een visfabriek halen
Niet voor niets Jumbo-VISma he.
Het blijft toch een merkwaardige sport hè, dat wielrennen.
  donderdag 8 juli 2021 @ 11:23:08 #13
454292 Koffieplanter
Violence. Speed. Momentum.
pi_200264657
Startschot om 13:35, waaiers om kwart voor twee.
Put these foolish ambitions to rest.
  donderdag 8 juli 2021 @ 11:23:26 #14
328924 Frozen-assassin
STAY STRONG APPIE
pi_200264663
quote:
0s.gif Op donderdag 8 juli 2021 11:21 schreef Rellende_Rotscholier het volgende:

[..]

Niet voor niets Jumbo-VISma he.
Kleine glimlach
  Moderator donderdag 8 juli 2021 @ 11:29:43 #15
213134 crew  Momo
WLR en ESF hooligan
pi_200264769
quote:
0s.gif Op donderdag 8 juli 2021 10:44 schreef crv het volgende:
staat toch niet genoeg wind ?
Startplaats

8 m/s is windkracht 5

Uzes( 30 km van de finish):


Nîmes:


Wind lijken ze vooral in de rug te hebben
  donderdag 8 juli 2021 @ 11:30:51 #16
222754 Dagoduck
ROCK 'N' GROHL
pi_200264786
Heb Neil Young & Crazy Horse nog live gezien in dat amfitheater. En Patti Smith in het voorprogramma. :7

Hadden we per ongeluk tickets voor de tribune besteld in plaats van voor het veld. Dus toen maar eerder op die dag als museumbezoeker naar binnen om alvast een mooi plekje uit te zoeken.
|| FOK!Stok || tatatatatataatatatattaaaaapiediedieuwtididipieuwpidibididi She said I'll throw myself away pididididum They're just photos after all! || Den Helder || Winnaar VBL Wijndal-award 2020: beste AZ-user! || Mijn concertstatistieken ||
  donderdag 8 juli 2021 @ 11:41:42 #17
454292 Koffieplanter
Violence. Speed. Momentum.
pi_200264931
Start van de rit uitgesteld door de wind. |:)
Put these foolish ambitions to rest.
  Moderator donderdag 8 juli 2021 @ 11:45:51 #18
213134 crew  Momo
WLR en ESF hooligan
pi_200264983
twitter
  Moderator donderdag 8 juli 2021 @ 11:54:56 #19
198822 crew  Rellende_Rotscholier
Robbertje matten met de wouten
pi_200265136
Wat is dat voor onzin?
Het blijft toch een merkwaardige sport hè, dat wielrennen.
  Moderator donderdag 8 juli 2021 @ 12:03:51 #20
362868 crew  Slobeend
of all places
  FOK!fotograaf donderdag 8 juli 2021 @ 12:04:08 #21
842 Zorro
Z
pi_200265289
quote:
0s.gif Op donderdag 8 juli 2021 03:33 schreef Rellende_Rotscholier het volgende:
Het was een bijzonder knappe prestatie van Van Aert, zeker met die verduivelde blinde darm in het achterhoofd
Wout van Aert, de eerste mens met een blindedarm in zijn achterhoofd _O_
Un dann rettet kein Kavallerie,
keine Zorro kümmert sich dodrömm.
Dä piss höchstens e " Zet " en der Schnie
  donderdag 8 juli 2021 @ 12:04:57 #22
62913 Blik
The one and Only!
pi_200265302
haha, is het windkracht 11 ofzo... zo niet, wat een pussies
  donderdag 8 juli 2021 @ 12:06:17 #23
62913 Blik
The one and Only!
pi_200265319
wel lekker, de hele dag wind mee inclusief een finish die licht dalend loopt met wind in de rug.
  Moderator donderdag 8 juli 2021 @ 12:10:52 #24
213134 crew  Momo
WLR en ESF hooligan
pi_200265390
twitter


Zat net de avondetappe terug te kijken, dit moment _O-
pi_200265441
twitter
Wind extinguishes a candle and energizes fire
abonnement Unibet Coolblue
Forum Opties
Forumhop:
Hop naar:
(afkorting, bv 'KLB')