Je had allerlei soorten mensen in deze wereld. Sommige brachten de tijd door in stoffige torens waar ze deden lezen, weer andere waren altijd op zoek naar een smak geld om het vervolgens weer te vergokken in de herberg. Hoewel het gokaspect hem koud liet vertoefde Anryuth wel graag in de herberg.
Deze keer overhoorde hij een gesprek van een groepje mannen die boven een tafel gebogen stonden. Op de tafel lag een grote kaart, 'die stamboom van de koning klopt niet.' Merkte een van de mannen op en hij wees een plek op de kaart aan met zijn vinger. 'Maakt niet uit,' zei een ander, 'we moeten het nieuws naar buiten krijgen, we hebben een primeur.'
Op dat moment liep een iel klein mannetje de herberg naar binnen. Hij had een grote grijns op zijn gezicht en liep naar de tafel met de mannen. Hij gooide een stuk papier op de tafel en zei, 'zie hier, ik heb de primeur over de dode koning.' Triomfantelijk liep hij naar de bar en ging daar zitten. Het groepje mannen vloekte. 'Hard werk loont niet.' Merkte eentje op.